VoetbalTV hoeft boete Autoriteit Persoonsgegevens niet te betalen

VoetbalTV heeft een boete van €575.000 van de Autoriteit Persoonsgegevens gekregen, maar hoeft die van de rechtbank niet te betalen. Dat meldde Rechtspraak.nl maandag.  Een mooie winst voor de amateurvoetbalaggregator en -uitzender: de Autoriteit Persoonsgegevens heeft volgens de rechtbank onvoldoende uitgelegd waarom VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang heeft bij het opnemen en uitzenden van amateurwedstrijden. De AP vond immers dat het hier ging om zuiver commerciële belangen, die sowieso nooit de privacy mogen schenden. Dat ligt dus – het zal eens een keer niet – een stukje genuanceerder.

In juni stapte VoetbalTV naar de rechter. Privacytoezichthouder AP was anderhalf jaar geleden een onderzoek gestart naar het videoplatform, maar de resultaten lieten maar op zich wachten. Op het platform kun je amateurvoetbalwedstrijden uit heel Nederland bekijken, maar omdat men onzekerheid voelde of dat wel mag van de AVG, kwam het niet op gang. Ondanks een redelijk vlotte uitspraaktermijn is het doek toch reeds gevallen voor VoetbalTV, maar dat terzijde.

Waar ging het nu om? VoetbalTV vond dat zij die beelden mocht maken zonder iedere voetballer individueel toestemming te vragen. Dat zou immers ook een onvoorstelbare administratieve ramp zijn geweest,  zeker omdat je toestemming op ieder moment kan intrekken – zeg, 30 seconden na een achterstand. VoetbalTV moest het hebben van het zogeheten gerechtvaardigd belang, waarmee je in beginsel de privacy mag passeren als je genoeg waarborgen neemt en jouw belang zo inkleedt dat het zwaarder weegt.

Alleen, wat voor belangen moet het dan om gaan? De AVG zwijgt hierover, en noemt alleen indirect een aantal zaken. Vrijheid van meningsuiting (journalistiek) is enerzijds een voorbeeld, anderzijds worden specifieke dingen als ‘bewaking’ en ‘direct marketing’ genoemd. De AP was er eens goed voor gaan zitten en kwam met een principieel standpunt:

Wat ook niet als een gerechtvaardigd belang kwalificeert, is bijvoorbeeld: het enkel dienen van zuiver commerciële belangen, winstmaximalisatie, het zonder gerechtvaardigd belang volgen van het gedrag van werknemers of het (koop)gedrag van (potentiële) klanten, etc.
Om als “gerechtvaardigd” belang te tellen, moest het belang eigenlijk gewoon tot een wettelijk recht te herleiden zijn. Vrijheid van meningsuiting dus, dat is een grondrecht dus daar kun je op gaan zitten. Vervolgens krijg je dan een belangenafweging die al dan niet pro-uitingsvrijheid kan uitvallen. Maar als je komt met “ik wil heel amateurvoetballend Nederland filmen en dat uitzenden als betaal-tv” dan is dat zuiver commercieel en dan gaan we het niet eens hébben over een belangenafweging. Bah, commercie, dat telt niet.

De rechtbank ziet dat anders: de AVG noch haar voorganger (de Richtlijn uit 1995) definieert in beperkte zin wat zo’n belang is. Er is niet direct jurisprudentie, maar uiteindelijk wel een gezaghebbende uitspraak van de verzamelde toezichthouders (de artikel 29-Werkgroep). En die zeiden, aldus de rechtbank:

In haar opinie uit 2014 heeft de WP29 geschreven dat het gerechtvaardigd belang moet worden geïnterpreteerd als een begrip waar een scala aan verschillende belangen onder kan vallen, of het nu gaat om triviale of dwingende belangen, en of deze nu evident of meer controversieel zijn, mits het een werkelijk en aanwezig (en dus niet speculatief) belang is. Niet alleen juridische, maar ook allerhande feitelijke, economische en ideële belangen kunnen dus als gerechtvaardigd belang kwalificeren.
Dit is dus wat de meeste juristen destijds ook al riepen: je kunt niet op voorhand zeggen dat belang X nóóit gerechtvaardigd kan zijn. Een belang moet er zijn, grofweg de enige echte grenzen zijn dan nog of het binnen de wet past (dus geen illegale belangen of tegen de openbare orde, zeg maar). Maar kwaliteitseisen of arbitraire grenzen, dat gaat niet.

