‘Algemene voorwaarden simpeler met pictogram’

icoon-6-maanden-bewarenDe algemene voorwaarden waar mensen bij gebruik van diensten op internet akkoord mee moeten gaan, zijn nu veel te onduidelijk, te lang en te ingewikkeld. Dat las ik bij Nu.nl. Hear hear en zo. Maar de oplossing die de Nationale DenkTank bepleit – een set standaardiconen die zeggen waar het op staat – gaat hem echt niet worden. Grmbl. En dat op mijn verjaardag. (Jaja, 0x28 alweer.)

De iconen moeten in het voorstel vijf onderwerpen dekken: hoe lang wordt je data bewaard, wordt je data met derden gedeeld, wordt je data voor advertentiedoeleinden ingezet, blijft je data in Nederland en wordt er een persoonlijk profiel gemaakt. Het doet me nogal arbitrair aan en bovendien gaat dit eigenlijk allemaal over privacy-zaken; allemaal dingen die nu net niet in algemene voorwaarden geregeld kunnen worden. Er zou dus geen pictogram nodig moeten zijn dat zegt dat mijn data voor advertenties gebruikt wordt – ik moet gevraagd zijn om toestemming om dat te mogen doen.

Sowieso is het idee niet nieuw. Volgens mij komt er elk jaar wel een initiatief voorbij dat zegt, je moet standaardiconen introduceren zodat mensen al die lange lappen tekst niet hoeven te lezen. En elke keer krijg je precies dezelfde discussie: wélke iconen, hoe symboliseren die het onderwerp en waarom nu net die onderwerpen en niet anders?

Ik zou zelf bijvoorbeeld graag iconen zien over welk gebruiksrecht men opeist op je data, hoe vaak de voorwaarden gewijzigd worden, hoe sterk men garandeert dat de dienst beschikbaar is, of export van data in een standaardformaat nodig is en of betalende klanten hun geld terug krijgen bij problemen met de dienst. Dát lijkt me qua algemene voorwaarden iets relevanter dan “niet nader genoemde derden doen iets met je data voor advertenties”.

Maar nog iets fundamenteler: ik denk niet dat het zin heeft met iconen te werken. Ook al heb je de perfecte set en de perfecte symboliek. Er is gewoon te veel ruimte voor bedrijven om binnen de wet allerhande zaken te doen waar consumenten toch ahem enigszins van opkijken. Dát zou ik nu eens een leuk verjaardagskado vinden: de wet op de online dienstverlening, die bepaalt wat een internetbedrijf in haar algemene voorwaarden mág zetten. Webwinkels hebben dat al, waarom webdiensten niet?

Ik denk dan aan:

  • Gebruiksvoorwaarden mogen slechts eens per kalenderjaar gewijzigd, met drie maanden vooraankondiging
  • Een in algemene voorwaarden opgeëiste gebruikslicentie onder auteursrechten is beperkt tot het strikt noodzakelijke voor de dienst (en geen andersoortige exploitatie)
  • Opgeslagen data moet zonder meer kosten kunnen worden gedownload
  • Opzegging van gebruikersaccounts mag alleen met gegronde reden die in de voorwaarden genoemd moet zijn (behoudens zeer ernstige overige situaties

Er is vast meer maar als ik dit voor m’n volgende verjaardag kan krijgen dan zou ik zéér tevreden zijn. Jullie?

Arnoud

Nog even over die nieuwe Facebookvoorwaarden

post-facebook-wall.pngVorige week blogde ik Facebookdisclaimer tegen de nieuwe voorwaarden van de dienst, waarbij Facebook en passant tot een open stad werd uitgeroepen en het bedrijf het Statuut van Rome inzake het internationaal strafgerechtshof om de oren kreeg. Seriously, wtf. Maar wat zijn de nieuwe voorwaarden van Facebook nu en wat betekent dat in de praktijk?

