Snuffelen in mailboxen: het mag

Het is één van de meest gestelde vragen die ik krijg: mag mijn baas snuffelen in mijn mailbox? Hoofdregel is dat dat niet zomaar mag, tenzij er een zeer zwaarwegende reden is om het wel te doen. En zo’n reden leek er te zijn in de zaak uit dit arrest van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in (o.a.) ambtenarenzaken. In deze zaak was een ambtenaar ontslagen, en de inhoud van haar mailbox stond daarbij centraal.

Het bestuur van de KVK Midden Nederland had een anonieme brief ontvangen in een interne envelop, waar de nodige zwartmakerij en ander moddergooien in stond. Daar werd een recherchebureau op gezet (waarom is dat altijd Hoffman). Dat had het originele idee om de mailboxen van medewerkers te doorzoeken om na te gaan van welke computer die brief afkomstig was. Inderdaad, mailboxen doorzoeken om de oorsprong van een papieren brief na te gaan.

Niet zo gek als het lijkt, want de brief bevatte een aantal zeer specifieke termen, en die werden ook teruggevonden in een aantal e-mails van de betrokken ambtenaar. De anonieme brief zelf werd niet aangetroffen, maar uit de mails en de rest van het onderzoek bleek dat zij “uiterst denigrerende uitlatingen had gedaan over collega’s, leidinggevenden en de organisatie, alsmede … frequent het internet voor privédoeleinden raadpleegde.” Op grond van deze bevindingen werd zij uiteindelijk ontslagen.

Bij het beroep tegen haar ontslag voerde de ambtenaar aan dat de KVK niet zomaar haar mailboxen mocht doorzoeken. De Raad verwerpt dit beroep:

Het bestuur had voldoende grond om één van zijn mede-werkers te verdenken van het schrijven van de anonieme brief en heeft in redelijkheid kunnen besluiten hiernaar een onderzoek in te stellen. De wijze waarop dit onderzoek heeft plaatsgevonden acht de Raad niet disproportioneel, nu dit werd uitgevoerd door een extern bureau en zich in eerste instantie uitstrekte tot het anoniem doorzoeken van alle e-mailboxen op de aanwezigheid van (twee) zoektermen, ontleend aan de inhoud van de anonieme brief.

Het bestuur had daarmee een gerechtvaardigd belang had om de e-mailbox van de betrokkene in te zien. En op grond van dat belang mocht zij optreden tegen de in die mails gedane uitlatingen. Dat de mails niet direct met de anonieme brief te maken hadden, was daarbij niet relevant:

Dat daarbij ook berichten zijn aangetroffen, die niet onmiddellijk zijn te herleiden tot de aan Hoffmann gegeven onderzoeksopdracht, betekent niet dat het bestuur die berichten niet ook bij zijn oordeelsvorming mocht betrekken.

Echter, het Hof vindt de sanctie van ontslag uiteindelijk te zwaar. De mails waren niet aan de hele afdeling gericht, maar alleen aan een beperkt aantal (oud-)collega’s. Ook op andere wijze had zij niet de sfeer op de afdeling negatief beïnvloed. En daarnaast zat zij al in een ‘verbetertraject’ vanwege haar eerder functioneren. Om daar nu ineens vanaf te wijken en tot ontslag over te gaan, was voor het Hof niet gepast.

Ik vind het wel een beetje merkwaardig hoe men van een brief naar mailboxen naar ontslag vanwege roddelmails naar ex-collega’s gaat, maar eerlijk gezegd zie ik niet waarom dit niet zou moeten kunnen.

Arnoud

Bedrijfssoftware voor eigen doeleinden gebruiken: reden voor ontslag

Hela, een zinvolle disclaimer. Stel je werkt bij een bedrijf en je krijgt elke ochtend deze tekst in een popup voor je neus:

This computer system is owned by Kennametal Inc. The entire System, including all related equipment, networks and network devices, is provided for authorized Kennametal business use and all use should be consistent with that purpose. Use of the System constitutes consent to monitoring of any activity of communication by Kennametal Inc. During monitoring, information on the System may be examined, recorded, copied and used for other authorized purposes. Unauthorized or improper use of the System may subject user tot disciplinary action, up to and including termination.

