Moet ik per ongeluk ontvangen bitcoins teruggeven?

Een leuke casus bij Tweakers:

Een vriend van mij, die niet heel handig is met betrekking tot het opzetten van een [bitcoin]wallet, wilde ook graag investeren. Ik heb toen aangeboden dat ik de BTC voor hem zou beheren, aangezien ik een Trezor heb. … Ik kreeg [van het bedrijf Bitonic] in plaats van €1000 aan bitcoins, twee transacties van beide €1000 aan bitcoin binnen op mijn adres. [Mag ik dat houden?]

Waarop een uitgebreide morele discussie volgt die neerkomt op “hoe onfatsoenlijk is dat”. Maar er zit natuurlijk ook een juridische component aan, zeker als Bitonic vervolgens mensen blijkt te hebben gemaild met de opmerking dat ze het juridisch mogelijk niet terug kunnen eisen.

Die opmerking snap ik niet, want juridisch gezien is het niet heel spannend. Die onterecht ontvangen bitcoins zijn een “onverschuldigde betaling” in de zin van de wet (art. 6:2036:212 BW) en je moet de wederpartij dan schadeloos stellen. Formeel geldt die plicht vanaf dat je het betaalde hebt ontvangen, niet vanaf dat men je heeft opgespoord. Je moet het dus gaan brengen, ongevraagd.

Het heet weliswaar een onverschuldigde betaling maar het geldt ook voor onverschuldigd gegeven fysieke dingen, dus ik twijfel er niet aan dat een onverschuldigd opgestuurde bitcoin onder dit kopje valt. Die bitcoins moeten dus terug.

Tevens is het een misdrijf om zulk ontvangen spul voor jezelf te houden (verduistering, art. 321 Strafrecht – het is geen diefstal want je hebt ze niet door een misdrijf verkregen). Vanaf dat je besluit ze niet terug te geven, pleeg je dus een misdrijf.

Wat er gebeurt bij koersverschillen is een lastigere. Dat is op zichzelf ook schade, maar hoe dat uitpakt bij bitcoin weten we nog niet. Maar hier maakt dat niet veel uit, want je kunt gewoon de bitcoins teruggeven zonder dat er iets moet worden gewisseld van of naar Euro’s.

De uitspraak van Bitonic snap ik wel vanuit praktisch gezichtspunt. Hoe vind je al die ontvangers, en hoe bewijs je wie welk geld heeft dat terug moet. En vooral: is dat de kosten waard? Zuiver formeel hebben ze ongelijk, want het moet gewoon terug, punt.

Arnoud

Data bestaat juridisch niet, wat betekent dat voor de praktijk?

Data is niets, is een mantra dat ik al geruime tijd verkondig op deze blog. Je kunt geen eigenaar zijn van data, want de wet kent dat concept alleen voor fysieke goederen. Dat roept dan altijd de nodige vragen op: als data niets is, wat doe ik dan allemaal online, en waarom zijn er dan soms toch wetten die wat zeggen over data die ik publiceer of up- dan wel download?

De reden dat ik dit roep, is om aan te geven dat je erg zwak staat wanneer je aanspraak wilt maken op data die je ergens hebt geplaatst. Bij fysieke goederen is dat makkelijk: die kun je te allen tijde terughalen met een beroep op je eigendomsrecht, no questions asked (behalve als je de rekening nog open hebt staan).

Een equivalent daarvan ontbreekt bij data. Er is geen enkele wettelijke grondslag om een kopie van je data op te eisen. Als je er niet bij kunt, of als hij weg is, dan heb je pech en de wet laat je in de kou staan. Hooguit kun je schadevergoeding krijgen voor de tijd nodig om deze te herstellen, maar in veel gevallen wil je helemaal niet de data herstellen of kún je dat niet eens (die vakantiefoto’s van tien jaar geleden, of je bonnetjes van je bedrijf van vorig jaar).

Natuurlijk heb je intellectuele-eigendomsrechten, met name auteursrecht en databankrecht op je data. Maar dit zijn ‘exclusieve’ rechten, oftewel rechten waarmee je anderen kunt verbieden iets te doen met die data. Ze geven je geen recht op toegang tot die data of anderszins beschikkingsrecht over die data. Je kunt daarmee dus alleen eisen dat men de data wist of weghaalt, meer niet.