Bij online diensten voor consumenten zijn er eigenlijk twee zaken écht belangrijk: wat mogen ze met je spullen en wat mogen ze met je privacy? (Dat ze nergens voor aansprakelijk zijn, dat de voorwaarden op elk moment mogen wijzigen, dat het Weens Koopverdrag uitgesloten is en dat je je kind ‘Zuckerberg’ als tweede naam moet geven, dat zeggen ze allemaal.)

Allereerst dus maar het “wat mogen ze met je spullen”, wat hier dus betekent met je teksten, foto’s, video’s en dergelijke die je uploadt naar Facebook. Het antwoord in het kort: alles. In het lang:

For content that is covered by intellectual property rights, like photos and videos (IP content), you specifically give us the following permission, subject to your privacy and application settings: you grant us a non-exclusive, transferable, sub-licensable, royalty-free, worldwide license to use any IP content that you post on or in connection with Facebook (IP License). This IP License ends when you delete your IP content or your account unless your content has been shared with others, and they have not deleted it.

Het is gebruikelijk dat hierbij staat “to use as necessary to deliver the service” maar dat staat er niet. In theorie mag Facebook dus je foto’s en statusupdates op mokken en t-shirts afdrukken of verkopen aan de roddelpers. Of ze dat ooit echt zouden doen is vers twee, maar het mag.

(Detail: je behoudt formeel je auteursrechten op wat je uploadt maar Facebook krijgt een onbeperkt gebruiksrecht, juridisch net wat anders dan “Facebook eist je auteursrechten op”).

Oh ja, en je moet niet gek opkijken als je jezelf ineens op een billboard terugziet met het Facebooklogo erbij:

You give us permission to use your name, profile picture, content, and information in connection with commercial, sponsored, or related content (such as a brand you like) served or enhanced by us. This means, for example, that you permit a business or other entity to pay us to display your name and/or profile picture with your content or information, without any compensation to you. If you have selected a specific audience for your content or information, we will respect your choice when we use it.

Met je privacy ligt het wat complexer. Hier is een apart privacybeleid voor dat zo lang is dat ik niet goed weet waar te beginnen. En als er dan ook nog reutelzinnen over “passionate about creating engaging and customized experiences for people” in voorkomen dan weet je al: hier kan weinig goeds uit voortkomen.

De opmerkelijkste is dat wanneer een ander iets doet met jouw naam, gezicht of ander persoonsgegeven, Facebook daarmee mag werken comform die ander zijn privacy-instellingen. Leuk dus als je een keer op de foto staat bij een “privacy is dead, get over it”-hippie.

Bezoek je een website met Like-knop, of een website met een Facebook-koppeling, dan wordt dat doorgegeven en geregistreerd. Ook als je nergens op klikt. (En ik weet niet wat er gebeurt als je toevallig uitgelogd bent van Facebook, wordt het dan toch ergens geregistreerd en achteraf alsnog gekoppeld als je weer inlogt?)

Oh en partners (zoals WhatsApp, veronderstel ik) mogen hun gegevens aan Facebook geven en Facebook mag daar dan ook lekker mee werken.

Verder wil de mobiele app een héle zwik informatie hebben, waaronder verplicht je GPS-locatie (tijd voor een spoofingfeature dus). Maar gelukkig, adverteerders krijgen alleen maar geanonimiseerde data.

Mag dat allemaal? Ja en nee. Enerzijds ja, want je bent er ooit mee akkoord gegaan dat Facebook haar voorwaarden mocht wijzigen en bovendien, je kúnt weg. Anderzijds nee, want het gaat hier om privacygerelateerde zaken en daar moet apart toestemming voor worden gevraagd, en die toestemming moet ook nog eens op elk moment in te trekken zijn. (Hoewel ze dan wel mogen zeggen, prima maar dan wegwezen.) En bovendien, je kunt praktisch gezien helemaal niet weg, dat is een te grote sociale afgang voor de gemiddelde gebruiker.