Zou je daarvan onder de indruk raken? Ik zou zelf vooral geïrriteerd zijn na de eerste drie dagen en een programmaatje installeren dat de popup meteen wegklikt, maar voor de werkgever in dit vonnis was het een goed argument in een ontslagzaak. De werknemer bleek namelijk diverse malen de software van Kennametal gebruikt te hebben om voor eigen rekening en tegen betaling gereedschappen te ontwerpen voor derden. Iets dat ook precies is wat Kennametal doet.

Zoals de rechter het formuleert:

Deze handelwijze van [werknemer] kan niet gerechtvaardigd worden door de afwijzing van zijn (herhaalde) verzoek om salarisverhoging, daar een goed werknemer niet op deze wijze reageert op een dergelijke, voor hem teleurstellende afwijzing.

Het gevraagde ontslag wordt verleend, maar vanwege het 40-jarige dienstverband krijgt de man wel een vergoeding van 31.419,36 euro mee naar huis.

Via Boek9.nl.

Arnoud

Eigendom van een weblog, volgens de CAO

labor-werk-werknemer-arbeid-arbeidsovereenkomst.pngVan wie is deze blog eigenlijk, vroeg biblioblogger Gerard Bierens zich afgelopen week af. Hij was bij een seminar geweest waar was verkondigd dat “alle materiaal wat door de medewerkers geproduceerd wordt, of dat nu gebeurt onder werktijd of op de camping” eigendom zou worden van de HBO-instelling waar men werkzaam was. Dit zou zo in de HBO-CAO (Sinterklaastip: dat rijmt) vermeld staan. Dus kan een in vrije tijd onderhouden weblog dan toch ineens van de onderwijsinstelling zijn?

De tekst van de CAO (zipfile) vermeldt hierover

Artikel E-7 Auteursrechten en industriële eigendom<br/> De rechten op het auteurs-, octrooi- of kwekersrecht alsmede de baten voortvloeiend uit
  • het vervaardigen van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst in de zin van de Auteurswet,
  • het uitvinden van een nieuw voortbrengsel of een nieuwe werkwijze in de zin van de Rijksoctrooiwet of
  • het kweken of winnen van een ras waarop een kwekersrecht kan worden gevestigd als bedoeld in de Zaaizaad- en Plantgoedwet
komen toe aan de werkgever indien het vervaardigen, uitvinden, kweken of winnen door de werknemer in de uitoefening van zijn functie is of wordt verricht ten behoeve van de werkgever.

Dit lijkt sterk op de regels die al in artikel 7 van de Auteurswet zelf staan, namelijk dat

Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tusschen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd.

De vraag wanneer nu sprake is van “het vervaardigen van bepaalde werken”, is een lastige. Er zijn twee makkelijke situaties: (1) het behoort tot je taakomschrijving dat je die werken zult maken, en (2) je krijgt een specifieke opdracht om die werken te maken. Maar hier is de situatie niet zo makkelijk: er is geen opdracht gegeven om te bloggen, er staat niets in het arbeidscontract over bloggen maar de blog heeft wel enige binding met het werk. En misschien wordt er wel eens geblogd onder werktijd. Dat geeft een groot grijs gebied.

Het is dan verstandig om aanvullende afspraken te maken. Dat kan individueel (als bijlage bij je arbeidsovereenkomst) maar ook collectief. Het is dus op zich rechtsgeldig om in een CAO te bepalen waar de auteursrechten komen te liggen. Echter, het criterium “ten behoeve van de werkgever” is wel erg breed, breder dan wat de Auteurswet zelf bepaalt in ieder geval. Alles dat positief afstraalt op de werkgever kan wel ten diens behoeve zijn.

In februari hadden we een vergelijkbare discussie over de TU/e, waarin mij verweten werd “alleen maar vanuit de student” te redeneren bij de vraag of de TU/e auteursrechten van studenten kan opeisen bij het inschrijvingsformulier. Immers -en ik citeer Alfons Laudy van Octrooicentrum Nederland: “Voor de universiteiten is van belang dat het onderwijs hanteerbaar blijft. En dat komt bij projectonderwijs onder druk te staan als de rechten van (deel)uitvindingen bij studenten liggen.”

Door alle rechten bij de instelling te leggen, blijft het inderdaad allemaal zeer hanteerbaar voor die instelling. Maar een zo algemene regel doet geen recht aan de situatie van vandaag waarin werknemers en studenten steeds meer werken zelf publiceren naast hun dienstverband. Het is eenvoudigweg niet meer redelijk om als instelling of werkgever alles toe te eigenen (met hooguit “er kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt” want de bureaucratie is daar niet op ingesteld en de onderhandelingspositie van de werknemer te zwak). Een regeling zoals deze HBO-CAO verdient een expliciete uitzondering voor bloggen en andere duidelijk eigen activiteiten.

