Discussiemiddag: Is een persbericht eigenlijk spam?

pers-middag.pngGisteren was ik bij een door De Perslijst georganiseerde discussie tussen de OPTA, journalistiek en advocatuur over het zakelijke spamverbod en wat dat betekent voor de pers. Met vertegenwoordigers van de OPTA, Logeion (de beroepsvereniging voor communicatie), de hoofdredacteur van journalistenvakblad Villamedia en telecomadvocaat Gerrit-Jan Zwenne beloofde dat wat.

Vorig jaar oktober is het spamverbod uitgebreid: ook ongevraagde commerciële, charitatieve of ideële mail naar zakelijke ontvangers was verboden. Dat gaf aardig wat paniek in de tent, maar nog steeds is er veel onduidelijkheid. Mag je bijvoorbeeld persberichten rondsturen naar iedereen die eruit ziet als een journalist? Of is dat ook spam? Hangt het er vanaf of het persbericht echt nieuws is of alleen maar een commercieel verhaal? En is “Mercedes lanceert nieuw model S300” dan echt nieuws?

Het panel opende met de mooie constatering dat “wat mag er nu” een simpele vraag is met een heel wat moeilijker antwoord. De veelgestelde vragen op de site van de OPTA vermelden bijvoorbeeld “Het is mogelijk dat een persbericht onder het spamverbod valt.” Wat moet je daarmee als ondernemer? Betekent dit “het kan, in theorie” of “dit is 99% zeker”? De OPTA kan dan wel geruststellend zeggen dat men niet handhavend optreedt tenzij er schade en overlast van komt, maar dat is natuurlijk geen juridische zekerheid.

En dat was waar de zaal toch naar op zoek was. De consensus leek te zijn: moeten we nu werkelijk zo moeilijk doen over persberichten in de spamwet, want welke journalist gaat dit als spam zien? Journalisten hebben meningen van belanghebbenden nodig en moeten dus veel mail krijgen met persberichten. Communicatiebureaus zullen echt niet zomaar iedereen hun persbericht sturen, want iemand een persbericht opdringen werkt alleen maar contraproductief. En mocht een journalist toch eens van werkgebied veranderen, dan kan hij via de contactgegevens bij het persbericht zich afmelden. Journalisten klikken liever drie keer iets weg dan de kans te lopen nieuws te missen.

De OPTA ziet het toch anders: wat nu als een politieke partij of Goed Doel besluit elk Nederlands bedrijf een mail te sturen omdat er NU actie voor Haïti nodig is. Daarop werd gereageerd met verwijzing naar een radiospotje van Wakker Dier, dat in het spotje mensen oproept om zich op de nieuwsbrief te abonneren. Een extreme vorm van opt-in. De zaal keurt af dat dit nodig is, maar ik zie werkelijk niet waarom. Het alternatief is dat iedere ontvanger zich maar moet gaan afmelden en dat lijkt mij ook niet werkbaar.

Dan komen we op de Hyveskrabbelzaak, waarin een berichtje op een socialenetwerkpagina ook als spam gezien werd. (Er is bezwaar gemaakt tegen de boete, dus misschien krijgen we nog wel een beroep bij de rechtbank ook.) Zwenne had zich goed ingelezen en vroeg zich af waarom Google-advertenties dan niet onder het spamverbod zouden vallen. De reactie van OPTA was opmerkelijk: inderdaad, behavioral targeting verdient aandacht en daar gaan we volgend jaar samen met Consumentenautoriteit en CBP naar kijken.

Er werden nog diverse pogingen gedaan om het met definities op te lossen. Als we bijvoorbeeld kunnen vastleggen wat ‘journalistiek’ is, dan kunnen we zeggen dat je journalisten mag spammen met persberichten. Of we definiëren “persbericht” en zeggen dat die altijd mogen. Maar het nadeel van die route is dat er dan direct misbruik gemaakt gaat worden van de definitie. Want dan heten morgen alle Viagramails ineens “PERSBERICHT”.

Als uitsmijter nog een doordenkertje: als je een dienstverlener bent die als dienst het aanleveren van nieuws en commerciële berichten heeft, moet je dan per mailing toch opt-out hebben?

