Mag Wetransfer blaffen naar “veiliger alternatief” Skotty?

Eindhovense startup Skotty laat je veilig e-mailen en bestanden delen, las ik bij RTL Z. En iets later op Twitter dat Wetransfer er boos over is: WeTransfer stuurt vanuit het niets met dreigende taal een jurist op me af vanwege dit. Wat raar, mag je dan niet meer zeggen dat jouw dienst een privacyvriendelijker Wetransfer-achtige dienst wil zijn?

Het voelt een beetje alsof een AI legal assistant het nieuws monitort en aanslaat op berichten waarin het bedrijf wordt genoemd, want wie het artikel leest zal niet snel concluderen dat Wetransfer de grootste datadief is sinds Facebook.

Het lijkt erop dat het datatransferbedrijf boos werd over passages als deze:

Veilig e-mailen en bestanden delen zonder dat anderen mee kunnen gluren. Dat is het doel van de Eindhovense startup Skotty, dat nu voor iedereen te gebruiken is. “We willen een veilige, privacyvriendelijke WeTransfer-achtige dienst zijn.”

Skotty noemt natuurlijk Wetransfer omdat het de bekendste naam is, en omdat zijn dienst een duidelijk onderscheidend kenmerk heeft met de focus op veiligheid. Ik haal nergens uit het artikel dat hij specifieke twijfels bij Wetransfer heeft, en als Europees bedrijf heeft Wetransfer de AVG-zaakjes ongetwijfeld prima op orde. En ik zie een slotje bij Wetransfer, dus dat zal ook wel goed zitten.

Desondanks zijn er vele niveaus van veiligheid, en als je als Skotty in wilt zetten op een hoger niveau, dan is het volkomen gerechtvaardigd om in je marketing te zeggen dat je veiliger bent dan. Dat betekent niet dat Wetransfer onveilig is, het betekent dat jij nóg veiliger wilt zijn.

Mijn nekharen gaan wel overeind staan van een bedrijf dat bij twijfels over hun veiligheid naar de blaffende jurist grijpt in plaats van vanuit zelfvertrouwen te staan achter het product. Ik ken die tactiek namelijk alleen bij bedrijven die malafide zijn, en begrijp dan ook totaal niet waarom Wetransfer dit zou doen. Dit kan toch niet anders dan averechts werken?

Arnoud

Moet GeenStijl het IP-adres van haar reaguurders afgeven?

vordering-geenstijl-126nd-gegevensEen dikke vette vordering/machtiging/bevel van het Arrondissementsparket Amsterdam en een echte officier van justitie. Of GeenStijl even naam, adres, woonplaats alsook historische gegevens en ip-adressen van een drietal reaguurders wil overhandigen. Dat schreef het shockblog eerder deze week. Nee, was de reactie. Maar eh, heb je zo veel te willen dan als er een bevel van de officier ligt met een vordering tot afgifte?

De vordering tot afgifte van gegevens is gebaseerd op artikel 126nd Strafvordering. Bij verdenking van een ernstig misdrijf (zoals gedefinieerd in art. 67 Strafrecht) mag de officier van Justitie gegevens vorderen die van belang zijn voor het onderzoek. Voor een vordering als deze is wel vereist dat de rechter-commissaris toestemming geeft, maar die is er.

De vordering noemt zelf niet wat het strafbare feit zou zijn. Gezien de aard van de comments zou het kunnen gaan om beweerdelijke groepsbelediging (discriminatie) art. 137c Strafrecht, en dat is een ernstig misdrijf, zo staat in dat artikel 67, als je dat “in vereniging” doet. En er zijn hier drie mensen die gezamenlijk reaguren.

Klaar als een klontje dus, zou je zeggen. En dan kun je wel stoer doen als stijlloos blog, maar afgeven ga je.

