VoetbalTV heeft een boete van €575.000 van de Autoriteit Persoonsgegevens gekregen, maar hoeft die van de rechtbank niet te betalen. Dat meldde Rechtspraak.nl maandag. Een mooie winst voor de amateurvoetbalaggregator en -uitzender: de Autoriteit Persoonsgegevens heeft volgens de rechtbank onvoldoende uitgelegd waarom VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang heeft bij het opnemen en uitzenden van amateurwedstrijden. De AP vond immers dat het hier ging om zuiver commerciële belangen, die sowieso nooit de privacy mogen schenden. Dat ligt dus – het zal eens een keer niet – een stukje genuanceerder.
In juni stapte VoetbalTV naar de rechter. Privacytoezichthouder AP was anderhalf jaar geleden een onderzoek gestart naar het videoplatform, maar de resultaten lieten maar op zich wachten. Op het platform kun je amateurvoetbalwedstrijden uit heel Nederland bekijken, maar omdat men onzekerheid voelde of dat wel mag van de AVG, kwam het niet op gang. Ondanks een redelijk vlotte uitspraaktermijn is het doek toch reeds gevallen voor VoetbalTV, maar dat terzijde.
Waar ging het nu om? VoetbalTV vond dat zij die beelden mocht maken zonder iedere voetballer individueel toestemming te vragen. Dat zou immers ook een onvoorstelbare administratieve ramp zijn geweest, zeker omdat je toestemming op ieder moment kan intrekken – zeg, 30 seconden na een achterstand. VoetbalTV moest het hebben van het zogeheten gerechtvaardigd belang, waarmee je in beginsel de privacy mag passeren als je genoeg waarborgen neemt en jouw belang zo inkleedt dat het zwaarder weegt.
Alleen, wat voor belangen moet het dan om gaan? De AVG zwijgt hierover, en noemt alleen indirect een aantal zaken. Vrijheid van meningsuiting (journalistiek) is enerzijds een voorbeeld, anderzijds worden specifieke dingen als ‘bewaking’ en ‘direct marketing’ genoemd. De AP was er eens goed voor gaan zitten en kwam met een principieel standpunt:
Wat ook niet als een gerechtvaardigd belang kwalificeert, is bijvoorbeeld: het enkel dienen van zuiver commerciële belangen, winstmaximalisatie, het zonder gerechtvaardigd belang volgen van het gedrag van werknemers of het (koop)gedrag van (potentiële) klanten, etc.
Om als “gerechtvaardigd” belang te tellen, moest het belang eigenlijk gewoon tot een wettelijk recht te herleiden zijn. Vrijheid van meningsuiting dus, dat is een grondrecht dus daar kun je op gaan zitten. Vervolgens krijg je dan een belangenafweging die al dan niet pro-uitingsvrijheid kan uitvallen. Maar als je komt met “ik wil heel amateurvoetballend Nederland filmen en dat uitzenden als betaal-tv” dan is dat zuiver commercieel en dan gaan we het niet eens hébben over een belangenafweging. Bah, commercie, dat telt niet.
De rechtbank ziet dat anders: de AVG noch haar voorganger (de Richtlijn uit 1995) definieert in beperkte zin wat zo’n belang is. Er is niet direct jurisprudentie, maar uiteindelijk wel een gezaghebbende uitspraak van de verzamelde toezichthouders (de artikel 29-Werkgroep). En die zeiden, aldus de rechtbank:
In haar opinie uit 2014 heeft de WP29 geschreven dat het gerechtvaardigd belang moet worden geïnterpreteerd als een begrip waar een scala aan verschillende belangen onder kan vallen, of het nu gaat om triviale of dwingende belangen, en of deze nu evident of meer controversieel zijn, mits het een werkelijk en aanwezig (en dus niet speculatief) belang is. Niet alleen juridische, maar ook allerhande feitelijke, economische en ideële belangen kunnen dus als gerechtvaardigd belang kwalificeren.
Dit is dus wat de meeste juristen destijds ook al riepen: je kunt niet op voorhand zeggen dat belang X nóóit gerechtvaardigd kan zijn. Een belang moet er zijn, grofweg de enige echte grenzen zijn dan nog of het binnen de wet past (dus geen illegale belangen of tegen de openbare orde, zeg maar). Maar kwaliteitseisen of arbitraire grenzen, dat gaat niet.
Natuurlijk zal bij een zuiver commercieel winstbelang de belangenafweging sneller in het nadeel van de geldbeluste wolf uitvallen dan bij een hoogwaardige uiting die een zwaarwegend belang dient. Maar dat is dus het hele punt van die afweging van belangen. En omdat die niet was gemaakt, wordt het besluit van de AP vernietigd en moet zij gaan beoordelen hoe die afweging er dan wel zou hebben uitgezien.
Als bijvangst weten we nu dat dit soort activiteiten niét onder de persvrijheid vallen. Weliswaar is ook het filmen van voetballers een vorm van informatiegaring en -verbreiding, maar:
De uitzending van de amateurvoetbalwedstrijden kan namelijk niet worden aangemerkt als een bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën. De wedstrijden hebben daarvoor te weinig nieuwswaarde; het gaat om het uitzenden van amateursport en- spel. De beelden geven geen informatie over bekende personen, bijvoorbeeld bekende voetballers, en dragen ook niet bij aan enig maatschappelijk debat. Het gaat om een ongefilterd verwerken van een grote hoeveelheid door eiseres zelf verzamelde persoonsgegevens. Voor het geheel van de verwerkingen geldt niet dat zij uitsluitend een journalistiek doeleinde hebben. Dat er in alle door haar verzamelde beelden nieuwswaardige informatie kan zitten, maakt niet dat alle duizenden uitgezonden wedstrijden kunnen worden gezien als journalistiek en rechtvaardigt niet het maken van opnames en uitzenden van al deze wedstrijden.
Ik zag dat zelf altijd anders; er is immers geen kwaliteitstoets bij de uitingsvrijheid. Nieuwswaarde is een argument voor de belangenafweging, als iets te weinig nieuwswaarde heeft dan zeg je dat het nieuwsbelang niet opweegt tegen de privacy van je nieuwsonderwerp. Maar ik zie wel het punt dat een grove berg met beeldmaterial (nog) geen nieuws is, je moet zoeken naar de pareltjes die je wil brengen.
Arnoud