Kan een presidentieel bevel een wet opzij zetten?

De Amerikaanse president Donald Trump dreigt sociale media ‘streng te reguleren of te sluiten’. Dat meldde Tweakers vorige week. Trump is boos omdat Twitter onlangs enkele van zijn tweets labelde met een ‘disputed’ tag. De remedie lijkt nu bekend: hij heeft een executive order oftewel presidentieel bevel getekend waarin grofweg staat dat het overheidsbeleid vanaf nu is dat dergelijk ingrijpen ervoor zorgt dat je niet langer immuun voor rechtszaken bent als platform. Dat gaat dus nog ahem interessant worden.

Section 230, want daar gaat het om, is het wetsartikel waardoor internet mogelijk werd. Tussenpersonen zoals Twitter (in die tijd bbs’en, discussieforums en chatrooms) waren niet aansprakelijk voor wat zij gebruikers lieten plaatsen. Gewoon niet – behalve bij auteursrechtinbreuk, daar moesten ze snel ingrijpen (dat was dan weer de DMCA). In Europa ligt dit iets genuanceerder, daar geldt snel ingrijpen bij álle soorten inbreuk.

Daar staat tegenover dat tussenpersonen sommige dingen gewoon niet willen op hun platform. Vandaar dat sectie 230 toestaat dat je te goeder trouw mag modereren en dingen weghalen die je “objectionable” vindt, zonder dat je dan ineens je immuniteit verliest omdat je de rest laat staan. Oftewel, Twitter is niet aansprakelijk voor bijvoorbeeld racistische of tot geweld aanzettende tweets van willekeurige gebruikers, maar mág als zij daar beleid op heeft (inderdaad, de Terms of Service) besluiten dergelijke tweets te verwijderen.

De EO kan zo’n wet niet opzij zetten, want de president maakt niet de wetten. Maar de president heeft wel een heleboel macht, en kan bijvoorbeeld bepalen dat ‘zijn’ overheidsinstanties een zeer nauwe interpretatie van section 230 moeten volgen vanaf nu. Namelijk dat je een hoop dingen (zoals, tussen de regels door, het labelen van presidentiële tweets als wat dan ook) als te kwader trouw moet zien en daar “gepaste” conclusies uit moet trekken.

Dat is natuurlijk leuk en aardig maar juridisch gezien kan dat niet: een wet wordt niet anders omdat de uitvoerende macht dat wil. Maar een wetswijziging er doorheen krijgen is onmogelijk (gezien de Democratische meerderheid in het Huis van Afgevaardigden). En rechtbanken zijn ook in de VS onafhankelijk. Natuurlijk heeft Trump veel rechters benoemd, maar traditioneel was de opvatting dat alles moest kunnen online dus ik zou verwachten dat conservatieve rechters juist tégen deze interpretatie zijn.

Het bevel roept toezichthouders FCC (over telecommunicatie) en FTC (over handel) op om maatregelen te nemen. Alleen zijn dat, net als bij ons, onafhankelijke instanties die niet onder presidentieel bevel staan. De FCC is natuurlijk heel erg pro-bedrijf (zo hebben ze recent netneutraliteit opgeheven) maar dat pleit juist tegen het doorvoeren van deze maatregel. De FTC kan via het Amerikaanse equivalent van oneerlijke handelspraktijken wellicht ingrijpen, al is onduidelijk of zij bevoegd zijn om sectie 230 te handhaven.

Mogelijk maakt nog enige indruk het bevel aan alle overheidsinstanties om niet meer te adverteren op netwerken die “te kwader trouw” content modereren, hoewel ik niet de indruk had dat er nou héél veel overheidsgeld naar Twitter-advertenties ging. En puntje van orde is natuurlijk dat wat er in het bevel staat over sectie 230, niet is wat er wérkelijk staat. Zo zegt de wet nergens dat het weghalen van “ongepaste” dingen alleen op politiek neutrale gronden zou mogen, of dat beschermde free speech altijd ‘gepast’ is en dus moet blijven staan.

Dat gezegd hebbende gáát dit natuurlijk een heleboel rechtszaken geven, want het blijft Amerika.

Arnoud

Mag Twitter haar eigen huisregels opzij zetten op grond van de vrijheid van meningsuiting?