Natuurlijk zal bij een zuiver commercieel winstbelang de belangenafweging sneller in het nadeel van de geldbeluste wolf uitvallen dan bij een hoogwaardige uiting die een zwaarwegend belang dient. Maar dat is dus het hele punt van die afweging van belangen. En omdat die niet was gemaakt, wordt het besluit van de AP vernietigd en moet zij gaan beoordelen hoe die afweging er dan wel zou hebben uitgezien.

Als bijvangst weten we nu dat dit soort activiteiten niét onder de persvrijheid vallen. Weliswaar is ook het filmen van voetballers een vorm van informatiegaring en -verbreiding, maar:

De uitzending van de amateurvoetbalwedstrijden kan namelijk niet worden aangemerkt als een bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën. De wedstrijden hebben daarvoor te weinig nieuwswaarde; het gaat om het uitzenden van amateursport en- spel. De beelden geven geen informatie over bekende personen, bijvoorbeeld bekende voetballers, en dragen ook niet bij aan enig maatschappelijk debat. Het gaat om een ongefilterd verwerken van een grote hoeveelheid door eiseres zelf verzamelde persoonsgegevens. Voor het geheel van de verwerkingen geldt niet dat zij uitsluitend een journalistiek doeleinde hebben. Dat er in alle door haar verzamelde beelden nieuwswaardige informatie kan zitten, maakt niet dat alle duizenden uitgezonden wedstrijden kunnen worden gezien als journalistiek en rechtvaardigt niet het maken van opnames en uitzenden van al deze wedstrijden.
Ik zag dat zelf altijd anders; er is immers geen kwaliteitstoets bij de uitingsvrijheid. Nieuwswaarde is een argument voor de belangenafweging, als iets te weinig nieuwswaarde heeft dan zeg je dat het nieuwsbelang niet opweegt tegen de privacy van je nieuwsonderwerp. Maar ik zie wel het punt dat een grove berg met beeldmaterial (nog) geen nieuws is, je moet zoeken naar de pareltjes die je wil brengen.

Arnoud

Dus vanwege sociale media mag de krant een ophefmakende naam niet noemen?

NRC mag de naam van een ex-hoogleraar arbeidsrecht die zich schuldig maakte aan grensoverschrijdend gedrag niet publiceren, meldde de krant onlangs. Deze uitspraak in kort geding volgde op een uitgebreide en onderbouwde onthulling van de krant over dit wangedrag gedurende meerdere decennia, wat ondertussen al ontslag voor de man tot gevolg had. “[G]ezien de grote vlucht die de social media hebben genomen en alle commentaren die in de regel op uitingen van deze aard via internet te vinden zijn” vond de rechter het voldoende aannemelijk dat de man vervolgens aan de schandpaal genageld zou worden, zeker omdat NRC een kwaliteitskrant is en iedereen dus aanneemt dat het waar is wat daarin staat. Eh, wacht, die leggen we nog een keer uit.

Het recentste artikel van NRC beschrijft de gehele affaire, zo ongeveer beginnend in de studententijd van meneer B en ik kon mijn klompen bij het vuil zetten toen ik klaar was met lezen, zo vaak braken ze. Neem even de tijd en een goede kop koffie, of misschien een valium want het is niet goed voor je bloeddruk om dit zo allemaal te lezen.

De korte versie is dat NRC ontdekte dat de man al decennia grensoverschrijdend gedrag vertoonde naar studentes en vrouwelijke medewerkers toe, en dat dat gedrag breed geaccepteerd werd aan de Universiteit van Amsterdam. Vrouwen durfden geen klacht neer te leggen of konden daar nergens mee terecht, en iedereen die wat had kunnen doen, deed er het zwijgen toe. Pas naar aanleiding van de #MeToo beweging kwam daar verandering in, en toen ging het snel: neerleggen van zijn bijfunctie als raadsheer bij het gerechtshof, ontslag (pardon, bijzonder verlof) als hoogleraar et cetera. Over schuldbesef of verantwoordelijkheid nemen lees ik echter niets.

De publicatie van NRC zou ook de naam van de man noemen, wat me vrij logisch lijkt gezien zo’n schandaal van iemand in zo’n hoge positie. En dat past ook in de jurisprudentie rond journalistiek en privacy: namen noem je als ze relevant zijn, en bij een public figure zal dat al vrij snel zo zijn. “De bekende politicus Mark R. met een hoge functie in de ministerraad, maakte gisteren bekend..” nee kom nou.