Arnoud

Prive-internetgebruik geen reden voor ontslag

Niet-werkgerelateerd internetgebruik tijdens werktijd is op zichzelf geen reden voor ontslag, zeker als er een goede reden is voor dat internetgebruik en het werk er niet onder lijdt. Dat is kort gezegd het vonnis van de kantonrechter in Maastricht over een arbeidsconflict waarbij de werkgever van een werknemer afwilde omdat deze naar zijn smaak te veel internette.

De werkgever had op zich aan alle eisen voldaan: de regels over internet waren duidelijk geformuleerd en aan medewerkers gecommuniceerd. (En die regels lieten ruimte voor privé-gebruik van internet in perioden van inactiviteit.) Er waren vermoedens dat er “veelvuldig” privé werd geinternet, waarna een onderzoekje werd gestart om te achterhalen hoe veel dat nu eigenlijk was. Op basis daarvan kreeg de werknemer een gesprek, waarin hij te horen kreeg dat men per direct van hem afwilde.

De bewijslast bleek nogal mager: er was alleen een lijst met bezochte sites, maar geen informatie over wanneer en hoe vaak die sites zijn bezocht, en of het dan ging om werkelijk bezoek of bv. automatische refreshes (denk aan de Nu.nl homepage die dat elk kwartier doet). Verder was het nogal raar dat er geen waarschuwing werd gegeven maar direct op ontslag werd aangestuurd.

En -voor mij- het belangrijkste: de werknemer had een goede reden voor dit privegebruik van internet. Hij was immers op zoek naar informatie voor zijn autistisch kind en wilde ook contact met het thuisfront houden.

Uit het vonnis:

De kantonrechter stelt voorts vast dat het internetgebruik kennelijk geen enkele invloed heeft gehad op verweerders functioneren. Desgevraagd heeft verzoekster ter zitting medegedeeld dat op verweerders functioneren niets aan te merken valt. De kantonrechter is van oordeel dat in onderhavig geval een ernstige waarschuwing meer op zijn plaats zou zijn geweest dan het direct afstevenen op beëindiging van de arbeidsverhoudingen.

Het vonnis lezend krijg ik sterk het vermoeden dat hier (veel) meer achter zit dan alleen een vermoeden van excessief internetgebruik. Erg jammer dat dan er met de haren bijgesleept wordt om een ontslag te forceren. Want hoewel het ontslag werd afgewezen, zal het echt geen prettige werksfeer meer zijn daar.

Arnoud

Linkedin versus het relatiebeding

linkedin-connecties-contacten.pngEen lezer mailde me:

Linkedin lijkt in veel opzichten op het visitekaartjesboek dat iedere commerciële man vroeger bijhield. Niets zo handig als je klanten en relaties daarin bijhouden. Maar wat nu als je weggaat bij je huidige bedrijf, moet je dan je Linkedin-profiel opschonen? Of kan je baas zelfs eisen dat je het profiel moet opheffen?

Veel arbeidscontracten hebben een zogeheten relatiebeding, een clausule die je verbiedt om gedurende een zekere tijd met relaties (klanten of opdrachtgevers) van je werkgever in zee te gaan. Hier zitten grenzen aan, maar in principe mag een werkgever zo’n eis stellen. Wel moet het relatiebeding schriftelijk afgesproken zijn (art. 7:653 BW).

Het lijkt mij dat als je afspreekt je “oude” relaties niet meer te benaderen na ontslag, je dat ook niet via Linkedin (of Hyves of Xing of Facebook) mag doen. Het technisch middel doet er niet toe, waar het om gaat is wat jij als ex-werknemer doet: probeer je oude relaties mee te nemen naar je nieuwe werk? Zo ja, dan overtreed je het relatiebeding. Update het Hof Arnhem vindt dat ook:

zal het hof de gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding zo formuleren dat het [A] verboden is (blijft) zakelijk contact te onderhouden met klanten van Smeba. Daarbij maakt het niet uit van wie dat contact uitgaat en waarover het contact gaat, zodat ook het hebben van contact via een zakelijk netwerkmedium als LinkedIn onder dat verbod valt. Alleen contact dat zuiver in de privésfeer ligt valt niet onder het verbod.

