Mag een website je vliegreis veranderen als je er een hotel bij doet?

Een interessante vraag op het Tweakersforum:

Vanmiddag heb ik via een website vliegtickets geboekt. Na het uitzoeken van de tickets stonden er 2 knoppen in beeld. “Boek nu” en “Toon prijs incl. hotel’. Aangezien ik een hotel nodig heb voor de 2e knop gekozen. … Helaas zie ik pas in de bevestiging dat het ineens heel andere vliegtickets zijn (andere luchthaven (in Londen) en andere tijden). [De helpdesk zegt] “We zien dat wanneer er een hotel geselecteerd word er andere vluchten mogelijk zijn, welke vlucht er aan verbonden was kon u zien via de vluchtdetails.”

Wat een merkwaardig verhaal. Het komt er dus op neer dat als je een vlucht met hotel boekt, men uitkomt bij andere vluchten en voor het gemak die maar gelijk in de plaats stelt van de uitgekozen vluchten. Dat kan dus kennelijk inclusief een volledig ander vliegveld in de gewenste stad zijn?

Uiteindelijk blijkt het wel zo te zijn (Bekijk de video!) dat men een aparte pagina met een boekingsoverzicht toont, met daarin de aangepaste -andere dus- vluchtgegevens opgenomen. De vraagsteller hád het dus kunnen weten, als hij die pagina aandacht had gelezen en dan op de definitieve knop voor betaling had gedrukt. Vanuit dat perspectief valt er dus weinig te verdedigen. Wie niet leest wat hem aangeboden wordt, moet niet klagen dat hij iets krijgt wat hem niet opgevallen was.

Daar staat tegenover dat we in het consumentenrecht echt wel meer verwachten dan “had je maar moeten lezen”. Verkopers (en dus ook reisorganisaties en bemiddelaars) moeten actief aan de bak; zij hebben informatieplichten, mogen geen misleidende praktijken plegen en moeten zo duidelijk mogelijk zijn in wat ze aanbieden. Tot en met de expliciete tekst “betalingsverplichting” bij de bestelknop, enkel “Nu bestellen” of “Nu definitief boeken” is juridisch niet genoeg.

Ik zou zeggen dat als iemand in een boekingsproces kiest voor vlucht A vanaf Schiphol om 14:20, en hij er dan een hotel bij boekt, hij niet zomaar hoeft te verwachten dat de vlucht verandert in eentje vanaf Londen Stansted (of voor mijn part Eindhoven Airport) om 12:10. Je vertrouwt erop dat je vérder gaat in het boekingstraject, niet terug naar de keuze hoe en wanneer je wilt vliegen. Mentaal heb je dus onthouden dat de vlucht al gedaan is, alleen nog een hotel erbij.

Vanuit dat standpunt is het dus vrij essentieel om te signaleren dat de gekozen vlucht is veranderd. En daarmee wordt het dus een plicht om dit te doen, op straffe van vernietigbaarheid van de combinatieboeking hotel en vlucht. Ongeacht of de juiste gegevens op het eindscherm stonden; het niet tonen van de expliciete “Let op, dit is anders” boodschap levert een misleidende omissie op.

Wat vinden jullie? Moet je gewoon beter lezen, of is het de taak van de reisorganisatie om te waarschuwen?

Arnoud

Wanneer sluit je als consument een verkoopovereenkomst via internet met een bedrijf?

Mijn moeder heeft vorige week maandag op “ikwilvanmijnautoaf.nl” aangegeven van haar auto af te willen, zo opende een draadje bij Tweakers. De moeder van de topicstarter wilde van haar auto af, nam contact op met het gelijknamige bedrijf en kreeg telefonisch een bod van zeshonderd euro, waar ze kennelijk positief op reageerde. Daaruit concludeerde het bedrijf dat er een bindende overeenkomst was, waarop de zoon boos werd want de auto zou volgens externe bronnen eerder vier dúizend euro waard zijn. Wat dan dus de vraag oproept, hoe hard zit je vast aan zo’n telefonische onderhandeling?

Op zich is het volgens mij niet raar om een hele lage prijs te bieden als opkoper, volgens mij weet iedereen dat je bodemprijzen krijgt. Het hele punt is immers, je wil er vanaf en dan heb je niet veel meer te eisen. Maar het moet wel netjes gebeuren, dus als men zegt dat het vrijblijvend is en daarna een overeenkomst claimt dan gaat er iets niet goed.