Arnoud

“Voor je het weet ruil je je kind voor gratis wifi”

wifi-hotel.pngJe leest de voorwaarden niet en voor je het weet ruil je je kind voor gratis wifi, las ik bij NRC. In een experiment van het Cyber Security Research Institute in Londen in samenwerking met het bedrijf F-Secure werd gratis wifi aangeboden met “the recipient agrees to assign their first born child to us for the duration of eternity” verstopt in de algemene voorwaarden. En dat is dan “legally binding” aldus een geraadpleegde Engelse advocaat. Ehm, ja, nou, eh, nee.

EULA’s, TOS’sen en andere dergelijke juridische documenten zijn in beginsel snel juridisch bindend. Maar je moet wel altijd uitkijken met wat men bedoelt met die term.

‘Bindend’ betekent meestal “je bent ermee akkoord gegaan dus nu moet je doen wat er staat”. Maar dat is niet per se de hele juridische waarheid. Vaak zijn clausules uit contracten of algemene voorwaarden eenzijdig opgesteld en is er geen onderhandelingsruimte. Zeker op internet – er is niet eens een fatsoenlijk communicatiekanaal met iemand met wie je zou kunnen onderhandelen over die voorwaarden. Vandaar dat de wet daar een paar waarborgen tegen ingebouwd heeft.

Bij algemene voorwaarden hebben we allereerst de norm van “onredelijk bezwarend” zijn (art. 6:232 BW). Dat wil zeggen dat ze toch best wel vervelend eenzijdig zijn. Als de wederpartij daar last van heeft, en dat hard kan maken, dan mag hij ze ongeldig (proberen te) verklaren. Dit heet juridisch ‘vernietigen’, en het resultaat is dat we dan doen of de clausule nooit heeft bestaan. Maar vindt de wederpartij het prima, dan geldt de clausule gewoon.

Stel bijvoorbeeld in algemene voorwaarden staat een opzegtermijn van 3 maanden voor een consument. Dat mag niet van de Wet Van Dam, dus een consument kan deze clausule vernietigen en daarmee geldt er géén opzegtermijn meer. (Ook niet de standaard éénmaandstermijn uit de wet.) De consument kan dan per direct van het contract af. Maar vindt die consument het prima om drie maanden van tevoren even op te zeggen, dan is dat rechtsgeldig.

In het algemeen is er nog de norm dat contractuele afspraken niet “naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar” mogen zijn (art. 6:248 BW). Dit komt ongeveer op hetzelfde neer als “onredelijk bezwarend” bij algemene voorwaarden (Wessels et al. p. 129), maar die norm uit 6:248 BW mag bij élke afspraak worden ingezet, ook bij specifieke op maat gemaakte en uitonderhandelde clausules. En de toets bij een algemene voorwaarde wordt wat abstracter uitgevoerd – is de clausule onredelijk bezwarend – dan de algemene norm – is in déze situatie het uitoefenen van de clausule onaanvaardbaar.

Als een contractuele afspraak leidt tot een oneerlijke handelspraktijk, dan kan daarmee de gehele overeenkomst worden vernietigd (art. 6:193j lid 3 BW). Die sanctie is er niet bij een beroep op onredelijkbezwarendheid of 6:248 BW; als dat beroep slaagt dan gaat de clausule van tafel maar staat de rest van het contract nog wel. Je abonnementskosten uit het voorbeeld hierboven moeten worden betaald tot aan de opzegging.

Sommige dingen vinden we zó erg dat je ze niet eens mág afspreken. Je kind afstaan aan een ander voor geld bijvoorbeeld, of een huurmoord. Dergelijke zaken zijn per definitie nietig; hoe hard je het allebei ook wilt, er is geen rechtsgeldige afspraak op dat punt. Juristen hebben het dan over “strijd met de openbare orde of goede zeden”. Hier kom je niet vaak aan maar je kind in ruil voor wifi voldoet er toch echt aan.

Het lastige is: de meeste clausules zijn niet zo evident te vernietigen. Zo zie je vaak dat er in algemene voorwaarden staat “wij mogen deze aanpassen en als je het niet bevalt dan hoepel je maar op”. Een sterk argument waarom dat onredelijk bezwarend zou zijn, heb ik nog niet. Maar het vóelt niet eerlijk, zeker niet als het elke dag kan gebeuren en je daardoor een prettige dienst moet verlaten en aldus met een hoop ongemak komt te zitten. Tijd voor een Wet op de clouddienstverlening.

