Ik wil niet namens mijn werkgever akkoord gaan met Microsoft’s EULA

eula-ridge-trail-bordje-sign-flickr-oregon-brandon.jpgEen lezer vroeg me:

Deel van mijn werk is het uitrollen van Office 365. Eén van de installatiestappen is het akkoord gaan met de hele riedel gebruiksvoorwaarden en privacy condities van de firma Microsoft. Dit snap ik niet. Waarom moet dat, als wij al een contract hebben? En hoe voorkom ik dat ik straks privé akkoord ga of zo?

Het is compleet onzinnig dat een bedrijfsmatige installatie van reeds gelicentieerde software zou vereisen dat je akkoord gaat met op het scherm gepresenteerde gebruiksvoorwaarden. Precies om de reden die de vraagsteller noemt: de licentienemer hééft al akkoord gegeven op voorwaarden, zij het ouderwets op een stuk papier en niet met een klik. Maar dat doet er niet toe.

(En breek me de bek niet open over akkoord op privacyverklaringen. Dat slaat écht helemaal nergens op. Privacyverklaringen verklaren. Ze zijn verplicht op grond van de Wbp ter toelichting op wat je gaat doen. Maar een akkoord daarop is net zo relevant als akkoord op de dienstregeling van de NS.)

Die software is echter geprogrammeerd om bij installatie die voorwaarden te tonen, en doet dat dus vrolijk ook al betekent het niets. Maar daar staat tegenover dat klikken dus op zich ook niets betekent, afgezien van 5 seconden extra moeite. (Ik herinner me dat er opties zijn bij zakelijk installeren om dit te skippen, wie ‘m weet mag het roepen!)

Sowieso ben je niet privé gebonden, dit installeren doe jij zakelijk dus handel jij namens je werkgever. Jij als persoon bestaat niet, onder de wet. Jij bent een hand van je werkgever en niets dat die hand doet, kan bindend worden op de persoon achter die hand.

Arnoud

Waarom EULA’s allemaal zo verschrikkelijk onleesbaar zijn

eula-naam.jpgMooi stuk bij BoingBoing: onze digitale economie zit vol met licenties (EULA’s, end user license agreements) maar geen hond die ze leest. Is dat luiheid van de consument? Onoplettendheid in het bestelproces? Nee. Dit zit fundamenteler.

Het concept van licenties – verlening van toestemming – is natuurlijk al veel ouder dan internet. De visvergunning is gewoon een rivier-EULA, en wie met een radio wil uitzenden heeft daar ook toestemming voor nodig. Maar dergelijke vergunningen of licenties waren relatief simpel. Je mocht iets dat je eerst niet mocht, met hooguit een aantal specifieke randvoorwaarden zoals dat je alleen bij daglicht mag vissen of dat de politie mag komen kijken of je je wapens (onder je schiet-EULA) wel veilig opbergt.

Die voorwaarden waren dus best duidelijk. Dat kon, omdat die situaties specifiek waren en verder duidelijk omlijnd. Ook had de opsteller van die EULA – de overheid – een belang bij duidelijkheid. Als je elke dag onduidelijke vergunningen moet gaan handhaven, dan is dat een verspilling van tijd en belastinggeld.

Bij internetdiensten en software zitten er andere factoren. Allereerst gaat het hier om private partijen met een particulier belang: je wilt dat mensen je dienst gebruiken, maar je wilt geen gezeik. Dus ga je je dienst dichttimmeren met voorwaarden in jouw voordeel. Ten tweede is er niemand die een tegengeluid laat horen. De vereniging van sportvissers gaat echt wel piepen als de hengel-EULA ineens zes pagina’s algemene voorwaarden krijgt, maar consumenten van internetdiensten doet dat niet.

Het BoingBoing-artikel (eigenlijk het boek The End of Ownership: Personal Property in the Digital Economy) noemt nog een derde factor die ik intrigerend vind. Omdat consumenten niet in staat zijn EULAs op waarde te schatten, is er geen prikkel om ze beter te maken. Voor juristen is er dus weinig eer aan te behalen, áls je al als jurist wordt gevraagd om een EULA op te stellen (hoe vaak ik niet de vraag krijg, ik heb een EULA op internet gevonden, kun je die even checken in een kwartiertje of zo).