Data in de vorm van virtuele objecten in online spellen bestaat juridisch dan weer wél, dat is gewoon een stukje eigendom. Dat volgt uit jurisprudentie over diefstal en beroving van dergelijke objecten. Ook je SMS-tegoed en dergelijke saldo’s gelden als eigendom. Maar dit is de uitzondering en niet de regel.

Ik noem dit met enige regelmaat een van de grootste, zo niet het grootste, probleem van de informatiemaatschappij. Informatie is alles, maar is tegelijkertijd niets in deze samenleving. Dat is raar. En het kan héél vervelend uitpakken, want we plaatsen steeds meer data bij derden in plaats van die zelf te bewaren. Als je daar geen zeggenschap over hebt, dan is dus die centrale grondstof van de maatschappij ineens juridisch buitengewoon kwetsbaar.

Misschien dat de nieuwe privacywet vanaf 25 mei hier verandering in brengt. Wie data over hemzelf elders onderbrengt, heeft recht op een kopie van zijn “dossier”, alle persoonsgegevens. Daarmee zou je dus je fotoverzameling terug kunnen halen, die hangt aan jouw account en is dus van jou. Maar ideaal is dat niet – zeker niet voor bedrijven, want data van een bedrijf is geen persoonsgegeven.

Is er een oplossing? Ik betwijfel het. Gewoon in de wet zetten dat eigendomsrecht ook geldt voor computergegevens gaat wat te snel. Je loopt dan tegen allerlei problemen aan, hoe pakt dat uit? Hoe geef je dan bijvoorbeeld data als onderpand, of wat gebeurt er als ik data dan twee keer verkoop? Maar een andere oplossing weet ik ook niet.

Arnoud

Van wie is de Facebookpagina van een bekende Nederlander?

“Mijn vorige werkgever zegt: die heb je onderhouden tijdens werktijd, dus die is van ons.” Aldus DJ Giel Beelen in het AD vorige week. De ex-werkgever van de DJ claimt eigenaar te zijn van de Facebookpagina, omdat deze onder werktijd werd onderhouden. Mogelijk een reactie op dat akkefietje vorige week met de ‘gehackte’ muziek. Maar het is wel een lastige vraag: van wie ís de Facebookpagina van een bekend persoon?

Data bestaat juridisch niet, roep ik altijd. En dat geldt ook voor Facebook: een Facebookprofiel met updates, foto’s en dergelijke bestaat juridisch niet als zelfstandig ding. Je kunt er dus geen eigenaar van zijn in de zin van de wet; het is niet meer dan een artefact van een dienst geleverd door Facebook Inc. Juridisch stelt het minder voor dan een bioscoopkaartje of kassabon. Dus wat dat betreft zou de vraag zinloos zijn.

Maar specifiek in de werkgever/werknemer relatie is er nog wel een haakje. Die dienst is geleverd onder een contract tussen Facebook Inc en meneer Beelen. Als hij dat contract als werknemer sloot, dan staat het op naam van zijn ex-werkgever de BNNVARA. Wanneer je dan als werknemer daar niet meer werkt, ben je dus niet meer bevoegd om onder het contract handelingen te verrichten, wat een dure manier is om te zeggen dat je dan die pagina niet meer mag updaten.

Wanneer ga je nu een contract aan als werknemer? Een expliciete opdracht is daarvoor niet nodig. Als uit de omstandigheden duidelijk is dat jij én de werkgever dit bedoelde als zakelijke actie, dan is het een contract op naam van de werkgever. Er is dus geen hard criterium, en ook “onder werktijd beheerd” is niet genoeg. Als ik onder werktijd als DJ een roman schrijf, dan is die echt van mij want dat heeft niets met het werk te maken. (Ik kan wel worden berispt voor niet werken onder werktijd.)

Dat je op je eigen naam gebruikt, zou normaal voor mij een belangrijke factor in het voordeel van de werknemer zijn. Ook dat het hier Facebook is en niet een meer zakelijk netwerk zoals Linkedin, zie ik als factor pro werknemer. Maar het is hier iets ingewikkelder, omdat je als Bekende Nederlander juist zákelijk op Facebook moet zijn (daar zitten je fans) en je daarbij ook onder je persoonsnaam naar buiten treedt. Anders gezegd: het onderscheid tussen Giel Beelen privé en Giel Beelen, werknemer BNNVARA, is eigenlijk niet goed te maken.