In deze situatie geldt er geen strenge consumentenbescherming. Had het bedrijf zelf gebeld, wilt u van uw auto af (zangstem: “punt ennel”), dan was het een ongevraagde telefonische acquisitie geweest en dan kan geen rechtsgeldige overeenkomst worden gesloten. Maar nu de verkoper zelf het gesprek initieerde, is dat wel gewoon mogelijk.

Hoofdregel is natuurlijk dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Letterlijk het woord “contract” of “afspraak” noemen is niet nodig. Als de autokoper dus zegt “gezien de gegevens lijkt me 600 euro mijn beste prijs” en de verkoper zegt “nou dat moet dan maar” dan zit de verkoper er aan vast. (De koper trouwens ook.)

Ik zie in het draadje diverse opmerkingen dat je bij overeenkomsten op afstand een bevestiging moet sturen om deze bindend te laten zijn. De wet eist bij overeenkomsten langs elektronische weg dat de dienstverlener een bevestiging stuurt (art. 6:227b BW). Dat is hier echter niet van toepassing; lid 3 zegt al vrij letterlijk dat deze eis niet geldt bij overeenkomsten die via elektronische post of een soortgelijke vorm van individuele communicatie tot stand zijn gekomen. Bovendien gaat het bij telefonische onderhandeling niet over diensten van de informatiemaatschappij.

Bij dit soort zaken is het echter vrij gebruikelijk dat de auto eerst gekeurd wordt. De prijs moet je dan dus eerder zien als een indicatie, en dan is juridisch nog geen sprake van een bindende overeenkomst. Ik zou dus eerder denken dat je daarop uit moet komen. Er ligt een bod van (grofweg) 600 euro, laat de auto zien en wellicht dat het bod dan naar beneden gaat. Maar bevalt het definitieve bod je niet, dan rijd je gewoon weer weg.

Natuurlijk wil je het gesprek even terugluisteren om zeker te weten wat er is gezegd, maar zo inschattend denk ik dat er geen bindende overeenkomst is en de autokoper vooral druk probeerde uit te oefenen om mevrouw langs te krijgen en haar om te praten.

Stel nu dat de autokoper had gezegd “ik betaal 600 euro zelfs als ie een total loss blijkt” en mevrouw had gezegd “dat is prima, ik wil er zo graag vanaf”. Dan was het volgens mij wél een bindende overeenkomst. Het is totaal niet relevant wat andere marktpartijen rekenen.

Vandaag wat minder reacties van mijzelf overigens want ik ben jarig. 0x2C alweer, wat gaat de tijd toch snel.

Arnoud

Dit is dus wat ze bedoelen met ongevraagde zendingen

groepsfoto-klassenfoto.jpgEen vonnistip via Twitter:

Vrouw behoudt schoolfoto’s van dochter zonder ze te betalen. Mag dat?

Oké, niet echt internet- of ICT-recht tenzij je zegt dat camera’s computers zijn en foto’s digitale inhoud. Maar wel leuk, en het is vrijdag dus kom nou.

Uit het vonnis blijkt het volgende. Een fotograaf was op een school foto’s wezen maken als schoolfotograaf. De school deelt de foto’s vervolgens uit aan de leerlingen teneinde dit pakket thuis te laten zien, vergezeld van een machtigingsformulier, een bestelformulier en een retourenvelop. En nu komt ‘ie: onderaan het machtigingsformulier staat:

Binnen 10 dagen terugsturen anders verplicht u zich tot afname!

De gedaagde in deze zaak had niets teruggestuurd, maar meende dat ze ook niet tot afname verplicht was, omdat ze immers nergens om had gevraagd. Er was niet met de school gesproken over foto’s kopen; bij schoolfoto’s is dat ook niet echt gebruikelijk. De school faciliteert een fotograaf en die moet het onderling met de ouders verder maar regelen.

De fotograaf kon niet echt onderbouwen waarom er sprake zou zijn van een bindende overeenkomst. Hij deed dit al jaren zo, maar dat is juridisch geen argument. Je kunt niet eenzijdig zeggen, stilzwijgen is toestemming. Helemaal niet gezien art. 7:7 BW:

Degene aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijze mag aannemen dat deze toezending is geschied ten einde hem tot een koop te bewegen, is ongeacht enige andersluidende mededeling van de verzender jegens deze bevoegd de zaak om niet te behouden, tenzij het hem is toe te rekenen dat de toezending is geschied.