Arnoud

Gaan we weer: de voorwaarden van Microsoft’s So.cl

socl.pngAls jullie er moe van worden moet je het maar zeggen, maar het blijft me fascineren waar de juristen van internetbedrijven elke keer weer mee komen als er nieuwe diensten worden gelanceerd. Want ja daar moeten voorwaarden bij en laten we het nog maar een keer opnieuw opschrijven, op een net wat andere manier en we streven naar helderheid maar ja het moet ook juridisch kloppen natuurlijk. En we horen het wel of er bezwaren zijn. Meest recente voorbeeld is So.cl van Microsoft, een sociaal netwerk waar zoeken, netwerken en delen van content gecombineerd worden.

Microsofts voorwaarden zijn netjes opgezet, met een duidelijk kopje en dan toch een poging tot leesbaar Engels. ??n een waarschuwing bovenaan:

This contract limits our liability and disclaims warranties for the service to the maximum extent permitted by law. Please read these sections of the contract carefully.

Het meeste is standaard: gedraag je, upload geen porno en schend geen auteursrechten. Let op je account. Oh, en je gaat akkoord met de Bing voorwaarden want wij plakken Bing-zoekresultaten op je pagina.

Opmerkelijk is dat men wél rekening lijkt te hebben gehouden met de brouhaha die andere diensten steeds over zich heenkrijgen als het gaat over auteursrechten van de gebruikers. Er staat standaard in zulke voorwaarden “je blijft eigenaar maar wij mogen alles”, maar Microsoft is er iets beperkter in: men houdt het bij “to the extent necessary to provide the service.” En dat is zoals het hoort.

Een paar dingen zijn op zich ook standaard maar doen wel de wenkbrauwen fronsen:

  • Microsoft may change this contract at any time without notice. If you do not stop using the service, your continued use of the service will be under the changed contract.
  • We may change the service or delete features at any time and for any reason . We may cancel or suspend your service at any time.
  • If you give us feedback, you give Microsoft, without charge, the right to use, share and commercialize your feedback in any way and for any purpose.

Daar is geen woord juridisch aan, zou ik zeggen. Enerzijds schrik je er wel van dat men zó eenzijdig die rechten voorbehoudt, anderzijds is het verfrissend dat men zó duidelijk daarover is. Nu alleen nog mensen zo ver krijgen dat ze niet denken “ach dat zal wel meevallen” maar gaan piepen. Oh sorry, ik was even optimistisch.

Arnoud

Zwartelijstweek: Hoe mogen websitevoorwaarden worden gewijzigd?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

In de items tot nu toe is het al een paar keer aan de orde gekomen: het wijzigen van websitevoorwaarden. Dit is een belangrijk element, want daarmee kun je de aard en invulling van je dienst behoorlijk beïnvloeden. Je kunt mensen lid laten worden met heel gunstige en lieve voorwaarden, en na een paar jaar – als iedereen afhankelijk is van je dienst – de voorwaarden keihard aanscherpen en mensen daarmee dwingen akkoord te gaan.

Mijn voorstel: wijzigingen aan websitevoorwaarden (EULA’s, TOS, gebruikersvoorwaarden, reglementen, hoe je ze maar wilt noemen) zijn alleen toegestaan als a) deze met een redelijke termijn vooraf worden aangekondigd, en b) de gebruikers een gelegenheid krijgen hun reactie te geven waar de beheerder op dient te reageren, en c) de gebruiker expliciet akkoord moet gaan met de nieuwe voorwaarden tegen het einde van de nieuwe termijn d) een gebruiker die de nieuwe voorwaarden niet wenst te accepteren de gelegenheid krijgt zijn account op te heffen en zijn inhoud te exporteren zodat hij elders kan gaan shoppen.

