Is een internetdienst verplicht haar voorwaarden na te komen?

De discussie van vorige week over Trumps militaire tweet gaf aanleiding voor een interessante vraag: zijn sociale netwerken zoals Twitter verplicht hun eigen voorwaarden na te komen? Het lijkt er immers op dat Twitter wat eenzijdig met de TOS omgaat, als ze sommige mensen wel en andere mensen niet verbannen wanneer beiden dezelfde overtreding begaan.

Terms of Service, EULA’s of hoe ze je maar wilt noemen, volgens de wet zijn het allemaal algemene voorwaarden. Voorwaarden dus om in meerdere overeenkomsten gebruikt te worden, namelijk in iedere relatie met een gebruiker. Iedere gebruiker heeft namelijk een eigen contract (overeenkomst) met de internetdienstverlener, en die voorwaarden maken daar deel van uit.

Contracten zijn bindend tussen partijen, maar daarbuiten niet. Derden kunnen geen rechten (of plichten) ontlenen aan een contract, tenzij dat er expliciet in staat en dan nog onder zekere voorwaarden. Als ik nog geld krijg van een wederpartij, en ik besluit dat te laten voor wat het is, dan is er niemand die dat geld namens mij op mag gaan eisen.

Dit geldt natuurlijk ook voor internetdiensten. Als Twitter besluit een regel niet te handhaven tegenover een gebruiker, dan is dat een beslissing in die contractuele relatie en die heeft verder geen gevolgen voor andere contracten, laat staan voor derden. Dus zo bekeken is het argument kansloos dat Twitter haar TOS moet handhaven tegen welke gebruiker dan ook. (Nog even los van dat er “we may suspend” staat als sanctie op overtredingen.)

Je kunt echter een stapje breder kijken, en zeggen dat het contract dat jij als Twitteraar met het bedrijf hebt, impliciet mede omvat de belofte dat zij een gelijk speelveld zullen hanteren. Die belofte is dan een contractuele plicht naar jou, en die zou je dan kunnen handhaven. Een beetje zoals Facebooks antipestbeleid bindende regels werden naar een derde die NAW-gegevens wilde opeisen. Gezien de omvang van het bedrijf en hun belang voor de maatschappij lijkt me goed verdedigbaar dat van dit bedrijf verwacht mag worden dat ze objectief, eerlijk en gelijk handelen naar alle gebruikers toe.

Arnoud

Kabinet heeft geen interesse in Nederlandse boetewet sociale media

Het kabinet ziet niks in een nieuwe wet die sociale media beboet bij verspreiding van haatzaaiende berichten, meldde Nu.nl onlangs. Een recent aangenomen Duitse wet zet boetes tot 50 miljoen euro op het doen verspreiden van haatzaaiende, smadelijke of anderszins onrechtmatige inhoud, voor beheerders van social media platforms. Volgens de Nederlandse ministers zou dat weinig toevoegen, en bovendien botsen met de vrijheid van meningsuiting.

Duitsland loopt voorop in het bestrijden van online haatzaaien, discriminatie en dergelijke. Zij zien sociale media als een belangrijke bron van dergelijke informatie, en willen dan ook dat de beheerders daarvan hun verantwoordelijkheid nemen en proactief ingrijpen op dergelijke berichten. In het verleden is veel gesproken over samenwerking, convenanten en dergelijke maar dat mocht niet baten. Vandaar de recente Netzwerkdurchsetzungsgesetz, die verwijdering binnen 24 uur na notificatie vereist op straffe van megaboetes.

Wel moet het evident strafbaar zijn, dus bij twijfel geen boete. En de wet is beperkt tot platforms met meer dan 2 miljoen gebruikers, en geldt niet voor platforms met een wetenschappelijke of journalistieke functie.

Nederland ziet weinig in de wet, en noemt het vooral symbolisch. Uiteindelijk moet iedere klacht toch getoetst bij de rechter, wanneer zo’n boete zou worden opgelegd. Gezien het grote aantal berichten en klachten dat te verwachten is (want het gaat om klachten van bezoekers, niet officiële sommaties van Justitie) is dat niet erg realistisch.

Belangrijker is ook dat er natuurlijk een chilling effect uit kan gaan van zo’n boete. Als platform zou je dan kunnen besluiten gewoon veel minder toe te laten, om te voorkomen dat je ooit in zo’n boetetraject terecht komt. En dat is dan voor Nederland de reden om dit niet te doen.