De rechtbank vindt het evident dat deze foto’s zijn geleverd teneinde de gedaagde tot een koop te bewegen. Er zit immers een bestelformulier bij. En dan is de enige vraag of je als gedaagde hebt uitgelokt dat de foto’s zijn geleverd, waarvan hier geen sprake was.

Hooguit zou je je nog kunnen afvragen of sprake is van ’toezending’, wanneer de school je een envelop bezorgt via je kind is dat moeilijk een ‘zending’ te noemen in de zin van een postzending. Maar dat was geen argument in deze zaak, en ik denk ook niet dat het opgaat omdat ook bezorgen via een koerier eronder zou vallen, en dat kind is gewoon de koerier dan.

Juridisch is er nog een truc als je geen contract hebt: de zogeheten ongerechtvaardigde verrijking. Dit is een beetje het stiefzusje van de onrechtmatige daad. Weliswaar heb je niets onrechtmatigs gedaan om iets te verkrijgen, maar je mag dat iets toch niet houden want je hebt er geen grondslag voor. Je zou dan kunnen zeggen, je behoudt die foto en die vertegenwoordigt waarde, dus je hebt jezelf verrijkt en dat gaat ten koste van mij, dus betalen of foto terug.

Maar ook dat gaat hier niet op. De regel uit artikel 7:7 BW is heel duidelijk in het voordeel van de consument geschreven. Met een truc die regel onderuit halen, is niet de bedoeling en dus verklaart de rechter dat argument ongeldig (dit is waarom ik rechters DWIM compilers van het recht noem).

Arnoud

Oeps, ik heb per ongeluk de iTunes voorwaarden geaccepteerd!

macbook-play-pauseEen lezer vroeg me:

Ik heb een MacBook met op het toetsenbord een play/pause-knop. Wanneer ik deze (al dan niet per ongeluk) indruk, wordt iTunes gestart. Ik heb nooit de voorwaarden van iTunes geaccepteerd, omdat ik andere software gebruik voor het luisteren naar muziek, derhalve wordt mij eerst gevraagd of ik de voorwaarden wil accepteren. Ik weigerde dit, waarna het scherm direct weer tevoorschijn kwam. Als techneut wist ik wel hoe ik iTunes snoeihard kon afschieten, maar ik kan me voorstellen dat andere gebruikers na een aantal keer de voorwaarden accepteren met het enkele doel om iTunes te kunnen afsluiten. Is in die situatie een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen?

Een overeenkomst komt juridisch gezien tot stand doordat partij A een aanbod doet dat partij B aanvaardt. Het maakt in principe niet uit hoe aanbod of aanvaarding worden gedaan of gecommuniceerd. Een door twee partijen ondertekend stuk papier is net zo bindend als een mondeling “ja oké” of een klik op een akkoordknop.

Aan een per ongeluk gegeven aanvaarding zit je niet vast. Je moet juridisch gezien wel de wil hebben gehad dat aanbod te aanvaarden. Alleen: hoe weet je wederpartij dat? Het is wel erg makkelijk om achteraf te zeggen “oh sorry dat had ik niet bedoeld”.

De Nederlandse wet lost dit op met de zogeheten wilsvertrouwenleer (art. 3:35 BW. Als de wederpartij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat wat je deed een uiting van jouw wil was, dan zit je eraan vast. Klikken op ‘akkoord’ is een uiting van een wil (je wilt akkoord gaan). De vraag is dan dus: mag Apple erop vertrouwen dat jij werkelijk dat wilde?

Het probleem met die knop is dat er nauwelijks een nuance aan te brengen is: je drukt erop, of niet. Ik zie dus twee mogelijkheden. De ene is dat je zegt, dit is bindend want je moet maar uitkijken waar je op klikt. De tweede is dat je zegt, dit is niet bindend want Apple moet maar beseffen dat veel mensen dit eigenlijk niet willen en/of niet snappen.

Ik neig zelf naar het tweede standpunt, want het wordt wel érg makkelijk zo om mensen aan allerlei voorwaarden te binden. En vandaag de dag is het nauwelijks nog verdedigbaar (vind ik) om te zeggen dat mensen elke set voorwaarden rustig lezen, eventueel juridisch advies inwinnen en dan welbewust op akkoord klikken.

Jullie?

