De AI Hall of Shame laat zien waarom AI compliance officers nodig zijn

Heb je je wel eens afgevraagd hoe deze innovatie bijdraagt aan een afschuwelijke dystopie? Zo prikkelt machine learning engineer Sean McGregor zijn collega’s als die weer eens enthousiast doen over de inzet van AI voor het een of ander. Want maar al te vaak blijkt een goed idee uiteindelijk vooral nadelen voor kwetsbare mensen op te leveren of nodeloze rechtlijnigheid te introduceren in een op zich prima werkend menselijk proces. En om dat kracht bij te zetten, onderhoudt hij sinds een tijdje de AI Incident Database.

Zoals de site het zelf toelicht:

The AI Incident Database is a collection of harms or near harms realized in the real world by the deployment of intelligent systems. You are invited to submit reports to the database, whereupon accepted incidents will be indexed and made discoverable to people developing and deploying the next generation of AI technology to the world. Artificial intelligence will only be a benefit to people and society if we collectively record and learn from its failings. Learn more about the database, or read about it on the PAI BlogVice NewsVenture Beat, and arXiv among other outlets.
Soms gaat het om gewoon hilarische storingen, zoals een surveillancerobot die zichzelf de fontein in rijdt omdat hij water niet van tegels kon onderscheiden. Wat ook weer heel naar kan uitpakken, zoals bij de lasrobot die niet geprogrammeerd was om mensen te vermijden – en iemand doodde toen die een losgelaten metalen plaat wilde verwijderen.

De pijn zit hem vaker niet in zulke extreme dingen, maar in de vaak schimmige manier waarop een AI tot haar conclusie komt. Bijvoorbeeld omdat je geen uitleg krijgt, zoals bij incident 96 waar een door de fabrikant geheimgehouden algoritme leraren beoordeelt en laat ontslaan. Of bij incident 78, waar een studente geweigerd werd bij geneeskunde in Duitsland omdat de AI had ingeschat dat ze lage cijfers zou halen. Of bij incident 95 waarin gezichts- en stemanalyse ertoe leidt dat sollicitanten geweigerd worden.

Die laatste is interessant omdat de gebruikte data is geanalyseerd en vrij van bias zou zijn bevonden. Ja, ik ben skeptisch want ik geloof dat niet – bijvoorbeeld omdat ik me niet kan voorstellen dat men bij stemanalyses de moeite neemt om stotteraars of mensen met slokdarmspraak te vragen om een representatieve hoeveelheid data aan te leveren.  (De kans is groter dat men het ding op porno getraind heeft, daar is immers veel sneller een grote hoeveelheid data voor te krijgen.)

Dat gebrek aan representativiteit zie je vaak opduiken. Bijvoorbeeld in incident 48, waarbij paspoortfoto’s worden gescreend op “ogen volledig open” wat natuurlijk misgaat bij Aziatische mensen. Die overigens ook niet hoog scoren in beauty contests waarbij een AI de jury speelt. Op het gorilla-incident van Google hoef ik al helemaal niet op in te gaan. Het aantal voorbeelden is talrijk.

De vraag is, hoe moet het dan wel. Daar zijn alweer eventjes geleden de EU Ethics Guidelines for trustworthy AI voor geformuleerd. Deze bevatten geen juridische eisen (die komen er wel aan, de Verordening AI) maar juist ethische kaders: hoe moet het wel, wat mag de burger verwachten en wat moet een bouwer of gebruiker van AI aan verplichtingen op zich nemen.

Wie wil leren hoe dat werkt: op 20 september start mijn tienweekse cursus AI Compliance in de praktijk weer. Leer in je eigen tijd (ongeveer 4 uur per week) de techniek én de ethische kaders rondom AI, met echte cases en echte data. Ik laat je zoeken naar bias in een dataset met leningaanvragen of puzzelen over waarom een snel en vrijwillig AI-loket bij de gemeente in strijd is met de mensenrechten. En ondertussen zet je je ook in om de gemeente Juinen met haar miljoenen kostende AI initiatieven hoog in de wereldranglijst te krijgen. Wees er snel bij!

