Wanneer is een e-mail schriftelijk in de zin van de wet?

email-e-mail-elektronische-post-envelopEen lezer vroeg me:

Bij onze vereniging staat in de statuten dat men schriftelijk moet opzeggen. Echter al jaren werken wij met opzeggingen per mail, en niemand vindt dit een probleem. Nu hebben wij een nieuw bestuur en dat is nogal formeel. Zij retourneren opzeggingen per mail met de vraag dit per post te sturen “omdat e-mail niet wordt gezien als schriftelijk stuk”. Hebben zij gelijk? Wanneer is e-mail schriftelijk?

De wet zegt zelden iets over de manier waarop een mededeling moet worden gedaan. Zo’n ‘vormvereiste’ is meestal iets dat partijen zelf verzinnen. Dat mag, want in statuten -of contracten of algemene voorwaarden- mag je afspreken wat je wilt, inclusief procedurele regels. In het verenigingsrecht geldt géén eis van schriftelijk moeten opzeggen (art. 2:35 en 2:36 BW).

Meestal is de reden om een geschrift te eisen dat daarmee duidelijk bewijs geleverd wordt van wat de bedoeling is. Bij een mondelinge opzegging kan er discussie ontstaan achteraf over wel/niet, hoe had men het exact bedoeld, in welke emotionele staat was men en ga zo maar door.

De wet zegt dat een elektronisch document schriftelijk is wanneer aan een aantal strenge eisen is voldaan (art. 156a Rechtsvordering. Zo moet het document niet zomaar te manipuleren zijn, moet de identiteit van de partijen duidelijk zijn en moet er een elektronische handtekening op zitten. Een simpele e-mail voldoet niet aan deze eis. Dus als de wet, statuten of contract een geschrift eisen, dan heb je in theorie een lastige situatie als je het per se toch per mail wilt doen.

In de praktijk zie ik hier zelden problemen mee. Wanneer beide partijen het eens zijn dat de mail is ontvangen en wat de inhoud is, waarom zou men dan nog bezwaar maken enkel omdat het een mail is in plaats van papier? Zeker bij zaken als een opzegging is daar geen enkele reden voor. In deze zaak had de rechtbank er geen moeite mee om de algemene voorwaarde “opzeggen moet schriftelijk” te passeren sterker nog e-mail en geschrift werd gewoon gelijk gesteld:

Naar het oordeel van de kantonrechter dient een dergelijke vorm van opzegging, gelet op de tegenwoordige stand van de communicatie, gelijk te worden gesteld met een schriftelijke opzegging zoals bedoeld op het inschrijfformulier. Vast staat dat Gymnasion genoemde e-mail heeft ontvangen.

Wel heb je bij e-mail een iets lastigere bewijspositie dat deze is ontvangen. Dat moet de verzender bewijzen, en daarbij is het niet genoeg dat men kan bewijzen de mail te hebben verzonden. Dat weten we uit deze zaak:

Nu [gedaagde] geen ontvangstbevestiging van de e-mail heeft overgelegd en nu de getuigen wél kunnen verklaren dat [gedaagde] de e-mail heeft verzonden, maar niet kunnen bewijzen dat Lis de e-mail heeft ontvangen, kan aan deze e-mail niet het beoogde effect van opzegging van het proefabonnement worden toegekend.

Het devies blijft dus: nabellen of namailen totdat je zeker weet dat het bericht is aangekomen. En een reactiemail met “Uw opzegging is ontvangen maar sorry dit moet echt per post” is natuurlijk heel mooi bewijs dat de opzegging ontvangen is.

Arnoud

Wanneer mag je de mailbox van een werknemer nu doorzoeken?

outlook-webmailEen lezer vroeg me:

Arnoud, je hebt er al vaker over geschreven maar wanneer mag je nu de mail van een werknemer onderzoeken?

Veel mensen denken nog steeds dat je een werkmailbox mag doorzoeken op potentieel rare dingen omdat het een wérkmailbox is. Of omdat je een IT-reglement hebt opgehangen waarin staat “Wij mogen te allen tijde alles”. Maar zo werkt het niet. Dat reglement is wel belangrijk want de redenen voor doorzoeking moeten vooraf bekend zijn gemaakt. Maar je moet wel echt een reden hebben, en een stevige ook. Privacy geldt ook op het werk.