Twitter gaat vanaf donderdag tweets van politici die de regels voor gebruik van het sociale netwerk overtreden, niet langer verwijderen. Dat meldde Tweakers onlangs. Het moet daarbij gaan om een tweet die het Amerikaanse sociale netwerk normaal zou verwijderen, maar die afkomstig is van een politicus en die dus beschikbaar moet blijven voor het publieke debat. Dergelijke tweets krijgen een speciale markering en blijven buiten de gewone weergave, je moet er dus nadrukkelijk naar op zoek gaan. Dat doet wat raar aan, als ik iets fouts zeg dan wordt het weggehaald en de grote jongens mogen dat blijven zeggen in strijd met de regels?

Vrijheid van meningsuiting op social media, pardon platforms, is natuurlijk een lastig verhaal. Freedom of the press belongs to those who own one, zei Amerikaans journalist H.L. Mencken ooit. Je mag zeggen wat je wilt, de overheid mag je daarin niet zomaar belemmeren, maar anderen hoeven niet mee te helpen om jouw mening te verspreiden. Koop maar een drukpers, begin maar een radiostation.

Met internet is het allemaal veel makkelijker geworden om je mening te verspreiden. Tientallen platforms zijn beschikbaar om dat te kunnen doen, waarbij de regels vaak zo laks, pardon transparant en uitingsvriendelijk mogelijk opgezet zijn. Zeg wat je wilt, bij klachten grijpen we eventueel in maar verder mag alles. Dat heeft die platforms geen windeieren gelegd.

Natuurlijk heeft elk platform ook huisregels – de EULA of TOS geheten. Al sinds Compuserve kwamen er dergelijke gedragsregels. Vaak nogal generiek – houd het netjes, geen gescheld – maar soms ook heel specifiek over wat er wel of niet mocht. Mensen konden elkaar daarop aanspreken, en moderatoren konden ingrijpen bij gesignaleerde of geconstateerde overtredingen.

Daarbij was altijd al snel de kritiek dat er ongelijk werd behandeld. De een mocht alles zeggen, de andere gebruikte een uitroepteken te veel en werd geband voor schelden. De waarheid daarbij laat ik even voor wat die is, maar dit voorbeeld van Twitter maakt het wel heel bont: ja, we weten dat dit bericht tegen de regels is, we zouden het ook weghalen maar deze persoon vinden we zo belangrijk dat we het toch laten staan.

De onderbouwing van Twitter is creatief: als zulke belangrijke personen zulke regelschendende dingen zeggen, dan is dat op zichzelf nieuws en je moet oud nieuws kunnen terugzoeken. Zoiets. Anders krijg je volgend jaar discussie of politicus A dan wel Bekend Persoon B dit nu echt gezegd heeft of niet, of die screenshots echt zijn of nep, enzovoorts. En dat is dan van belang bij bekende personen, omdat daar die discussie redelijkerwijs te verwachten is en Twitter dus een taak heeft om daar in ieder geval de feiten beschikbaar te stellen.

Een creatief verhaal, waar ik wel wat in zie. Daar komt bij dat volgens mij nog nooit is bepaald of clubs als Twitter nu werkelijk iedereen even streng moeten behandelen. Huisregels zijn juridisch algemene voorwaarden – regels waarmee ik als gebruiker te maken heb als ik op dat platform actief ben. Ik kan ze niet inroepen tegen andere gebruikers, ik ben geen partij bij hun contract. Tenzij je zegt dat de belofte dat anderen óók zich aan de regels houden, deel is van mijn contract (een contractuele toezegging van Twitter). Dan kan ik eisen dat er wordt gehandhaafd. Maar een dergelijke belofte kan ik niet halen uit de Twitter-regels.

Arnoud

Mag je van de AVG een foto met kenteken van een parkeerovertreder Twitteren?

Via Twitter: mag je van de AVG een foto met leesbaar kenteken op Twitter plaatsen om zo een verkeersovertreding te tonen? In dit geval ging het om een persoon die parkeerde op een gehandicaptenplaats, zonder een vergunning daarvoor te hebben. “Wie kent de eigenaar van deze auto ? Hij mag onze #invalideparkeerkaart hebben als hij ook de #HuntingtonsDisease van mijn man erbij neemt.” aldus de Twitteraar, inclusief hashtags van de locatie. En dus het kenteken herkenbaar. Daar kwamen -naast vele steunbetuigingen- ook een aantal kritische noten: mag dat wel van de AVG? Een kenteken is immers een persoonsgegeven, en zo schend je die persoon zijn privacy onnodig.