Arnoud

Spywareboete DollarRevenue in stand gehouden (vrijwel dan)

dollarrevenue-floepvensters-balken.pngDe OPTA heeft een bedrijf en een persoon onterecht een boete opgelegd voor betrokkenheid bij de DollarRevenue-spywarezaak, meldde Tweakers gisteren. Een wat merkwaardige insteek: je zou denken dat het grote nieuws is dat de EULA bij de adware/spyware als onvoldoende duidelijk werd aangemerkt en je niet langs deze weg legaal software mag installeren. Dat de OPTA dan ten onrechte één BV en één van de directeuren privé had beboet, lijkt me dan meer iets voor de vierde alinea.

De boete werd opgelegd in 2007 vanwege het ongevraagd installeren van software, wat namelijk in strijd is met de Telecommunicatiewet, of beter gezegd het Besluit Universele Dienstverlening en Eindgebruikersbelangen (Bude). Het bedrijf DollarRevenue bood via allerlei affiliates een downloader aan, dat nadat het was geïnstalleerd op de computer van een eindgebruiker, zonder tussenkomst van die eindgebruiker automatisch contact opnam met de DollarRevenue server om daar nog meer software te downloaden. Daardoor kreeg de eindgebruiker een stroom van reclameboodschappen in floepvensters en een extra zoekbalk in de taakbalk van Windows XP, plus nog de nodige narigheid.

dollarrevenue.pngNou mag dat op zich allemaal wel, mits je maar de gebruiker vooraf vertelt wat hij gaat downloaden. Dat was hier niet gebeurd: de software werd via botnets verspreid maar ook als ActiveX control aangeboden. En vanwege dat laatste maakten de DollarRevenue-jongens bezwaar tegen de boete. Bij ActiveX wordt namelijk een EULA getoond, en daar stond het allemaal heus in. Zeker sinds SP2, waarbij Microsoft de informatievoorziening rond installeren van ActiveX controls had uitgebreid.

Daar trapte de verrassed cluevolle rechtbank niet in:

Bij XP SP2 wordt immers uitsluitend algemene informatie verstrekt over de toepassing van ActiveX en wordt er geen informatie gegeven over de doeleinden en plaatsing van de downloader, de loader.exe en de advertentiebundel. Het duidelijk verschaffen van informatie komt neer op de invulling van ‘Name’ en ‘Publisher” in het standaard ActiveX venster. Met betrekking tot de naam is het vermelden van ‘Click here to agree to this download”, zoals bij DollarRevenue, ontoereikend. Deze ruimte dient immers gebruikt te worden om de naam van de software kenbaar te maken. In bijvoorbeeld het ActiveX venster van Adobe Flash Player staat duidelijk om welke software het gaat, namelijk de Flash Player. Dit is met de naam ‘click here to agree to this download niet het geval.

(Een rechter die Flash installeert? Het moet niet gekker worden.)

De DollarRevenue jongens hadden nog wat achter de hand: in de EULA stond deze toch niets aan duidelijkheid overlatende zin:

Carefully read the following license agreement and the partner software application eulas found at the above online sites, because by downloading or installing, registering for, or using the software and/or partner application software, you are consenting to be bound by and are becoming a party to these agreements applicable to your software.

Maar het noemen van een EULA plus verwijzing naar die van anderen is toch bezwaarlijk uit te leggen als voldoende duidelijke uitleg over wat deze software nu gaat doen. Verwijzen naar EULAs van advertentiebedrijven helpt daarbij niet.

Bij andere verspreidingsvormen, zoals via dat botnet of via de silent install optie (bedoeld om de eindgebruiker “een overdaad aan informatieschermen te besparen”, hoe krijg je het verzonnen) en via exploits, werd zelfs helemaal niets in beeld gebracht. Dus hoe dan ook werd artikel 4.1 Bude overtreden.

Na een kort intermezzo over de bevoegdheid (veel gebruikers van deze software woonden buiten Nederland, maar dat bleek niet relevant) maakt de rechtbank vervolgens korte metten met het argument dat het allemaal de schuld van de affiliates was. DollarRevenue verspreidde de software ook zelf, en had bovendien niets gedaan om te controleren dat de affiliates zich netjes zouden gedragen.

Arnoud

Mag ik een cookie op uw PC plaatsen?

Enigszins boos meldde Out-law onlangs dat “cookies verboden gaan worden” in Europa. Of nou ja, ze mogen wel maar een website moet vooraf expliciet om toestemming vragen. Dat zou blijken uit de gewijzigde regels uit het Telecompakket dat onlangs door het Europees Parlement gegaan is.