Nou, niet per se. Het gaat hier niet om zomaar een vordering aan zomaar iemand die gegevens heeft, maar om een vordering aan een journalistiek medium. Want wat je ook van GS mag vinden, ze zijn journalistiek bezig. En dán mag je niet zomaar gegevens vorderen; journalisten hebben recht op bescherming van hun bronnen. Het beleid van het OM is dan ook

In ieder geval lijkt het toepassen van dwangmiddelen gerechtvaardigd als dat het enige effectieve middel is om een zeer ernstig delict op te helderen. Het moet dan gaan om die misdrijven waarbij het leven, de veiligheid of de gezondheid van personen ernstig is geschaad of in gevaar kan worden gebracht. Daarvan zal in beginsel sprake zijn bij het opsporen van de verdachte van bijvoorbeeld een reeks van ernstige zedenmisdrijven, het traceren van een hoeveelheid explosieven of het inrekenen van een voortvluchtige moordenaar.

en ja dat is juridisch bindend tegen het OM te werpen.

Je kunt je natuurlijk wel afvragen in hoeverre hier sprake is van een journalistiek relevante bron. Het ligt wat anders dan in de Crimesite-zaak waarbij IP-adressen van potentiële getuigen werden gevraagd in verband met een misdrijf dat elders werd gepleegd (een mishandeling op straat). Hier gaat het om informatie over de dader vanwege een uiting die ze op de site zelf hebben gedaan. Het voelt wat gek om in dat verband te spreken van een brón die de journalist wil beschermen.

Arnoud

Wanneer is een blogger journalist?

Bloggers zijn net zo hard beschermd als journalisten onder de wet, las ik bij BoingBoing. Een Amerikaanse hogerberoepsrechtbank bepaalde dat een onderscheid tussen massamedia (“institutional speakers”) en andere meningsuiters onwerkbaar is. Daarmee won de blogger een geschil over smaad. Ik blijf het gek vinden dat zoiets nieuws is. Journlistiek is immers geen beroep maar een handelwijze.

De wet kent geen speciale regels die alleen voor journalisten gelden. Ook een politieperskaart geeft geen speciale rechten – behalve dat je dan afgezette plaatsen mag betreden bij bv. calamiteiten. De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht, en dat grondrecht geldt voor alle burgers. De wet kent dan ook geen definitie van journalistiek, maar alleen van de vrijheid van meningsuiting in het algemeen.

De meest expliciete definitie is die van het Europese Hof in het Satamedia-arrest:

[Van journalistiek is sprake] bij de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebt, ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.

Ook een burger of groep mensen met een website vallen onder deze definitie. Eerder had onze Hoge Raad in het arrest Van Gasteren/Hemelrijk geconstateerd dat:

Inmiddels kan echter (mede) door de opkomst van het internet niet nauwkeurig meer worden omschreven wat in de hier bedoelde zin is te verstaan onder “de pers” omdat daardoor ook voor particulieren de mogelijkheid is ontstaan zich buiten de tot dan toe bestaande media tot een breed publiek te richten.

En het Gerechtshof Arnhem kwam in een zaak over Flitsservice.nl met de conclusie dat de term journalistiek ook geldt “voor degene die op een daarvoor ingerichte en aan het geinteresseerde publiek bekende internetsite berichten, opinies en foto’s plaatst met het doel dat publiek over het desbetreffende onderwerp te informeren”.

Het maakt dus niet uit of je je beroep maakt van journalistiek bezig zijn, of dat je dat voor de lol doet. En ook niet of je dat op gedrukt papier doet dan wel op een blog (of op Twitter). Journalist ben je niet, journalistiek doe je.

Journalistiek doen wil echter niet zeggen dat alles mag. Je moet ook dan rekening houden met de belangen van anderen. Zo kun je iemands privacy schenden of smaad plegen door over een persoon te schrijven. Je kunt strafbare feiten plegen bij je onderzoek (of bij de publicatie daarvan). Daarom vind ik het niet heel verrassend dat een blogger voor smaad aangeklaagd wordt. Het kan zijn dat hij wint of verliest – maar of hij van journalistiek zijn beroep heeft gemaakt, is daarbij irrelevant.