Ook weegt een stukje conservatisme mee. Een belachelijk eenzijdige clausule kan geen kwaad, maar de clausule weglaten misschien wél. Als je zegt “wij zijn niet aansprakelijk voor zover wettelijk toegestaan” dan heb je netjes je aansprakelijkheid ingeperkt. Laat je die zin weg, dan is er misschien een situatie waarin iemand een claim indient die je met die zin had kunnen pareren. Helemaal als je collega’s dat ook allemaal doen. Dus een perverse prikkel om het zo eenzijdig mogelijk te houden.

Wel vraag ik me af of de auteurs gelijk hebben als ze hier een sinistere opmars van beperkende maatregelen menen te bespeuren. Zouden bedrijven echt redeneren, oei, dat recht een backup te maken is gevaarlijk voor ons businessmodel, kan dat even uitgesloten worden in de licentie? Ik heb heel sterk het gevoel dat dit soort dingen semi-automatisch door de jurist zelf worden ingevuld. Je wilt er toch iets van maken, en consumentenrechten uitsluiten waar dat kan, is dan toch een beetje je werk. Maar ik geloof niet dat dat na zorgvuldig overleg op directieniveau is verzonnen. Ook de directie leest de EULA niet.

Maar uiteindelijk maakt dat niet heel veel uit. Het eigenlijke punt blijft staan: door al die EULAs verandert de online markt wezenlijk ten opzichte van de offline. Als ik een boek koop, mag ik het doorverkopen of ermee doen wat ik wil. Als ik een e-book ‘koop’, krijg ik een beperkte licentie die me verbiedt het werk te reproduceren tenzij wettelijk toegestaan, die opmerkt dat het slechts op één apparaat geïnstalleerd mag worden, me bij de gratie gods een backup laat maken (“Doch uitsluitend indien technisch noodzakelijk voor een goede werking van het Werk”), ALLE AANSPRAKEN OP CONFORMITEIT EN JUISTHEID UITSLUIT BEHOUDENS EN VOOR ZOVER IN UW JURISDICTIE ANDERS IS BEPAALD DOCH IN IEDER GEVAL TOT MAXIMAAL HET AANSCHAFBEDRAG OF 5 DOLLAR, WELK MAAR MINDER IS. Sorry, ik liet me even gaan.

Wat is de oplossing? Daar ben ik nog niet uit. Standaardregels in de wet lijken me een goed begin, maar het is geen panacee. Als we vastleggen dat digitale producten net zo mogen worden behandeld als fysieke, en een aantal van de grofste clausules op een zwarte lijst zetten (net zoals bij consumentenkoop de grijze en zwarte lijst), dan zouden we al een heel eind puin ruimen. Maar ik betwijfel of het genoeg is.

Arnoud

Fabrikanten mogen van EU-Hof pc’s met geïnstalleerde software verkopen

hardware-software-computer-gollem-huh.jpgComputerfabrikanten mogen gewoon pc’s blijven verkopen met bijvoorbeeld Windows vooraf geïnstalleerd. Dat meldde Nu.nl onlang. Ze hoeven geen alternatief te bieden zonder de geïnstalleerde software. Dit volgt uit een uitspraak van het Hof van Justitie (zaaknr C-310/15) naar aanleiding van een Franse rechtszaak over de vraag of dit een oneerlijke handelspraktijk was.

Een Franse consument had in 2008 een laptop gekocht en kreeg daar ongevraagd Windows Vista bij. Hij wilde de EULA daarvan niet accepteren en claimde toen bij leverancier Sony het geld van die licentie terug. Dat werd geweigerd, waarop hij naar de rechter stapte met het argument dat hier sprake was van een oneerlijke handelspraktijk: het is niet netjes en dus niet eerlijk dat je geen laptop zónder Windows kunt kopen.