Ja, onnodig, want je had ook aangifte kunnen doen. Op de foto was zelfs al een parkeerboete te zien (380 euro, zo laat ik me vertellen) dus deze eigenaar is al gestraft. Wat is dan nog de toegevoegde waarde van alles herkenbaar op Twitter zetten?

Volgens mij is “toegevoegde” hierin een foute term. Het gaat niet om iets toevoegen, iets erbij doen. Een publicatie als deze zie ik als een meningsuiting, een schandaal(tje) aan de kaak stellen dat in dit geval ongetwijfeld een veel voorkomende ergernis van de Twitteraar is. Je mening geven is niet iets dat je “bij” andere dingen doet, of alleen maar mag doen als je geen andere opties meer hebt. Je uitingsvrijheid is een grondrecht, en dat mag je inzetten wanneer je wilt.

Binnen de grenzen van de wet natuurlijk, en de AVG is een wet die ook geldt bij journalistieke uitingen. Weliswaar zijn een aantal zaken niet van toepassing (zoals het inzage- en correctierecht en het recht te worden vergeten, en de registerplicht) maar ook bij een journalistieke verwerking moet je een grondslag hebben en zorgvuldig te werk gaan, zo staat in de AVG. Effectief komen die regels neer op hetzelfde kader als waar journalistieke uitingen altijd al aan getoetst werden. Het is niet zo dat de AVG de vrijheid van meningsuiting inperkt, dat je sinds 25 mei 2018 minder mag zeggen dan voorheen.

Maar ben je wel journalistiek bezig eigenlijk? Ja, is het korte antwoord. Ook als particulier die los staat van een of ander persmedium. Dat is vaste jurisprudentie, iedereen mag zich journalist noemen. Het gaat er niet om of je een perskaart hebt, maar of het relevant om te melden is wat je doet. Feiten, meningen of ideeën aan het publiek bekend maken, dat is de definitie.

Daar staat tegenover dat de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gezegd dat je alleen journalistiek publiceert als je aan vier eisen voldoet:

  1. Objectieve informatieverzameling
  2. Regelmatige bezigheid
  3. Maatschappelijke strekking
  4. Recht van repliek
Waar deze eisen op gebaseerd zijn, weet ik echter niet. In de AVG staan ze in ieder geval niet, noch in de jurisprudentie over wat een journalistieke verwerking is of wanneer sprake is van een legitieme meningsuiting. In Nederland kennen we bijvoorbeeld dat recht van repliek helemaal niet, het is vaste prik dat je als journalist geen weerwoord hoeft op te nemen voor een rechtmatige perspublicatie. Ik vermoed dat de AP hier het criterium “verwerking voor journalistieke doeleinden” en de uitwerking van de grondslag “legitiem belang [bij publicatie]” samenvoegt voor het gemak.

Arnoud

Rechter oordeelt dat Trump op Twitter geen gebruikers mag blokkeren

President Donald Trump mag op Twitter geen gebruikers blokkeren, omdat dit in strijd is met de Amerikaanse grondwet. Dat meldde Nu.nl vorige week. “Op die manier wordt de vrijheid van meningsuiting daadwerkelijk, hoewel bescheiden, ingeperkt. Meer is er niet nodig om de grondwet te schenden.” aldus de rechtbank. Wanneer de overheid immers de burger toegang tot informatie weigert, is óók sprake van een stukje censuur. Een Amerikaanse ambtenaar die Twittert, mag dus geen mensen blokkeren vanwege hun opvattingen of reacties. En ja, dat zou in Nederland ook zo uitpakken, zij het via een iets andere route.

Zoals ik in augustus al blogde, wij hebben het Grondwettelijk recht van petitie: “Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.” Dat recht geldt ongeacht het kanaal en er vallen ook vragen en kritiekpunten onder. Die moet je te allen tijde kunnen uiten.

Twitter is een elektronisch medium en dus een geschrift in de zin van dit artikel. Daarmee heeft iedereen dus het recht om via Twitter verzoeken, vragen, klachten en complimenten bij het bevoegd gezag in te dienen. Dat laatste begrip betekent zo veel als de overheid, maar dat iemand politicus is, betekent nog niet dat hij “bevoegd gezag” is. Hij moet echt aan de overheid verbonden zijn, maar zitting hebben in een gemeenteraad, de Eerste of Tweede Kamer of minister/staatssecretaris zijn is daarvoor al genoeg. Wanneer een Nederlandse overheidsfunctionaris mensen zou blokkeren, zou dat dus strijd met dit artikel opleveren.