Een dringende reden was er bijvoorbeeld in deze zaak: er waren whatsappberichten ter kennis van de werkgever gekomen waaruit bleek dat de werknemer zich behoorlijk negatief over het bedrijf uitliet jegens derden. En daarmee was er een grond de laptop te doorzoeken.

Dat deze regels ook gelden na vertrek van een werknemer, blijkt uit een recent arrest van het Gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden. Hier werd e-mail doorzocht na vertrek. Het Hof zegt dan:

Het feit dat de e-mailberichten niet tijdens, maar aan het eind van en/of na het dienstverband bij een standaardcontrole van de ingeleverde laptop zijn gevonden, brengt niet mee dat de beperkingen van het recht op privacy niet gelden.

Dat gold zeker nu de werknemer de laptop had gewist, waardoor hij er geen rekening mee hoefde te houden dat de werkgever zijn privédata zou gaan recoveren.

Mijn broek zakte af van dit vonnis waarin de werkgever had ingebroken in de privé-Gmail van de werknemer. Dit kon omdat inloggegevens bewaard waren op de werkcomputer. Ook werden privéchats via WhatsApp gelezen vanaf de zakelijke telefoon. Eh ja, precies. Wát.

De kantonrechter verklaart dit onrechtmatig, met name omdat er geen concrete aanleiding was en omdat de werkgever de werknemer misleidde (“updates doorvoeren” op pc en telefoon) over de reden voor het snuffelen. Zoals wel vaker bij deze zaken is er geen internetreglement. Dit ook wordt de werkgever verweten. De werkgever moet € 7500 schadevergoeding betalen voor het onrechtmatig zoeken.

Het ontslag blijft echter wel in stand omdat de werknemer de verboden heeft overtreden. Bewijs is bewijs in het Nederlands recht, óók als het onrechtmatig verkregen is. De rechter vindt dit ook logisch, de straf voor het schenden van iemands privacy is een boete of schadevergoeding:

Op deze wijze ontstaat er geen vrijbrief voor de werkgever om op onrechtmatige wijze gegevens te verkrijgen over een bepaalde handelwijze van een werknemer en blijft het tegelijkertijd mogelijk het gedrag van de werknemer te beoordelen met alle gegevens die boven tafel zijn gekomen.

Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zal de rechter weigeren naar het bewijs te kijken omdat het onrechtmatig verkregen is. Dat voelt gek: men schendt de wet maar mag er wél van profiteren. Maar ik vind het minder gek dan bewijs negeren terwijl er eh gewoon bewíjs is. Dan liever de bewijsverkrijger straffen voor het onjuist handelen en daarna toch gewoon naar het bewijs kijken.

Arnoud

Naar wie mag je een ontvangen e-mail doorsturen?

e-mail-email-brief-post-envelopMet enige regelmaat krijg ik vragen van mensen die een mail door willen sturen, door hebben gestuurd of van wie de mail is doorgestuurd terwijl niet iedereen daar blij van is. Dus: wanneer en naar wie mag dat nou, een mail doorsturen?

Met toestemming mag het natuurlijk. Die toestemming hoeft niet expliciet genoemd te zijn. Als de mail duidelijk ook bedoeld is voor Wim, dan mag de ontvanger de mail doorsturen naar Wim. Denk aan een vergeten geadresseerde, of een vraag of je Wim even bijpraat. Of wanneer het logisch is: als ik een drukproef krijg die er goed uitziet, mag ik de mail van de ontwerpster doorsturen naar de drukker zodat die aan de slag kan.

Een e-mailbericht zal al snel onder het auteursrecht vallen. Daarvoor is niet veel creativiteit nodig; een mail met meer dan “ik zie je morgen” of iets dergelijks triviaals is al beschermd. Op grond van het auteursrecht mag je mail dus niet zomaar doorsturen. Ook niet een deel bij wijze van citaat: citeren mag alleen als het werk gepubliceerd is, en daarvan is geen sprake bij e-mail. (Tenzij het naar een openbare mailinglijst gaat of zo natuurlijk.)

Het briefgeheim wordt ook vaak als argument gehanteerd, maar a) dat geldt niet voor mail en b) de strafwetbepalingen omtrent wederrechtelijke toegang tot mailboxen zijn niet van toepassing op de ontvanger van een mail. Het is ook geen schending van het briefgeheim om een ontvangen papieren brief naar een derde door te sturen.