De man stapte echter naar de rechter om nu juist vermelding van zijn naam te voorkomen. En het argument daarbij was de gevolgen die dat zou hebben: het verhaal gaat gekoppeld aan zijn naam rondzingen op social media, en omdat NRC zo’n kwaliteitskrant is zal niemand twijfelen aan de juistheid. Maar er is nog geen veroordeling geweest, dus is die rondzang disproportioneel. Bovendien:

Bovendien, zelfs – of juist – als hij verdachte zou zijn van een strafbaar feit, zouden de meeste media volstaan met vermelding van slechts zijn initialen en zou zijn portret in de regel onherkenbaar (moeten) worden gemaakt. Niet goed valt in te zien waarom de bescherming van de privacy van eiser in dit geval minder ver zou moeten gaan.

Met deze redenering heb ik wel de nodige moeite. NRC doet niet enkel verslag van een aanhouding en rechtszitting van een verdachte zonder verder de feiten te kennen. Dat je dan zegt, wees even terughoudend met naam en toenaam, dat kan ik ergens nog billijken. Maar dit was eigen onderzoeksjournalistiek met stevig onderbouwde feiten. Als je dan publiceert dan ben je lijkt mij behoorlijk zeker van je zaak, en dan is die naam plus verdachtmaking dus zo goed als een feit. Dat moet je toch kunnen melden bij iemand in zo’n positie?

Arnoud

Mag je iemand er publiekelijk op wijzen dat hij heel dom privéinformatie publiceert?

“Zet nooit, maar dan ook helemaal nooit, je boardingpass op Twitter @peterverhaar. En roep al helemaal niet mensen op om het te doen.” Aldus techjournalist Daniel Verlaan op Twitter vorige week. Aanleiding was een actie van bankier Verhaar tegen de ‘klimaatterroristen’ waarbij je door een Tweet met je boardingpass laat zien dat je tegen klimaatverandering bent. Of zoiets. Bepaald handig is die oproep niet: zoals journalist Verlaan liet zien, kun je met de informatie op een boardingpass erg veel doen: “Ik weet nu naast jouw privégegevens ook de namen, e-mailadressen en telefoonnummers van je vrouw en dochter.” Maar mag je dat wel achterhalen, met die informatie?

Natuurlijk is het in principe computervredebreuk om in te loggen met publiek aangetroffen accountgegevens, zoals een boardingkaartnummer en een achternaam. Je dringt dan binnen in een systeem onder de hoedanigheid van de luchtpassagier, en je weet dat je daar niet mag zijn in die hoedanigheid. Dat de gegevens publiek te vinden waren, maakt daarbij niet uit. (Als je ooit denkt “de informatie is publiek dus ik mag X”, dan heb je -als vuistregel- juridisch geen gelijk.)

Punt is natuurlijk dat Verlaan werkt als journalist, en daarbij technologie en met name security als aandachtspunt voor zichzelf geclaimd heeft. Hij bouwde onder meer de site Laat je niet hack maken, die mensen in gewone taal uitlegt wat wel en niet verstandig is bij online security. En als zo’n journalist ziet dat iemand met een profiel als Peter Verhaar publiekelijk oproept om zoiets doms te doen, dan snap ik meteen dat hij dat publiceert. Zoals een twitteraar het vergeleek: “ik ben tegen de bankmaffia, u ook, post dan uw creditcard voor en achter”.

Een journalist mág zoiets ook, in het kader van het aan de kaak stellen van een misstand. Ook als daarbij een strafbaar feit nodig was. Als journalist mag je soms net een klein stapje verder gaan, als dat in het belang is van je publicatie en je geen andere manier hebt om je punt te maken.

De vraag is dus, had Verlaan die noodzaak om in te loggen en die gegevens van vrouw en kind te noteren en (geanonimiseerd) te publiceren? Ik zou zeggen van wel: Verhaar begaat zo’n ernstige en onverantwoorde fout dat daar onmiddellijk een signaal tegen gegeven moet komen. En iemand die zo oliedom is, zal van enkel “dat is niet handig!!1!” van een nerdjournalist (sorry Daniel) niet onder de indruk zijn. Die persoonlijke informatie is dan nodig om direct het signaal te geven, doe dit niet, houd ermee op. Dus ja, dit mocht.