De Amerikaanse route komt erop neer dat Twitter gezien wordt als een “designated public forum”, een plek waarvan de overheid zegt, hier praten wij met de burger. En wanneer de overheid dat doet, mag ze vervolgens niet zeggen “maar jij moet je mond houden”. Je bent een publiek forum of niet, in die visie. Je mag hooguit mensen uitsluiten voor wangedrag dat ongerelateerd is aan de inhoud van wat ze zeggen.

Het is nog niet bekend of en zo ja wanneer Trump de blokkade gaat opheffen.

Arnoud

‘Overheid kan nepnieuws op digitale platformen aanpakken’

De overheid kan verschillende maatregelen nemen om te voorkomen dat digitale platforms als Facebook, Google en Amazon misleidende informatie doorgeven. Dat meldde Nu.nl op gezag van een CPB-rapport dat waarschuwt tegen de snelle groei en steeds kleiner wordende transparantie van deze platformaanbieders. Met name de aanbeveling voor een vergunningenstelsel springt in het oog.

Digitale platforms brengen substantiële voordelen voor consumenten en bedrijven door op te treden als makelaar voor uiteenlopende diensten en producten, zo opent het rapport enigszins plichtmatig. Maar vanaf daar gaat het alleen nog over de nadelen: er wordt steeds meer misleidende en foute informatie doorgegeven, politieke propaganda is niet te herkennen, en ga zo maar door. En daar moet iets tegen gebeuren, een vergunning is iets dus er moet een vergunning komen.

De ontvangst van dit rapport was vast iets anders geweest als het pleitte voor een vergunningsstelsel voor kranten of televisieprogramma’s. Want ik kan er niets anders uit halen dan dat dit het plan is. Strekking van de vergunning is dat je kwalitatief slechte publicaties (misleidend, fakenieuws, propaganda) moet weren, en ik ben heel benieuwd hoe je dat rechtbreit binnen de vrijheid van meningsuiting. Bovendien moet dit vanuit Europa worden gedaan, want al sinds 2000 geldt dat EU-lidstaten geen eigen regels mogen stellen aan “diensten van de informatiemaatschappij” waar dit soort platforms onder vallen.

Markeren van kwestieuze informatie, mét filteroptie voor de consument, lijkt mij een betere suggestie. Helemaal als de overheid dan ook limitatief opsomt waar je op moet scannen, om zo te voorkomen dat men zelf vanuit angst al te veel gaat blokkeren. Daar zie ik wel wat in.

Een creatieve is de regel dat politieke reclame niet mag verschillen bij verschillende burgers. Die snap ik niet, ook niet na het voorbeeld:

Nu kunnen politieke partijen naar de ene burger toe adverteren dat zij, bijvoorbeeld, de belasting voor hoge inkomens gaan verlagen, terwijl zij aan een andere burger toezeggen dat juist de belasting voor lage inkomens omlaag gaat.

Ik zie eerlijk gezegd niet wat er mis is met deze advertenties? Ze spreken elkaar niet tegen en beantwoorden een vraag van een doelgroep. En ik zie nu ook al lange tijd doelgroepadvertenties, denk aan boodschappen in vaktijdschriften versus abris langs de weg. Volgens mij is veel belangrijker dat politieke reclame direct herkenbaar moet zijn, en aan dezelfde eisen moet voldoen als commerciële als het gaat over toezeggingen en informatie.

Arnoud

‘Dikke problemen’ voor grappenmaker die Trump van Twitter haalde

Op zijn laatste werkdag haalde een medewerker van Twitter het account van Donald Trump offline, las ik bij RTL. Elf minuten was @realDonaldTrump onbereikbaar voor de 41 miljoen Twittervolgers. Ondanks die beperkte tijd toch pijnlijk natuurlijk, en het zal zeker dan ook gevolgen hebben voor de ex-medewerker. Maar zou Trump zelf ook wat te claimen hebben? Welnee, want -daar gaan we weer- social media accounts zijn geen eigendom, ze bestaan bij de gratie van de welwillendheid van de dienstverlener.

Waarom de medewerker deze actie uithaalde, is nog niet duidelijk hoewel je natuurlijk wel een en ander op je klompen aanvoelt. Wat mij vooral verbaast is dat hij dacht dat het effect zou hebben. Bij zulke bekende/beruchte accounts mag je verwachten dat er snel alarmbellen af gaan, dus het voelde een tikje naïef.