Waarom het dan toch nieuws is, zo’n zaak? Geen idee eigenlijk. Ik vermoed omdat het iets met internet is, waardoor het als nieuwig/verrassend feitje gebracht kan worden. De ondertoon bij zulke berichten is vaak “voor de eerste keer bepaalde de rechter dat”. Wat vaak onzin is. Maar ja.

Arnoud

Gemeente mag geen leges heffen voor Wob-verzoek

wobGemeentes mogen geen leges heffen voor het leveren van informatie naar aanleiding van een Wob-verzoek, bepaalde de Hoge Raad gisteren. Bij De Nieuwe Reporter spreken ze van “uit handen slaan van een belangrijk wapen uit om Wob-verzoeken van journalisten te traineren”.

Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur mag iedereen overheidsstukken opvragen (behalve in een paar categorieën uitzonderingen). Journalisten maken hier graag gebruik van, en met name bij gemeenten wordt dat nogal eens als een last ervaren. Om gevis naar stapels documenten onder de Wob binnen de perken te houden, of afhankelijk van je frame om de vrije nieuwsgaring te belemmeren, werd onder meer vaak leges geheven. Brenno ‘Bigwobber’ de Winter kreeg 30.000 euro aan leges voor de kiezen, bijvoorbeeld.

Nu zijn leges op zich legitiem wanneer de burger een dienst wil van de overheid. Maar bij diensten die primair om een algemeen belang gaan, mag dat niet. U herinnert zich wellicht nog de uitspraak uit 2011 over het paspoort dat gratis werd, dit ging over dezelfde redenering. (Daarna werd snel een reparatiewetje doorgevoerd dat expliciet zei dat gemeentes wél geld mogen vragen voor paspoorten, wat door de rechter bevestigd werd.)

De Hoge Raad trekt die lijn nu door naar leges voor Wob-verzoeken:

[Uit de wettekst] moet worden afgeleid dat de openbaarmaking van informatie naar aanleiding van een Wob-verzoek, behoudens de hierna in onderdeel 3.3.7 genoemde werkzaamheden, niet in overheersende mate verband houdt met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang.
Uitgezonderd zijn de in 3.3.7 van het arrest genoemde zaken: kopieën van documenten en uittreksels of samenvattingen van de inhoud daarvan. Dat is wél een “individualiseerbaar belang”, iets dat de Wobber specifiek vraagt en niet een dienst van algemeen nut.

Is het probleem daarmee van tafel? Nou nee, niet bepaald. Want gemeentes zullen nu niet ineens Wob-fan worden, noch zullen journalisten ineens minder Wobverzoeken gaan indienen. Dus er zullen hordes opgeworpen blijven worden tegen wat gemeentes zien als excessief gewob, en journalisten zullen daartegen blijven ageren.

De IT-er in mij ziet (zoals bij elk probleem) de oplossing in een database: waarom zetten gemeentes niet standaard zo veel mogelijk informatie online? Het lijkt me dat als je een document maakt je snel kunt inschatten of het openbaar moet zijn of niet. En als er privédetails in zitten dan kun je dat beter tijdens het opstellen van het document weglaten of redigeren dan achteraf. Of mis ik iets?

Arnoud

Een tweet in de krant, mag dat?

twitterbird.pngLaatst had ik weer een journalist aan de telefoon die zich zorgen maakte dat sommige media “zomaar tweets overnemen” en in de krant plaatsen, of op televisie overnemen. Dat kon toch niet zomaar, er zat toch auteursrecht op tweets? Eh. Kent u dat, vrijheid van nieuwsgaring en citeren uit openbare bronnen?

Natuurlijk, op een tweet kan auteursrecht zitten. 140 tekens is niet veel, maar genoeg om enige creativiteit in kwijt te kunnen. En als je weet dat het Hof van Justitie heeft gezegd dat elf woorden genoeg kan zijn om van een beschermd werk te spreken, en een haiku nóg korter is maar zeker ook beschermd, dan is het goed denkbaar dat een tweet in principe ook beschermd is.