Artikel 5 van de Universeledienstenrichtlijn 2002/22/EC wordt namelijk aangepast, en in dat artikel staat geregeld onder welke voorwaarden een aanbieder informatie mag opslaan (of inzien) op de computer van een gebruiker. Er staat nu dat dit alleen mag als:

the subscriber or user concerned is provided with clear and comprehensive information in accordance with Directive 95/46/EC, inter alia about the purposes of the processing, and is offered the right to refuse such processing by the data controller

en dat gaat worden:

the subscriber or user concerned has given his or her consent, having been provided with clear and comprehensive information, in accordance with Directive 95/46/EC, inter alia about the purposes of the processing.

“Consent” is een heel stuk sterker dan “information”. Je kunt als website dus niet meer volstaan met een standaardriedel “Wat zijn cookies en waarom slaan we die op op uw PC- in je privacyverklaring. Je moet nu ook toestemming hebben om dit te mogen doen. En het aanbieden van een privacystatement is onvoldoende om toestemming te mogen claimen.

En het is zeker de bedoeling dat cookies vallen onder het kopje “information”, zo blijkt uit de aanhef van de gewijzigde richtlijn. Daarin staan namelijk cookies expliciet genoemd als voorbeeld.

Maar toch denk ik dat Out-law een beetje te paniekerig is. In diezelfde aanhef staat namelijk:

Where it is technically possible and effective, in accordance with the relevant provisions of Directive 95/46/EC, the user’s consent to processing may be expressed by using the appropriate settings of a browser or other application.

Wanneer een browser dus afdoende controle biedt over het accepteren en opslaan van cookies, hoeft een site daar niet meer elke keer om te vragen. Ik vraag me wel af wat de EU hieronder gaat verstaan.

Iemand een suggestie hoe je op een niet-irritante manier om toestemming gaat vragen om cookies op te slaan?

Arnoud

Mag een vereniging haar leden spammen?

Tijdens de discussie over opt-in per algemene voorwaarden kwam nog een interessante vraag naar boven: mag een vereniging haar leden ongevraagde mails of SMS-berichten sturen?

Hoofdregel is dat je bij ongevraagde elektronische berichten (SMS, e-mail, fax, MSN, noem maar op) toestemming moet hebben voor het versturen van deze berichten. Tenminste, als die berichten “commercieel, charitatief of ideëel” zijn. Een mededeling over de sluitingstijden van het clubhuis valt daar niet onder, maar een bedelbrief voor geld om een nieuw clubhuis te bouwen wel.

Ik heb de OPTA afgelopen maandag deze vraag voorgelegd, maar helaas nog geen reactie ontvangen. Het beste advies lijkt me dus om bij het lid worden mensen te vragen of ze nieuwsbrieven, verzoeken van het bestuur en dergelijke mails willen ontvangen. Alleen: hoe formuleer je dat op zo’n manier dat mensen het wel oké vinden maar je toch je maandelijkse bedelbrieven voor een nieuw clubhuis kunt sturen?

Arnoud

Opt-out: zo moet het dus niet!

Per 1 oktober worden zakelijke mailings aan banden gelegd. Commerciële, ideële en charitatieve mails aan zakelijke e-mailadressen mogen dan alleen nog met voorafgaande en ondubbelzinnige toestemming. Jaja, zult u denken, dat wisten we allemaal al (waarom het 1 oktober moest worden in plaats van de toegezegde 1 juli weet ik nog steeds niet).

Dat het adressenbestand van allerlei mailinglijsten nu opgeschoond moet worden, begint ondertussen bij veel bedrijven ook door te dringen. Maar lang niet iedereen lijkt door te hebben dat je expliciet toestemming moet vragen. Stilzwijgen is geen toestemming. Lijkt mij logisch, maar toch zie ik (via diverse lezers, waarvoor dank) regelmatig mails als de volgende:

Ja, ik wil in de toekomst op de hoogte gehouden worden: klik hier.

Nee, ik wil in de toekomst niet op de hoogte gehouden worden: klik hier.

Na het maken van uw keuze ontvangt u per omgaande een bevestiging per e-mail. Mochten wij voor 15 september geen reactie van u hebben ontvangen, dan gaan wij ervan uit dat u onze berichten op prijs stelt.