Natuurlijk wil contact via Linkedin niet automatisch zeggen dat je ze weghaalt bij je ex-werkgever of opdrachten bij ze probeert los te krijgen. Koen Roozen wijst er bij Ikki bijvoorbeeld op dat “een online profiel updaten iets heel is anders dan het “actief en stelselmatig benaderen van zakelijke relaties’.” Je status aanpassen bij Linkedin, of je nieuwe werkgever in je profiel zetten, lijkt me nog geen overtreding.

Maar afhankelijk van hoe het beding is geformuleerd, kan zo’n contact toch een overtreding van het relatiebeding zijn. Iedereen een mailtje sturen met de mededeling dat je weg bent maar bij je nieuwe werk dezelfde kwaliteit werk wilt leveren zou ik bijvoorbeeld riskant vinden. De ondertoon is “kom met me mee” en dat is nu net wat een relatiebeding bedoelt tegen te houden.

Bouw je dus tijdens een dienstverband een Linkedin-netwerk op, en heb je een relatiebeding in je arbeidscontract, ga dan goed na of dat netwerk daaronder valt. En zo ja, dan zou ik daar expliciete afspraken over maken met je werkgever. Je zou bijvoorbeeld tegen het einde van je dienstverband kunnen aanbieden dat hij door je netwerk heen mag lopen en zijn belangrijke klanten eruit kan laten halen, zodat hij gerustgesteld wordt dat jij die niet meteen zult benaderen. En als je dat op schrift zet, kan hij achteraf moeilijk nog protesteren als je de rest van je netwerk gaat benaderen.

Update (21:09) in het Financieel Dagblad staat een stuk van Astrid Helstone en Eva Visser (advocaten bij Stibbe) waarin ze onder andere betoogt dat het enkele updaten van een Linkedinprofiel geen schending van een relatiebeding is onder Nederlands recht. Importeren van de CRM-database naar je Linkedinprofiel is daarentegen wel verboden.

Arnoud

Wat moet de TU/e met IE-rechten van haar studenten?

tue-logo.pngSjonge, en ik heb er nog gestudeerd ook. De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e, ja met streepje) blijkt bij haar inschrijvingsformulier voor studenten de plicht te hanteren dat je al je auteursrechten, octrooirechten en andere rechten van intellectuele eigendom afdraagt aan de universiteit:

Door akkoord te gaan met je inschrijving aan de TU/e doe je afstand ten behoeve van de TU/e van alle intellectuele eigendomsrechten op door jouw gemaakte werken, modellen, tekeningen of gedane uitvindingen in het kader van je studie (en in het kader van door de TU/e of derden uitgevoerde projecten waarbij je betrokken bent) gedurende de periode dat je als student bij de TU/e ingeschreven staat (of anderszins voor of met de TU/e werkzaam is).

Bij Mitopics wordt de vraag gesteld of dit terecht is. Ik zou niet weten waarom. Waarom kan de TU/e niet volstaan met een licentie ten behoeve van onderwijs en onderzoek?

Het lijkt me dan ook dat deze verplichting als een onredelijk bezwarende algemene voorwaarde van tafel krijgt.

Verder is er nog de meer juridisch-theoretische vraag of je wel met zo’n zin toekomstige auteursrechten kunt opeisen. Overdracht van auteursrecht kan, maar je moet in de akte specifiek omschrijven welke rechten worden overgedragen en om welke werken het gaat. Hier wordt breedweg gesproken van ‘alle’ rechten, zonder dat duidelijk is of het nu gaat om bv. scripties, papers en werkstukken of ook om e-mails die je tijdens je studie verstuurt of websites die je onder college bouwt (al dan niet als opdracht).

Ik heb de vraag voorgelegd aan de communicatie-afdeling van de TU/e waarom zij voor deze insteek hebben gekozen. (Ja, ik doe aan wederhoor tegenwoordig! Journalistiek hè?) Het antwoord:

Wanneer de student buiten zijn opleiding om bijv. software ontwikkelt, dan staat dit buiten de verklaring die hij heeft ondertekend ten tijde van zijn inschrijving. Zoals op de website staat vermeld gaat het om door de student gemaakte werken, modellen, tekeningen of uitvindingen in het kader van de studie (en in het kader van door de TU/e of derden uitgevoerde projecten waarbij de student betrokken is geweest) gedurende de periode dat de student bij de TU/e ingeschreven staat (of anderszins voor of met de TU/e werkzaam is).