Een arbeidsrechtelijk gevolg zal het zeker hebben. Want ook als je op je laatste dag iets uithaalt, kun je daar gewoon op aangesproken worden. Je kunt zelfs alsnog op staande voet ontslagen worden, wat consequenties heeft voor je uitkering en dergelijke. En een schadeclaim is in theorie ook mogelijk, zeker hier waar het gaat om opzettelijk handelen van de werknemer. Die schade zal lastig te kwantificeren zijn, want ook bij reputatieschade moet er iets worden onderbouwd.

Trump zelf zal weinig te claimen hebben overigens, want de voorwaarden bepalen uiteraard “You understand and agree that the Services are provided to you on an “AS IS” and “AS AVAILABLE” basis.” Oftewel: als hij het niet doet, heb je dikke pech. Ongeacht reden? In principe ja, want Twitter bepaalt hoe haar diensten worden ingericht en geleverd. Zelfs als Twitter had bedacht, we pakken door en láten Trump offline, dan nog had hij geen reden tot klagen gehad. Daarnaast zit je met ook hier de vraag wat de schade is.

Arnoud

Is een internetdienst verplicht haar voorwaarden na te komen?

De discussie van vorige week over Trumps militaire tweet gaf aanleiding voor een interessante vraag: zijn sociale netwerken zoals Twitter verplicht hun eigen voorwaarden na te komen? Het lijkt er immers op dat Twitter wat eenzijdig met de TOS omgaat, als ze sommige mensen wel en andere mensen niet verbannen wanneer beiden dezelfde overtreding begaan.

Terms of Service, EULA’s of hoe ze je maar wilt noemen, volgens de wet zijn het allemaal algemene voorwaarden. Voorwaarden dus om in meerdere overeenkomsten gebruikt te worden, namelijk in iedere relatie met een gebruiker. Iedere gebruiker heeft namelijk een eigen contract (overeenkomst) met de internetdienstverlener, en die voorwaarden maken daar deel van uit.

Contracten zijn bindend tussen partijen, maar daarbuiten niet. Derden kunnen geen rechten (of plichten) ontlenen aan een contract, tenzij dat er expliciet in staat en dan nog onder zekere voorwaarden. Als ik nog geld krijg van een wederpartij, en ik besluit dat te laten voor wat het is, dan is er niemand die dat geld namens mij op mag gaan eisen.

Dit geldt natuurlijk ook voor internetdiensten. Als Twitter besluit een regel niet te handhaven tegenover een gebruiker, dan is dat een beslissing in die contractuele relatie en die heeft verder geen gevolgen voor andere contracten, laat staan voor derden. Dus zo bekeken is het argument kansloos dat Twitter haar TOS moet handhaven tegen welke gebruiker dan ook. (Nog even los van dat er “we may suspend” staat als sanctie op overtredingen.)

Je kunt echter een stapje breder kijken, en zeggen dat het contract dat jij als Twitteraar met het bedrijf hebt, impliciet mede omvat de belofte dat zij een gelijk speelveld zullen hanteren. Die belofte is dan een contractuele plicht naar jou, en die zou je dan kunnen handhaven. Een beetje zoals Facebooks antipestbeleid bindende regels werden naar een derde die NAW-gegevens wilde opeisen. Gezien de omvang van het bedrijf en hun belang voor de maatschappij lijkt me goed verdedigbaar dat van dit bedrijf verwacht mag worden dat ze objectief, eerlijk en gelijk handelen naar alle gebruikers toe.

Arnoud

Mogen onze politici mensen op social media blokkeren?

Amerikaanse politici mogen van een rechter in de staat Virginia geen mensen blokkeren op sociale media, las ik bij Nu.nl. Dit is strijd met het 1st Amendment, de vrijheid van meningsuiting, omdat politici in een openbaar forum niet zomaar mensen mogen verbieden hun mening te uiten. En daaronder valt ook het als politicus jezelf afschermen voor die mening. Dat geldt op het dorpsplein maar ook op het virtuele plein van Twitter. Hoe zou dat bij ons uitpakken?

Bij ons gaat de vrijheid van meningsuiting niet zo ver dat de beoogde ontvanger naar je moet luisteren. Wie zich wil afschermen voor andermans uiting, staat in zijn recht. Dus dat Amerikaanse argument van het public forum gaat hier niet op.