De privacy kan ook nog een rol spelen, afhankelijk van de inhoud van de mail. Een privémailbericht zal naar zijn aard privégegevens van de afzender (of een derde) bevatten, en die doorsturen kan dan een verwerking van persoonsgegevens opleveren. En dat mag alleen met toestemming, of bij een dringende noodzaak die zwaarder weegt dan de privacy van de betrokken persoon. Maar bij een zakelijk bericht (bv. een offerte) zou ik dit geen sterk argument vinden. altijd,

Het enige echte excuus dat ik kan bedenken om zonder toestemming een privémailbericht door te sturen, zou zijn als de inhoud zó belangrijk is dat het belang voor de derde-ontvanger om het te weten, zwaarder moet wegen dan het auteursrecht en de privacy van de afzender. Juridisch beroep je je dan op de vrijheid van meningsuiting, die vereist dat deze informatie met derden wordt gedeeld en waarbij dat vereiste zo ernstig is dat je de rechten van de afzender mag negeren. Dat is geen eenvoudige bewijslast.

In de praktijk gaat dat natuurlijk meestal goed, maar je wilt niet weten hoe veel vragen ik krijg over doorzendingen van mails waar de afzender niet blij van werd. Men beklaagde zich bij een collega en ziet de mail bij de baas eindigen; men riep wat tegen de voorzitter van de vereniging en die cc’t het gehele bestuur in zijn reply; men dacht een goede vriend bij te praten en die forwardt het bericht met “haha wat een mafkees” naar 300 vrienden en bekenden. Ik weet alleen niet of deze blog daarbij gaat helpen. Want heeft het nut om juridisch te gaan doen als mensen bereid zijn de mores rond e-mail te negeren?

Arnoud

E-mail is rechtsgeldig, is dat niet belachelijk eigenlijk?

Een lezer vroeg me:

Ik was geschokt toen ik uw artikel las dat e-mail rechtsgeldig kan zijn bij het sluiten van een overeenkomst. Hoe kan dat in vredesnaam als bewijs gelden? Iedereen kan mails uit mijn naam sturen, en dan zou ik daar aan vast zitten? Stel je voor dat mijn dochter van 16 vanaf mijn mailaccount een dure Maserati koopt, dat mág zij niet eens. En dan zou het rechtsgeldig zijn omdat het per e-mail op mijn naam gaat?

De vraagsteller hier lijkt er vanuit te gaan dat ‘rechtsgeldig’ betekent dat de overeenkomst niet meer te annuleren is enkel omdat deze per e-mail gesloten is. Dat is onjuist. ‘Rechtsgeldig’ betekent niet “doe het op deze manier en het is 100% bindend zonder enige mogelijkheid van weerlegging”.

Er zijn geen eisen voor hoe je een overeenkomst moet sluiten; juridisch gesproken is het sluiten van een overeenkomst vormvrij (art. 6:217 BW), behalve bij enkele specifieke gevallen zoals aankoop huis of arbeidsovereenkomst met concurrentiebeding. Het gebruikte communicatiemiddel doet dus niet ter zake. Je mag mondeling een overeenkomst sluiten, per e-mail of met rooksignalen als je dat graag wilt. Maar bewijzen dat de boodschap is aangekomen, is lastig bij deze middelen. Een schriftelijk ondertekend stuk geeft meer zekerheid als bewijs.

E-mail kan dus bewijs opleveren van het bestaan (en/of de inhoud) van een overeenkomst. En hoewel de overeenkomst dan ‘rechtsgeldig’ te noemen is nadat het e-mailbewijs is geaccepteerd, is deze niet automatisch onaantastbaar. Alles in het recht is vatbaar voor discussie, weerlegging en tegenbewijs. Zelfs een notariële akte of een proces-verbaal van een ambtenaar in functie.

Natuurlijk kan een communicatiemiddelmiddel onbetrouwbaar zijn, en ik geef de vraagsteller direct gelijk dat e-mail eenvoudig te vervalsen is. Er is dus potentieel voor valse contractsluitingen. Echter, om op die grond nou categorisch te verbieden dat overeenkomsten per e-mail mogen worden gesloten gaat me te ver. Ik sluit vanuit mijn bedrijf dagelijks overeenkomsten per e-mail, en heb in 5+ jaar nog nooit een dispuut gehad met als stelling “die mail heb ik niet gestuurd”. Wel “zo had ik dat niet bedoeld” of “ik dacht dat ik nog even mocht nadenken na het akkoord” of “ik moest het mijn directeur nog vragen”.