Arnoud

 

U staat op een zwarte lijst, mag dat?

Incassokantoren hebben stilletjes grote zwarte lijsten aangelegd van bijna iedereen die in Nederland wel eens een rekening vergat te betalen. Dat meldde De Groene) vorige week (dank, vele tipgevers!). Talloze energiebedrijven, webwinkels en telefoonmaatschappijen checken de betaalmoraal van hun klanten – geheel in strijd met de wet. Wat dus al die tipgevers mij deed mailen: hoe kan het dat men daarmee wegkomt, en wat kun je doen als individu als je terecht of onterecht op zo’n lijst staat?

Iedereen kent het BKR uit Tiel, maar er blijken dus veel meer bedrijven te zijn die gegevens verzamelen over ons betaalgedrag:

Databedrijf EDR bijvoorbeeld heeft gegevens van 7,5 miljoen mensen. Het bedrijf Lindorff beschikt over de vuile was van 10,3 miljoen consumenten en Focum is kampioen met 10,5 miljoen Nederlanders, oftewel bijna iedere volwassene met een eigen portemonnee. Bedrijven analyseren de herkomst van je achternaam en hoeveel je verdient. Ze registreren openstaande rekeningen die je een keer over het hoofd hebt gezien. En ze knopen daar subjectieve conclusies aan vast die zeer nadelig kunnen zijn.

Juridisch kan ik daar weinig over zeggen dat niet al door Jan Kabel en Arnold Roosendaal is gezegd: dit mag gewoon niet, punt. Je moet worden geïnformeerd (actief) over waar je persoonsgegevens heen gaan, en wat die ander daarmee gaat doen. Daarnaast heb je recht op inzage in je dossier, en onder de AVG straks ook recht op een kopie daarvan plus een uitleg over de algoritmes die bepalen waarom men je een wanbetaler noemt.

Frustrerend dat het niet gebeurt, en dat hier geen handhaving op plaatsvindt. Dit is toch een grootschalige misstand waar mensen écht last van hebben. Het is een wat flauw argument om dan te zeggen, vanaf de nieuwe wet zal er opnieuw naar gedragscodes en naleving worden gekeken. Hoewel ik het wel begrijp, het schiet weinig op om een uitspraak onder de Wbp te krijgen terwijl we over minder dan 9 maanden een nieuwe wet krijgen met geheel nieuwe kaders.

Praktisch gezien weet ik niet hoe hier dan beweging in te krijgen, als de Autoriteit Persoonsgegevens het niet oppakt. Het enige dat ik kan bedenken, is massaal gebruik maken van je recht op inzage, en vanaf 25 mei ook staan op uitleg over een en ander.

Helaas staat er nog steeds geen standaardbedrag aan schadevergoeding op het niet naleven van zulke rechten. Ik blijf peinzen op een manier om een uitspraak daarover te forceren. Het blijft raar dat bij inbreuk op ‘gewone’ rechten (zoals auteursrecht) de rechter eigenlijk altijd aanneemt dat er schade is, en dat we bij privacy-inbreuk eigenlijk standaard zeggen dat er geen waardeerbare schade is. Een massaclaim dan maar, iedereen claimt een symbolische euro schade bij een stichting en dan namens tienduizend mensen naar de kantonrechter?

Arnoud

Mag je nog wel een zwarte lijst voor bedrijven aanleggen?

Een lezer vroeg me:

Ik begrijp dat een zwarte lijst voor personen erg lastig is om aan te leggen, vanwege privacywetgeving. Maar nu las ik dat privacy niet geldt voor bedrijven, dus klopt het dan dat ik wel voor mijn b2b webshops een zwarte lijst mag hanteren van zakelijke klanten met wie ik geen zaken wil doen?