De reden:

Het speelt veelal in projecten die de TU/e uitvoert met of in opdracht van derden en waarin studenten worden ingezet voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden, welke werkzaamheden de student weer uitvoert in het kader van zijn opleiding aan de TU/e. Het is daarbij van belang dat er geen tegenstrijdige contractuele afspraken zijn.

De bedoeling is dus te voorkomen dat een student dwars kan liggen als deze bij een bedrijf of instelling werkzaam is en die derde het resultaat commercieel wil exploiteren.

Via de Regeling octrooien en vindingen TU/e kan de student bovendien de rechten terugvragen als hij zelf het werk wil exploiteren.

Kent iemand meer instellingen waar dit soort dingen worden geëist?

Arnoud

In eigen tijd gemaakte software kan toch van uw baas zijn

Een oud gezegde luidt: als je van je hobby je werk maakt, heb je geen hobby’s meer. En je bent ook nog het auteursrecht op je hobbywerk kwijt, zou ik daar aan willen toevoegen. Veel mensen denken, als je iets in privétijd maakt met je eigen materiaal, dan heeft je baas daar niets over te zeggen. Maar dat is niet waar.

In een recent vonnis (update 2/7: LJN BD5822) las ik over een werkgever (het ministerie van Binnenlandse Zaken) die werd verrast door een aantal copyright notices, aangebracht door een ontevreden werknemer in de uitvoer (HTML-pagina’s) van een aantal webapplicaties. Die werknemer was namelijk van mening dat de rechten op een deel van de applicatie bij hem lagen, omdat hij gebruik maakte van in eigen tijd ontwikkelde software en bovendien niet schriftelijk opgedragen was dergelijke software te maken. Hij gaf daarbij aan dat

het door hem vermelden van “copyright 2006 X” in de bronvermelding van bovengenoemde producten en het niet beschikbaar stellen van de broncode mede het gevolg is van het feit dat hij, ondanks veelvuldig aandringen, de werkzaamheden waarvan hij vindt dat ze niet binnen de functie vallen, niet als opgedragen taken schriftelijk bevestigd kan krijgen.

Met andere woorden, hij erkende zelf dat hij de opdracht had gekregen. En als je iets maakt in opdracht, ligt het auteursrecht bij je werkgever. Ook als het totaal niet tot je werkzaamheden behoort om het te maken. Je zou de opdracht kunnen weigeren omdat het niet tot je werk behoort, maar als je de opdracht aanvaardt, dan is het deel van je werk en dan liggen de rechten bij je werkgever. Je kunt niet een opdracht van je werkgever aanvaarden en dan auteursrecht op delen van het resultaat claimen.

Zoals de rechter het motiveert in het vonnis:

Het is innerlijk tegenstrijdig om enerzijds te erkennen dat hem (programmeer- en ontwikkel)taken zijn opgedragen als gespecificeerd in zijn eigen e-mail van 13 maart 2006, maar bij uitblijven van de verlangde schriftelijke bevestiging daarvan door zijn werkgever (…) opeens te stellen dat het geen opgedragen taken betrof. Alleen omdat hij meende dat deze taken zijn functie te buiten gingen, heeft hij in dit aldus escalerende arbeidsconflict naderhand opeens gesteld deze als niet langer opgedragen te beschouwen en is hij zich vervolgens op eigen auteursrechten van de applicaties gaan beroepen.

Artikel 7 van de Auteurswet zegt dat de werkgever het auteursrecht toekomt op alles wat je maakt dat past binnen je functieomschrijving. Of dat nu thuis is of op het werk, op je eigen PC of de laptop van de zaak is niet relevant. Wil je dat niet, dan moet je daar goede afspraken over maken met je werkgever.

Zie voor meer informatie mijn Spoedcursus auteursrecht: Eigendom van een beschermd werk.