Het is ook niet zo dat als een mail je als afzender vermeldt, je automatisch aan die mail vastzit. De rechter kijkt nooit naar één bewijsstuk maar altijd naar het totaalplaatje.

Plus, als je ontkent de mail gestuurd te hebben dan moet de wederpartij proberen bewijzen dat jij dat wel deed. Die Maserati-dealer zal de vraagsteller ongetwijfeld uitnodigen voor een proefrit, en als dan een jongedame van 16 jaar zonder rijbewijs verschijnt dan is het snel uit met de pret. En bij online dienstverlening stuurt de wederpartij normaliter een bevestiging, dus dan kun je als vermeende afzender direct in het geweer komen en protesteren dat jij de aanvraag nooit hebt gestuurd.

Het is ergens wel bijzonder dat het zo vaak goed gaat en dat “die mail heb ik nooit gestuurd!” zo zelden in rechtszaken als argument naar voren komt. Trollen genoeg, maar dit is kennelijk geen interessante vorm van pesterij?

Arnoud

Is e-mail nou rechtsgeldig of niet?

Het blijft een regelmatig terugkerend onderwerp: de rechtsgeldigheid van e-mail. Voor veel mensen blijkt de digitale post toch een ongrijpbaar en daarmee onbetrouwbaar middel. Zeker bij techneuten denk ik dan, omdat die weten hoe triviaal e-mail te vervalsen is en hoe veel er fout kan gaan bij verzending van e-mail.

Hoofdregel uit de wet is: je maakt afspraken door het onderling eens te worden. De vorm waarin je dat doet, is niet relevant. Mondeling afspreken, per sms tot overeenstemming komen, via Whatsapp contracteren, bij de notaris een formele akte laten opmaken – hartstikke mooi allemaal maar in alle gevallen is er gewoon een overeenkomst.

De enige reden om dingen op schrift te zetten (met handtekening) is omdat je dan duidelijkheid hebt over wát de afspraken zijn. Een ondertekend geschrift heet een akte, en levert in principe dwingend bewijs op. De inhoud van de akte is de afspraak, klaar. Een akte kan ook digitaal, maar dat is wel moeilijker.

Wellicht is het een stukje cargocultisme dat voor de gedachte “bindende afspraak vereist papier” heeft gezorgd. Het begon dan met “laten we het op papier zetten, dan hebben we duidelijkheid & stevig bewijs”. En dan wordt de bedrijfsinterne regel of gewoonte ineens “de wet”: ja nee een contract moet op papier anders is het niet rechtsgeldig.

(Dit fascineert me bij facturen ook nog steeds. Met enige regelmaat meldt een afdeling finance me dat men niet openstaat voor e-facturen en of ik een factuur per post wil sturen. De vraag of ze dan even mijn pdf willen printen en in hun postvakje willen leggen levert vaak hilarische reacties op. Terwijl dat, plus een Postnl verzending, toch precies is wat ze vragen.)

Natuurlijk, je kunt als partij prima éisen dat jouw afspraken op papier moeten. Een mondeling akkoord mag dan niet. En in die context kan het relevant zijn of een geëmailleerde afspraak telt als “op papier”. In de praktijk zie ik daar eigenlijk nooit problemen mee bij de rechter. Je moet wel heel expliciet opschrijven “Elektronische geschriften beschouwen wij niet als ‘papier'” om een e-mailreactie te mogen negeren en papier te eisen.

En als laatste: ja e-mail is triviaal te vervalsen maar nee dat is géén argument om e-mail dan maar niet als communicatiemiddel of bewijs te erkennen bij de rechter. De rechter wil niet weten of e-mails vervalst kunnen wórden, hij wil weten of deze specifieke e-mail vervalst is. En daar kom je niet aan met “het kán”. Want dit is IT: alles kan. De discussie moet dus zijn, wie zou de vervalser dan zijn, waarom zou die dat doen, waar kunnen we dit aan zien en hoe reconstrueren we dan wél de werkelijkheid?

Arnoud

Rechtsgeldige communicatie naar een oude mailbox

e-mail rechtsgeldigNog een nagekomen variant op de vraag Is e-mail rechtsgeldig? die ik nog steeds bijna wekelijks krijg. Wat nu als een contractuele wederpartij mails stuurt naar een oud mailadres dat je niet meer leest? Is dat dan toch rechtsgeldig?