Een zwarte lijst voor webwinkels ligt erg gevoelig, onder de privacywetgeving. Het belang voor winkeliers is duidelijk, maar het kan voor betrokken personen bijzonder vervelende gevolgen hebben. Zeker omdat mensen er onterecht op kunnen belanden. Wat nu als ik verhuis naar een plek waar een wanbetaler woonde, bijvoorbeeld. Of omdat ik erop kom omdat de winkelier me een vervelend figuur vindt dat maar blijft zeuren over garantie.

Kort gezegd komen de eisen vanuit privacywetgeving over zwarte lijsten neer op zorgvuldigheidseisen. Zo moet vooraf aangekondigd zijn dat deze gegevens verwerkt worden. Een winkel moet dus op een of andere manier kenbaar maken dat men een zwarte lijst beheert. Ook moeten mensen in staat zijn om na te gaan dat zij op deze lijst staan, en hebben zij het recht om eraf gehaald te worden als blijkt dat hun vermelding onterecht was. De toezichthouder heeft een checklist zwarte lijsten gepubliceerd. Ook moeten dergelijke lijsten worden gemeld.

Privacy geldt alleen voor mensen, en dus in principe niet voor ondernemingen of verenigingen/stichtingen. Hooguit als het ook gaat om privégegevens, zoals de 06 van de directeur van een bv of het persoonlijk mailadres van de voorzitter. Dus in principe is er weinig tegen zo’n zwarte lijst te doen.

In de praktijk zul je wel aan hoge eisen van zorgvuldigheid moeten voldoen om te voorkomen dat je smaadclaims tegen je krijgt, want een bedrijf kun je wel besmaden door ze ten onrechte en lichtvaardig op een zwarte lijst te zetten. Ik denk dat je in de praktijk dan diezelfde checklist zult moeten volgen, afgezien van de melding bij de toezichthouder zelf.

Arnoud

Mag een browserextensie je waarschuwen voor oplichters?

chrome-zwartelijstAfgelopen maand heb ik in de avonduren een chrome extensie ontwikkeld die op elke webpagina zoekt naar IBAN, telefoonnummer, e-mailadressen, las ik (dank, tipgever) bij Gathering of Tweakers. De poster was slachtoffer van oplichting geworden en ontdekte dat hij dit had kunnen voorkomen door even dergelijke gegevens door Google te halen. Vandaar de extensie: de gegevens worden vergeleken met een blacklist van 10.000+ fraudeurs (die elke nacht wordt bijgewerkt) en je krijgt een waarschuwing. Oké, komt ie: mag dat?

Allereerst de vraag: hoe komt deze extensie aan zijn gegevens? Als ik het goed begrijp, dan scant hij webpagina’s op e-mailadressen, bankrekeningen en adressen en matcht hij die tegen een lijst. Zo’n extensie kan die gegevens makkelijk uitlezen, en een lijst binnenhalen met brongegevens is ook niet heel moeilijk. Ik zie alleen niet wat de beheerders van die lijsten daarvan vinden. Dat zóu een probleem met databankrecht kunnen zijn, want op lijsten met verdachte gegevens als deze kan databankrecht zitten als de beheerder er substantieel in geïnvesteerd heeft. Dus even navragen (en een bronvermelding) lijkt me wel verstandig.

Belangrijker is echter de vraag, mag dat wel van de Wbp? Want hoe logisch het ook klinkt dat je nu gewoon een Google-opdracht in een extensie stopt, de Wbp ziet zulke dingen altijd anders. Als jij zelf gegevens gaat verwerken, dan moet jij dat verantwoorden en “Google doet het ook” is géén verantwoording. Waarom heb jij het recht die gegevens zo te ontsluiten?