Ons huidige systeem lijkt goed te werken. Organisaties als het Meldpunt internetdiscriminatie (MiND) beoordelen berichten naar aanleiding van klachten, en verzoeken dan bij de beheerders om weghalen als zij denken dat het illegaal is. Werkt die niet mee, dan kan de organisatie aangifte doen (dat mag immers iedereen, bij vermoede strafbare feiten). In de afgelopen twee jaar is dat drie maal gebeurd. In één geval heeft het OM deze zaak voor de rechter gebracht. Deze zaak loopt nog.

Het lijkt er op dat de meeste bedrijven een aardig effectieve klachtenprocedure hebben, dus ook vanuit dat perspectief zou het weinig toevoegen om boetes te zetten op het niet hebben van een klachtenregeling of uitvoering daarvan.

Arnoud

Mag WhatsApp data gaan delen met Facebook?

whatsappChat-app WhatsApp gaat standaard accountinformatie van gebruikers delen met Facebook, zodat het sociale netwerk relevantere advertenties gaat aanbieden. Dat meldde Tweakers vorige week. Wie dat niet wil, kan het uitzetten (klik gerust, ik wacht wel even) maar moet wel bedenken dat Facebook dan minder optimaal “spam [kan] bestrijden en advertenties relevanter [] maken”. Maar ik mis iets, mag dit zomaar?

“We have not, we do not, and we will not ever sell your personal information to anyone. Period. End of story”. Dat was ooit de stoere uitspraak van de chatdienst over privacy. Dat werd bevestigd na de aankoop door Facebook – WhatsApp zou een autonoom bedrijf blijven. Maar al is de marketingmeelbal nog zo snel, het wijzigingsbeding achterhaalt hem wel. Want uiteraard had ook WhatsApp ergens in de voorwaarden een “Wij mogen deze voorwaarden herzien en als je dat niet bevalt dan hoepel je maar op”-clausule.

En ja, zulke clausules zijn legaal. De wet ziet WhatsApp als niet anders dan een schoonmaakbedrijf dat elke week je huis komt reinigen. Dienstverlening moet van tijd tot tijd kunnen wijzigen, en het is dan logisch dat de opdrachtgever mag opzeggen. Logisch bij schoonmaken en dergelijke, iets minder logisch bij online diensten en apps. Want dan krijg je dus dit soort dingen.

Privacytechnisch zie ik ook weinig dat je kunt doen. Want ja, de gegevens die ze gaan delen zijn persoonsgegevens onder de Wbp en straks de Privacyverordening (check die cursus) en nee dat mag niet zonder uitdrukkelijke toestemming worden gekoppeld (ook in de VS niet) maar daar komt vast een draai dat stilzitten uitdrukkelijk instemmen is, want dat is het bij de cookiewet ook. Sorry, ik ben alweer rustig.

Ik werd nog getroffen door de reactie van ‘Rainbow’ bij Tweakers:

Wat ik persoonlijk het meest bezwaarlijk vind is dat je er niet onderuit kan, ook als je zelf geen WhatsApp gebruikt (en dus niet hebt ingestemd met de gebruikersvoorwaarden van die dienst). Voorheen was dit nog niet echt een probleem, omdat de privacyvoorwaarden van WhatsApp wel prima waren, ze verzamelden de gegevens, maar deden er in principe niets mee. Nu dus wel.

En dat is hier nog wel een hele interessante. Want inderdaad, bij WhatsApp worden ook telefoonnummers van niet-gebruikers opgeslagen. Hoewel in Nederland alleen als hash zodat niet-gebruikers van WhatsApp beter beschermd zijn, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens eind 2015 nog meldde. Maar “hashen == privacy” is ook een beetje overrated: matchen blijft gewoon mogelijk, alleen moet Facebook nog even de hash van de bij haar bekende 06-nummers berekenen. Alleen gebruikers wier 06 niet bij Facebook bekend is (oeps, handig joh die tweefactorauthenticatie), zouden nu buiten schot moeten blijven. Ik ben benieuwd.

Arnoud

Bij een vechtscheiding mag je geen foto’s van je kinderen twitteren, ook niet als BN-er

Wie in een echtscheiding bij de rechter zit, mag zich niet ondertussen op sociale media (of in roddelbladen of kranten) uitlaten over wat daar zoal gebeurt. Dat blijkt uit een arrest (via) van het Hof Amsterdam over de langlopende vechtscheiding van een Bekende Nederlander.