Je kunt natuurlijk ook een hobby kiezen die niets met je werk te maken heeft. 🙂

Update (23 februari 2011) in hoger beroep bevestigd:

De door [X] verrichte werkzaamheden pasten binnen de genoemde brede opdracht. Met het doorontwikkelen en aanpassen van de software zijn immers applicaties gemaakt die er uiteindelijk toe hebben geleid dat in eigen beheer Handelingen via internet kon worden ontsloten. Met het uitvoeren van deze werkzaamheden zonder enig voorbehoud heeft [X] de opdracht ook aanvaard. Aldus heeft CAS met toestemming van [X] van diens diensten gebruik gemaakt, waarmee is voldaan aan de voorwaarde voor toepasselijkheid van artikel 7 Aw dat de vervaardiging van het werk door de werknemer heeft gestrekt ter vervulling van de dienstbetrekking. Een specifiek op de ontwikkeling van (deze) softwareapplicaties toegespitste opdracht was daartoe niet vereist.

Het werk viel dus met andere woorden binnen de taakomschrijving (“brede opdracht”) en het maakte niet uit dat specifiek deze software was besteld of dat hij zelf ermee was begonnen.

Update (11 november 2013) In een rechtszaak uit september (ander bedrijf & andere werknemer) bepaalt de rechter dat software van een werknemer zijn eigendom is. Dit met name omdat het meeste werk vóór indiensttreding is gedaan en hij als werknemer te weinig heeft veranderd.

Zijn jullie hier wel eens tegenaan gelopen? Of wat voor afspraken heb je met je werkgever over dingen die je maakt en die in de buurt komen van het werk?

Arnoud

Is ontslag nemen per e-mail rechtsgeldig?

Een lezer wilde per e-mail ontslag nemen, maar diens werkgever weigerde dat te accepteren omdat “e-mail geen rechtsgeldig medium is”. Oh?

Opzeggen mag in principe op elke manier, ook mondeling of per e-mail. Het kan zijn dat er bij CAO of in de arbeidsovereenkomst andere afspraken zijn gemaakt. Dan moet opzegging volgens die afspraken gebeuren.

Vaak staat er in een CAO dat opzegging “schriftelijk” moet. Je kunt je afvragen of met een e-mail daaraan voldaan is. Onlangs werd e-mail als “schriftelijk” gezien bij een ingebrekestelling. De redenering daarbij zou ook op kunnen gaan voor opzegging van arbeidsovereenkomsten, maar persoonlijk zou ik het daar niet op willen laten aankomen.

Het probleem bij opzeggen per e-mail is dat de opzegger moet bewijzen dat de e-mail is aangekomen, en de wederpartij alleen maar hoeft te ontkennen deze gehad te hebben. Het is dus niet verstandig om op te zeggen per mail. Net zo goed als mondeling ontslag nemen niet verstandig is.

Bij een bedrijfsnetwerk is er vaak een (redelijk) betrouwbare optie om een ontvangstbevestiging te vragen. Dat zou kunnen helpen als bewijs. Maar vaak toont zo’n ontvangstbevestiging niet aan wat de inhoud van de mail was.

Op Flexmarkt het volgende advies:

De opzegging is pas geldig als het bericht van opzegging de andere partij heeft bereikt. De werkgever moet bij geschillen de bezorgdatum en het adres van de brief kunnen aantonen. Bewaar een kopie van de opzegbrief. Er is geen opzegging als blijkt dat de brief op het verkeerde adres is bezorgd. Daarom is een aangetekende brief het aangewezen middel. Want zelfs als de aangetekende brief niet wordt afgehaald bij het postkantoor, is de opzegging geldig. De geadresseerde draagt in dat geval het risico dat de brief hem of haar niet heeft bereikt. Dat geldt ook als de werknemer is verhuisd en geen adreswijziging heeft doorgegeven aan de werkgever. Vaak bevat een cao nadere regels.

Zie ook Arbeidsrechter.nl dat ook sterk afraadt om per e-mail ontslag te nemen.

Arnoud

Wie heeft het auteursrecht op een werk? (2)

Ik kom nog even terug op één onderdeel van mijn post van gisteren over wie het auteursrecht heeft op een werk.

Wie een arbeidsovereenkomst met een bedrijf met als deel van zijn taakomschrijving het “vervaardigen van bepaalde werken”, heeft geen auteursrecht op die bepaalde werken. Dat ligt dan bij de werkgever, het bedrijf dus.

Geldt dit ook voor een freelancer? Nee. Een freelancer heeft wat heet een “overeenkomst van opdracht” met de opdrachtgever. Die speciale regelingen over auteursrecht bij de werkgever gelden alleen als er arbeidsovereenkomsten zijn.