Meer specifiek ziet de toezichthouder zwarte lijsten als deze als een soort verwerking waar voorafgaand verlof voor nodig is, vanwege de impact die zulke lijsten kunnen hebben. Je zult eens door een paar boze klanten als oplichter worden aangemerkt en dan levenslang via zulke extensies worden gehinderd.

Oh ja, en ik lees nog dat mensen dan bezwaar kunnen maken bij de extensie-beheerder: haal mij van de lijst. Maar het is zeker geen automatisme dat mensen op grond van de Wbp bezwaar kunnen maken tegen opname op zo’n lijst. Ik zie zo’n openbare lijst als een stukje vrijheid van meningsuiting, mensen willen waarschuwen voor oplichting is een legitiem doel en de Wbp mag daar niet zomaar doorheen fietsen.

Dus nou ja, mag het? In principe niet, want een zwarte lijst vereist toestemming. Maar als je de lijst kunt verantwoorden als aan de kaak stellen van misstanden, dan mag het denk ik wél.

Belangrijkste zal zijn dat je de lijst actueel en juist houdt, want wie achterhaalde gegevens als zwarte lijst inzet, heeft een probleem.

Arnoud

Kun je een zwartelijstbeheerder tegenhouden met een beroep op de Wbp?

block-botDe Block Bot is in de juridische problemen gekomen, las ik onlangs. Blogger Matthew Hopkins, zelfbenoemd “Witchfinder General” had een claim ingediend bij de beheerder van deze Twitter zwarte lijst, waar je op komt als de beheerder je een troll vindt, of een vrouwonvriendelijke man of nog wat niet bepaald vleiende kwalificaties. Het op smaad gooien leek Hopkins nogal ingewikkeld vanwege vrijheid van meningsuiting en zo, maar hij had een leukere truc gevonden: de Data Protection Act, oftewel de Engelse Wet bescherming persoonsgegevens. Want iemands naam in een bestand opnemen, dat mag niet he meneertje?

Ik krijg hier een lichte juridische jeuk van. Ja, natuurlijk geldt de Wbp en de DPA bij zwarte lijsten en ik weet dat men daar kritisch tegenover staat omdat onterecht op een zwarte lijst staan heel vervelend kan zijn, zeker als je er nauwelijks meer van af komt. En ik weet dat toestemming vragen bij opname in een bestand of lijst de hoofdregel is.

Maar het is écht niet zo dat je zonder toestemming eigenlijk niets kunt. Er is immers de eigen dringende noodzaak, op grond waarvan je best zonder toestemming iemands gegevens kunt gebruiken als daar een noodzaak voor is. Deze grond vereist een belangenafweging, hoe zwaar weegt de privacy van deze persoon en hoe zwaar is mijn noodzaak om die gegevens te gebruiken. En omdat het hier gaat om een meningsuiting, is er best een aardige noodzaak. Je mág immers over mensen praten en je mening geven over hun acties, dat is een grondrecht. De Wbp wint dus zeer zeker niet automatisch.

Verder is het in Nederland zo dat je in die situaties géén aparte afweging onder de Wbp hoeft te maken. Als het gaat om een verwerking die op grond van de vrijheid van meningsuiting wordt gedaan, dan kijk je ‘gewoon’ of de uiting onrechtmatig is. Een overtreding van de Wbp in een journalistieke context dient

te worden meegewogen bij beantwoording van de vraag of degene die verantwoordelijk is voor (handhaving van) publicatie van de beweringen hierdoor onrechtmatig handelt.

Dat maak ik op uit het Kleintje Muurkrant-arrest uit 2011.

Het doet me denken aan de discussie vorig jaar over merknamen: haha, mijn naam is een gedeponeerd merk, dus je mag zonder mijn toestemming niet over me praten. Ook dat voelt als een oneigenlijk gebruik van de wet. Met name omdat men zware juridische taal inzet naar mensen die daar weinig verstand van hebben. Ik zie dat als overbluffen of intimideren: holy shit, ik heb een mérkenrecht geschonden, ja nee kijk maar naar Disney en zo hoe ernstig dat is, daar staat tien jaar cel op, gauw weg die post. Bah.