Er blijft dan weinig anders over dan op de pagina zelf te kijken. En daar zie ik van alles over de zakelijke activiteiten van de DJ, aansluitend bij dingen die op de radio gebeuren. Ik zie zo gauw geen echte privézaken zoals ik die bij een particuliere Facebook zou verwachten. Daardoor krijg ik het gevoel dat de pagina bedoeld is als deel van het werk, en daarmee is goed verdedigbaar dat BNNVARA deze als bedrijfspagina ziet.

Het is natuurlijk nogal vervelend voor Beelen die zo het contact met zijn fans verliest, maar juridisch zie ik geen argumenten om de pagina zelf te mogen houden. Jullie wel?

Arnoud

Mijn hostingprovider weigert de DNS records van mijn domeinen te overhandigen!

Een lezer vroeg me:

Voor een klant moeten we meerdere domeinnamen overnemen van de huidige hoster. Echter wil de hostingpartij huidige ingestelde DNS records niet overhandigen aan zowel de klant als ons, en er is ook geen toegang tot een online omgeving waar ik deze kan downloaden. Mag men dit zo weigeren?

Ja, dat mag men zo weigeren en er is geen grond om die data op te eisen bij de huidige dienstverlener.

Ik blijf het zeggen: juridisch is data helemaal niets, het bestaat niet en je kunt er dus ook geen aanspraak op maken tenzij contractueel is afgesproken van wel. Heel heel soms zou je kunnen beredeneren dat dit impliciet is afgesproken, maar je zult van goeden huize moeten komen en er is geen jurisprudentie hierover.

DNS-data is best cruciaal. Steeds meer diensten autoriseren verzoeken door naar informatie in DNS te kijken. Het bekendste voorbeeld is SPF, een protocol om mailberichten te authenticeren. Wanneer iemand een mailtje verstuurt, wordt dan in de DNS op het afzender-domein gekeken of daar een record is dat toestemming geeft aan deze afzender. Als je die informatie dus niet meeverhuist, dan kun je ineens niet meer mailen naar SPF-gebruikers.

Er is niets wettelijk geregeld voor DNS data, dus zonder afspraak kun je die niet opeisen.

Ook met auteursrecht of databankrecht kom je er niet. Allereerst zit er op dit soort feitelijke informatie geen IE-recht, en ten tweede zijn dergelijke rechten verbodsrechten. Dat wil zeggen dat je de hoster zou kunnen verbieden deze informatie nog te hebben, maar niet dat hij je een kopie moet geven. Auteursrecht is geen eigendom.

De beste manier – maar dat is achteraf – is in het contract of de SLA dus opnemen dat een kopie van de data zal worden verstrekt in een bruikbaar formaat. Heb je dat niet, dan zit er dus weinig anders op dan de data reconstrueren op basis van externe bronnen, in dit geval de openbare DNS. Maar dat kan een heleboel werk zijn, zeker met subdomeinen.

Arnoud

Tot eigendom van data geregeld is, kun je maar beter goede backups maken

Wie data opslaat bij een online backupdienst, of gebruik maakt van een SaaS-dienst voor bijvoorbeeld boekhouding of klantenadministratie, zal al snel geneigd zijn te spreken van ‘zijn’ data. Logisch: die informatie is essentieel voor die persoon, en als hij het fysiek ergens opgeslagen had, dan waren die mappen of papieren ook gewoon zijn eigendom. Maar in de cloud is dat wezenlijk anders. Data is niets, juridisch gezien. Je kunt dus niet spreken van eigendom van data, en er is ook geen wettelijke manier om data op te eisen van een dienstverlener.

Dat data niets is, beschouw ik als het grootste juridische probleem binnen het internetrecht. Want we dénken allemaal van wel, omdat SaaS-diensten nu eenmaal zo duidelijk aansluiten bij de klassieke manier van werken. Data op onze laptops, daar kunnen we altijd bij; die is dus ‘van ons’ in het gewone spraakgebruik. En die data is essentieel voor wat we doen – of het nu bedrijfskritische gegevens zijn of onvervangbare foto’s van je opgroeiende kinderen. Die data moet dus ook van ons zijn. Maar als je hem in de cloud opslaat, heb je er juridisch geen claims meer op. Data is een bijproduct van dienstverlening, meer niet.