Arnoud

Is misbruik van de GDPR een probleem van de GDPR?

Boos bericht bij Techdirt: in Roemenië wordt misbruik van de AVG (GDPR) gemaakt om een journalistencollectief de mond te snoeren, en dat is een probleem van de AVG want zonder AVG had dit niet gekund. Of zoiets. Het leest als een stuk flamebait, maar ik kan de boosheid van de journalist wel begrijpen want de AVG kent specifieke uitzonderingen voor journalistiek en dan komen ze juist bij de journalisten uit met een (gedreigde) boete van 20 miljoen euro. Dat hoort niet te kunnen. Maar ik zie het als een probleem met de rechtsgang, en niet met de AVG specifiek.

Het achterliggende verhaal is wat moeilijk bij elkaar te puzzelen, maar in de kern komt het hierop neer. In Roemenië is journalistencollectief OCCRP bezig een corruptieschandaal aan te tonen. Men kreeg genoeg bewijs bij elkaar om de European Anti-Fraud Office er naar te laten kijken en een strafrechtelijk onderzoek in het land zelf op te laten starten. Dat suggereert een behoorlijk stevig en betrouwbaar onderzoek.

Na publicatie van resultaten kreeg de partner van OCCRP het Rise Project een sommatie van de Roemeense privacytoezichthouder: een betrokkene heeft een inzageverzoek bij u gedaan en u moet daar gehoor aan geven, op straffe van een boete van 20 miljoen Euro. Het inzageverzoek moet ook de documenten betreffen waar de journalisten bronbescherming op claimen. Niet verrassend: de betrokkene is een van de hoofdrolspelers in het corruptieschandaal. Wel verrassend: de voorzitter van de Roemeense toezichthouder komt uit de partij van diezelfde hoofdrolspeler en zou ook lijntjes naar het corruptieschandaal hebben.

Het theoretische antwoord is natuurlijk simpel. De journalisten hoeven hier geen gehoor aan te geven, omdat bij publicaties voor journalistieke doeleinden veel rechten uit de AVG niet gelden. Dat staat letterlijk zo in de AVG, en komt terug in de Roemeense Uitvoeringswet AVG als een tekstueel duidelijke uitzondering (artikel 7): inzage en verwijdering geldt niet bij journalistieke doeleinden. De iets breder onderlegde journalist zal wijzen op jurisprudentie over bronbescherming als fundamenteel recht, en eenvoudig betogen dat het inzagerecht zich daar niet tot zal uitstrekken (bijvoorbeeld via artikel 15 lid 4, rechten van anderen).

Praktisch gezien zit het Project met een enorm probleem: een dreigende boete van 20 miljoen wanneer ze niet gewoon die gegevens verstrekken. Want op papier klinkt dit allemaal leuk maar als de toezichthouder het anders ziet, dan heb je een héél duur traject om tot je gelijk te komen. Zelfs als iedereen vanaf de zijlijn roept dat je dit gewoon gaat winnen.

Is dit nu een probleem met de AVG, zoals Techdirt-auteur Masnick betoogt? Want de AVG is zo een heel bot instrument om onwelgevallige journalistiek de mond te snoeren. Ook al heb je op papier gelijk, de boete is zo hoog dat iedereen toch wel inbindt. Chilling effect, noemen de Amerikanen dat. Onrecht dat blijft bestaan ondanks dat het wettelijk niet hoort te bestaan.

Mij lijkt van niet. Zeker is het een probleem, maar het probleem zit hem in de praktische gang naar de rechter. Als een organisatie niet de mogelijkheid heeft zich effectief te verweren tegen een dreigende boete van 20 miljoen op grond van argumenten die gezien de wet evident overtuigend zijn, dan heb je geen effectieve rechtsstaat. Dat die boete van 20 miljoen uit de AVG komt, is dan niet meer dan bijzaak. Voor hetzelfde geld kan de eiser anders een smaadclaim construeren, zijn auteursrecht geschonden zien of interferentie met parlementaire privileges of welk bogus argument dan ook aandragen.

Dat maakt de zaak niet minder ergerlijk of fout natuurlijk.

Arnoud

Mag je mensen hacken als je van de televisie bent?