Arnoud

Wat doe je tegen een zwartelijstmanipulerende stalker?

blacklist-blackboard-bord-lijst.jpgEen lezer vroeg me:

Ik ben webdesigner en zit met een probleem. Ik heb een heel vervelend ex-vriendje die regelmatig in het hackerscircuit te vinden is. Hij vindt het de laatste paar maanden leuk om elke dag mijn domein of IP-adres op allerlei blacklists te zetten, waardoor ik geen van mijn klanten kan mailen. Ik kan dat wel oplossen maar dan moet ik elke dag weer met die zwartelijstbeheerders overleggen, maar het kost me behoorlijk veel klanten en veel frustratie. Wat kan ik doen?

Dit is een hele moeilijke. Juridisch zou er wel wat aan te doen zijn: dit riekt voor mij naar stalking – structureel iemand lastigvallen. Ook kun je het gooien op een oneerlijke handelspraktijk, of gewoon op de maatschappelijke zorgvuldigheid – dit moet niet mogen, dus mag het niet. Het grote punt zal zijn dat er bewijs moet komen dat hij het is. En hoewel het voor de hand ligt, is er echt meer nodig dan “wie behalve hij zou dat doen”. Anders kan hij eenvoudig ontkennen en houdt het snel op.

Andere oplossingen weet ik zo even niet. Vaak is er met de blacklist-beheerders wel afspraken te maken. Zij moeten toch ook zien dat het steeds hetzelfde IP-adres is en dat de vraagsteller steeds met een goede uitleg komt. Na hoe veel keer zeg je dan, we negeren deze blacklistmelding.

Hebben jullie nog suggesties?

Arnoud

Mag een advertentieblokker een betaalde whitelist hebben?

adblockplus.jpgIntrigerend. Advertentieblokker AdBlock Plus werkt met een betaalde whitelist: bedrijven die liever niet meteen geadvertentieblokkeerd willen worden, kunnen het bedrijf achter Adblock Plus betalen om standaard op een witte lijst te komen. Natuurlijk kan de gebruiker alsnog die bedrijven of hun advertenties blokkeren maar dan moet je wel moeite gaan doen, en als het gaat om moeite doen dan blijf ik bij mijn vuistregel dat 80% van de mensen de defaults laat staan zoals ze binnenkomen.

Het bedrijf legt het proces expliciet uit in een FAQ. Je dient een verzoek in, als het bedrijf vindt dat je voldoet aan hun criteria dan ‘signeert’ men een overeenkomst. Bovendien gaat het dan naar publieke consultatie:

We plaatsen het ‘whitelisting’ voorstel in het forum. Vervolgens is er ongeveer een week dat de gemeenschap de advertentie kan bediscussiëren om te zien of de kandidaat daadwerkelijk voldoet aan onze criteria.
Als er geen geldige bezwaren zijn, zullen we de advertenties toevoegen aan onze whitelist. De advertentie zal dan standaard worden laten zien aan de Adblock Plus gebruikers.

Je zou dus zeggen, transparant proces en dit moet je als gebruiker weten. Geen probleem dus. Maar toch, het voelt niet lekker dat een advertentieblokker juist advertenties doorlaat – zeker omdat ze zich laten betalen door precies die figuren waar je zo’n hekel aan hebt als advertentieblokkeerder, namelijk advertéérders.

Bij TechCrunch komt daar nog de intrigerende vraag bij: is het echt wel eerlijk? Immers een groot bedrijf als Google kan elk tarief betalen, maar een kleine wannabe-concurrent van Google kan dat wellicht niet. Daarmee staat dat bedrijf gelijk op een grote achterstand. Maar dat voelt bij mij net zo oneerlijk als dat ik geen advertentie in de Telegraaf kan betalen en mijn concurrenten op de Zuidas wel.