Arnoud

Mijn werkgever houdt mij aansprakelijk voor een onbevoegd getekend contract!

no-nee-disclaimer.pngEen lezer vroeg me:

Onlangs hadden we een aanpassing aan onze website nodig. Ik heb toen met spoed een kennis gevonden die het wilde doen, en zelf de opdracht gegeven omdat ik dacht dat het wel goed zat. Echter, het resultaat valt nu zwaar tegen en mijn baas zegt nu dat hij mij aansprakelijk gaat houden omdat hij de offerte nooit heeft geaccordeerd. Kan dat zomaar?

Allereerst wat het akkoord betreft. Op zich is het inderdaad de hoofdregel dat alleen een bevoegd persoon een bedrijf kan binden. Een willekeurige werknemer kan dus niet zomaar allerlei contracten tekenen of akkoord per mail doorgeven.

Echter, afhankelijk van de situatie kan dat anders uitpakken. Als de wederpartij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat deze werknemer bevoegd is, dan is het niet mogelijk achteraf te zeggen “hij was niet bevoegd” en daarmee van het contract af te komen. In dit geval zou je zeggen dat daar wel sprake van is, want het gaat om een klein bedrijf en een duidelijke vraag voor iets dat het bedrijf aangaat. Bovendien mocht de opdrachtnemer al aan het werk, dus dan zou je zeggen dat het bedrijf het wel goed vindt.

Belangrijker is hier echter het punt van de aansprakelijkheidsstelling van de werknemer nu het werk tegenvalt. Dat gaat hem echt niet worden. Een werknemer is niet persoonlijk aansprakelijk voor schade die de werkgever lijdt door uitvoering van het werk, behalve in de zeer uitzonderlijke situatie van opzet en grove nalatigheid. En dat doet zich eigenlijk alleen voor als je bewust van plan was je werkgever schade te berokkenen of zó dom handelde dat het niet meer normaal is.

Het gaat hier om een inschattingsfout: je dacht dat die kennis het kon, echter hij zat te prutsen. Dan is het gewoon een fout voor rekening van de werkgever.

Het komt echter wel vaker voor dat werkgevers zoiets zeggen, en dat kan behoorlijk intimiderend zijn voor een werknemer. Want stappen nemen tegen je werkgever om zoiets te pareren is iets dat je wel moet durven. Maar wat moet je hier anders, met zo’n baas?

Arnoud

Contractsluiting via activatiecode is rechtsgeldig (en waarom ook niet)

pen-contract-ondertekenen-algemene-voorwaardenWanneer een bedrijf een per e-mail toegezonden activatiecode voor een overeenkomst intypt, mag je daaruit concluderen dat men dat contract heeft gewild. Ook al is er geen handtekening gezet. Dat vonniste (arresteerde, maar dat klinkt gek) het Hof Arnhem-Leeuwarden onlangs. Elektronisch contracteren, het blijft een onderwerp dat de gemoederen doet losmaken.

Wie in de Nationale Zorggids vermeld wil worden, moest vroeger een contract ondertekenen en terugsturen. Dat is natuurlijk praktisch nogal omslachtig, vandaar dat het bedrijf achter de gids een nieuw proces had ingevoerd: Je krijgt een mail met een unieke activatiecode, die moet je invoeren op de website en na akkoord op algemene voorwaarden (argh) en op ‘Activering voltooien’ klikken heb je dan een contract gesloten.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er nul komma niets spannends aan elektronisch contracteren. Ook niet als je een huis koopt of zo, want ook dan is het simpel: dat mag niet elektronisch.

Als het wél elektronisch mag, dan zijn er eigenlijk geen inhoudelijke eisen. Wil je een gescand stuk papier met inktkrabbel, leuk voor je. Wil je een activatiecode ingevoerd zien en een vinkje bij i-agree-with-ze-terms-and-conditions dan is dat ook prima. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, en dat is het. Een stuk papier met inktkrabbel levert sterker bewijs op dát je het aanbod hebt aanvaard, dat is alles.

En als je een proces opzet dat begint met

“Welkom in de beveiligde omgeving van de Nationale Zorggids. Voer uw activeringcode in om de vier stappen te doorlopen waarmee u uw opdracht kunt activeren en bevestigen.”

dan is dat ook prima:

Daarmee is naar het oordeel van het hof reeds bij de eerste stap voldoende duidelijk, althans zou voor een professionele wederpartij als B2B-Twente voldoende duidelijk moeten zijn geweest, dat het proces eindigde met de bevestiging van een opdracht.