Voor het nieuwe programma What the #Hack?! gaat presentator en rapper Yes-R internetgebruikers confronteren met hun onvoorzichtige sociale mediagedrag. Dat meldde RTL gisteren. Het programma wil aantonen hoe onveilig mensen online zijn, onder meer door met social engineering en keyloggers (naar ik aanneem via Trojans verspreid) te gebruiken. Wat de vraag oproept: mag dat dan, mensen hacken omdat je een televisieprogramma gaat maken?

Een journalist heeft onder de wet geen andere positie dan andere burgers. Je moet je aan precies dezelfde regels houden als anderen, ook waar het gaat over strafrecht en ook als het nieuwsbelang in het gedrang zou komen. Inbreken of privécommunicatie aftappen is strafbaar, dus ook voor journalisten. Dus dan is het antwoord vrij snel duidelijk: nee, dat mag niet.

Het recht zou het recht niet zijn als “ja, toch wel” ook geen mogelijk antwoord was. Want soms heb je belangwekkende kwesties die gewoon aan de kaak gesteld móeten worden, en dat je dan als journalist de wet moet overtreden dat neem je dan voor lief. De rechter neemt de nieuwswaarde wel degelijk mee, en kan je zelfs vrijspreken als blijkt dat je daad puur ingegeven was door het brengen van zo’n algemeen belangwekkend nieuwsitem en dat je zo zorgvuldig mogelijk te werk bent gegaan. Met name is dan van belang dat je geen schade hebt aangericht en niet meer hebt gedaan dan nodig voor je item.

De AVROTROS ziet een dergelijk belang met hun programma:

We willen met het programma impact hebben op de kijkers van NPO 3 op een manier die hen aanspreekt. Het daadwerkelijk laten zien wat de gevaren zijn, is de de enige manier om awareness te creëren

Daar zit natuurlijk wat in. Een theoretisch verhaal heeft veel minder impact dan een daadwerkelijke hack bij echte mensen: kijk, zo makkelijk was het om Marieke haar Facebook over te nemen en met deze truc kregen we Ali zijn WhatsApp-berichtenlogs toegemaild. Maar is het dan ook nodig om dat te doen zonder toestemming te vragen? Had je niet kunnen zeggen, ben jij een echte internetfreak, meld je aan en we kijken hoe hackbaar jij bent? Dan heb je toestemming én echte mensen.

Weliswaar wordt er met een quitclaim gewerkt (hier tekenen dat wij mogen uitzenden) maar die wordt pas achteraf getekend. Wanneer iemand die weigert te tekenen, is er dus geen toestemming – ook niet voor het binnendringen op hun computer of het aftappen van hun datacommunicatie. En dat maakt het strafbaar.

Wat vinden jullie? Slimme manier van awareness creëren of gewoon strafbaar?

Arnoud

Mogen Facebook en consorten wel fakenieuws weigeren op hun platform?

Een lezer vroeg me:

In hoeverre is de ban op ‘Fake news’ door Google en Facebook legitiem? Op dit moment gelden deze voor het advertentieplatform, maar zouden ze ook kunnen gelden voor individuele gebruikers? Dan mag je dus in feite niets meer zeggen dat Facebook of Google ‘fake’ vindt. Is dat geen censuur?

Sinds de afgelopen Amerikaanse verkiezingen staat het onderwerp ‘fake news’ sterk in de belangstelling. Wat het precies is, daar is niet echt consensus over – om het netjes te zeggen. Vaak wordt ermee bedoeld, nieuws dat steunt op onbewezen feiten, maar anderen wijzen erop dat dit voor heel veel nieuws geldt en/of dat nieuws altijd al speculatief was.

Fake news zoals Facebook en Google dat nu in de ban hebben gedaan, gaat in principe over nieuws dat bewezen onjuiste feiten bevat of totaal ongefundeerde conclusies wegzet. Maar zelfs dat is al heel moeilijk af te bakenen. Aanpakken van nepnieuws via het strafrecht lijkt mij dan ook te moeilijk.

Facebook en Google zijn echter geen strafrechter, en zouden dus kunnen zeggen, we hebben er gewoon geen zin in. Dat mag. Als beheerder van een platform beslis jij wat er op het platform gebeurt. Mag het alleen over kantklossen gaan, of moet iedereen positief doen: jouw platform, jouw regels. Censuur is dat niet; alleen de overheid kan censueren.

Alleen: dat principe werkt voor gewone platforms, waarbij je eventueel naar een concurrent kunt overstappen of je eigen site kunt beginnen als het je niet bevalt. Bij Facebook en Google werkt dat niet, die zijn daarvoor te groot. Hier hebben we het al vaker over gehad: in hoeverre mogen zulke machtige platforms wel inhoud weigeren op grond van zelfverzonnen huisregels? Ik blijf er moeite mee houden.