Ik aarzel of ik moet zeggen dat het om Emile Ratelband gaat, maar goed: de man was verwikkeld in een echtscheiding en diverse roddelbladen gaven daar aandacht aan. Hij werkte daaraan mee, onder meer door interviews te geven en op Twitter foto’s van hemzelf en de kinderen te plaatsen en teksten over zijn vrouw te plaatsen.

De rechter had in eerste instantie een verbod uitgesproken over het doen van mededelingen over zaken die te maken hadden met de echtscheiding, waaronder ook de kinderen worden gerekend. Dat kan, omdat de wet een expliciete geheimhoudingsplicht kent bij dergelijke procedures die met gesloten deuren worden gevoerd(art. 29 Rechtsvordering):

Het is aan partijen verboden aan derden mededelingen te doen omtrent: het verhandelde op een terechtzitting met gesloten deuren of een terechtzitting waarbij slechts bepaalde personen zijn toegelaten; (…).

Daartegen was hoger beroep aangespannen. Praten over je kinderen en wat je vrouw doet met de alimentatie is toch niet hetzelfde als lekken over de processtukken? Het Hof vindt echter van wel:

De uitingen zoals hiervoor weergegeven hebben grotendeels betrekking op juist de kern van het debat in de echtscheidingsprocedure, namelijk de omgangsregeling met de kinderen en de alimentatie. [appellant] handelt aldus wel degelijk in strijd met het verbod van artikel 29 Rv. Daaraan doet op zichzelf genomen niet af indien de uitingen ook in een ander verband dan ter terechtzitting zijn gedaan.

Het doet er daarbij niet toe dat hij geen smadelijke of onjuiste opmerkingen heeft gemaakt. De wet zegt dat je gewoon niets mag zeggen over de onderwerpen van zo’n zitting, ook niet als je het netjes houdt. Dat is nogal bot, maar gezien de gevoelige situatie bij zo’n rechtszaak wel te begrijpen. Tegelijk kan ik me ook ergens wel voorstellen dat je je behoorlijk gefrustreerd voelt als zoiets je gebeurt, en dat dan “je moet je mond houden” wel érg vervelend en gevoelloos overkomt.

Er waren ook foto’s van de kinderen op sociale media gezet. Dat heeft niet echt veel meer met de rechtszaak te maken, maar er was wel een geschil over: de moeder wilde het niet, de vader wilde het wel. Op zich beslissen de ouders over wat er gebeurt met de privacy (en persoonsgegevens) van hun kinderen. Maar omdat men daar hier niet uitkwam, beslist de rechter dan (art. 1:253a BW):

Het hof is van oordeel dat het plaatsen van beeldmateriaal van de kinderen in de (sociale) media in dit geval dermate ingrijpend is voor het leven van de kinderen dat, bij onenigheid daarover tussen de ouders die gezamenlijk met het gezag over de kinderen zijn belast, een gezagsvoorziening als bedoeld in artikel 1:253a BW getroffen dient te worden.

Er was al een “dringend advies” van de Raad voor de Kinderbescherming uitgebracht waaruit bleek

dat het uitermate schadelijk en stigmatiserend is voor de kinderen wanneer zij geconfronteerd worden met informatie uit de media aangaande de problematiek van partijen.

en dat lijkt me niet meer dan logisch. Het Gerechtshof volgt dat advies dan ook terecht. Het vonnis blijft in stand en hij mag niet meer twitteren over de echtscheiding, of interviews daarover geven, of foto’s van de kinderen delen op sociale media.

Maar de vrijheid van meningsuiting dan? Dat was in feite de kern van de klacht in hoger beroep. Die is niet onbeperkt: als er een wettelijke grondslag is voor een inperking daarvan, en die wet dient een legitiem doel én er is in feite geen andere keuze dan die inperking voor dat doel, dan mag het. Die wettelijke grondslag is er (art. 29 Rechtsvordering en 1:253a BW), en het legitieme doel is het beschermen van de wederpartij (en de kinderen) bij de scheiding is er ook. En dat dit verbod noodzakelijk is, vind ik eigenlijk vanzelfsprekend, hoe pijnlijk het ook is als je je mond moet houden over zo’n vervelende situatie.