Juridisch weet ik er echter weinig tegen in te brengen. Dit voorjaar hadden we een discussie over zwarte lijsten (Spamhaus) waarbij ook al voorbij kwam dat eigenlijk iedereen gewoon lijsten mag maken, zwart, wit, blauw of anderszins, en dat het de keuze is van de ontvanger/lezer/gebruiker om daarmee te werken.

Wél geldt dat je als lijstenmaker-met-reputatie zorgvuldig moet handelen. Zo moest de Consumentenbond terughoudender zijn over beleggingsfondsen dan een willekeurige boze blogger, omdat de Bond dient “te voldoen aan hoge eisen van zorgvuldigheid, duidelijkheid en neutraliteit”. Dat is wat we van ze verwachten, en die (door lang en hard werken zelf opgebouwde) verwachtingen moeten ze dan ook waarmaken.

Natuurlijk mag je veranderen en je lat lager gaan leggen. Maar dat zul je dan óf heel expliciet moeten maken óf heel geleidelijk moeten doen. Bij Adblock Plus vraag ik me af of dat echt zo gegaan is. Het kan aan mij liggen maar ik had nog niet eerder van die witte lijst gehoord, en ik gebruik ’t product al jaren. Had dat dan niet even in een update gepopupt kunnen worden? Wisten jullie dit?

Arnoud

Zwartelijstweek: Hoe mogen websitevoorwaarden worden gewijzigd?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

In de items tot nu toe is het al een paar keer aan de orde gekomen: het wijzigen van websitevoorwaarden. Dit is een belangrijk element, want daarmee kun je de aard en invulling van je dienst behoorlijk beïnvloeden. Je kunt mensen lid laten worden met heel gunstige en lieve voorwaarden, en na een paar jaar – als iedereen afhankelijk is van je dienst – de voorwaarden keihard aanscherpen en mensen daarmee dwingen akkoord te gaan.

Mijn voorstel: wijzigingen aan websitevoorwaarden (EULA’s, TOS, gebruikersvoorwaarden, reglementen, hoe je ze maar wilt noemen) zijn alleen toegestaan als a) deze met een redelijke termijn vooraf worden aangekondigd, en b) de gebruikers een gelegenheid krijgen hun reactie te geven waar de beheerder op dient te reageren, en c) de gebruiker expliciet akkoord moet gaan met de nieuwe voorwaarden tegen het einde van de nieuwe termijn d) een gebruiker die de nieuwe voorwaarden niet wenst te accepteren de gelegenheid krijgt zijn account op te heffen en zijn inhoud te exporteren zodat hij elders kan gaan shoppen.

De eerste twee items dienen om te voorkomen dat je ineens geconfronteerd wordt met nieuwe voorwaarden waar je nú mee akkoord moet om verder te kunnen gaan. Een redelijke termijn lijkt mij een maand, misschien zelfs twee, maar dat zal afhangen van het soort dienst en het soort voorwaarde.

De eis voor het expliciete akkoord is om te voorkomen dat de eigenaar dit verstopt in een berichtje boven- of onderaan de site en dan stelt dat het gebruik van de site wordt opgevat als akkoord.

En met de laatste eis wil ik voorkomen dat mensen zich gedwongen voelen te blijven zitten bij deze webdienst omdat ze er zo veel content hebben staan.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Wat mogen websites met je persoonlijke informatie?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Privacy op sociale media en websites is een hot topic, maar tegelijkertijd een verschrikkelijk lastig onderwerp. Er zitten namelijk een paar fundamentele tegenstrijdigheden in hoe we daarmee omgaan. Aan de ene kant publiceert iedereen graag van alles over zichzelf. Aan de andere kant willen we niet dat Google van alles over ons vindt of combineert, of dat vrienden ons taggen in situaties waar we geen controle over hebben. En aan nog weer een andere kant moeten die website-eigenaren profielen van ons opbouwen en advertenties targeten omdat ze anders geen gratis diensten kunnen aanbieden.