Specifiek bij dit onderwerp is er iets meer van een objectieve rechtvaardiging en wordt gewerkt met externe bronnen (zoals het bekende Snopes) die de beoordeling doen of nieuws ‘nep’ is. Dat maakt het eerder gerechtvaardigd dan interne normen als gezelligheid of passend bij de eigen normen en waarden. Maar het blijft een ontzettend lastige kwestie.

Arnoud

Waarom is fakenieuws eigenlijk niet gewoon strafbaar?

krant.jpgEen lezer vroeg me:

Sinds de verkiezing van Trump is er veel te doen over fakenieuws en hoe dat geholpen zou hebben bij de verkiezing. Maar waarom wordt er niet opgetreden tegen al dat nepnieuws? Het is toch valsheid in geschrifte, compleet verzonnen ‘nieuws’ uitbrengen alsof het serieus en waar is?

Ik vrees dat dit juridisch wel érg ingewikkeld zou worden. Inderdaad is valsheid in geschrifte strafbaar, maar het gaat dan wel om een specifieke handeling (art. 225 Strafrecht):

Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Het moet allereerst dus gaan om een geschrift. Oké, elektronisch telt ook, dus daar is aan voldaan bij zo’n nepsite. Maar dan komt het: het geschrift moet bestemd zijn om tot bewijs van een of ander te dienen. En daar gaat het mis. ‘Bewijs’ betekent hier niet “er wordt iets verteld als waarheid”, het geschrift moet de functie van bewijsstuk hebben. Een diploma, een identiteitskaart, een bioscoopkaartje, dat soort zaken. Een onware mededeling is dus niet strafbaar onder dit artikel.

Meer algemeen loop je al heel snel tegen de vrijheid van meningsuiting aan. Naast gewone verslaggeving is ook de satire en parodie een belangrijk deel van de uitingsvrijheid. En een nepbericht wordt meestal onder die noemer gebracht. Zo hebben wij in Nederland natuurlijk al jaren het geweldige De Speld: nepnieuws maar wel altijd met een duidelijke hint én een grappige ondertoon. Geen twijfel over dat dat legaal is, ook al zijn er regelmatig mensen die de Speld voor waar aannemen. Dat noemen we “er in trappen” maar dat maakt het bericht niet strafbaar.

Alleen is er nooit echt gedacht aan de situatie dat mensen opzettelijk legitiem uitziende berichten gaan maken die echt nep zijn en zonder een spoortje van humor of poging daartoe. Natuurlijk, je had altijd mensen die leugens verkondigde, maar die kwamen niet door het filter van krant of televisie heen. Dat loste zichzelf dus altijd wel op. En een krant die een vals bericht verspreidde, rectificeerde dat (meestal vrijwillig, anders via de rechter) en dan kwam het weer goed. Of het bleek een grap en dan lachten we erom. Deze situatie is dus echt nieuw: echt keihard nepnieuws dat gepresenteerd wordt als volkomen echt, en niet eens een poging om het onder satire te rangschikken.

Ik zou het lastig vinden als officier van justitie hier wat aan te doen. Waar begin je? Wanneer zeg je, dit is geen poging tot humor meer maar echt volksverlakkerij? Hoe vermijd je de schijn van vooringenomenheid, je treedt wel op tegen dat fakenieuws over Mark Rutte maar niet tegen dat over Wilders. Hoe ga je om met de reactie, je snapt de grap niet. Nee, ik zou mijn handen er niet aan willen branden.

Arnoud

Geldt de persexceptie bij Twitter als bron?

oude-krant.jpgBegin april hadden we een discussie over kranten die tweets afdrukken, waarbij ik twijfelde of dat als citaat te rechtvaardigen is. In de comments deed Alex de Kruijff een suggestie: valt dit overnemen niet onder artikel 15 Auteurswet, de persexceptie? Die is immers gemaakt voor het overnemen van actuele zaken, en die tweets (met cartoon-reacties op de aanslag te Zaventem) zijn toch evident nieuws.