Alleen specifiek politici, althans diegenen die je redelijkerwijs tot “de overheid” kunt rekenen hebben wel rekening te houden met een ander recht, namelijk het Grondwettelijk recht van petitie:

Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.

En nee, dat gaat niet alleen over formele petities en verzoekschriften. Ook het indienen van vragen en klachten – en complimenten, om in communicatiesfeer te blijven – is een Grondwettelijk recht. En opmerkelijk: aan dit recht zitten géén grenzen, zoals bij de vrijheid van meningsuiting die bijvoorbeeld moet wijken voor andermans eigendomsrecht (geen mening in de krant zonder toestemming van de eigenaar van die krant) of de privacy die moet wijken voor bijvoorbeeld de volksgezondheid.

Twitter is een elektronisch medium en dus een geschrift in de zin van dit artikel. Daarmee heeft iedereen dus het recht om via Twitter verzoeken, vragen, klachten en complimenten bij het bevoegd gezag in te dienen. Dat laatste begrip betekent zo veel als de overheid, maar dat iemand politicus is, betekent nog niet dat hij “bevoegd gezag” is. Hij moet echt aan de overheid verbonden zijn, maar zitting hebben in een gemeenteraad, de Eerste of Tweede Kamer of minister/staatssecretaris zijn is daarvoor al genoeg.

Het blokkeren van iemand op Twitter zorgt er voor dat de bevoegdgezaghebbende achter het account de berichten van de geblokkeerde in het geheel niet meer ziet. Ik zou dat wel durven aanmerken als een blokkade op dat recht om verzoeken in te dienen. Het komt immers niet meer aan. En nee, dat je nog steeds een brief kunt sturen is daarbij geen argument. Als de overheid zou zeggen, verzoekschriften alleen vrijdag in persoon afgeven tussen twee en vier dan zou dat ook geen toegestaan alternatief zijn voor gewoon elektronische of schriftelijke post.

Daar staat tegenover dat de overheid niet verplicht is om te antwoorden op een verzoek. In principe hoort dat wel, dat volgt uit de beginselen van behoorlijk bestuur zoals dat heet. Als je als burger een antwoord mag verwachten, dan mag je een antwoord verwachten. Maar een verplichting is het niet, tenzij uit andere wetgeving volgt van wel (denk aan een Wob-verzoek of een bezwaarschrift onder de Awb).

Lastig is natuurlijk dat zo’n recht zich goed leent voor misbruik, denk aan querulanten die de overheid bestoken met allerlei verzoeken met als geen ander doel overlast veroorzaken of dwangsommen incasseren. Dat bestrijden is een hele moeilijke, juist omdat toegang tot de overheid zo belangrijk is. Je moet het dan ook wel heel bont maken wil de rechter je verbieden contact te zoeken met politici.

Alles bij elkaar denk ik dus dat het nog best moeilijk ligt, om als politicus (verbonden aan de overheid) mensen te blokkeren op Twitter. De enige escape zou nog kunnen zijn dat je account persoonlijk is en niet aan de overheid gelieerd. Voor bijvoorbeeld het Twitter-account van de minister-president zie ik dat niet*, maar bij veel politici zie je eigenlijk alleen persoonlijke uitingen. Daar zou een blokkade dus niet gericht zijn op het tegenhouden van verzoeken bij het bevoegd gezag en dus wel toegestaan.

  • De RVD meldt desgevraagd dat het @MinPres account nul blokkades in Twitter ingesteld heeft.

Arnoud

Hoe een Tweet een voorgenomen overname ongeldig maakte

Een deal van energiebedrijf Eneco met Nigeria ketste af vanwege een tweet, las ik in het Financieele Dagblad. De onderhandelingen over de verkoop mislukten doordat het kopende bedrijf, 3D Hi Tech Systems, een tweet stuurde over de deal voordat deze was beklonken.

Eneco wilde haar Enecogen-energiecentrale verkopen. Uit het vonnis blijkt dat 3D Hi Tech gevonden werd dankzij bemiddeling van de bedrijven ALT en Romar, die de rechtszaak tegen Eneco aanspanden toen die zich terugtrok vanwege de tweet. Zij hadden een potentiële koper uit Nigeria gevonden, 3D Hi Tech dus.