Volgens het Hof kan een handelspraktijk zoals reclame of het aanbieden van producten alleen oneerlijk zijn als aan twee eisen is voldaan:

Een handelspraktijk kan in dat verband slechts als oneerlijk […] worden beschouwd onder de dubbele voorwaarde dat zij in de eerste plaats in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en in de tweede plaats het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot het product wezenlijk verstoort of kan verstoren.

Is sprake van strijd met die professionele toewijding, zeg maar even wat je van een fatsoenlijk handelaar in de ICT-sector mag verwachten? Behoort een normale dozenschuiver ook dozen zonder OS te schuiven?

Nee, aldus het Hof:

In casu blijkt uit de verwijzingsbeslissing met name dat de verkoop door Sony van computers met voorgeïnstalleerde software voldoet aan de uit de analyse van de betrokken markt blijkende verwachtingen van een belangrijk deel van de consumenten die de aankoop van een aldus uitgeruste en onmiddellijk bruikbare computer verkiezen boven de afzonderlijke aankoop van een computer en software. Bovendien werd volgens diezelfde beslissing Deroo-Blanquart, als consument, vóór de aankoop van de betrokken computer door de detailhandelaar van Sony naar behoren geïnformeerd over het bestaan van voorgeïnstalleerde software op deze computer en de specifieke kenmerken van elk van de softwareprogramma’s. Tot slot heeft Sony, na de aankoop en bij het eerste gebruik van deze computer, Deroo-Blanquart de mogelijkheid geboden om in te stemmen met de „eindgebruikersovereenkomst” om deze software te kunnen gebruiken, dan wel de verkoop te herroepen.

In gewone taal: Je wist bij aanschaf dat er Windows op die laptop zou staan. Dat is ook normaal bij computerverkoop aan consumenten. En je mág de EULA annuleren, alleen moet dan wel de gehele aanschaf terug (dus ook de hardware) en niet alleen de software. Daar is niets mis mee. Ook niet omdat de prijs van Windows niet uitgesplitst is.

En moet een handelaar ook kale computers aanbieden? Nee, ook dat is niet in strijd met de professionele toewijding. Als een winkel alleen combinaties hardware/software wil verkopen, dan staat ze dat vrij (het mededingingsrecht even daargelaten) en zolang je als consument maar wéét dat je dat gaat krijgen, is er niets aan de hand. Je kunt dan naar een concurrent.

Arnoud

En nu eisen sitevoorwaarden ook al je eerstgeboren kind op

ie-aagree-ezelGaan we weer: hee kijk, niemand leest websitevoorwaarden, zelfs als je erin zet dat je je eerstgeboren kind moet afstaan, gaat iedereen blindelings akkoord. Dat las ik bij Ars Technica. Leuk nieuwtje weer, maar wat mij betreft nieuwswaarde nul.

Al sinds het begin van internet staat iedere site bol van de gebruiksvoorwaarden. Ergens wel logisch, want er was bar weinig geregeld. Bovendien kwamen de eerste commerciële sites uit Amerika, en daar staat sowieso alles dichtgetimmerd met voorwaarden. Dus dat schept een precedent, zeker bij sitebouwers die denken “het zal wel moeten” en de tekst van de vorige site copypasten. Sorry, ja, ik ben wat cynisch.

Hoe dan ook, iedere site heeft dus voorwaarden. Ze komen allemaal op ongeveer hetzelfde neer: doe normaal en zeur niet. Ah sorry, ga ik weer. Ze komen allemaal op hetzelfde neer: je mag de dienst gebruiken, hij kan wijzigen of uit de lucht zijn, wij zij niet aansprakelijk en als je je wangedraagt dan gooien we je er van af. Precies – zeur niet en doe normaal.

Omdat ze allemaal hetzelfde zijn, en vooral omdat je in de praktijk toch weinig verhaal hebt, leest geen hond die voorwaarden. Je kent de site van reputatie, je weet dus ongeveer wat moderatoren of auteurs gaan doen en je merkt het wel als je foto wordt geblokkeerd of je bijdrage wordt aangepast wegens schending voorwaarden. Daar heb je die voorwaarden niet voor nodig. Ook niet omdat uiteindelijk er altijd staat “naar ons inzicht”, dus hoe dan ook hebben ze gelijk. Zeur niet.