Mooi is dat. Ik ga er vanuit dat deze lezer een spamklacht indient bij de OPTA na 1 oktober en dat dat zal leiden tot een leuke boete.

En het is “er vanuit“.

Arnoud

Rechtbank: SURFnet geen openbaar elektronisch communicatienetwerk

surfnet.pngWeet u nog, die keiharde botsing tussen OPTA en SURFnet? Ik was het ook helemaal vergeten, maar gelukkig meldde ISPam het. SURFnet heeft bij de rechter gelijk gekregen: zij zijn geen openbare internetaanbieder en hoeven zich dus niet bij de OPTA aan te melden.

Wie internet-toegang aanbiedt aan “het publiek”, moet zich registreren bij de OPTA en heeft allerlei plichten zoals het aftapbaar maken van hun netwerken. Een besloten netwerkaanbieder hoeft dat niet. Denk aan een bedrijfsnetwerk. Maar hoe zit het met SURFnet, dat toch een vrij groot netwerk heeft en daarmee alle universiteiten en andere onderwijsinstellingen van internettoegang voorziet?

De OPTA vond de doelgroep zo groot dat deze neerkwam op “het publiek” zoals de Telecommunicatiewet dat bedoelde. De uitleg van de telecomtoezichthouder was dat het ging om de vraag of de groep vooral onderling wil communiceren, zoals bij een bedrijfsnetwerk, of dat de groep vooral naar buiten wil, het grote boze internet op. Maar dat criterium neemt de rechter niet over: dat het “ook om communicatie met een ieder die gebruiker is van internet” gaat, “acht de rechtbank geen omstandigheid om te kunnen spreken van een openbare dienst dan wel openbaar netwerk.”

In het vonnis wordt de doelgroep van SURFnet als “beperkt” aangemerkt:

De rechtbank [is] van oordeel dat de kring aan wie [SURFnet] haar diensten aanbiedt, wel degelijk beperkt is te achten. Die kring is immers onder één (doel)groep te scharen, namelijk instellingen die zich richten op wetenschappelijk onderzoek en hoger onderwijs. Naar het oordeel van de rechtbank is dit een voldoende afgebakende groep. Die groep is niet toegankelijk voor het algemene publiek.

Mooi voor SURFnet dus, maar ik zit me nu wel af te vragen of meer ISPs hier gebruik van kunnen maken. Als je dus kennelijk een mooie geformuleerde doelgroep kunt aanwijzen en je alleen daarop richt, dan ben je geen openbare internetaanbieder? Is “KPN Zakelijk Draadloos Internet” dan een private aanbieder omdat alleen bedrijven erop mogen? Hm.

Arnoud

Wilt u meer klagen over spam bij de OPTA alstublieft?

Spam is verboden, maar over één spammail moet u niet zeuren. Of nou ja, dat mag wel, maar telecomtoezichthouder en antispamhandhaver OPTA hoeft geen maatregelen te nemen tegen bedrijven of instellingen op basis van één klacht over een spamrun. Dat blijkt uit een helaas nog ongepubliceerd vonnis (via Solv).

Het ging in deze zaak om ideële reclame voor een politieke partij (iemand enig idee welke?). De ontvanger, een privépersoon, diende een klacht in maar de OPTA weigerde hierop actie te ondernemen. OPTA heeft maar beperkte capaciteit en laat daarom het aantal klachten meewegen bij de beslissing om tegen spams in actie te komen.

Formeel is zo’n weigering een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht, en daartegen kun je in bezwaar en vervolgens in beroep bij de rechtbank. Dat deed deze persoon dan ook, maar de rechter gaf de OPTA gelijk. Handhaving van het spamverbod is een bevoegdheid, een recht dus, maar geen plicht. De OPTA mag dus kiezen bepaalde spams te laten gaan, mits ze daarvoor redelijke gronden heeft. En het feit dat er slechts één klacht binnenkwam, is een redelijke grond. De politieke aard van de mail maakte daarbij niet uit.

Op zich een prima vonnis, hoewel het natuurlijk jammer is dat de OPTA zo weinig capaciteit heeft dat ze dit soort keuzes moet maken. En ik denk dat het wel een mooi signaal was geweest als een Nederlandse politieke partij op haar kop had gekregen voor het versturen van ideële spam, ook al was er maar één klacht over gekomen.