Bij verlies van data heb je juridisch gezien gewoon dikke pech. Die data is weg, en een claim wegens wanprestatie is buitengewoon ingewikkeld. Toon maar eens aan dat de clouddienstverlener zijn best niet heeft gedaan, om te beginnen. En daarnaast: waarom had jij geen backup van die data, als die zo belangrijk was voor je? Het aansprakelijkheidsrecht kent het concept van “eigen schuld”, waardoor een schadevergoeding kan worden verlaagd. Met dat argument kreeg een consument in 2013 het deksel op de neus toen hij zijn Powerbook had laten repareren, waarna de harde schijf sneuvelde. Hij moest de helft van de schade zelf dragen.

Een oud spreekwoord luidt: beter voorkomen dan genezen. In juridische termen: beter backuppen dan aansprakelijk stellen. Een backup maken van clouddata lost het hele probleem op van dataverlies, tenminste als je de backup ook weer netjes ergens bewaart.

Een goede dienstverlener zal zijn klanten de gelegenheid geven alle geüploade data ook weer te downloaden, zodat de klant deze elders kan gebruiken als de overeenkomst wordt beëindigd, of bij calamiteiten natuurlijk. Sommige bedrijven doen dit liever niet, omdat ze bang zijn dat iemand dan naar de concurrent gaat. Maar het omgekeerde blijkt waar: als je weet dat je snel weg kunt, blijf je langer zitten. Het belangrijkste voor de klant is in ieder geval: máák die backup, en bij voorkeur iedere dag. Want een backup heb je pas nodig als je merkt dat de dienst het ineens niet meer doet. En dan is het te laat om hem nog te downloaden.

Arnoud<br/> PS: dit is een voorpublicatie uit editie 2017/18 van De wet op internet, en de voorintekening is geopend!

Waarom wanhopige tractoreigenaren illegale firmware downloaden

Wanhopige John Deere-tractoreigenaren downloaden Oekraiense firmware hacks om hun oogst binnen te kunnen halen, las ik bij Boing Boing. Tractormerk John Deere heeft namelijk in de EULA die bij de landbouwvoertuigen hoort, bepaald dat herstel en verbetering alleen door een geautoriseerd JD-bedrijf mag worden verricht. Maar veel eigenaren hebben aanpassingen nodig om hun tractor te laten werken op hun land.

Een EULA op een tractor, het moet niet gekker worden. Maar iedere recente auto, en dus ook ieder landbouwvoertuig is al jaren eigenlijk gewoon een computer: vol met software die bepaalt wat het ding doet (of niet). En waar dat in de jaren tachtig nog beperkt was tot firmware die een chipje verving om zo één functie wat flexibeler te doen, is nu de firmware eigenlijk allesbepalend voor zo ongeveer alle functionaliteit.

Het tunen van tractors is al sinds jaar en dag staand gebruik in de landbouwbranche. Afhankelijk van terrein, gewas en andere zaken kan meer snelheid, meer tractie of wat anders erg belangrijk zijn. Ten tijde van de tractor uit het plaatje rechtsboven deed je dat met een moersleutel, nu doe je dat met een USB stick met nieuwe firmware.

Alleen: dat mag dus niet van John Deere. Want hoewel zo’n tractor rustig enkele tonnen kan kosten, ben je er geen eigenaar van. Ja van de hardware wel, maar de firmware krijg je in licentie en daar zit keurig een EULA op die aanpassen verbiedt door een ieder anders dan een geautoriseerd dealer. (Oh en die zegt dat Deere gevrijwaard moet blijven van aanspraken wegens gemiste oogst en dergelijke.) En dat kost dan $230 plus $130 per uur tijd en materialen. Dat schiet niet op als je urgent iets nodig hebt en pas geld gaat verdienen als die oogst binnen is.

Niet zo gek dus dat men dan naar illegale firmware grijpt. En nee, onder Amerikaans recht is het inderdaad illegaal je firmware te tunen: de DMCA verbiedt het onrechtmatig verschaffen van toegang tot een auteursrechtelijk beschermd werk, zoals die firmware dus. Dat die wet bedoeld was om het hacken van beschermde films en muziek tegen te gaan, doet niet ter zake. Dit is in Nederland ook verboden trouwens, hoewel er in Nederland nog geen serieuze klachten over toepassing van onze wet (art. 29a lid 2 Auteurswet) zijn geweest.