Maar als je auteursrecht zegt, moet je eigenlijk ook altijd citeren zeggen. Want het citaatrecht is gemáákt om stukjes van andermans werk te mogen gebruiken in een eigen werk, zoals een aankondiging of bespreking van dat werk. Of andere eigen uitingen met een vergelijkbaar doel. En “@henk zei op twitter” in een nieuwsbericht lijkt mij een prima eigen vergelijkbaar doel. Dat is dan het brengen van nieuws, het nieuwsfeit is dat @henk dat zei.

Het blijft me verbazen hoe sommige mensen redeneren als het gaat om nieuwe media. Is het nu werkelijk zó gek dat je dingen van twitter mag overnemen? Werd er vroeger ook zo gek gedaan als je iemand op radio of televisie wat hoorde zeggen, en je dat wilde overnemen in je eigen tijdschrift of krant?

Arnoud

Dossier op internet zetten: auteursrechtschending?

Over het publiceren van dossiers is altijd veel te doen. Je eigen teksten mag je online zetten, maar mag dat ook met brieven of stukken van de wederpartij? Vorig jaar beschreef ik de regels, maar één specifiek stuk wil ik nu nader uitlichten. De rechtbank Almelo oordeelde namelijk recent dat publiceren van stukken van de wederpartij een schending van het auteursrecht was.

Achtergrond van het geschil was de vraag wie de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van een school was. Twee groepen mensen wierpen zich op als de ‘echte’ GMR en dat leidde tot negatieve publicaties op internet. Dat moest dan ook wel tot een rechtszaak komen, maar nu een kort geding was aangespannen kan de rechter niet echt een eindoordeel vormen over wie ‘echt’ is.

De rechter kan wel oordelen over de publicaties. Die waren zo te lezen aardig heftig, maar de rechter betrekt de doelgroep (“een klein deel van de bevolking van de gemeente Enschede, dat bekend is met het conflict”) en oordeelt dan ook dat de publicaties niet onrechtmatig zijn.

De gedane uitlatingen zijn niet van een dermate verregaande aard dat verwacht moet worden dat eisers hierdoor (ernstige) hinder dan wel schade zullen ondervinden.

Wel onrechtmatig is het publiceren van het dossier. De rechter is daar erg makkelijk: er zit auteursrecht op, dus mag het niet.

Deze stukken ontberen niet een oorspronkelijk karakter en om die reden komen zij in aanmerking voor volledige auteursrechtelijke bescherming. Het op de website plaatsen van die stukken kan worden gezien als een openbaarmaking in de zin van artikel 12 Auteurswet (hierna te noemen Aw). Gelet op het bepaalde in artikel 1 Aw is openbaarmaking echter uitsluitend voorbehouden aan de maker. [Gedaagde] heeft aldus door plaatsing van genoemde stukken op de website inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eisers dan wel hun raadsvrouwe.

Dat had wel iets minder ongenuanceerd gekund. Het publiceren van de stukken diende hier hetzelfde doel als de gewraakte eigen publicaties: informeren en discussiëren over dat conflict. Er werd hier niet gepubliceerd om andermans economische exploitatierechten aan te tasten. Het voelt dan nogal met de haren erbij gesleept om op grond van het auteursrecht te eisen dat de dossierstukken verwijderd moeten worden.

Ik had graag gezien hoe de rechter de vrije meningsuiting had afgewogen tegen de auteursrechten. Het lijkt erop dat op dit punt geen verweer is gevoerd – er staat niets over in het vonnis. Mijns inziens is goed verdedigbaar dat publicatie van de stukken een hoger doel dient dan het auteursrecht in dit soort situaties. (Denk aan het Scientology-arrest, hoewel dat een nogal extreme situatie was.) Mensen een compleet beeld geven van je geschil kan eigenlijk niet zonder de stukken van de wederpartij laten zien.

Arnoud

Nieuw op Ius mentis: Ethisch en journalistiek verantwoord hacken

Ook journalisten moeten zich aan de wet houden. Maar als publicatie een maatschappelijk belang dient, kan het zijn dat de strafwet daarvoor moet wijken. Dit gegeven speelt een belangrijke rol bij publiceren over veiligheidslekken en ICT-problemen. Over dit onderwerp schreef ik een nieuw artikel op Ius mentis, mede gebaseerd op mijn presentatie over legaal hacken uit december vorig jaar.