Arnoud

Wat is beter: een telefoonnummer of een socialemediaaccount?

aansluitpunt-muur-telefoon-adsl.pngEen lezer vroeg me:

Als ik het goed begrijp, moet ik op onze webshop een telefoonnummmer vermelden. Ik heb daar moeite mee, want bellen is erg storend voor mijn werk. Wel houd ik de hele dag Twitter en Facebook in de gaten, en zal ik binnen een uur of zo reageren. Waarom vindt de wet dat niet genoeg?

De wet eist inderdaad expliciet dat aanbieders van internetdienstverlening (zoals webshopeigenaren) een telefoonnummer vermelden op hun site. Art. 3:15d BW formuleert het zo:

gegevens die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken, met inbegrip van zijn elektronische postadres;

Dat hieronder ook een telefoonnummer valt, werd in 2008 bevestigd door het Hof van Justitie. En vanwege dat “met inbegrip” concludeerde dat Hof dat je náást e-mail een telefoonnummer moest publiceren. En uiteraard opnemen als men daarheen belt, hoewel binnen het redelijke: niemand verwacht dat een winkel om 3 uur ’s nachts telefonisch bereikbaar is.

Het argument hierbij is dat e-mail minder direct is dan de telefoon. Wie een probleem heeft met zijn bestelling, wil soms direct contact om live uit te kunnen leggen wat het probleem is. Dat kan per telefoon, maar een mail die een dag later wordt beantwoord is niet genoeg. Een chat of contactformulier mocht wel – mits men maar binnen 30 tot 60 minuten reageert op vragen daarin.

Vandaag de dag zou je die norm best door kunnen trekken naar sociale media. Als je daar bovenop zit, en dus binnen 30 tot 60 minuten reageert op vragen en klachten, dan heb je niet óók nog een telefoonnummer nodig.

Tegelijk voel ik er wel een beetje huiver bij: ik vind het persoonlijk best irritant om berichtjes in een chat te typen. Je moet maar net afwachten wanneer je een reactie krijgt en of ze je bericht hebben opgevat zoals je het bedoelde. Aan de telefoon hoor je zoiets, en je kunt direct inbreken en corrigeren. Plus, 30 minuten lag in de conversatie is buitengewoon irritant, zeker als je met een acuut probleem zit.

Wat vinden jullie? Is de telefoon superieur aan Twitter/Facebook/chats voor klantenservice?

Arnoud

Hoe behoud ik als werknemer mijn sociale media?

social-mediaSociale media en het werk, een lastige combinatie. Met name als je actief gaat zijn met dingen die raken aan het werk zelf. Is dat Twitteraccount van jou als je elke dag vertelt over je verkoopactiviteiten? Van wie is die Linkedingroep waarin je klanten en leveranciers met elkaar in contact brengt? Een lezer stelde me nu concreet de vraag: hoe régel ik dat in mijn arbeidscontract.

Er is helaas maar weinig wettelijk geregeld over ‘eigendom’ van sociale media accounts. Zo ongeveer de enige regel die enigszins relevant is, is het auteursrecht. Wie als werknemer en in het kader van het werk iets maakt, heeft daarop niet het auteursrecht. Dat ligt volgens de wet bij de werkgever. De productfolder of FAQ die je schreef, is dus niet van jou, maar de roman waar je in het weekend aan werkt wel.

Een account op een socialemediadienst is echter niet iets dat onder auteursrecht valt. Zo’n account is een dienst van een derde, maar op een dienst valt geen auteursrecht te claimen. Hier zijn dus niet echt regels voor, behalve de heel algemene regel dat je een “goed werknemer” moet zijn, oftewel niet nodeloos de belangen van je werkgever mag doorkruisen.

Neem een Linkedingroep waarin je met klanten praat of een Twitteraccount dat aan werk gerelateerd is. Je kunt je afvragen of je wel als goed werknemer bezig bent wanneer je dat als “privé-eigendom” zou claimen. Of als je redelijke instructies van je werkgever over wat je daarmee moet doen, niet opvolgt.

Hier is geen duidelijk juridisch antwoord op, ben ik bang. Het beste is dus om dit vooraf te regelen, oftewel bij indiensttreding in je arbeidscontract op te nemen. Een socialemediabeding dus.

Wat moet je hierin regelen?