Dit experiment bewijst dus niets nieuws, wat mij betreft. Het is een feit van algemene bekendheid dat voorwaarden niet worden gelezen. Desondanks: je zit er in principe wél juridisch aan vast. Het zijn algemene voorwaarden zoals de wet dat noemt, en die zijn ook bindend als ze niet worden gelezen. Zolang je ze maar had kúnnen lezen. Dat je dan twee jaar van je leven kwijt bent met al die voorwaarden is juridisch niet relevant.

Omdat het dan wel érg hard door kan schieten – ze zouden eens je eerstgeboren kind kunnen opeisen – kent de wet daar een paar correctiemechanismes voor. Algemene voorwaarden mogen niet onredelijk bezwarend zijn. Zo mag een dienst niet zomaar zijn aansprakelijkheid op nul zetten, dat is onredelijk bezwarend zonder héle goeie reden. De voorwaarden ineens 100% omgooien is ook onredelijk. En voor zaken als kinderen opeisen is er een nóg hardere juridische stok om mee te slaan: overeenkomsten in strijd met de openbare orde of goede zeden zijn nietig. Bestaan niet. Je kúnt niet contracteren dat je kind wordt afgestaan.

Vervelend blijft uiteindelijk wel dat je daarvoor naar de rechter moet. En als je dat niet weet of niet ziet zitten, dan kun je een probleem hebben als de site toch die voorwaarden gaat handhaven. Denk aan het opeisen van maandbedragen of het eisen van een schadevergoeding voor het een of ander. Dat is natuurlijk niet specifiek voor sitevoorwaarden, maar het is wel een probleem.

Wat mij betreft schaffen we het hele zootje dan ook zo snel mogelijk af, in ieder geval voor consumenten. Dat hebben we in feite al gedaan bij de ecommerce: het is wettelijk vrijwel 100% geregeld wat je mag als webwinkel. Je kunt alleen nog in het voordeel van de consument dingen anders doen, zoals een dertigdagenretourtermijn in plaats van de wettelijke veertien. Waarom doen we dat nog steeds niet voor online diensten?

Arnoud

Marathon oplezen gebruikersvoorwaarden apps duurt bijna 32 uur

ie-aagree-ezelEen marathon gebruikersvoorwaarden van populaire apps voorlezen in Noorwegen, is na 31 uur en 49 minuten afgerond. Dat meldde Nu.nl vorige week. De Noorse Consumentenbond had deze actie georganiseerd om de absurditeit van de app EULA aan te tonen: niemand leest ze, redelijkerwijs kán niemand ze lezen, dus waar zijn wij met zijn allen mee bezig.

Heel creatief. Het deed me denken aan Richard Dreyfuss die iTunes voorleest, hoewel dat een stuk aangenamer was om te horen dan die Noorse marathon. Maar het punt is in beide gevallen hetzelfde: inhoudelijk zijn standaardvoorwaarden voor consumenten zo onbelangrijk dat het lezen ervan een opmerkelijkheid is.

Ik schrijf die dingen voor mijn brood, maar zelfs ik kom met het lezen meestal niet verder dan de helft. En als ik dat zeg, dan lacht er normaal niemand. En er zijn meer juristen met zulke problemen.

Waarom werkt iedereen dan toch met die dingen? Gewoonte, voornamelijk. Cargo culting: iedereen doet het, het ziet er juridisch uit, dus zal het juridisch wel wat doen. Maar het voegt over het algemeen bar weinig toe, zeker als de app gratis wordt verspreid. Meestal komt het neer op: 1) we denken dat ie het doet, maar zo niet dan heeft u pech 2) ©, hij is van ons, afblijven 3) wij zijn niet aansprakelijk 4) er komen soms updates, zie 1 t/m 3, en 5) deze voorwaarden kunnen wijzigen. Maar dan dus met veel meer woorden.