De tweet zelf was relatief onschuldig en -vermoed ik- geplaatst vanuit enthousiasme door de betrokken persoon bij 3D:

Our dynamic MD Engr [vertegenwoordiger 3D HiTech] at eneco Netherlands for the official signing of the MOU [Memorandum of Understanding, toevoeging rechtbank] between 3D Hitech and ENECO [plus drie foto’s van een eerder bezoek]

Voor Eneco was dit toch wel even slikken want er was toch een stevige NDA – sterker nog een ‘Non-circumvention, non-disclosure, confidentiality and working agreement’ – getekend tussen partijen. En dan twitteren over het onderwerp daarvan is dan toch een beetje gek. Het incident was dan ook voor Eneco aanleiding om zich uit de onderhandelingen terug te trekken, ondanks dat de tweet binnen 24 uur weer weggehaald was.

Gevolg was dat ALT en Romar ook geen nieuwe kopers meer hoefden te zoeken, waardoor ze natuurlijk hun aanbrengfee zouden mislopen. Vandaar de rechtszaak: men wilde dat Eneco bij de rechter werd verplicht om door te gaan met onderhandelen, of in ieder geval onder die lopende ‘Non-circumvention, non-disclosure, confidentiality and working agreement’ te blijven zitten tot er een nieuwe zou zijn gevonden.

ALT en Romar stellen dat de tweet, gelet op inhoud en duur van zichtbaarheid daarvan, de afbreking van de onderhandelingen niet rechtvaardigde, maar miskennen daarbij de eigen afweging die Eneco in de gegeven omstandigheden mocht maken. Nu ALT en Romar wisten dat de tweet in strijd was met de geheimhouding mochten zij op dat moment zeker niet meer gerechtvaardigd op het tot stand komen van een overeenkomst vertrouwen.

Ook het mogen zoeken van een nieuwe koper is niet verplicht. Er waren meer redenen waarom de onderhandelingen stroef liepen, en Eneco had dus gewoon goede gronden om er onderuit te kunnen.

Arnoud

Wanneer twitter je op persoonlijke titel?

Wanneer ben je voor een tweet aansprakelijk als bedrijf, meldde Media Report onlangs. Een recent vonnis handelde over die kwestie. Twee bestuurders van een beleggingsadviesbedrijf hadden op Twitter gepraat over een bepaald fonds dat volgens hen oplichters zouden zijn. Het fonds had het bedrijf aangeklaagd, maar het bedrijf verweerde zich met de opmerking dat er “op persoonlijke titel” bij stond. Hoe pakt dat uit?

Persoonlijke titel is niet direct een wettelijk begrip. Je moet altijd in de context kijken: wat bedoelt men daarmee, en vooral waar staat het tegenover. In dit geval dus op zakelijke titel, op naam van het bedrijf waar je voor werkt. De vervolgvraag is dan hoe je het onderscheid maakt tussen die twee.

De rechter begint met constateren dat het ging om eigen accounts, niet om het bedrijfsaccount van Probeleggen. Dat lijkt me inderdaad een sterke, maar er zijn genoeg mensen die met hun bedrijfspet op twitteren vanaf een account op hun persoonlijke naam. Ik zou dat dus niet doorslaggevend vinden als iemand vanaf een eigennaamaccount dingen zegt.

De disclaimer “op persoonlijke titel” weegt voor de rechter zwaar. Daarmee geef je aan dat je niet wilt dat mensen het opvatten als een uitlating van het werk. En dat kan, maar is niet doorslaggevend:

Ook uit de inhoud van de tweets valt niet af te leiden dat deze (ondanks de disclaimer “op persoonlijke titel”) als tweets van Probeleggen beschouwd moeten worden, nu laatstgenoemde in het geheel niet genoemd wordt in deze tweets, zodat de tweets niet beschouwd kunnen worden als handelingen waarmee Probeleggen zelf naar buiten treedt.

Het is dus mogelijk dat je ondanks een disclaimer tóch de opmerkingen zakelijk kunt doen. Het gaat uiteindelijk om wat je zegt en hoe een lezer dat op mag vatten. Als gezien de context en soort uitlating het leest als een zakelijke tweet die je als werknemer (of hier directeur) hebt gedaan, dan is het een zakelijke tweet. De disclaimer kan er hooguit in twijfelgevallen de doorslag bij geven.

Voor mijn gevoel had wel nog mee moeten wegen of iemand directeur is dan wel ‘gewoon’ werknemer. Een directeur wordt eerder met het bedrijf vereenzelvigd dan een werknemer immers. Maar de rechter maakt dat onderscheid niet.

Arnoud