Wat nu? Een aantal Amerikaanse staten werkt aan een wettelijk “right to repair”: een herstelrecht voor eigenaren van software-aangedreven apparaten. Deze zouden dan ondanks EULA of Auteurswet gerechtigd zijn de firmware in die apparaten aan te passen als dat nodig is voor herstel of functioneel verbeteren van dat apparaat. Maar niet verrassend zijn bedrijven als John Deere daar zwaar op tegen.

Arnoud

Van wie is een foto gemaakt door een werknemer?

Een lezer vroeg me:

Als een van onze medewerkers opnames (film of foto) maakt met een mobiele telefoon van de zaak, wie is dan de eigenaar van deze opnames, het bedrijf of de medewerker?

Dat hangt af van of de opnames gerelateerd zijn aan zijn werk. Als dat zo is, dan komen de auteursrechten op die opnames toe aan het bedrijf, anders zijn ze van de werknemer privé. Het doet er niet toe of de apparatuur privé-eigendom is en of de foto gemaakt werd onder werktijd of op kantoor.

Een simpel voorbeeld is een cameraman bij een productiehuis: dan komen alle rechten uiteraard toe aan de werkgever. Maar het hoeft niet de kern van zijn werk te zijn. Ook bij een bouwvakker die een foto maakt van het werk voor het dossier dat zijn baas van elke klus bijhoudt, komen de rechten toe aan de werkgever. Die foto is ook gewoon deel van het werk.

Wie om half zes even een foto maakt van zijn kantoortuin om het thuisfront te laten zien hoe druk het is, heeft zelf de (auteurs-)rechten op die foto. Ook al is het op het werk gemaakt, onder werktijd en zelfs met de telefoon van de zaak. Die foto heeft niets met het werk te maken. (Mogelijk overtreed je een huisregel dat er niet gefotografeerd mag worden op de werkvloer, maar dat is een arbeidsrechtelijk ding dat los staat van auteursrechten.)

Twijfelgevallen zijn er natuurlijk genoeg. Een werknemer die bij het afscheid van een collega gevraagd wordt even een foto te maken van de toespraak. Het vastleggen van een aanrijding met de bedrijfsbus. Tijdens de lunchpauze een foto maken voor een spontane Linkedin-update. Of ’s avonds langs kantoor lopen en een mooie sfeerfoto delen in de bedrijfs-appgroep. Daar zul je dan in redelijkheid samen uit moeten komen.

Een arbeidscontract (niet het personeelsreglement) kan de grenzen anders leggen. Werkgever en werknemer kunnen afspraken maken over auteursrecht. Die afspraken moeten wel redelijk zijn, de werkgever mag bijvoorbeeld niet alle auteursrechten opeisen op alles dat de werknemer maakt totdat het contract eindigt. Dan zouden ook de vakantiefoto’s van de werkgever zijn, en dat is niet redelijk.

Arnoud

Wordt het niet eens tijd om data-eigendom wettelijk te gaan regelen? #dimorefi

Langsgekomen bij de voorspellingen 2017: wordt het niet eens tijd om data-eigendom te gaan regelen? Data is de grondstof van de informatiesamenleving, maar juridisch gezien bestaat data niet bij diensten van diezelfde informatiemaatschappij. Dat is buitengewoon raar en leidt tot zeer onbillijke situaties. Tijd om er wat aan te gaan doen. Alleen: wát dan?

Je bent eigenaar van je data. Klinkt heel logisch, zeker vanuit het aloude mantra dat wat offline geldt, ook online moet gelden. Als je eigenaar bent van die fysieke mappen met documenten, die bonnetjes en die albums met foto’s, dan ben je dat natuurlijk ook van die gedigitaliseerde documenten, die PDF’s met bonnetjes en dat Instagram-account met foto’s.

Alleen: nee. De wet erkent het concept eigendom alleen op zaken, oftewel “voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten” (art. 3:2 BW). Computergegevens (data) vallen niet onder deze definitie, om de eenvoudige reden dat ze niet stoffelijk zijn. En dan is eigendom erop niet mogelijk.

Op virtuele objecten is eigendomsrecht wel erkend. Maar dat was een strafrechtelijke kwestie, en belangrijker: het ging om een specifiek soort data, namelijk data in een omgeving waarbij deze uniek gemaakt was. Een virtueel zwaard dat uniek is in een spel, kan worden weggenomen. Een belminuut die wordt gebeld is daarna op. In het algemeen gaat dat niet op voor data. Als iemand mijn foto kopieert, ben ik deze niet kwijt. Dus die jurisprudentie lever hier niets op.