Oké, er zit iets meer achter. Er is geen relevante contractwetgeving voor apps (en software in het algemeen, om over internetdiensten en SaaS maar niet te spreken). Je moet dus eigenlijk elke keer opnieuw het wiel uitvinden, en dan heeft iedere jurist zijn of haar eigen formulering die net wat beter klinkt. Maar wat mij betreft is het de hoogste tijd voor wettelijke standaardvoorwaarden. Dat hebben we ook voor webwinkels en een heleboel andere soorten contracten. Waarom dan niet voor de meest voorkomende vorm, de softwarelicentie?

Arnoud

Gebruik van mijn browser betekent akkoord met mijn gebruiksvoorwaarden

ie-aagree-ezelGebruik van mijn browser betekent akkoord met mijn gebruiksvoorwaarden, een idee van David Rosenthal, digitaal conservator uit Amerika. Hij vroeg zich af waarom al die sites wegkomen met “Gebruik van onze site betekent akkoord met onze voorwaarden” en of dat niet om te keren was. Dan stel jij voorwaarden aan gebruik van je browser, en dat is niet gek als je bedenkt dat die bedrijven echt dingen dóen met je browser in plaats van alleen passief een tekst en een plaatje op te sturen.

In de kern geen gek argument. Als bezoek van een website akkoord impliceert met voorwaarden waaraan alleen in lichtgrijze tekst onderaan wordt gerefereerd, dan zou je dat ook om kunnen keren. Bijvoorbeeld door in het HTTP verzoek een header op te nemen (“License:”) met een link naar jouw voorwaarden. Ja, dat is nauwelijks opvallend en op een gekke plek, maar niet minder gek dan zo’n lichtgrijze zin. En als de een bindend is, waarom de ander dan niet?

Als eigenaar van een computer heb je zeggenschap over wat daarop gebeurt. Dat weten we in Nederland uit het XS4All/Ab.Fab arrest: de intenetprovider mocht reclame weren van het directmailbedrijf op grond van haar eigendomsrecht op de mailservers. Als dat voor een bedrijf geldt, dan ook voor mij als consument. Eigendom is eigendom. En zeker als je de cookiewet erbij haalt – er mag niets op mijn pc komen zonder mijn toestemming, en waarom zou ik daar geen voorwaarden aan kunnen verbinden?

Persoonlijk geloof ik niet dat browsewraplicenties (want dat zijn dit) rechtsgeldig zijn, precies vanwege dit soort dingen die dan mogelijk worden. Het kan niet waar zijn dat het ophangen van een bordje of het neerzetten van voorwaarden an sich leidt tot gebondenheid daaraan. Er moet iets zijn van een handeling waardoor je aangeeft ermee gebonden te zijn. Enkel een link is niet genoeg, ook niet met een toverformule die een willekeurige handeling tot akkoord verklaart. Door deze blog te lezen, zegt u toe namens uw werkgever drie jaar lang exclusief met ICTRecht zaken te zullen doen, en garandeert u bevoegd te zijn deze toezegging te doen. Giechel.

Maar stel dat je zegt, zoals die sites doen is het wél rechtsgeldig want het is nu eenmaal maatschappelijk aanvaard dat voorwaarden via lichtgrijze zinnen worden aangereikt. Ben je er dan met Rosenthals tegenargument? Dat betwijfel ik dan nog steeds. Hij stopt de tegenvoorwaarden op een wel érg rare plek, in de HTTP headers. En het is bepaald nog niet maatschappelijk aanvaard dat er voorwaarden in headers staan.

Arnoud

Mag een groepsblog met mijn artikelen worden verkocht?

Suske en Wiske en de Sinistere SiteEen lezer vroeg me:

Ik ben dichter en schrijf op een groepsblog dat is gegroeid tot een respectabele omvang. Nu kreeg de beheerder een aanbod van een uitgever om de gehele site te verkopen, en zij is daarop ingegaan. Wij krijgen echter geen cent, ondanks dat het werk door ons als gebruikers is geleverd. Zij zegt dat ze eigenaar is van alle gedichten omdat het haar site is. Maar hoe zit dat nu juridisch?