De eerste twee items dienen om te voorkomen dat je ineens geconfronteerd wordt met nieuwe voorwaarden waar je nú mee akkoord moet om verder te kunnen gaan. Een redelijke termijn lijkt mij een maand, misschien zelfs twee, maar dat zal afhangen van het soort dienst en het soort voorwaarde.

De eis voor het expliciete akkoord is om te voorkomen dat de eigenaar dit verstopt in een berichtje boven- of onderaan de site en dan stelt dat het gebruik van de site wordt opgevat als akkoord.

En met de laatste eis wil ik voorkomen dat mensen zich gedwongen voelen te blijven zitten bij deze webdienst omdat ze er zo veel content hebben staan.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Wat mogen websites met je persoonlijke informatie?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Privacy op sociale media en websites is een hot topic, maar tegelijkertijd een verschrikkelijk lastig onderwerp. Er zitten namelijk een paar fundamentele tegenstrijdigheden in hoe we daarmee omgaan. Aan de ene kant publiceert iedereen graag van alles over zichzelf. Aan de andere kant willen we niet dat Google van alles over ons vindt of combineert, of dat vrienden ons taggen in situaties waar we geen controle over hebben. En aan nog weer een andere kant moeten die website-eigenaren profielen van ons opbouwen en advertenties targeten omdat ze anders geen gratis diensten kunnen aanbieden.

Hoe trek je daar in vredesnaam een lijn in?

Het College bescherming persoonsgegevens probeerde het eind 2007 met haar Richtsnoeren, maar die vind ik wel héél eenzijdig pro-privacy en zonder enig begrip voor de belangen van website-exploitanten. (Ok, behalve bij het punt “ik wil mijn berichten van je site af”, want die mag je geanonimiseerd laten staan als weghalen de discussie verstoort.)

Ik moet eerlijk zeggen: ik weet het niet. De belangen staan hier volgens mij zo keihard tegenover elkaar dat je geen praktische regel kunt verzinnen die beider posities respecteert. Dit is dan ook de reden waarom juristen in deze branche zo graag de concrete omstandigheden van het geval en een belangenafweging op basis van gelijkwaardigheid prediken: dan hoef je geen knopen door te hakken.

Help?

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Welke garanties moet een website bieden?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Een standaardbepaling in websitevoorwaarden gaat over garanties. Of beter gezegd, de totale afwezigheid daarvan. Een websitebeheerder hoeft van zichzelf eigenlijk niets te doen. De site kan zomaar plat gaan, de functionaliteit kan ineens wijzigen of verdwijnen en daar hebben gebruikers dan niets over te zeggen. Ook is de beheerder natuurlijk niet aansprakelijk voor de gevolgen van een en ander.

Om nu te bepalen dat dit allemaal niet mag, gaat me ook weer te ver. Veel van deze diensten worden gratis aangeboden, dus is het moeilijk een minimumniveau van kwaliteit te eisen als daar geen wederprestatie (geld) tegenover staat.

Mijn voorstel: een website-eigenaar moet zich inspannen zijn dienst in de lucht te houden, en mag niet categorisch zijn verplichtingen hieromtrent uitsluiten in de gebruikersvoorwaarden. (Dit lijkt op het eerste item van de gewone zwarte lijst, dat bepaalt dat een leverancier niet categorisch zijn nakomingsverplichting mag uitsluiten.) Bij een storing moet de eigenaar zich inspannen de dienst zo snel mogelijk weer actief te hebben.

Lastig is wel: wat voor sanctie zet je erop als dit niet lukt? Schade door een dagje niet kunnen chatten of mailen lijkt me zeer lastig aan te tonen. En boetes opnemen in de wet past niet echt in ons systeem. Bovendien, zet er maar eens een bedrag op.

Het kunnen beperken van aansprakelijkheid is al geregeld op de grijze lijst van algemene voorwaarden. Het mag wel, maar de website-exploitant moet kunnen onderbouwen waarom hij niet gewoon volgens de wet aansprakelijk zou moeten zijn. Lukt hem dat niet, dan vervalt de beperking van aansprakelijkheid.