Als hoofdregel in het recht geldt dat je toezeggingen (overeenkomsten) en andere mededelingen via elk kanaal mag doen dat je goeddunkt, zolang je maar kunt bewijzen dat het is aangekomen bij de wederpartij. Je mag daar van afwijken, zo kun je in je algemene voorwaarden opnemen dat je offertes pas bindende contracten worden nadat deze ondertekend op papier zijn teruggefaxt. In dat geval is een toezegging per mail niet meer rechtsgeldig, want aan het vormvereiste is niet voldaan.

Veel internetdienstverleners doen het omgekeerde: die zetten expliciet in de voorwaarden dat ze per mail mogen werken, en vaak ook nog eens specifiek naar het mailadres dat hoort bij de dienst die je afneemt. Mails van mijn internetprovider UPC gaan naar mijn UPC-mailadres, en menig forum waar ik lid van ben, stuurt zijn dienstmededelingen per privébericht op het forum in plaats van per e-mail.

Ook dat mag. En sterker nog: als ze dat hebben gezegd in de voorwaarden, dan kom jij niet meer weg met “ik lees die mailbox niet” of “ik vind privéberichten op forums zo vervelend” of zelfs “jullie wisten ook mijn echte mailadres”. Afspraak is afspraak, en het is dan ook bindend en voldoende als het bericht naar het afgesproken punt wordt gestuurd.

Dit betekent dus dat je bij het opheffen van oude mailboxen echt even na moet gaan waar deze nog on file staan, en daar een wijziging moet doorvoeren. (Ook handig mocht je ooit het wachtwoord vergeten zijn.) Want het niet meer lezen van een mailbox ontslaat je niet van je contractuele verplichtingen.

Voor veel mensen is e-mail toch maar een merkwaardig communicatiemiddel, waarvan het kennelijk maar moeilijk voorstelbaar is dat een rechter het zou willen lezen. Of zo. Want als mensen me vragen “ik heb per mail een auto gekocht, is dat rechtsgeldig” dan vinden ze mijn antwoord “ja, natuurlijk” erg raar want e-mail is toch vervalsbaar? Eh ja, dat klopt, maar dat is een stuk papier ook en toch accepteren we dat als bewijs. Waarom is dat bij e-mail zo gek?

Arnoud

Wat moet er nou wel en niet in een e-mail handtekening

emaildisclaimerMet enige regelmaat maak ik me er boos over, maar het blijft terugkomen: mensen die hele lappen tekst onderaan hun e-mail hangen. “Dat is onze huisstijl” of “dat moet van de bedrijfsjurist” krijg ik dan als reactie. Juridisch gezien volslagen onzin – grotendeels dan.

Een e-mail verzonden door een bedrijf is correspondentie, en voor formele zakelijke correspondentie gelden bepaalde informatieplichten. Zo ben je verplicht je bedrijfsnaam en KVK nummer te vermelden op alle “uitgaande brieven, orders, facturen, offertes en andere aankondigingen” (art. 27 Handelsregisterwet). Doe je zaken via internet, dan moet je onder meer je naam, vestigingsadres, telefoonnummer en e-mailadres staan, plus je BTW-nummer “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk” maken (art. 3:15d BW). Gebruik je e-mail voor acquisitie of offertes dan zal dat in je e-mail moeten allemaal.

Bij gewone zakelijke mails (bv. discussie met een klant) hoeft dit allemaal niet, maar het is op zich niet verkeerd. Hooguit kan het irritatie opwekken om elke keer een hele trits gegevens langs te zien komen, zeker als er óók nog eens een serie socialmediaccounts achteraan komt, een waarschuwing om de mail niet zomaar te printen en een lange disclaimer, liefst in twee talen.

Over die disclaimers kan ik kort zijn: die hebben nul en generlei waarde. Een disclaimer is alleen juridisch bindend als dat zo afgesproken is, en dat is bij e-maildisclaimers nooit het geval. Ja, als je vooraf een geheimhoudingsverklaring tekent waarin staat “iets is alleen geheim als er geheim op staat” dán zal er in de mail “GEHEIM” moeten staan. Maar het lijkt me dat je dat er dan met de hand even boven typt.