Er is een zeer hardnekkig misverstand dat zegt dat een website eigenaar kan zijn van content die gebruikers plaatsen omdat dat in de algemene voorwaarden, TOS, EULA (of hoe het maar heet) staat. Dat is onjuist. Tenzij je schriftelijk en met handtekening hebt gezegd “u wordt eigenaar” blijf je zelf eigenaar van alle content die je plaatst.

De auteurswet zegt dat de rechten toekomen aan de partij die een werk maakt, in dit geval aan de dichters dus. Door plaatsing op een site geef je de site een licentie, en die kan conform de voorwaarden behoorlijk uitgebreid zijn. Maar eigenaar blijf je, tenzij je dus een handtekening zet dat je afstand van je recht doet.

Dat recht kan zó uitgebreid zijn dat men het mag overdragen, of anderen licenties verlenen (sublicenties). Dat moet er wel expliciet staan, maar het is mogelijk dat op te eisen. Dan ben je dus weliswaar nog steeds eigenaar, maar de website kan anderen toestaan je gedicht te publiceren in een bundel, het op mokken af te drukken en ga zo maar door. Om die reden is het dus verstandig om de voorwaarden te lezen voordat je uitgebreid dingen gaat plaatsen op een site.

Ik zit nog te denken of dit wel redelijk is. De meeste mensen doen niet mee aan een site met de gedachte “dit wordt over een paar jaar keihard juridisch verkocht allemaal”. En dan kom je in een leuk uithoekje van het recht terecht: de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW). Meer specifiek:

Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.

Je zou dan kunnen zeggen, het is de gewoonte op internet dat je je content publiceert op die site en dat men geld verdient met toegangsgeld en/of advertenties. Maar iedereen begint te steigeren als die content ineens in boekvorm verkocht wordt of als de hele site voor $veel verkocht wordt zonder iets aan de auteurs te geven, dus dát is kennelijk in strijd met de gewoonte. Dat doe je niet, dat hoort niet. Of, anders gezegd: dat is onredelijk.

En het leuke is dan, als het inderdaad onredelijk is dat mensen dat doen, dan mág het dus niet. Dan kan het wel in het contract staan, maar dan is die bepaling in strijd met de redelijkheid. Die bepaling moet je minder breed lezen, er is weliswaar een recht bedongen tot commerciële exploitatie maar dat gaat niet verder dan advertenties en premiumabonnementen.

Wat vinden jullie? Is die gewoonte er, of is het doodnormaal dat de website-eigenaar binnenloopt op content van zijn gebruikers en moet je daar maar tijdig op bedacht zijn?

Arnoud

Nogmaals de rechtsgeldigheid van gebruiksvoorwaarden, EULA’s en zo

algemene-voorwaarden-kleine-lettertjes-tos-eulaEen lezer vroeg me:

Regelmatig moet ik bij het installeren van apps gebruiksvoorwaarden accepteren. Wanneer is dat nou rechtsgeldig?

Gebruiksvoorwaarden, TOS, EULA of hoe je het maar wilt noemen: deze juridische regeltjes zijn altijd goed voor veel ergernis. Met name van het soort “waarom val je me hiermee lastig”.

Naar Nederlands recht zijn dergelijke voorwaarden algemene voorwaarden, net als de bijlagen met kleine lettertjes die je bij veel offertes krijgt. Hoe ze heten, of in welke context ze worden gebruikt, of je ze op software hangt of bij een dienst, dat doet er allemaal niet toe: het zijn voorwaarden die zijn opgesteld om in gelijke vorm in meerdere contracten gebruikt te worden, en dat is de definitie van een algemene voorwaarde.

Algemene voorwaarden zijn snel van toepassing. Je hoeft als dienstverlener alleen te melden dát je ze gebruikt. De wederpartij hoeft ze niet te lezen en hoeft ook geen gelegenheid te hebben gehad te onderhandelen of bezwaar te maken. Het is slikken of stikken.