Dan hebben we nog het auteursrecht en het databankenrecht. Op data kun je beide rechten hebben (mits creatief en/of verkregen door substantiële investering), en we noemen dat soms intellectuele eigendom ook. Maar dat gaat je niet helpen: die rechten zijn juridisch “exclusieve” rechten zoals dat heet, oftewel rechten om anderen iets te verbieden. Geen rechten om dingen mee op te eisen. Als een kopie mijn boek ergens in de winkel ligt, kan ik ze dat verbieden, maar ik kan die kopie niet opeisen van ze.

Wat is data dan wel? Niets, zeg ik altijd. Het is juridisch gezien een artefact van een dienst, en daarop heeft de opdrachtgever geen rechten. De wet ziet data bij een clouddienst als hetzelfde als de data die je butler onthoudt* tijdens zijn jarenlange dienstverband. Erg leuk en prettig, maar als de beste man met pensioen gaat dan is die data weg.

Misschien een tikje gechargeerd, maar wat ik ermee bedoel is dit: je hebt geen wettelijke aanspraak op data die je in een dienst opslaat, met een dienst genereert of dankzij een dienst verkrijgt. Je kunt die data niet opeisen, en van “jouw” data kun je al helemaal niet spreken. (Bij data over jezelf -persoonsgegevens- ligt dat een tikje anders, zeker straks onder de Privacyverordening. Maar dat laat ik even buiten beschouwing.)

Dit levert allerlei vervelende problemen op. Als een dienst wordt gestaakt, dan kan de bijbehorende data per direct de prullenbak in en als klant is daar niets aan te doen. Je hebt geen recht hier nog even een kopie van te downloaden. Ook als een dienst eenvoudigweg weigert die data beschikbaar te stellen voor download, dan houdt het snel op. Men mag zelfs in de voorwaarden verbieden dat je die data gaat downloaden (bijvoorbeeld door de website te scrapen of met een script alle data te downloaden).

Tijd voor de politiek, zou je zeggen. Als data zo belangrijk is voor de maatschappij, dan moet eigendom daarop wettelijk vastgelegd worden.

Alleen: hoe dan?

Je kunt natuurlijk botweg zeggen, we schuiven “en op digitale gegevens gegenereerd of opgeslagen middels diensten van de informatiemaatschappij” in artikel 3:2 BW. Dan is data je eigendom, punt. Maar dat creëert wel gigantische afbakeningsproblemen. Is de logfile met informatie over mijn logins dan ook “mijn” data? De reacties onder mijn blog, zijn die van mij of van mijn reageerders?

Een andere insteek is te handelen vanuit de problemen die er zijn. Je data ben je kwijt als de dienstverlener de dienst staakt of de toegang weigert, oké dat is een probleem dus laten we wettelijk zeggen dat dat niet mag. Een dienstverlener is gehouden data opgeslagen of gegenereerd door een gebruiker van zijn dienst in kopie te geven op verzoek, zoiets. Dat kan, alleen moet je dan wel elk probleem zien te onderkennen en daar een artikel voor schrijven. Bijvoorbeeld bij faillissement, dat de curator ook die plicht op zich heeft. En dat een schadeplicht ontstaat als die data weg is. Of dat de data pas weg mag nadat een redelijke termijn voor een download is verstreken.

Maar welke insteek je ook kiest, dan kom je bij het volgende probleem. Welke data, en hoe dan? Dat is geen simpele vraag. Moeten foto’s in het originele geüploade RAW formaat, of in de JPEG’s waarmee ze gepubliceerd worden? In welk formaat moet een Facebook-profiel worden geëxporteerd? Of de reacties op mijn blog? De todo-items uit mijn handige appjes?

Open standaarden, hoor ik van de achterste rij. Ja, mooi principe alleen gaat dat werken? Moet je dan voor álles een open standaard maken? Is er een standaard voor todo items of voor ticketbestellingen bij het theater via die mooie app? Of is die lijst met ticketbestellingen te triviaal om data-eigendom voor te laten gelden?

Dus nee. Ik denk echt dat de kwestie van data-eigendom een van de belangrijkste open issues uit de informatiemaatschappij is en vind het een nobel idee om dit te gaan regelen, maar het is allesbehalve triviaal hoe we dit voor elkaar moeten krijgen.

Arnoud<br/> * Hier zou een grap moeten over “Dat mag Joost weten, maar ik weet hem even niet.