Heel misschien als je tot een beroepsgroep behoort met een wettelijk beroepsgeheim (advocaten, octrooigemachtigden, notarissen), dan zou je mensen kunnen herinneren aan dat beroepsgeheim met een standaardzin. Of als je als ambtenaar duidelijk wilt maken dat e-mail geen formeel communicatiekanaal met de overheid is. Mensen willen nog wel eens bezwaarschriften mailen naar de ambtenaar met wie ze eerder contact hadden, en dat is rechtsgeldig tenzij die heel duidelijk had aangegeven van niet.

De mooiste “káp nou met die disclaimers”-reden vond ik op TNW:

It makes it seem like you are regularly emailing random people sensitive information and it has happened so often that you are now ordered to include that statement by a judge who’s simply had it with your shit.

Dus. Káppen.

Arnoud

Mag je een failliet e-mailadres heractiveren?

Een lezer vroeg me:

Mijn provider is failliet gegaan, en iemand heeft het domein overgekocht waar ze ook mail mee kunnen ontvangen. Mag dat zomaar? Het is (was) toch mijn mailbox?

Een mailbox is een lastig iets om juridisch te duiden. Het is een verzameling data, en op zo’n verzameling kun je geen eigendomsrechten claimen. Zeggen dat je dus “jouw” mailbox terug wilt van de curator is onmogelijk, bijvoorbeeld.

Als de mailbox gekoppeld is aan een persoon, dan valt de mailbox wel onder de Wet bescherming persoonsgegevens want die koppeling maakt de mailbox een persoonsgegeven. Die mailbox (en het bijbehorende mailadres) mag dan niet zomaar worden gebruikt. Hoofdregel is toestemming, en als uitzondering is (naast de goede uitvoering van de overeenkomst) eigenlijk alleen de dringende eigen noodzaak beschikbaar.

Hoe dringend noodzakelijk is het om een e-mailadres van de vorige domeinnaameigenaar te activeren? Niet heel erg lijkt me. Ik vind dit toch wezenlijk iets anders dan de situatie waarin een ex-werkgever een werknemersmailadres actief houdt. Een ex-werkgever mag zo’n mailbox monitoren want daar kunnen voor de opvolger bestemde werkmails in komen.

Bij een overgenomen domeinnaam kan ik me moeilijk een belang voorstellen (oké, een legitiem belang) dat rechtvaardigt dat je de mails van “vroeger” opvangt. Behalve misschien als de domeinnaam overgenomen is in het kader van een boedelaankoop ten behoeve van voortzetting van het bedrijf. Jullie?

Arnoud

Is e-mail rechtsgeldig?

Héél, héél veel vragen krijg ik over de rechtsgeldigheid van e-mail. Die variëren van “heb ik een contract als er in e-mail ‘akkoord’ staat” tot “kan ik met deze e-mail aangifte doen van bedreiging/stalking/smaad”. Nou, heel kort: ja, e-mail is rechtsgeldig – behalve in een paar uitzonderlijke gevallen. En, als ik zo vrij mag zijn, die zijn niet relevant voor mijn vraagstellers.

De focus op “rechtsgeldigheid” heeft me altijd verbaasd. Er is nooit discussie geweest of bijvoorbeeld een mondelinge toezegging rechtsgeldig zou zijn. Afspraak is afspraak, zeggen juristen dan. Alleen bewijzen wat er mondeling is afgesproken, ja dat is lastig. Maar bij e-mail schiet ineens iedereen in een juridische stuip want oh jee zou de rechter dat niet categorisch afkeuren omdat het triviaal vervalsbaar is?

Ik vermoed dat dit te maken heeft met een vaag onthouden discussie over de rechtsgeldigheid van faxen. Daar was de vraag of een faxbericht geaccepteerd mocht worden als akte, of dat echt alleen het origineel voor dat doel geschikt was. Ja, ook de akte telt in die situatie, bepaalde de Hoge Raad begin jaren negentig. Een faxapparaat produceert een letterlijke kopie, en indien gewenst kan het papieren origineel altijd worden opgevraagd en vergeleken. Misschien is daaruit het idee ontstaan dat een elektronisch document alleen rechtsgeldig is wanneer er ook een papieren origineel is.

Die rechtspraak ging echter specifiek over ‘aktes’, ondertekende geschriften die bedoeld zijn als bewijs van bijvoorbeeld een koop of erkenning van een schuld. Daarvan eist de wet inderdaad dat ze schriftelijk zijn, maar sinds een paar jaar kan dat ook elektronisch. Het grote probleem bij elektronische akten zit hem dan ook meer in de handtekening, want een elektronische handtekening zetten is een heel gedoe.