De persexceptie uit artikel 15 Auteurswet is bedoeld om het overnemen van nieuws te vergemakkelijken. Actueel nieuws móet worden gebracht, en het is niet de bedoeling dat auteursrecht daar al te hard in de weg bij zit. Kort gezegd is toegestaan

het overnemen van berichten of artikelen over actuele economische, politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke onderwerpen alsmede van werken van dezelfde aard die in een dag-, nieuws- of weekblad, tijdschrift, radio- of televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult, zijn openbaar gemaakt,

mits je aan een aantal eisen voldoet, zoals naamsvermelding van de auteur en bronvermelding van het medium waar je het in vond. De belangrijkste twee eisen zijn echter

  1. De bron is een “dag-, nieuws- of weekblad, tijdschrift, radio- of televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult”;
  2. Het overnemende medium ook.

Kort gezegd: het moet gaan om overnemen uit de pers door de pers. Wat de vraag oproept, wat is dan “de pers”. Die definitie is vrij breed: ook websites die nieuws brengen, vallen eronder. En als er iets is waar Twitter goed in is, dan is het wel berichtgeving over de actualiteit. Het lijkt me dan ook goed verdedigbaar dat Twitter een persmedium is vandaag de dag. Het vervult voor veel mensen dezelfde functie als de krant of televisie vroeger.

Maar de persexceptie is dood, zeg ik altijd. Maar dat heeft ermee te maken dat het Hof Leeuwarden in 2011 bepaalde dat de persexceptie niet geldt wanneer ergens in het bronmedium een auteursrechtvoorbehoud staat. En dat heeft iedereen. Maar bij Twitter zie ik dit niet; de eerste Twitteraar met een voorbehoud in zijn bio moet ik nog tegenkomen. (Wie dat wil: Zet “Auteursrechten uitdrukkelijk voorbehouden” aan het einde van je tekst.)

Arnoud

Mag een krant een tweet afdrukken als die nieuws is?

parool-tweet-cartoonEen vraag via Twitter:

Hoe zit dat, @ictrecht? Mag het @parool een cartoon van @khalidalbaih afdrukken als tweet van ‘iemand’ zonder vermelding van de maker?

Het Parool publiceerde een aantal cartoons van Belgische tekenaars die daarmee wilden reageren op de aanslag op vliegveld Zaventem. Niet direct: men toonde in feite afbeeldingen van tweets (zie plaatje, opklikken voor groot). Alleen ging dat hier mis: de tweet was niet van de cartoonist zelf, maar van een derde die er een compliment over gaf.

Het herpubliceren van tweets is al een tijdje een hobby van diverse kranten. Misschien omdat het makkelijk vulsel is, misschien omdat het een directe band met het lezerspubliek laat zien, ik weet het niet. Maar het doet een tikje gek aan. Zit er dan geen auteursrecht op tweets?

In principe wel. Het gaat erom of je iets creatiefs zegt, niet of het vele pagina’s lang is of als officieel uitgegeven werk op de markt gebracht is. En op grond van het auteursrecht is overname van je werk niet toegestaan.

Althans, bijna niet. Er is onder meer het citaatrecht, dat ook voor beeld geldt. Je mag een stukje van een werk overnemen (en een klein werk volledig) als dat nodig is voor een legitiem doel, zoals aankondigen of bespreken. Wel moet je de bron en de naam van de maker noemen, zo staat in de wet. Een recent voorbeeld is de HP/De Tijd-herpublicatie van de Telegraaf-voorpagina.

Je zou kunnen zeggen dat je als krant wilt aankondigen wat er zoal op Twitter wordt gezegd. Dat zou dan citeren in het kader van aankondigen moeten zijn. Omdat het een kort werk is, mag je de gehele tweet dan overnemen. De naam van de twitteraar staat erbij, dus dat is dan makkelijk. En opmaken als twitterbericht maakt de bron duidelijk.

De Twitter TOS staan hier overigens los van. Die bepalen alleen dat het bedrijf Twitter een vrijwel onbeperkte licentie heeft om met je tweets en bijbehorende media te doen wat zij willen. Twitter mag dus die cartoon op een mok afdrukken en verkopen, of aan kranten sublicenties ervoor verkopen. (Bij mijn weten doen ze dat niet.) Maar in de TOS staat nergens dat anderen dat ook mogen. Je geeft derden geen gebruiksrecht door iets op Twitter te zetten.