Ben ik eigenaar van de augmented reality op mijn perceel?

pokemon-goEen lezer vroeg me:

Het terrein rond mijn huis (een Rijksmonument) is erg populair bij Pokémon Go-spelers, er blijkt hier een zeldzaam beestje te zitten. Allemaal leuk en aardig, en als mensen netjes aanbellen dan wil ik ze best nog eens binnen laten, maar er zijn ook mensen die over het hek klimmen. Kan ik daar wat aan doen bij Niantic, is dat plaatsen van die beestjes niet een inbreuk op mijn eigendomsrecht?

Het eigendomsrecht is het meest veelomvattende recht dat je op een zaak zoals een huis kunt hebben. Jij bent de baas en jij beslist wat er mee gebeurt, en daar hoef je geen redenen voor op te geven. Wil je dus geen Pokémonspelers in je tuin, dan hebben ze buiten te blijven.

Alleen: hier gaat het niet om het eigendomsrecht in de fysieke wereld, maar om een virtueel eigendomsrecht. Zeggenschap over welke augmentations dienstverleners zoals Niantic toevoegen aan je huis. Dáár is het eigendomsrecht niet voor gemaakt, en volgens mij ook niet voor bedoeld. Het lijkt me niet goed te werken om te zeggen dat je als eigenaar toestemming moet geven voor augmented reality-gebruik van je eigendom. Al is het maar omdat Google Maps dan óók ineens onmogelijk wordt, immers straatnamen of informatie over een huis projecteren is óók augmented reality.

Er is wat mij betreft eigenlijk niet eens een augmented reality. Het is gewoon een dienst, waarbij men handig gebruik maakt van transparante afbeeldingen. Het gaat me te ver om die dienst onmogelijk te maken (want dat doe je met zo’n toestemmingseis, zeggen “het mag met toestemming” is hetzelfde als “het mag niet”). Natuurlijk, aan overlast moet wat worden gedaan maar daar zijn andere instrumenten voor.

Arnoud

Is het eigendomsrecht een probleem op internet? #VrijMoReFi

internetrechtHeel lang geleden, toen bits nog van hout waren, kwam hackervereniging Hack-Tic met De Digitale Stad. DDS streefde naar een laagdrempelig internet met toegang voor iedereen. De opzet was die van een stad: je bezocht cafés om te kletsen of een bibliotheek om wat te lezen, op pleinen ging je met elkaar in discussie en bij het postkantoor ontving en verzond je digitale post. Een hele logische analogie om het concept ‘internet’ te verkopen. De analogie zie je nog steeds terugkomen bij allerlei internet(recht-)discussies: internet is een openbare ruimte of een global village. Alleen met een belangrijk verschil: internet is vrijwel volledig in private handen, in tegenstelling tot de meeste steden. Wat doet dat met het recht?

Recht reguleert in principe alle interacties in de samenleving. Juristen maken dan onderscheid tussen het recht tussen burgers onderling (het civiel of burgerlijk recht) en het recht tussen burger en overheid (bestuursrecht en strafrecht). Een belangrijk deel daarvan is het reguleren van eigendom en wat anderen daarmee mogen. Eigendom is het meest veelomvattende recht dat mensen op zaken kunnen uitoefenen, zo staat in de wet. En dat recht gaat heel ver: je hoeft niets te tolereren met je eigendom, en je hoeft geen reden op te geven waarom niet. Je mag niet voetballen in mijn tuin, gewoon omdat het mijn tuin is. Ksst. Ga weg.

Daarnaast is er de openbare ruimte. Die is van ons allemaal, en de regels die daarvoor gelden zijn die van de overheid. Verkeersregels bijvoorbeeld, maar ook regels over privacy, vrijheid van meningsuiting en gewoon fatsoenlijk gedrag. Allemaal met als doel te zorgen dat we allemaal in die openbare ruimte kunnen zijn met een minimum aan overlast voor elkaar. In de gewone wereld is er natuurlijk veel eigendom – huizen, bedrijfspanden, winkels, ga zo maar door. Maar in de basis is dat allemaal aangesloten op de openbare ruimte. Zonder al te zeer je best te doen, kun je heel lang in uitsluitend openbare ruimte verkeren.