Maar juristen zouden juristen niet zijn als ze niet toch een grote twijfel op weten te roepen. Hoe weet je bijvoorbeeld of de persoon die die code intypt, wel gemachtigd is om namens het bedrijf het contract te sluiten?

Gelukkig is de rechtbank hier ook lekker nuchter:

Vast staat immers dat de e-mail met de offerte is gezonden aan [e-mailadres], het e-mailadres van [de bestuurder], de bestuurder van B2B-Twente, zodat Nationale Media ervan mocht uitgaan dat het activeringsproces was doorlopen door [de bestuurder] zelf of met zijn instemming door een ander.

Uiteraard hangt het dan dus af van de persoon met wie je mailt, maar dat is niet anders dan in de gewone wereld: als je met Piet van inkoop zaken doet, dan mag je veronderstellen dat Piet je in mag kopen, maar babbel je met Marjo van HRM dan moet je even dubbelchecken of ze dat wel mag. En wat is het verschil tussen een brief van Piet, inkoper bij Example BV, en een mail van piet@example.com?

Arnoud

Maar ik klikte alleen per ongeluk op die hyperlink in de mail!

bevestigingslinkEen lezer vroeg me:

Onlangs diende ik een aanvraag in bij een bedrijf. Ik kreeg een mail en moest op een link klikken om de bestelling te bevestigen. Toen keek ik even niet uit en klikte ik per abuis op die link. En nu zegt het bedrijf dat ik (als consument) vast zit aan die bestelling omdat zij niet kunnen zien of mijn klik opzettelijk of per ongeluk was. Wat nu?

Een overeenkomst komt volgens de wet tot stand doordat je een aanbod aanvaardt. Daarbij gelden in het algemeen geen eisen zoals schriftelijkheid. Zolang de handeling maar duidelijk bedoeld is als een akkoord, is het een akkoord.

Natuurlijk kun je per ongeluk zo’n handeling verrichten. Of je zegt voor de grap ja en de wederpartij hoort de ondertoon niet. De wet kent daarom de regel van art. 3:35 BW: als de wederpartij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat je het serieus bedoelde, mag hij je eraan houden ook als jij het eigenlijk niet wilde doen.

De vraag is dus: mag de wederpartij bij het klikken op zo’n link concluderen dat je dat serieus bedoelde?

Specifiek bij zulke hyperlinks is geen jurisprudentie bekend, voor zover ik weet. Mijn gevoel zegt me dat je hier pech hebt als je per ongeluk op die link klikt. Er is geen manier om na te gaan dat je dit niet bedoelde en de handeling op zich is iets dat normaliter zeer bewust gebeurt. Ik vind het dan ook redelijk dat je als wederpartij concludeert dat de link met opzet en doelbewust is aangeklikt.

Natuurlijk moet de link wel expliciet aangemerkt zijn als “Klik hier om te bevestigen dat u een contract wil” en niet “Meer informatie” of “Ok” of zoiets nietszegends.

Overigens, mogelijk dat je via de Wet koop op afstand de overeenkomst nog kunt ontbinden. Bij de meeste bestellingen (ook aanvragen voor diensten) kan dat tot 14 dagen na contractsluiting, en bij productleveringen tot 14 dagen na levering van het product.

Wat vinden jullie? Had je maar beter op moeten letten, of moet een bedrijf dat zo werkt er rekening mee houden dat mensen per ongeluk klikken?

Arnoud

Heeft deze disclaimer zin?

no-nee-disclaimer.pngEen lezer vroeg me:

Recent kreeg ik een mail van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en die zetten onderaan hun mail deze disclaimer: “Deze e-mail is informatief van aard. Een officiële stellingname van de VNG wordt alleen schriftelijk (op papier) verstrekt.” Is dit ook zo’n onzintekst zoals alle disclaimers?

Dat is een van de weinige disclaimerteksten waar ik over twijfel. Doel van deze tekst is te voorkomen dat de VNG contractueel gebonden wordt gehouden aan zaken die ze in e-mail zeggen. Denk aan een informele mededeling “prima offerte” of “ja dat klopt”. Ze willen zich daartegen weren door in de mail te bepalen dat zulke mededelingen ‘informatief’ zijn, oftewel geen bindende toezeggingen opleveren.