Alleen: gaat het hier neit mis omdat de cartoon niet door de maker zelf op Twitter is gezet? Nou ja, dat denk ik dus niet. Je mag citeren uit elke openbare bron, niet alleen twitter natuurlijk. Dus als je wilt aankondigen wat mensen zoal tekenen in reactie op die aanslagen, dan mag je functioneel relevant beeld laten zien ongeacht de bron. Je maakt het jezelf wel lastiger met de naamsvermelding, want dat is waar het hier op misgaat. Maar als de naam van de tekenaar bijvoorbeeld duidelijk in de cartoon zelf staat (en bij herpublicatie dus leesbaar is), dan is aan de eis van naamsvermelding voldaan.

De enige echte grens is dat het beeldcitaat geen versiering mag worden. Daarvan is sprake als je de cartoon groter herpubliceert dan nodig voor het doel “laten zien wat men zoal tekent”, bijvoorbeeld door één cartoon te publiceren en wel net zo groot als je normaal een aangekochte cartoon zou doen. Maar gezien de wijze van publiceren van het Parool denk ik niet dat daar sprake van is.

Arnoud

Mag de NOS een portret publiceren als dat nieuws is?

video-camera-filmen-fotoDe foto ging de hele wereld over en al snel gingen media op zoek naar de vrouw op de foto, schreef de NOS vorige week. De foto was een van de eerste foto’s van de aanslag in Zaventem, en toonde een daarbij gewond geraakte stewardesse. Nieuws? Zeker. Maar wel nieuws waarbij deze dame in haar ondergoed in gewonde toestand herkenbaar in beeld is. Moet dat nou? Mag dat nou?

In feite zijn dit dezelfde vragen. Het mag (juridisch) omdat het moet (van de nieuwswaarde). Iets formeler gezegd: er is hier sprake van een botsing tussen twee grondrechten, de uitingsvrijheid van de journalist en de privacy van de persoon in beeld. Die twee grondrechten zijn gelijkwaardig, dus je kunt alleen concluderen dat het mag op basis van een afweging van alle argumenten voor en tegen. Het is niet zo dat de privacy altijd wint of juist dat als het nieuws is, je het maar moet slikken als je in beeld bent.

De grote argumenten vóór zijn de urgentie en het belang van het nieuws. Dit gebeurt nú en hier zie je wat er gebeurt. Dergelijke argumenten rechtvaardigen al heel snel het tonen van het beeld. Beeld zegt veel meer dan woorden, zeker bij urgente en belangrijke, schokkende zaken.

Daar staat tegenover dat het hier niet gaat om een bekend persoon, of zelfs maar een specifiek ‘doelwit’ waardoor je zou kunnen zeggen dat de identiteit van deze dame ertoe doet. Het was een ongerichte aanslag immers. En dan voelt het als een kleine moeite om even een blurcirkel over haar gezicht te halen. Dus waarom dat niet even gedaan? (Terzijde: ik vond ooit een fotocollage waarbij in de VS alleen de borsten en in Europa alleen het gezicht van een selfie waren geblurd.)

Maakt het nog uit dat de foto op Facebook stond? Dat denk ik hier niet. Het was immers de fotograaf die deze op Facebook zette, niet de geportretteerde. Als je zelf welbewust een privéfoto geheel publiek zet, en deze foto blijkt nieuwswaarde te hebben, dan is een privacyargument om publicatie tegen te houden nauwelijks nog denkbaar. Maar wat de fotograaf doet met het portret, is volstrekt irrelevant voor het portretrecht van degene op de foto.

Het portretrecht noemde ik inderdaad niet in de analyse. Dat staat wel in de wet (art. 19-22 Auteurswet) maar in feite is dat niet meer dan een uitwerking van de algemene regel over die botsende grondrechten. Bij een portret als deze – wat de wet een “portret anders dan in opdracht” noemt – moet bij publicatie een afweging worden gemaakt van de belangen voor en tegen publicatie. De voornaamste aanvullende waarde van het portretrecht is bij het portret in opdracht (dan geldt een publicatieverbod zonder toestemming) en bij andere belangen dan privacy (bv. het gebruik van een BN’er in reclame).

Alles bij elkaar denk ik dat het tonen van de foto wel door de beugel kon. De actualiteit en ernst rechtvaardigen dat, en het blurren kost net even meer tijd en tast misschien toch de zeggenschap van het beeld aan. Ik snap alleen niet wat de nieuwswaarde is van vervolgens gaan achterhalen wie deze dame is, waar ze werkt en wat ze aan het doen was?

Arnoud