Over het publiceren van dossiers is altijd veel te doen. Je eigen teksten mag je online zetten, maar mag dat ook met brieven of stukken van de wederpartij? Vorig jaar beschreef ik de regels, maar één specifiek stuk wil ik nu nader uitlichten. De rechtbank Almelo oordeelde namelijk recent dat publiceren van stukken van de wederpartij een schending van het auteursrecht was.
Achtergrond van het geschil was de vraag wie de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van een school was. Twee groepen mensen wierpen zich op als de ‘echte’ GMR en dat leidde tot negatieve publicaties op internet. Dat moest dan ook wel tot een rechtszaak komen, maar nu een kort geding was aangespannen kan de rechter niet echt een eindoordeel vormen over wie ‘echt’ is.
De rechter kan wel oordelen over de publicaties. Die waren zo te lezen aardig heftig, maar de rechter betrekt de doelgroep (“een klein deel van de bevolking van de gemeente Enschede, dat bekend is met het conflict”) en oordeelt dan ook dat de publicaties niet onrechtmatig zijn.
De gedane uitlatingen zijn niet van een dermate verregaande aard dat verwacht moet worden dat eisers hierdoor (ernstige) hinder dan wel schade zullen ondervinden.
Wel onrechtmatig is het publiceren van het dossier. De rechter is daar erg makkelijk: er zit auteursrecht op, dus mag het niet.
Deze stukken ontberen niet een oorspronkelijk karakter en om die reden komen zij in aanmerking voor volledige auteursrechtelijke bescherming. Het op de website plaatsen van die stukken kan worden gezien als een openbaarmaking in de zin van artikel 12 Auteurswet (hierna te noemen Aw). Gelet op het bepaalde in artikel 1 Aw is openbaarmaking echter uitsluitend voorbehouden aan de maker. [Gedaagde] heeft aldus door plaatsing van genoemde stukken op de website inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eisers dan wel hun raadsvrouwe.
Dat had wel iets minder ongenuanceerd gekund. Het publiceren van de stukken diende hier hetzelfde doel als de gewraakte eigen publicaties: informeren en discussiëren over dat conflict. Er werd hier niet gepubliceerd om andermans economische exploitatierechten aan te tasten. Het voelt dan nogal met de haren erbij gesleept om op grond van het auteursrecht te eisen dat de dossierstukken verwijderd moeten worden.
Ik had graag gezien hoe de rechter de vrije meningsuiting had afgewogen tegen de auteursrechten. Het lijkt erop dat op dit punt geen verweer is gevoerd – er staat niets over in het vonnis. Mijns inziens is goed verdedigbaar dat publicatie van de stukken een hoger doel dient dan het auteursrecht in dit soort situaties. (Denk aan het Scientology-arrest, hoewel dat een nogal extreme situatie was.) Mensen een compleet beeld geven van je geschil kan eigenlijk niet zonder de stukken van de wederpartij laten zien.
Arnoud
Ha, een juridische opsteker. De persvrijheid kan het wel degelijk winnen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Dat blijkt uit een
De Revu wordt niet gestraft voor het infecteren van 14.000 computers en het hacken van de mailbox van de geanonimiseerde Staatssecretaris van Defensie, zo las ik gisteren
De belastingtelefooon maar dan anders. Dat was het idee achter een SMS-dienst van het Finse bedrijf Satamedia: voor 2 euro kun je per SMS de gegevens uit ieders belastingaangifte opvragen. Geheel legaal, want in Finland zijn belastingaangiftes openbaar beschikbaar(!). Maar er is toch wel een verschil tussen een document inzien bij de belastingdienst of diezelfde gegevens laagdrempelig ontsluiten via een SMS, vond de Finse privacywaakhond. Zij stapte naar de rechter, en die verwees door naar het Europese Hof van Justitie.