Op zich kan dat. Als ik duidelijk maak dat een bepaalde opmerking niet als bindende toezegging is bedoeld, dan kan de wederpartij daar geen aanspraak op maken. Als ik bovenin een mail zet “Dit is geen officieel aanbod maar” of “hou me ten goede maar ik denk dat dit voor X euro kan”, dan is dat niet bindend voor mij. Ook als je gezien de omstandigheden had moeten begrijpen dat ik geen aanbod wilde doen maar slechts hardop nadacht of iets dergelijks, dan kun je me er niet aan houden.

Juridisch is het criterium (art. 3:35 BW) of je

eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, [terecht] heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking

Dit criterium is ook waar de vele Otto-typefoutzaken over gaan: mocht je een lage prijs opvatten als een reëel aanbod of niet?

Het gaat bij zulke zaken nooit om één tekst of één dingetje. Als de gehele advertentie “ademt” dat dit een stuntaanbieding van €99 is, dan is een disclaimer “Prijzen onder voorbehoud” niet genoeg om dat te weerleggen. Staat er “vanaf €99, vraag naar de voorwaarden” dan mag je dit niet per se opvatten als “wat ik wil, kan voor €99”.

Bij deze VNG-disclaimer is de vraag dus of een specifieke mail “ademt” dat men echt akkoord is. Dan lijkt me die zin niet genoeg om dat te weerleggen. Maar als de akkoordverklaring voor twijfel vatbaar is (“Lijkt me prima, Arnoud”) dan moet je navragen. Bedoelt hij dan een akkoord of slechts “ik ga het akkoord halen en je ziet het wel in de post als de directeur niet dwarsligt”?

Hoe zouden jullie “Lijkt me prima” met zo’n disclaimer onderaan opvatten als het een reactie is op een concrete offerte?

Arnoud

“Je mag ons niet meer aanklagen want je hebt ons geliket!”

facebook-dislike-like.pngOntbijtproducent General Mills claimt op haar website dat wie haar liket of een coupon downloadt, afziet van het recht haar te mogen aanklagen. Dat meldde de New York Times een paar dagen terug. Deze acties zouden volgens grijze-letter-op-witte-achtergrondtekst leiden tot aanvaarding van gebruiksvoorwaarden waarin een arbitrage-beding is opgenomen. Na een hoop herrie werd dat voorstel snel weer ingetrokken maar de reputatieschade zal nog wel even doorlopen. En dat roept de juridische vraag op: kan dat dan, iemand binden aan voorwaarden door het klikken van een like!-knopje?

Arbitrageregels zie je in steeds meer gebruiksvoorwaarden opduiken. In plaats van naar de rechter, moet je dan naar een panel van juristen dat een bindende uitspraak oplegt in jouw zaak. Dat is voor Amerikanen belangrijk, want via class action suits (massaclaims) kunnen gehaaide advocaten miljoenenclaims neerleggen die dan tegen forse bedragen worden geschikt. En de Supreme Court heeft in 2011 gezegd dat wie toestemt in arbitrage, zijn recht opgeeft later mee te doen aan een class action.

Naar Nederlands recht ligt dat anders: een verplichte arbitrage staat op de zwarte lijst van algemene voorwaarden die altijd verboden zijn. Men moet een consument te allen tijde een maand of meer geven om te beslissen alsnog naar de rechter te willen. En dan wel een maand nadat de ondernemer zegt, ik wil de arbitrage inroepen. Niet -zoals in de VS- een maand nadat de voorwaarden zijn geaccordeerd.

Handig dus om mensen akkoord te laten geven op je voorwaarden met arbitragebeding. Laat je mensen lid worden van je site, dan is dat makkelijk: geen hond die de registratievoorwaarden leest, en in de VS is dat dan pech voor die hond die op I-agree klikt. Maar veel sites hébben geen registratie. En dan is het dus iets lastiger om een vinkje bij “I agree” te laten zetten.

Maar juridisch gezien, hoeft dat niet, zo’n vinkje. Zowel hier als in de VS geldt, een overeenkomst komt tot stand doordat iemand een aanbod aanvaardt. Aanbod en aanvaarding mogen op alle mogelijke manieren worden gedaan. Wie hieronder in de reactiepanelen zegt “Ik wil graag dat boek Webwinkels van jullie, €19,95 plus verzendkosten is prima”, die heeft zich gebonden aan een bestelling. Goed, ik zal een probleem hebben als mensen hun adres er niet bij zetten en een valse naam/adres is snel getypt, maar in beginsel is dat gewoon een probleem bij de uitvoering. Geen reden waarom contracteren per reactiepaneel juridisch niet rechtsgeldig zou zijn.