Eventueel zou je daar nog een strengere regel voor kunnen formuleren, maar het wordt dan alweer gelijk zo specifiek. Bijvoorbeeld:

Wanneer een internetdienst tegen betaling wordt geleverd, mag de aansprakelijkheid niet worden beperkt tot een lager bedrag dan het voor de dienst betaalde bedrag.

Maar voor een gratis dienst lijkt het me niet onredelijk om je aansprakelijkheid 100% te kunnen beperken.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Wanneer mag een website haar gebruikers verwijderen?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Na gisteren de auteursrechten is een ander frequent voorkomende discussie de vraag of en wanneer je gebruikers mag verbannen van je site. Websites die opengesteld zijn voor het publiek, hanteren vaak strenge huisregels die neerkomen op de stelling dat iedereen op elk moment voor elke reden (of zelfs zonder reden) verwijderd mogen worden. Ik heb daar grote moeite mee: je schept immers verwachtingen door iedereen naar binnen te halen.

Mijn voorstel: een website mag gebruikers alleen verwijderen van de site als a) dit gebeurt op basis van een concreet omschreven grond in de gebruikersvoorwaarden, en b) er sprake is van een ernstige overtreding of de overtreding niet de eerste keer is, en c) volstaan met een waarschuwing of verwijderen van de gewraakte bijdrage(n) niet van de website-exploitant gevergd kan worden.

Dit betekent dus expliciet dat je niet mag zeggen “je reactie staat me niet aan, ban“. Je zult moeten kunnen onderbouwen waarom de overtreding ernstig genoeg is om niet te kunnen volstaan met een waarschuwing, of met het verwijderen van de betreffende bijdrage. Herhaalde overtredingen die op zich niet ernstig genoeg zijn, vind ik dan weer wel een grond. Wie bij herhaling de grens opzoekt, is irritant genoeg om verwijderd te mogen worden.

Door te eisen dat de overtreden regel in het reglement moet staan, voorkom je willekeur en achteraf verzonnen regels.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Vorige week schreef ik al over websites die auteursrechten opeisen, maar de voorwaarden van websites zijn ook op andere punten wel héél erg streng. Dat vind ik een probleem, want bijdragen van gebruikers worden steeds belangrijker. Zeker social media sites bestaan bij de gratie van hun gebruikers, maar die zijn eigenlijk allemaal overgeleverd aan de grillen van de beheerders.

In deze zomerserie wil ik elke dag een onderwerp uit zulke voorwaarden belichten en met jullie in discussie gaan welke grenzen hier getrokken zouden moeten worden. Voor consumentencontracten hebben we al een zwarte lijst, dus wordt het niet eens tijd die te gaan maken voor online dienstverleners die gebruikersbijdragen toelaten?

We beginnen maar met die auteursrechten en licenties die websites kunnen eisen. Steeds meer sites bieden de mogelijkheid om eigen inhoud (teksten, video’s, foto’s, muziek etcetera) te uploaden en aan te bieden aan anderen. Een foto op Flickr, muziek op Youtube maar ook bestanden op Dropbox. Vaak wordt er een expliciete licentie geëist door de beheerder om die inhoud te mogen gebruiken. Maar hoe ver mag die gaan?

Mijn voorstel: Websitevoorwaarden mogen nooit auteursrechten opeisen. Ze mogen alleen een beperkte licentie opeisen die niet verder mag gaan dan noodzakelijk is voor het leveren van de dienst zoals die bestaat op het moment dat de gebruiker zich inschrijft. (Wil een website auteursrechten hebben, bv. op het winnend ontwerp van een wedstrijd die ze organiseert, dan moet dat expliciet apart worden geregeld.)

Wil een site meer doen met die inhoud, dan moet daar apart toestemming worden gevraagd. Deze toestemming mag niet op voorhand worden bedongen, en weigeren van deze toestemming mag niet leiden tot verwijdering of uitsluiting van de dienst als geheel.