De strafwet geldt voor iedereen. Het kraken van beveiligingen, inbreken in gebouwen of het wegnemen van documenten is verboden, en daarbij maakt het beroep dat je uitoefent niet uit. Maar onder uitzonderlijke omstandigheden kan een journalist vrijuit gaan met een beroep op de persvrijheid.

Wanneer een publicatie een maatschappelijk belang dient en niet verder gaat dan noodzakelijk voor dat doel, dan kan het toegestaan zijn om in die publicatie bijvoorbeeld te onthullen dat een bepaald systeem onveilig of lek is. Ook zou je onder die omstandigheden geheime of ‘gestolen’ informatie kunnen publiceren. Maar of je met een beroep op de persvrijheid een systeem mag platleggen bij wijze van protest, is een open vraag.

Lees verder in Ethisch en journalistiek verantwoord hacken op Ius mentis. En dan hoor ik graag wat er nog mist 🙂

Arnoud

Persvrijheid versus Wet bescherming persoonsgegevens

kleintje-muurkrant.pngHa, een juridische opsteker. De persvrijheid kan het wel degelijk winnen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Dat blijkt uit een recent arrest over de zaak-Kleintje Muurkrant. Hoewel de Wbp zeker door journalisten kan worden overtreden, maakt zo’n overtreding niet per se automatisch de publicatie onrechtmatig. Daarmee wordt het vonnis uit 2008 ongedaan gemaakt waarin de site Kleintje Muurkrant niet journalistiek genoeg geacht werd.

De website Kleintje Muurkrant had in een bericht de naam van een zakenman genoemd en in herinnering gebracht dat hij ooit gehoord was in een strafrechtelijk onderzoek naar Johan de V. alias “de Hakkelaar”. Deze man begon een procedure met als insteek de Wet bescherming persoonsgegevens: het noemen van zijn naam op een website was een verwerking van persoonsgegevens, en daarvoor was geen toestemming gegeven.

Het is me al geruime tijd een doorn in het oog dat de kaartenbakwet ingezet zou kunnen worden tegen journalistieke publicaties. Ja, de Wbp is breed bedoeld en ja ook een artikel op een website (zeker in een doorzoekbaar archief) valt onder de definitie van “verwerking” maar ik kan me werkelijk niet voorstellen dat het de bedoeling was om nieuwsvoorziening op dezelfde manier te behandelen als een klantenbestand.

Hoe dan ook, het Hof kiest hier een mooie middenweg: de Wbp kan wel gelden bij een journalistieke uiting, maar de vraag of deze wordt overtreden is niet altijd doorslaggevend. Een overtreding van de Wbp in een journalistieke context dient

te worden meegewogen bij beantwoording van de vraag of degene die verantwoordelijk is voor (handhaving van) publicatie van de beweringen hierdoor onrechtmatig handelt.

Het Hof maakt vervolgens eerst een algemene afweging en concludeert daaruit dat er geen onrechtmatige publicatie is geweest. Daarna wordt dat nog eens dunnetjes overgedaan vanuit het perspectief van de Wbp. In plaats van te spreken van “voldoende basis in de feiten” wordt. nu bijvoorbeeld gezegd dat er een aantoonbare noodzaak tot publicatie was die zwaarder weegt dan de privacy van de eiser (artikel 8 sub f Wbp).

Het beroep op de persexceptie (artikel 3 Wbp) wordt genegeerd. Dat doet er immers niet doe, merkt het Hof terecht op: de persexceptie zegt in feite alleen dat het College Bescherming Persoonsgegevens niets mag doen met klachten over privacyschendingen (art. 47 en 65 Wbp, lees maar na).