Dit bedrijf gaat nog een stapje verder: ze zeggen dat ze het akkoord afleiden uit op zich gewone handelingen. En dat voelt wat dubieuzer: ik doe die handelingen immers voor een ander doel. Het is nog wel te billijken dat je zegt, “typ deze tekst en je bent akkoord met die bestelling”. Maar zeggen, “al wie reageert vandaag, koopt een boek”, gaat wel even wat verder. Wéét je dat, moet je daarop beducht zijn als reageerder? Ik denk dat dat er echt expliciet bij zou moeten staan. En zelfs dan: mensen lezen niet, hóeven ook niet te lezen als ze iets doodnormaals gaan doen. Het is onredelijk om aan zo’n handeling welk rechtsgevolg ook op te hangen als dat afwijkt van het gewone verwachtingspatroon.

Wat vinden jullie? Wanneer ga je akkoord met website-voorwaarden, afgezien van registratie en vinkje met “I agree”?

Arnoud

Wanneer is een digitale overeenkomst rechtsgeldig?

handtekening-zosh-iphone.pngEen lezer vroeg me:

Wat is de rechtskracht van een contract dat geheel digitaal tot stand is gekomen? Dus getypt in Word, uitgeprint, ondertekend, ingescand, naar de wederpartij, daar weer uitprinten, ondertekenen, inscannen en terugsturen.

Het flauwe antwoord: dat heeft rechtskracht als overeenkomst want de partijen zijn eruit wat het aanbod is en zijn het met elkaar eens dat ze dat willen. En meer dan dat is er niet nodig: een overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van een aanbod. Hoe je dat communiceert, doet er niet echt toe. Overeenkomsten zijn vormvrij, zoals dat heet.

Vaak wordt er toch gewerkt met stukken papier waar dan creatieve inktkrabbels op worden gezet. Dat hóeft dus niet, maar het levert je een belangrijk bewijsvoordeel op: zo’n schriftelijke en ondertekende overeenkomst (“contract”) is volgens de wet een akte. En een akte is een document dat bewijst wat jij verklaart (art. 157 Rechtsvordering):

Een [] akte levert ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van die verklaring, tenzij dit zou kunnen leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat.

Je staat dus sterker als partij met een ondertekend contract dan als partij met een mondelinge toezegging, hoewel ze formeel dezelfde situatie opleveren.

Een akte moet op papier, maar kán ook elektronisch (art. 156a Rechtsvordering). Alleen, er moet dan wel elektronisch een handtekening onder gezet worden en de wet stelt dan nogal wat eisen (art. 3:15a BW). Ik blijf dat gek vinden, want aan de inkthandtekening wordt gewoon géén eis gesteld over hashes, certificaten en gebruik maken van “middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden”. Maar als je de wet welwillend leest, dan zou een scan van een inkthandtekening óók kwalificeren als een elektronische, hoewel je dan wel serieuze discussie krijgt over betrouwbaarheid (want zo te kopiëren).

Bij de werkwijze van de vraagsteller ben ik er nog niet uit of dit nu een elektronische akte is of stiekem toch een papieren akte. Het eindresultaat ís immers een stuk papier met twee handtekeningen. Dat dit is gescand en gemaild, doet er voor mij niet echt toe. Diezelfde discussie was er ook bij de fax, en daarvan bepaalde de Hoge Raad dat die een akte opleverde, omdat je het origineel erbij kon pakken en vergelijken. En dat kan hier ook, hoewel met iets meer gepuzzel: er is een origineel met handtekening A, en een origineel met handtekening B (plus een scan/print van handtekening A). Constateer dat die twee identiek zijn op inhoud, en klaar ben je. Maar wellicht denk ik daar te makkelijk over.

Ik heb echter nog nooit gehoord van problemen in de zin van “die PDF bevat niet de werkelijke inhoud van ons contract”. Wél heel veel problemen in de zin van “dat leest u verkeerd” of “artikel 15.3 laat toch écht de ruimte om ook X te doen”. Maar dat hou je altijd.

Zien jullie verschil tussen het dubbelgescande document van de vraagsteller en een compleet papieren exercitie?

Arnoud