Bij allebei soorten overeenkomst is er een instructie (je moet iets doen) en een vergoeding (je krijgt daar geld voor). Het verschil is, bij de freelancer is geen gezagsverhouding en bij de werknemer wel. De werkgever kan allerlei instructies geven en de werknemer heeft die maar op te volgen. Bijvoorbeeld dat je van 9 tot 5 aan je bureau moet zitten typen. De freelander beslist in principe zelf wanneer hij de opdracht uitvoert, zolang hij deze maar op de afgesproken datum af heeft.

Deze regels komen niet direct uit de auteurswet, maar uit het arbeidsrecht. Je moet dus via de ‘gewone’ regels van het arbeidsrecht kijken of er een dienstverband is, en daarna pas of het werk dat de werknemer gemaakt heeft valt onder de “bepaalde werken” van artikel 7 van de auteurswet.

Arnoud

Wie heeft het auteursrecht op een werk?

Een vraag van een lezer:

Ik ben als freelancer ingehuurd om een tekst te schrijven voor een website. Dat heb ik gedaan, en ik ben er ook netjes voor betaald. Nu zie ik dat de opdrachtgever die tekst ook gebruikt heeft in zijn folders, hij heeft nooit gezegd dat hij dat wilde doen. Ik heb hem daarop aangesproken, en toen zei hij dat dat mocht omdat hij het copyright had “want hij had voor de tekst betaald.” Maar ik heb het geschreven, dan zijn de auteursrechten toch van mij?

Uitgangspunt is dat wie een werk maakt, daarop het auteursrecht heeft. De schrijver heeft auteursrecht op de tekst, de fotograaf op de foto en de beeldhouwer op het standbeeld. Het gaat er niet om wie betaalt of wie opdracht gaf: wie maakt, heeft de rechten.

Nu is dit een wettelijke regel, en dus zijn er uitzonderingen.

De eerste is het dienstverband. Wie een arbeidsovereenkomst met een bedrijf met als deel van zijn taakomschrijving het “vervaardigen van bepaalde werken”, heeft geen auteursrecht op die bepaalde werken. Dat ligt dan bij de werkgever, het bedrijf dus. Een journalist in dienst bij de krant kan geen auteursrecht claimen op zijn artikelen, net zo min als de programmeur die de software voor de website maakt. Maar de portier die onder werktijd een boek schrijft, heeft daar zelf het auteursrecht op want daar was hij niet voor aangenomen.

Als de werkgever de werknemer specifiek vraagt om een bepaald werk te maken, dan komt het auteursrecht ook toe aan de werkgever. Zelfs als het niet tot de taak van die werknemer hoort om dat soort werken te maken. Vraagt de directeur aan de koffiejuffrouw om even een leuke foto van de afdeling te maken, dan is die foto van het bedrijf. Zelfs als ze die met haar eigen toestel maakt.

Een andere is de leiding en opdracht. In de wet staat dat als een werk gemaakt is “naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht”, dat dan die ander de rechthebbende is. Dat gaat niet over opdrachtgevers zoals van de freelancer uit de vraag. Dit artikel is bedoeld voor bijvoorbeeld architecten, die auteursrecht hebben op de huizen die ze ontwerpen ook al worden die feitelijk door anderen gebouwd. Of een auteur die een bandje volspreekt en het door een assistent laat uittypen, al dan niet met meteen een redactionele slag er overheen.

De freelancer is geen werknemer en dus zelf rechthebbende op wat hij maakt. Ook als hij betaald wordt door de opdrachtgever. Ook als de opdrachtgever expliciet omschrijft wat hij wil hebben. De enige manier om dat te veranderen, is door contractueel te regelen bij wie de rechten liggen.

Natuurlijk heeft de opdrachtgever wel het recht om het werk te gebruiken voor het doel waarvoor hij het liet maken. De tekst voor de website mag dus op de website worden geëxploiteerd. Maar die tekst mag niet zomaar in papieren folders worden afgedrukt.

Voor al deze regels geldt dat je hier via een contract van kunt afwijken. De werknemer kan in de arbeidsovereenkomst (of een aanvullende afspraak) vastleggen dat bepaalde werken van hemzelf zijn, en de freelancer kan in het inhuurcontract zijn copyrights juist afstaan. Dat mag allemaal, maar leg het wel schriftelijk vast.

Lees meer in Spoedcursus auteursrecht: Eigendom van een beschermd werk en Wie is de maker van een auteursrechtelijk beschermd werk?.

Arnoud