Wordt de dienst uitgebreid, dan kan de site haar voorwaarden aanpassen en mensen vragen daar opnieuw mee in te stemmen. Als dan binnen een redelijke termijn geen weigering wordt gegeven, dan wordt de licentie op dat moment uitgebreid.

Ik worstel met name met het laatste punt: dat is natuurlijk wel een makkelijke manier om de licentie toch zo breed te trekken als je zelf wilt. Maar omdat je mensen dan een termijn moet geven om erover na te denken, werp je wel een drempel op denk ik.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

De algemene voorwaarden eisen mijn auteursrecht op!

Er lijkt weer een juristencongres geweest te zijn over “hoe schrijf ik algemene voorwaarden voor websites” met een workshop “want die leest toch iemand”, want de laatste tijd zie ik een hoop mails en blogs over auteursrechten in algemene voorwaarden. Recent bleek ook weer Google+ een regeltje te hebben dat je rechten op alles dat je daar plaatst, op zou eisen. Eerder blogde ik al over Dropbox en Twitpic met vergelijkbare regels. En het Accept or Decline-onderzoek liet ook duidelijk zien dat dit speelt.

In principe kunnen de gebruiksvoorwaarden van een website niet je auteursrechten opeisen. De reden is simpel: de Auteurswet eist een akte, een schriftelijk en ondertekend document waarin staat wat er wordt overgedragen en aan wie. Nu kan zo’n akte elektronisch worden opgesteld sinds een tijdje, maar het vereiste van de handtekening blijft gelden. En die zet je niet onder de gebruiksvoorwaarden van een site. Dus heb je geen rechten overgedragen door met gebruiksvoorwaarden akkoord te gaan.

Wel kunnen gebruiksvoorwaarden een (al dan niet brede) licentie eisen op hetgeen je uploadt naar of verstuurt via de dienst. De Google+ licentie eist bijvoorbeeld

a perpetual, irrevocable, worldwide, royalty-free, and non-exclusive license to reproduce, adapt, modify, translate, publish, publicly perform, publicly display and distribute any Content which you submit, post or display on or through, the Services.

maar zoals ondertussen gebruikelijk nadat daar heisa over komt, met deze zin er achteraan:

This license is for the sole purpose of enabling Google to display, distribute and promote the Services and may be revoked for certain Services as defined in the Additional Terms of those Services.

met, toegegeven, het sneaky werkwoord ‘promote’ erin. Oftewel Google mag je foto op een shirt zetten en dat verkopen bij de grote Google+ conferentie volgend jaar.

In de praktijk denk ik dat het wel meevalt met die brede licenties. Het zou een bedrijf zo veel badwill opleveren als men werkelijk ineens tshirtshopjes ging beginnen met de foto’s van haar gebruikers, dat ik me niet kan voorstellen dat iemand dit zal doen. En je kunt daarom denk ik ook wel juridisch betogen dat een dergelijke brede licentie onredelijk bezwarend is jegens de gebruiker van de site. Er is geen enkele legitieme reden om zo’n onbeperkte licentie te eisen, dus mag het niet.

Hetzelfde geldt voor het opeisen van auteursrechten. Er zijn juridische trucs om het akte-probleem te omzeilen. Zo kun je opnemen dat de gebruiker verplicht is om op verzoek mee naar de notaris te gaan en een akte te ondertekenen die hem dan onder de neus geschoven zal worden. Die verplichting is op zichzelf nog geen akte, dus je hoeft niet te tekenen om daaraan vast te zitten. Dit is ‘gewoon’ een algemene voorwaarde waar je mee akkoord kunt gaan door een dienst te gebruiken. Maar dit lijkt me nog véél onredelijker dan een brede licentie opeisen. Ik zie het dus niet gebeuren dat een rechter dit zal toewijzen.

Hm. Misschien wordt het tijd voor een zwarte en grijze lijst voor gebruiksvoorwaarden? Tijd voor een zomerspecial, aangezien ik weer bijna met vakantie ga: wat voor soort voorwaarden van websites zou nu echt eens verboden moeten worden, en welk type voorwaarden dient met de nodige argwaan benaderd te worden?

Arnoud