Vroeger had je nog wel het concept van de company town, een dorp dat in eigendom was van een bedrijf. Meestal omdat alle bewoners werkten bij dat bedrijf, en het bedrijf dan als vanzelf ook zorgde voor aanvullende faciliteiten zoals een supermarkt, scholen, kerkgebouwen of recreatie. Volgens mij hebben we dat in Nederland nooit gehad; verder dan het Philipsdorp dat na 1910 in Eindhoven werd gebouwd voor de vele nieuwe werknemers van de gloeilampenfabriek, kom ik niet.

Bedrijfsdorpen waren controversieel omdat een bedrijf ineens gigantische macht krijgt over haar personeel. Om eens wat te noemen: je kunt de huur (inclusief verhoging) gewoon inhouden van mensen hun loon, of je betaalt het loon uit in natura in je café of met bonnen voor je eigen supermarkt. En je kunt mensen aanspreken op onfatsoenlijk of onzedelijk gedrag bij hen thuis, met als machtsmiddel dat je wordt ontslagen op je werk. Natuurlijk, een verhuurder heeft tot op zekere hoogte óók die macht, maar het is voor mensen vaak iets makkelijker om een ander huis te vinden als ze hun werk behouden.

Internet doet me denken aan zo’n bedrijfsdorp, maar dan op nóg grotere schaal. Neem Facebook: je kunt er alles dat je ‘gewoon’ op internet ook kunt, alleen is alles uiteindelijk onder controle en toezicht van één bedrijf. Maar zij zijn natuurlijk niet de enige: eigenlijk is elk forum, elke sociale netwerksite, misschien wel elke website een bedrijfsdorp.

Of is dat overdreven? Een café op de hoek heeft ook huisregels, maar dat noemen we dan nog geen eh cafédorp. Dat zit hem er denk ik in dat er concurrentie is, je kunt naar een ander café. Je gaat niet zomaar naar een andere stad, zeker niet als je dan óók van werkgever moet veranderen. En de arbeidsovereenkomst met zo’n internetbedrijfsdorp is dan het netwerkeffect, waar ik in de vrijmorefi eind maart over schreef. Je kunt niet weg omdat je afhankelijk bent van die plek voor de contacten met anderen.

Waarom is dat erg trouwens, een bedrijfsdorp? Volgens mij zit dat hem in de afhankelijkheidsrelatie die je hebt met een werkgever/verhuurder/supermarktbaas/dominee. Je hele leven staat onder toezicht en controle en op elk punt van je leven kun je door iemand met macht worden aangesproken. Of straf opgelegd krijgen: boete ingehouden op je salaris, teruggezet in functie, privileges ontzegd krijgen of ontslag (en dus verbanning).

Het lijkt de staat wel. Ook daar sta je eigenlijk altijd onder toezicht, en je kunt altijd worden aangesproken door oom agent of tante handhaver. Klopt, maar een verschil is dat de overheid dat doet (althans, zou moeten doen) vanuit het algemeen belang. Als er bijvoorbeeld verkiezingen komen, zorgt de overheid er voor dat iedere partij posters kan aanplakken en kan flyeren in de openbare ruimte. Een werkgever, of meer algemeen de eigenaar van een gebouw of grond, hoeft dat niet. Die kan geplak en geflyer verbieden, of alleen zijn favoriete partij daar ruimte voor geven.

Dat vinden we prima, want er is altijd wel een stuk openbare ruimte te vinden waarin je als concurrerende partij wél jezelf kunt uiten. In een normaal dorp dan – op internet valt dat niet mee. (Wie kent er een blogruimte of forum gehost door een nationale of lokale overheid?) Internet is immers (vrijwel) altijd privaat eigendom, dus je hebt je altijd te houden aan de regels van de eigenaar. Op Facebook is bloot ongewenst. Bij Geenstijl mag je geen privégegevens posten en op weer een ander forum krijg je een ban als je het beheer afzeikt.

Het is die eenzijdigheid die volgens mij het fundamentele probleem is bij bedrijfsdorpen. Je moet leven volgens de moraal van een ander, en je moet diens regels volgen ook al wil jij een andere kant op. Uit het (gewone) recht hebben we die regels vrijwel allemaal geschrapt. Je kunt aardig immoreel en asociaal leven als je wilt. Maar op internet moet je goed zoeken om dáárvoor een plekje te vinden. Wordt het niet eens tijd om dáár wat aan te doen? Om de neutrale regels van de openbare ruimte ook te laten gelden voor internet?

Arnoud