  • Auteursrechten. Welke teksten, foto’s e.d. zijn van jezelf en welke van de werkgever? Kun je daar een duidelijk criterium voor maken, bv. “als ik ze op mijn blog zet en het gaat niet over werk, dan is het van mij”?
  • Relatie tot werk. Bepaal wanneer je wel en niet actief mag zijn op die sociale media, en wat je er eventueel bij moet melden. Mag je functie of bedrijfsnaam erbij of juist niet? Functie en “Op persoonlijke titel“? En mag je onder werktijd actief zijn daar?
  • Klanten als volgers. Wat doe je als een klant zich linkt, volgt, abonneert, bevriendt of hoe het maar heet via sociale media? Hoe herken je klanten en wanneer zou je klanten moeten weigeren of verwijderen?

Een voorbeeldtekst voor een ‘losse’ relatie, de werknemer wil zelf dingen doen die eigenlijk los staan van het werk:

Artikel X. Gebruik van sociale media
Werkgever staat toe dat werknemer op sociale media actief is voor zover dit de belangen van werkgever en een goede uitvoering van het werk niet schaadt. Hierbij spreken partijen het volgende af:
1) De auteursrechten op bijdragen aan sociale media komen toe aan werknemer persoonlijk, tenzij de inhoud op specifieke opdracht van werkgever gemaakt is.
2) Werknemer zal de accounts als persoonlijk gebruiken en de naam van werkgever alleen noemen daar waar het gebruikelijk is een werkgever te noemen. Werknemer zal nimmer pretenderen namens werkgever te spreken. Werknemer zal een privémailadres koppelen aan de socialemedia-accounts.
3) Werknemer zal de grenzen van het relatiebeding (artikel XYZ) ook respecteren bij contacten via sociale media. Partijen zullen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gezamenlijk overleg socialemediaverbindingen met ‘verboden’ relaties verbreken of beëindigen waar dat haalbaar is gezien de aard van het medium.

Een werknemer die zakelijk en privé wil mengen, heeft het moeilijker. Je moet dan twee belangen balanceren. Je komt dan al snel uit op een account dat je inricht als werknemer, dus met een werkmailadres. Een voorbeeld:

Artikel X. Gebruik van sociale media
Werkgever en werknemer komen overeen dat werknemer op sociale media actief mag zijn ten behoeve van de belangen van werkgever. Hierbij spreken partijen het volgende af:
1) Werknemer zal zichzelf identificeren als $functie van werkgever en vermelden dat zijn uitingen niet die van het bedrijf hoeven te zijn, bij voorkeur met “Op persoonlijke titel”.
2) Werknemer zal zonder overleg geen toezeggingen namens het bedrijf doen, en vragen die buiten zijn expertise liggen doorverwijzen naar een collega.
3) Werknemer zal het mailadres dat werkgever beschikbaar stelt, gebruiken voor het beheer van socialemediaaccounts.
4) Werknemer zal bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zorgdragen dat een collega het beheer van deze accounts kan overnemen. Werkgever staat ervoor in dat het account zo snel mogelijk wordt beëindigd of van naam veranderd zodat de naam van werknemer niet langer gekoppeld is aan de accounts.

Wil je een dergelijk beding gebruiken, leg deze eis zo snel mogelijk op tafel. Pas op de dag van ondertekening dit nog even melden, is te laat en zal niet worden gewaardeerd.De toekomstige werkgever zal erover moeten nadenken, en wil misschien uitzonderingen aanbrengen. Dat mag; dit is een kwestie van onderhandelen over een arbeidsvoorwaarde. Het kan natuurlijk ook achteraf, alleen zul je dan je werkgever moeten overtuigen dat dit ook voor hem goed is om te tekenen.

Zouden jullie een dergelijk beding in je arbeidscontract willen? En je werkgever?

Arnoud

Ik moet mijn vrienden opschonen van mijn baas!

facebook-upload.pngEen lezer vroeg me:

Mijn vriendin werkt bij een kinderdagverblijf waar de directeur iedereen heeft gesommeerd alle ouders van hun Facebooknetwerk te verwijderen. Verder moet je profiel zo veel mogelijk afgeschermd en mag je niet vermelden dat je werkt bij dit KDV. Dit naar aanleiding van een klacht van een ouder dat een collega een foto van haar werk (met kinderen erop) had geplaatst. Kan de werkgever dit zo eisen?