Daar staat tegenover dat algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend mogen zijn. Omdat ze eenzijdig opgelegd worden, is de kans immers groot dat er onredelijke voorwaarden verzonnen worden. Vandaar dat de wet zegt dat als je dat doet, de wederpartij (de gebruiker van de dienst) deze mag vernietigen oftewel ongeldig verklaren.

Bewijzen dat iets onredelijk is, valt niet mee. De wet helpt de consument daarom met een grijze en zwarte lijst. Wat op de zwarte lijst staat, is per definitie onredelijk. Zo mag je de consument niet verbieden je aan te klagen als je het contract niet nakomt.

En wat op de grijze lijst staat, mag als je als bedrijf kunt bewijzen dat het wél redelijk is. Een omgekeerde bewijslast dus. Zo staat het beperken van je aansprakelijkheid op de grijze lijst. Dat mag dus alleen als je kunt aantonen dat het redelijk is om dat te doen (en dat valt in de praktijk nog niet mee).

Een grote valkuil voor partijen die met algemene voorwaarden werken, is dat deze correct ter hand gesteld moet worden anders tellen ze niet. In een elektronische omgeving betekent dit dat je een PDF of ander makkelijk op te slaan document moet aanbieden. Enkel op een scherm tonen telt niet, ook niet als gebruikers het kunnen copypasten naar Notepad. En dit is waar het het vaakste misgaat bij online diensten en met name bij apps en software.

In de VS bestaan al deze regels niet. Daar geldt alleen dat je vooraf gezegd moet hebben welke voorwaarden je hanteert. Kunnen opslaan is geen wettelijk recht, en een zwarte of grijze lijst bestaat daar al helemaal niet. Je moet maar goed lezen waar je aan begint, en als een dienstverlener dat moeilijk maakt, nou dan ga je toch ergens anders heen. Tsja, het is ook een manier van werken. Maar ik prefereer toch de Nederlandse.

Arnoud

‘Algemene voorwaarden simpeler met pictogram’

icoon-6-maanden-bewarenDe algemene voorwaarden waar mensen bij gebruik van diensten op internet akkoord mee moeten gaan, zijn nu veel te onduidelijk, te lang en te ingewikkeld. Dat las ik bij Nu.nl. Hear hear en zo. Maar de oplossing die de Nationale DenkTank bepleit – een set standaardiconen die zeggen waar het op staat – gaat hem echt niet worden. Grmbl. En dat op mijn verjaardag. (Jaja, 0x28 alweer.)

De iconen moeten in het voorstel vijf onderwerpen dekken: hoe lang wordt je data bewaard, wordt je data met derden gedeeld, wordt je data voor advertentiedoeleinden ingezet, blijft je data in Nederland en wordt er een persoonlijk profiel gemaakt. Het doet me nogal arbitrair aan en bovendien gaat dit eigenlijk allemaal over privacy-zaken; allemaal dingen die nu net niet in algemene voorwaarden geregeld kunnen worden. Er zou dus geen pictogram nodig moeten zijn dat zegt dat mijn data voor advertenties gebruikt wordt – ik moet gevraagd zijn om toestemming om dat te mogen doen.

Sowieso is het idee niet nieuw. Volgens mij komt er elk jaar wel een initiatief voorbij dat zegt, je moet standaardiconen introduceren zodat mensen al die lange lappen tekst niet hoeven te lezen. En elke keer krijg je precies dezelfde discussie: wélke iconen, hoe symboliseren die het onderwerp en waarom nu net die onderwerpen en niet anders?

Ik zou zelf bijvoorbeeld graag iconen zien over welk gebruiksrecht men opeist op je data, hoe vaak de voorwaarden gewijzigd worden, hoe sterk men garandeert dat de dienst beschikbaar is, of export van data in een standaardformaat nodig is en of betalende klanten hun geld terug krijgen bij problemen met de dienst. Dát lijkt me qua algemene voorwaarden iets relevanter dan “niet nader genoemde derden doen iets met je data voor advertenties”.