Op basis van zowel de Wbp als het algemene recht concludeert het Hof dat de artikelen niet onrechtmatig zijn. En datzelfde geldt dan ook voor het archief, waarover men nog opmerkt:

Bij de belangenafweging stelt het hof voorop dat een publicatie over een persoon op Internet waarvan de onrechtmatigheid niet aannemelijk is geworden of is komen vast te staan, in beginsel op Internet mag worden gearchiveerd. Degene die het artikel archiveert dient hierbij echter wel behoorlijk en zorgvuldig om te gaan met de belangen van de desbetreffende persoon, bijvoorbeeld door af te wegen voor welke doelgroep hij het archief openstelt en gedurende welke termijn.

Dat is dus in lijn met de vaste rechtspraak over archieven die zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.

Een mooie uitspraak: de Wbp is géén apart kanaal om verwijdering te eisen als dat via de gewone regels van smaad en andere onrechtmatige publicaties niet lukt.

Update (8 april 2013) in een andere zaak wordt de Wbp erg makkelijk terzijde geschoven, grotendeels omdat de betrokkene dit niet goed onderbouwde. Maar de verwijzing naar de persexceptie rammelt gewoon.

Arnoud

Raad voor de Journalistiek gaat “het internet” op

Diverse lezers mailden me naar aanleiding van een bericht in Het Parool dat de Raad voor de Journalistiek nu ook uitingen op internet zou gaan aanpakken. Houd u vast, aldus Alexander Pleijter bij De Nieuwe Reporter, want de RvdJ heeft haar statuten aangepast en is nu bevoegd om over elke journalistieke uiting op internet te oordelen. Ook bij gewone burgers die incidenteel journalistiek bedrijven.

U mag meteen weer loslaten, want de Raad voor de Journalistiek is geen overheidsorgaan of gerechtelijke instantie. Enige sanctie kan de Raad niet opleggen. Het enige wat men kan doen als de Raad vindt dat sprake is van onzorgvuldige journalistiek, is melden dat zij dit vindt en verzoeken of de ‘schuldige’ dit oordeel wil publiceren op haar medium. Persorganen die vooraf verklaard hebben (via zelfregulering) te willen luisteren naar hun oordeel, zullen dit doen.

Juridisch gezien is dit een non-issue: iedereen mag vinden wat hij vindt van iemands blog of bericht in de krant, en iedereen mag de uitgever daarvan vragen om die mening te publiceren. Maar het is de uitgever die beslist of hij dat wil of niet. En publiceer je hun mening niet, dan zal de RvdJ echt niet naar de rechter stappen. Je hoeft je als blogger dus geen zorgen te maken dat je enig juridisch probleem kunt verwachten als de Raad voor de Journalistiek je blog afkeurt. Ik schreef ooit

De Raad kan geen sancties opleggen. Mocht het daarna tot een rechtszaak komen, dan is de kans groot dat de rechter het oordeel van de Raad overneemt. En de rechter kan natuurlijk wel een blogger verplichten om een boete te betalen, een rectificatie te plaatsen of het artikel in kwestie te verwijderen.

maar dat ga ik snel nuanceren. Een orgaan dat zich beperkt tot gevestigde pers en daar via zelfregulering bindende uitspraken doet, heeft enig gezag. Een club die meent over een ieders meningsuiting een mening te mogen hebben, kan ik moeilijk serieus nemen. En ik kan me niet voorstellen dat de rechter dat wel doet.

Arnoud

Legaal hacken: waar ligt de grens? (Slideshare)

Afgelopen zaterdag was ik bij hackercommunity Revspace waar ik een half uur mocht praten over computercriminaliteit, hacken en waar de juridische grenzen liggen. Wat is het verschil tussen de TNT-staking en de DDoS?-aanvallen op Paypal? Mag je je eigen bank hacken om te zien of ze wel veilig genoeg zijn voor je geld? En als je de ov-chipkaart gekraakt hebt, mag je dan als proof of concept ermee gaan reizen? De wet stelt grenzen aan ethisch hacken, maar is niet zwart-wit. Dezelfde handeling kan legaal of illegaal zijn afhankelijk van je intentie en de omstandigheden waaronder je deze begaat.

Kijk en luister een half uur lang:

Ik vind mezelf wel steeds meer klinken als Koos Spee :O

Arnoud