Een werkgever mag eenzijdig instructies geven over hoe het werk wordt uitgevoerd, en hoe de “goede orde op de werkvloer” moet worden behouden. Op die grond kan een werkgever dus reglementen uitvaardigen over internetgebruik, privékilometers met de bedrijfsauto of zelfs het dragen van een stropdas.

Daar zitten wel grenzen aan. De privésfeer van de werknemer is er zo eentje; wat de werknemer thuis of in privéverband doet heeft in principe niets met het werk te maken. En als het niet over het werk gaat, dan valt dat buiten de instructiebevoegdheid.

Echter, je kunt je afvragen of Facebookgedrag van werknemers wel echt altijd “in privéverband” is wanneer het gedrag aan klanten of collega’s raakt. Foto’s of informatie van de werkvloer publiceren is niet echt een privézaak, helemaal niet als daar klantgegevens (of gezichten van kinderen van klanten) op zichtbaar zijn. Daar kan de werkgever dus wel degelijk wat van zeggen, en het lijkt me dat de directie van een KDV best kan zeggen dat werknemers geen foto’s van kinderen mogen publiceren.

De instructie om je Facebook te ontklanten gaat nog een paar stapjes verder. Die instructie is niet relevant voor de klacht of het probleem, maar probeert toekomstige aanverwante problemen op te lossen (bv. geroddel over ouders, ruzieën met ouders, delen van privéinformatie van ouder A met ouder B of een publieke statusupdate, etc).

Op voorhand en zó rigoreus een instructie geven gaat me nogal ver. Zeker omdat dit dieper in de privésfeer raakt dan enkel “geen foto’s van kinderen publiceren aub”. Mensen kunnen gewoon bevriend zijn met ouders, om eens wat te noemen.

Iets proportioneler lijkt mij een set instructies over wat je wel en niet over je werk mag publiceren en hoe om te gaan met ouders op sociale netwerken. Bijvoorbeeld: doe geen werkdingen op en bespreek geen werk via Facebook. Wie dan echt bevriend is kan nog steeds praten over andere dingen.

Wat vinden jullie?

Arnoud

Mogen bedrijven gebruik van sociale media ‘beteugelen’?

‘Werknemers kunnen hun werkgever ernstige schade berokkenen door het gebruik van sociale media. LinkedIn, Facebook of Twitter leggen bedrijfsgevoelige informatie bloot, zoals cv’s, zakelijk netwerk of klantenbestand’, zo opende een column in het Financieele Dagblad vorige week (via GeenStijl). De strekking: verbied al die sociale shizzle of ga er in ieder geval keihard bovenop zitten met je arbeidsreglement, want anders kan je bedrijf er wel eens aan onderdoor gaan.

Bij Recruitment Matters wordt alvast hard gelachen om deze naïeve advocaat, maar laten we hier eens inhoudelijk kijken. Welke grenzen gelden er bij sociale media en het werk?

Er is nog geen rechtszaak over gevoerd, maar het actief benaderen van oude klanten kan op deze manier zomaar onrechtmatig zijn. Vallen socialemediavrienden ook onder de beperkingen van een relatiebeding, waarin staat dat je geen zakenrelaties mag benaderen na einde dienstverband?

In theorie kan dat ja. Het is toegestaan om werknemers te verbieden om na afloop van het dienstverband actief onder je eigen klanten (relaties) te gaan werven voor zijn nieuwe werk. Of hij dat nu via Linkedin, e-mail, brieven, telefoongeheugen of de KVK-netwerkborrel doet, maakt niet uit. Wel moet het relatiebeding schriftelijk afgesproken zijn (art. 7:653 BW).

Het is dus niet toegestaan om ineens iedereen via een IT-reglement te melden dat je niet met klanten mag krabbelen of relaties aan je Linkedin mag koppelen. Maar als het schriftelijk in je arbeidscontract staat, dan zit je daar aan vast.

Een doeltreffend socialemediabeleid moet ook het bedrijfskapitaal beschermen. Enkele suggesties. Blokkeer sites als Twitter, LinkedIn of Facebook. Dat zal de arbeidsproductiviteit zeker ten goede komen.