Maar nog iets fundamenteler: ik denk niet dat het zin heeft met iconen te werken. Ook al heb je de perfecte set en de perfecte symboliek. Er is gewoon te veel ruimte voor bedrijven om binnen de wet allerhande zaken te doen waar consumenten toch ahem enigszins van opkijken. Dát zou ik nu eens een leuk verjaardagskado vinden: de wet op de online dienstverlening, die bepaalt wat een internetbedrijf in haar algemene voorwaarden mág zetten. Webwinkels hebben dat al, waarom webdiensten niet?

Ik denk dan aan:

  • Gebruiksvoorwaarden mogen slechts eens per kalenderjaar gewijzigd, met drie maanden vooraankondiging
  • Een in algemene voorwaarden opgeëiste gebruikslicentie onder auteursrechten is beperkt tot het strikt noodzakelijke voor de dienst (en geen andersoortige exploitatie)
  • Opgeslagen data moet zonder meer kosten kunnen worden gedownload
  • Opzegging van gebruikersaccounts mag alleen met gegronde reden die in de voorwaarden genoemd moet zijn (behoudens zeer ernstige overige situaties

Er is vast meer maar als ik dit voor m’n volgende verjaardag kan krijgen dan zou ik zéér tevreden zijn. Jullie?

Arnoud

Kom nou, ik ga toch niet overleggen met mijn gebruikers!

rantweek-tiradeweekDeel van mijn werk is het schrijven van gebruiksvoorwaarden. Mijn deeltirade over eenzijdige AV in het achterhoofd probeer ik die altijd zo gebalanceerd mogelijk te maken. En het bijzondere is: dat geeft met enige regelmaat stevige discussies omdat ik alsmaar redelijk wil zijn. Met name als het gaat over regels als “na overleg” of “na een waarschuwing”. Men wil gewoon meteen in kunnen grijpen, overleg met gebruikers, het moet niet gekker worden.

Ergens begrijp ik het wel. Zeker als je goedkope diensten aan het grote publiek aanbiedt, dan zit je niet te wachten op discussies met elke klant over kleine overtredingen en aanverwant gedoe. Dat kost je al na 30 seconden aan de telefoon of drie mailtjes heen en weer je winstmarge. En de meeste klanten die zo’n dienst afnemen, zullen dat wel begrijpen ook.

Maar mag het eigenlijk wel?

Er is volgens mij geen expliciete regel die zegt dat je móet waarschuwen of overleggen voordat je mag ingrijpen, als contractueel (in algemene voorwaarden) is bepaald dat iets niet mag en de exploitant van de dienst dan mag ingrijpen. Op de zwarte lijst van algemene voorwaarden staat weliswaar een verbod op eenzijdig bepalen dat de gebruiker te kort geschoten is, maar dat gaat over de gebruiker van de voorwaarden, de exploitant van de dienst dus. Die mag niet als enige bepalen of hijzelf tekort schoot met de contractuele afspraken.

De wet stelt dat wanneer een klant tekort schiet, een dienstverlener per direct zijn deel van de overeenkomst mag opschorten (art. 6:262 BW) of te ontbinden (art. 6:265 BW), mits dit maar gerechtvaardigd wordt door het tekort schieten en de klant in gebreke is gesteld (gewaarschuwd). Als je voorwaarden zeggen “geen onfatsoenlijk taalgebruik” dan is iemand een jaar lang verbannen wegens één drieletterwoord niet echt gerechtvaardigd.

De wet kent daarnaastBelangrijk is de regel van het in gebreke stellen (art. 6:82 BW</A), maar dat is vooralzowel bij opzeggen (ontbinden) als van belang bij schadevergoeding want díe kun je alleen eisen als de schuldenaar in verzuim is (art. 6:85 BW). Wil je geen schadeclaims indienen maar gewoon van je wederpartij af, dan is het dus niet nodig dat je in gebreke hebt gesteld.

Kortom, een directe wettelijke grondslag kan ik niet vinden om te zeggen “je moet eerst waarschuwen”. Netjes lijkt het me wel. Maar hoe formuleer je “netjes” in algemene voorwaarden?

Arnoud