Afijn, dit betekent dus dat we met zijn allen vaker moeten klagen over Nederlandstalige spam bij de OPTA. Hoewel je dan wel elke keer dat formulier moet invullen. Kan iemand daar niet eens een Firefox-plugin voor maken die dat automatisch doet? Of eigenlijk een Thunderbird-plugin die de mail omvormt tot een ingevuld spamklachtformulier?

Arnoud

Informatieplichten over beveiliging voor providers

opta-logo.jpgInternetproviders en met name aanbieders van mobiel internet dienen volgens telecomwaakhond OPTA hun klanten beter te informeren over de gevaren op het web, meldde Nu.nl eergisteren. De OPTA, die ook toezicht uitoefent over internetaanbieders, heeft beleidsregels uitgegeven over de informatieplichten van internetaanbieders. Op grond van art. 11.3 Telecommunicatiewet is de OPTA bevoegd deze regels op te leggen en met boetes naleving af te dwingen.

De OPTA noemt in de beleidsregels (die als niet-kopieerbare PDF aangeboden worden, argh!) informatie over deze onderwerpen als minimum:

  • Het binnenkrijgen van spam, phishing-mails, spyware en andere malware.
  • <li>Het ongewenst door anderen laten gebruiken van een (draadloze) internetverbinding of van de eigen computer.</li>
    
    <li>Het bereikbaar zijn(!) van ongewenste websites.</li>
    
    <li>Het laten kapen van de eigen computer zodat daarmee spam, phishingmails of malware verstuurd kan worden (door deelname aan een botnet).</li>
    

De informatie moet duidelijk, ondubbelzinnig, actueel en relevant zijn. Een tekst als “Om veilig te internetten zou u een virusscanner moeten installeren” is bijvoorbeeld onvoldoende volgens de OPTA, omdat je daarmee mensen niet informeert over de risico’s als je die niet installeert. “Onveilig” is niet duidelijk genoeg.

Providers moeten een aparte pagina op hun website maken waarin ze deze informatie opnemen. Deze moet met één klik vanaf de homepage of landing page te bereiken zijn waar men het abonnement kan afsluiten.

De OPTA is al sinds 2007 bezig met het formuleren van passende regels. Dat gaf nog aardig wat ophef onder de ISP-community. Het zou bemoeizucht van de OPTA zijn of zelfs “gezochte werkgelegenheid“. Dit omdat “de maatregelen zodanig standaard zijn, dat ze allang door elke welopererende ISP in Nederland genomen zijn”, aldus Simon Hania van (destijds) XS4All.

Wat vinden jullie van deze regels? Heeft het nut om ISP’s te verplichten hierover informatie te verschaffen? Of wat zou men beter kunnen doen?

Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of het nu juist de ISP’s moeten zijn die deze informatie gaan verspreiden. Zelf zou ik verder meer zien in verplichte maatregelen om deze beveiligingsrisico’s tegen te gaan. Internetrechtexpert Gerrit-Jan Zwenne (Leiden, Bird & Bird) zegt bijvoorbeeld terecht:

Ook als ik wordt geinformeerd over de risico’s van spam en botnets, blijf ik daarvan last hebben. Om echt iets te doen aan internetveiligheid moet meer gebeuren. Ik maak mij sterk dat OPTA heel wel in staat is om aanbieders te verplichten botnets op te sporen en te verwijderen. En als het moet zou OPTA dat ook zelf kunnen doen.

Denk aan scanners die bergen uitgaande spam of phishingmails detecteren en dan de betreffende poort sluiten of het internetverkeer van die computer beperken. Volgens mij werkt dat beter dan een folder met “pas op met het openen van bijlagen bij e-mail”.

Arnoud

Boete van OPTA voor verspreiden malware

De OPTA heeft drie Nederlandse bedrijven en hun twee directeuren een boete van in totaal een miljoen euro opgelegd, meldde Planet dinsdag. De boete (van 1 miljoen) was voor het verspreiden van de DollarRevenue reclamesoftware. Deze software installeerde ongevraagd andere software, toonde reclame in floepvensters (popups) en was niet of nauwelijks te verwijderen. Goed dus dat daar hard ingegrepen is, maar sinds wanneer doet de telecomwaakhond dat?

Nou, sinds augustus dit jaar ongeveer. Ongevraagd installeren van software is verboden op grond van het (Koninklijk) Besluit Universele Dienstverlening, en de OPTA gaat over de uitvoering van dat besluit.