Wanneer de wet geen akte eist, dan mag alles als bewijs worden gebruikt. De rechter kijkt niet naar het middel waarin dat bewijs vervat zit, maar kijkt naar wat het bewijs bewijst. Pas als er iemand gaat roepen dat het bewijs vervalst is, dan wordt er gekeken naar hoe waarschijnlijk dat is in dit geschil. Je komt dus niet ver met “dit is mail, iedereen weet dat dat te vervalsen is” – nee, je moet bewijzen dat deze mail vervalst is.

Ook in strafzaken is het geen probleem om e-mail als bewijs te gebruiken. Daar ligt het iets lastiger, want de wet (art. 339 Strafvordering) noemt een beperkt aantal bewijsmiddelen en “e-mail” staat niet in die lijst. Er staat wel “schriftelijke bescheiden”, en dit mag volgens de Hoge Raad worden gelezen als “zolang er maar letters te zien zijn”. Een spandoek en sms-bericht zijn “schriftelijk” verklaard volgens dat oordeel, en e-mail valt er natuurlijk ook onder. In de strafrechtspraak hebben rechters dan ook weinig moeite met bijvoorbeeld bedreigingen per e-mail “schriftelijk” noemen.

Bij digitalisering van officiële stukken gelden er soms ook nog specifieke regels. Als een proces-verbaal schriftelijk moet zijn, mag men dit dan als gescande PDF opslaan en het originele stuk papier shredden? Daar zijn de geleerden het geloof ik nog niet over eens.

Maar in de dagelijkse praktijk durf ik met stelligheid te zeggen: ja e-mail is rechtsgeldig. Waar de meeste mensen e-mail voor gebruiken, gelden geen specifieke regels over het middel e-mail als zodanig. Een koop gesloten per e-mail is rechtsgeldig. Een mededeling per e-mail mag je de rechter laten lezen, en die mag daaruit conclusies trekken. Een e-mail met strafbare inhoud mag je aan de politie geven, en die kan daarmee een strafrechtelijk onderzoek opstarten. En uiteindelijk kan de afzender veroordeeld worden voor het versturen van die mail.

En dat e-mail triviaal te vervalsen is, is volstrekt irrelevant.

Arnoud

Ik wil schadevergoeding van die spammer!

Regelmatig krijg ik vragen als de volgende:

Ik krijg een nieuwsbrief / reclame / promotiemails van een Nederlands bedrijf. Ik heb me daar nooit voor opgegeven (maar in het verleden wel ooit mee gemaild / iets gekocht). Afmelden lukt niet, of ze zeggen dat het gelukt is maar de mails blijven maar komen. Een klacht bij Spamklacht.nl leidt niet tot zichtbare resultaten. Kan ik nu zelf naar de rechter en een schadeclaim indienen?

Ja, als je ongevraagd commerciële communicatie krijgt zonder expliciete voorafgaande toestemming dan kun je naar de rechter om een verbod (met dwangsom) en een schadevergoeding te eisen.

Natuurlijk moet wel vaststaan dat er écht geen toestemming was, en ook dat de regels over het spammen van klanten niet gelden. Maar als een opt-out wordt genegeerd dan is eigenlijk altijd sprake van een wetsovertreding.

Het grote struikelblok is en blijft echter: wat is je schade? Als consument heb je die eigenlijk niet. Je verloren tijd is niets waard, het ontvangen en opslaan van de mail kostte je ook niets (wie wordt er gefactureerd per mail door zijn provider) en hinder is geen grond voor een claim. Emotionele schadevergoeding komt niet door de giecheltoets (zeg maar gerust de bulderlachtoets).

Een bedrijf op wiens platform wordt gespamd, kan via de algemene voorwaarden antispamboetes invoeren en incasseren. Een boete kun je namelijk opeisen ook als er geen schade is, gewoon omdat de boete vooraf afgesproken is en dús verschuldigd.

Maar als consument kun je niet met een bedrijf afspreken “ik geef u mijn mailadres en op elke spammail daarheen staat 500 euro”. Het lijkt me wel een goed idee als dat kon, maar zo werkt het niet helaas. Misschien maar in de Telecomwet zetten zoiets?

Arnoud