Op zich is het natuurlijk toegestaan om sites te blokkeren – sterker nog, het is niet verplicht voor werkgevers om mensen toegang te geven tot internet of e-mail. Maar of het doeltreffend is? Dat lijkt me niet; mensen zijn zó gewend aan die middelen dat je alleen maar frustratie veroorzaakt en dat is bepaald niet goed voor de arbeidsproductiviteit.

Een alternatief voor blokkeren is monitoren, zodat je ‘goed’ gebruik kunt toestaan maar kunt ingrijpen als er ‘slechte’ dingen gebeuren. Alleen, je mag als werkgever internetgebruik niet zomaar monitoren, zeker niet wanneer dat persoonsgericht gebeurt. Volgens de privacywet is daarvoor een gerede verdenking richting die persoon nodig.

Voor Twitter en Hyves geldt dit privacypunt minder. Wat je voor iedereen zichtbaar op dergelijke media plaatst, is ook voor je werkgever leesbaar. En staat daar iets dat hem duidelijk schaadt, dan heb je toch echt een probleem.

Als een werknemer toch zijn profiel op zo’n site wil achterlaten, laat hem dan slechts in algemene zin naar buiten treden over zijn of haar werkzaamheden: zijn of haar exacte functie en werkzaamheden zijn vertrouwelijk. Ook mag de werknemer op het profiel niet aangeven welke opleidingen hij op kosten van de werkgever gevolgd heeft. Dat maakt hem alleen maar aantrekkelijk voor headhunters, en schept verplichtingen naar andere personeelsleden.

Natuurlijk mag je geen bedrijfsgeheimen publiceren op een profielensite, maar functie-informatie als bedrijfsgeheim? Oeps, dan zou ik maar gauw “company confidential” op je visitekaartjes laten zetten.

Het stukje over opleidingen heeft ergens een kern van waarheid, maar het lijkt me dat het aan de werknemer is of hij een gesponsorde opleiding wil noemen naar zijn collega’s. En als je sommige werknemers wel en andere niet zo’n opleiding wilt toestaan, dan zul je toch echt beleid moeten maken met de criteria. Die ‘verplichtingen’ kun je daarmee pareren.

En over headhunters: ik mag hopen dat mijn werknemers aantrekkelijk zijn voor headhunters. Je hebt echt een probleem als geen enkele headhunter je personeel zou willen hebben, toch?

Verbied de werknemer om actief klanten te benaderen via sociale media. Als het dienstverband beëindigd wordt, moet de werkgever kunnen controleren met welke klanten de werknemer via sociale media een relatie is aangegaan. De werknemer mag tot twee jaar na het dienstverband geen zakelijke contacten onderhouden met deze klanten.

Hier komen we dus terug op het punt rond relatiebedingen dat ik hierboven ook al noemde. Op zich mag dit inderdaad.

Wel roept dit soort bedingen snel lastige vragen op: is een Linkedincontact een ‘actieve’ relatie? En als ik mijn status update en die relatie leest dat in zijn wekelijkse Linkedinspamupdatemail, ben ik dan actief met hem aan het praten?

Die periode van twee jaar is wel meteen het maximum dat je kunt eisen volgens de jurisprudentie.

Tot slot kan worden afgesproken dat uitlatingen die niet in het belang zijn van de werkgever zo veel mogelijk moeten worden afgeschermd. Sociale media bieden genoeg mogelijkheden om informatie alleen te openbaren aan een selecte groep. De meer vergaande beperkingen of voorwaarden aan het gebruik van sociale media kunnen het best direct met de werknemer worden overeengekomen.

Dit gaat me echt te ver. “Niet in het belang” van de werkgever is nog geen reden om zomaar alles te kunnen verbieden. Je bent als werknemer verplicht je als “goed werknemer” (art. 7:611 BW) te gedragen. Ook al staat iets dus niet expliciet in de wet, als een goed werknemer dat niet zo doen dan behoor jij dat ook niet te doen. Op zich zijn er dus dingen die je moet laten om dat je daarmee de belangen van je werkgever schendt.

Daar staat tegenover dat óók de werkgever zo’n plicht heeft: inderdaad, die moet goed werkgever zijn (zelfde artikel). Zó hard bovenop alle sociale media zitten, lijkt me niet in het belang van de werknemer – en daarmee indirect ook niet in het belang van de werkgever zelf.

Meelezende werkgevers vinden bij Frankwatching een veel betere analyse van de problemen en mogelijke oplossingen.

Arnoud