Zoals ik destijds schreef:

Artikel 4.1 van dat Besluit regelt dat opslaan van gegevens op iemands computer alleen mag als men eerst de gebruiker duidelijk en nauwkeurig informeert over het hoe en waarom, en ook nog eens op een “voldoende kenbare wijze” gelegenheid biedt om dat opslaan te weigeren

Mooie zaak dus dat de OPTA zo voortvarend bezig is gegaan met deze regeling. Want malware kan niet hard genoeg bestreden worden.

Arnoud

Is Surfnet een openbare Internetaanbieder?

Planet meldt over een “keiharde botsing tussen Surfnet en de OPTA”. De OPTA is belast met het toezicht op de naleving van de Telecommunicatiewet. Openbare Internetproviders moeten zich aan allerlei regels uit die wet conformeren, waar besloten providers geen last van hebben. Surfnet biedt netwerkdienstverlening voor de aangesloten organisaties, en ziet zichzelf niet als een openbare Internetprovider:

Surfnet zegt zich met aanbod van toegang tot internet te beperken tot onderzoek, onderwijs en culturele instellingen, zo ongeveer het veld van het ministerie van OC&W, onderwijs, cultuur en wetenschap. Het departement financiert Surfnet indirect het meest via bijdragen die onderwijs- en onderzoeksinstellingen betalen voor de internetontsluiting.

De OPTA heeft nu Surfnet gesommeerd zich te conformeren aan de Telecommunicatiewet. In het besluit motiveert de OPTA waarom zij vindt dat Surfnet wel degelijk een openbaar elektronisch communicatienetwerk exploiteert en daarom gebonden is aan de wet.

Dat Surfnet een wat de wet noemt “elektronisch communicatienetwerk” onderhoudt, is duidelijk. De vraag is dus of het een “openbaar” netwerk is. Dat is het geval als sprake is van een

elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

En een “openbare elektronische communicatiedienst” is dan weer een “elektronische communicatiedienst die beschikbaar is voor het publiek”. Dat wordt uitgelegd als hoofdzakelijk beschikbaar voor het publiek. Wordt het Surfnet-netwerk dus hoofdzakelijk gebruikt voor elektronische communicatiediensten voor het publiek?

Surfnet zelf stelt dat hun netwerk niet beschikbaar is voor het publiek, maar uitsluitend voor de instellingen die passen binnen de doelomschrijving. Nu is dat misschien wat simpel gezegd, er zijn Internetproviders genoeg die zich op specifieke doelgroepen richten (bedrijven, nonprofit instellingen, particulieren) maar daarmee zijn ze nog wel openbaar. Bij de behandeling van de Telecommunicatiewet werd bijvoorbeeld een bedrijfsnetwerk (LAN) genoemd als voorbeeld van een besloten communicatiedienst. Maar waar trek je de grens?

De OPTA grijpt naar de definitie die gebruikt werd bij de vergunningsprocedure rond Public Access Mobile Radio, een openbaar elektronisch communicatienetwerk voor mobiele communicatiedienstverlening ten behoeve van besloten gebruikersgroepen. En die regeling definieert een besloten gebruikersgroep als volgt:

Een besloten gebruikersgroep bestaat uit gebruikers van elektronische communicatiediensten die onderling een duurzame professionele relatie hebben en daardoor binnen de groep een communicatiebehoefte hebben die voortvloeit uit het gemeenschappelijke belang dat aan deze duurzame relatie ten grondslag ligt. De duurzame professionele relatie omvat meer dan alleen het gezamenlijk afnemen van elektronische communicatiediensten en de besloten gebruikersgroep is niet uitsluitend opgezet om elektronische communicatiediensten af te nemen.

Het criterium wordt hiermee of de groep vooral onderling wil communiceren. Bij een bedrijfsnetwerk is dat duidelijk de bedoeling. Een Internetprovider voor particulieren wil het juist mogelijk maken dat de klant met de hele wereld kan communiceren. Klanten kunnen ook wel met elkaar communiceren natuurlijk, maar dat is in principe irrelevant.

Surfnet gaat bezwaar maken, en vermoedelijk daarna in beroep. Ondertussen heeft Surfnet zich toch maar geregistreerd.

Arnout Veenman ziet het als het zoveelste bewijs van de reguleringsdrang van de OPTA.

Arnoud