Hoe trek je daar in vredesnaam een lijn in?

Het College bescherming persoonsgegevens probeerde het eind 2007 met haar Richtsnoeren, maar die vind ik wel héél eenzijdig pro-privacy en zonder enig begrip voor de belangen van website-exploitanten. (Ok, behalve bij het punt “ik wil mijn berichten van je site af”, want die mag je geanonimiseerd laten staan als weghalen de discussie verstoort.)

Ik moet eerlijk zeggen: ik weet het niet. De belangen staan hier volgens mij zo keihard tegenover elkaar dat je geen praktische regel kunt verzinnen die beider posities respecteert. Dit is dan ook de reden waarom juristen in deze branche zo graag de concrete omstandigheden van het geval en een belangenafweging op basis van gelijkwaardigheid prediken: dan hoef je geen knopen door te hakken.

Help?

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.

Zwartelijstweek: Welke garanties moet een website bieden?

blackboard-zwarte-lijst.jpgVanwege mijn vakantie deze week geen gewone blogs, maar een zomerserie die ik ‘Zwartelijstweek’ heb gedoopt. Welke websitevoorwaarden zouden moeten worden verboden? Of hoe ver zouden website-exploitanten nog mogen gaan bij een site waar gebruikers ook een bijdrage leveren?

Een standaardbepaling in websitevoorwaarden gaat over garanties. Of beter gezegd, de totale afwezigheid daarvan. Een websitebeheerder hoeft van zichzelf eigenlijk niets te doen. De site kan zomaar plat gaan, de functionaliteit kan ineens wijzigen of verdwijnen en daar hebben gebruikers dan niets over te zeggen. Ook is de beheerder natuurlijk niet aansprakelijk voor de gevolgen van een en ander.

Om nu te bepalen dat dit allemaal niet mag, gaat me ook weer te ver. Veel van deze diensten worden gratis aangeboden, dus is het moeilijk een minimumniveau van kwaliteit te eisen als daar geen wederprestatie (geld) tegenover staat.

Mijn voorstel: een website-eigenaar moet zich inspannen zijn dienst in de lucht te houden, en mag niet categorisch zijn verplichtingen hieromtrent uitsluiten in de gebruikersvoorwaarden. (Dit lijkt op het eerste item van de gewone zwarte lijst, dat bepaalt dat een leverancier niet categorisch zijn nakomingsverplichting mag uitsluiten.) Bij een storing moet de eigenaar zich inspannen de dienst zo snel mogelijk weer actief te hebben.

Lastig is wel: wat voor sanctie zet je erop als dit niet lukt? Schade door een dagje niet kunnen chatten of mailen lijkt me zeer lastig aan te tonen. En boetes opnemen in de wet past niet echt in ons systeem. Bovendien, zet er maar eens een bedrag op.

Het kunnen beperken van aansprakelijkheid is al geregeld op de grijze lijst van algemene voorwaarden. Het mag wel, maar de website-exploitant moet kunnen onderbouwen waarom hij niet gewoon volgens de wet aansprakelijk zou moeten zijn. Lukt hem dat niet, dan vervalt de beperking van aansprakelijkheid.

Eventueel zou je daar nog een strengere regel voor kunnen formuleren, maar het wordt dan alweer gelijk zo specifiek. Bijvoorbeeld:

Wanneer een internetdienst tegen betaling wordt geleverd, mag de aansprakelijkheid niet worden beperkt tot een lager bedrag dan het voor de dienst betaalde bedrag.

Maar voor een gratis dienst lijkt het me niet onredelijk om je aansprakelijkheid 100% te kunnen beperken.

Arnoud<br/> Foto: Quinn Dombrowski, Flickr, Creative Commons Naamsvermelding-Gelijkdelen.