Linkedin mag startup hiQ niet verbieden haar site te scrapen

Een federale rechter in de VS heeft LinkedIn bevolen om niet langer de toegang tot publiekelijk beschikbare profielgevens te beperken, meldde Tweakers eergisteren. Het bedrijf hiQ verkoopt statistische analyses van de werknemers van bedrijven, en scrapete daarvoor onder meer publieke informatie vanaf Linkedin. Die was daar niet van gediend, en eiste een verbod onder meer vanwege het strafbare binnendringen in haar systeem. Maar de rechter wijst de eisen af.

HiQ is als bedrijf gericht op analyseren van werknemers, en kan bijvoorbeeld bepaald gedrag van werknemers voorspellen, zoals wanneer iemand ontslag neemt. Hierbij is input vanaf LinkedIn erg belangrijk, zo belangrijk zelfs dat ze zeggen als bedrijf failliet te gaan als de toegang tot LinkedIn hen ontzegd zou worden.

Maakt dat uit, zou je denken. LinkedIn is als bedrijf toch vrij om te kiezen met wie ze zaken doet, en als ze iemand willen weren dan is het hun zaak. Als een schoenenwinkel mij de deur wijst, dan moet ik op blote voeten lopen, en dat ik een sollicitatie heb is dan toch echt mijn probleem.

Nou ja, niet helemaal. We zitten hier met het punt dat het gaat om openbare informatie waar iedereen zo bij kan zonder account of akkoord op de voorwaarden. Er is dan niet eenvoudig een grondslag om “ga weg en kom niet meer terug” te zeggen. LinkedIn dacht die gevonden te hebben in de Computer Fraud and Abuse Act, zeg maar de Amerikaanse Wet Computercriminaliteit. Men had hiQ herhaaldelijk gemaand weg te gaan, en hiQ kwam terug: binnendringen in een computersysteem dus, aldus LinkedIn.

Naar de letter van de Amerikaanse wet zou je kunnen spreken van binnendringen (access without authorization). Als je de toegang is ontzegt, dan is opnieuw binnengaan immers zonder toestemming. Maar gezien de wetsgeschiedenis (de wet is uit 1984) kun je daar ook weer vraagtekens bij stellen, is zo’n hacking-artikel eigenlijk wel bedoeld voor de toegang tot openbare websites? Dat gaat wel érg ver, en dan krijg je het punt dat we hier zitten met een kort geding waarbij we niet echt in detail alles kunnen uitzoeken.

Om die reden sneuvelt ook het tegenargument van hiQ, dat een website met de omvang van Linkedin eigenlijk een openbare ruimte is net zoals het dorpsplein. Daar mogen mensen niet zomaar de toegang tot ontzegd worden. Maar dat is voor de rechter ook weer te speculatief, dan zou je als website bijvoorbeeld ook geen inhoud meer mogen modereren.

Uiteindelijk komt de rechter bij het algemene belang uit. Deze rechtszaak vraagt namelijk om een temporary injunction, en voordat zo’n eis wordt toegewezen in de VS moet er wel heel wat aan de hand zijn. De normale regel in het Amerikaanse (common law) recht is namelijk dat als mensen je schade berokkenen, ze die maar moeten vergoeden. Ze dwingen hun handelen te staken met een gerechtelijk verbod is een uitzondering, die alleen wordt toegewezen als de schade groot is en een belangenafweging duidelijk in jouw voordeel uitkomt.

Hier is daar geen sprake van. De juridische argumenten van LinkedIn over de CFAA zijn niet zeer overtuigend, de schade voor het sociale netwerk is beperkt en de impact van een verbod voor hiQ is buitengewoon groot. Dan is de uitkomst van die afweging natuurlijk evident: geen verbod.

Arnoud

Wanneer twitter je op persoonlijke titel?

Wanneer ben je voor een tweet aansprakelijk als bedrijf, meldde Media Report onlangs. Een recent vonnis handelde over die kwestie. Twee bestuurders van een beleggingsadviesbedrijf hadden op Twitter gepraat over een bepaald fonds dat volgens hen oplichters zouden zijn. Het fonds had het bedrijf aangeklaagd, maar het bedrijf verweerde zich met de opmerking dat er “op persoonlijke titel” bij stond. Hoe pakt dat uit?

Persoonlijke titel is niet direct een wettelijk begrip. Je moet altijd in de context kijken: wat bedoelt men daarmee, en vooral waar staat het tegenover. In dit geval dus op zakelijke titel, op naam van het bedrijf waar je voor werkt. De vervolgvraag is dan hoe je het onderscheid maakt tussen die twee.

De rechter begint met constateren dat het ging om eigen accounts, niet om het bedrijfsaccount van Probeleggen. Dat lijkt me inderdaad een sterke, maar er zijn genoeg mensen die met hun bedrijfspet op twitteren vanaf een account op hun persoonlijke naam. Ik zou dat dus niet doorslaggevend vinden als iemand vanaf een eigennaamaccount dingen zegt.

De disclaimer “op persoonlijke titel” weegt voor de rechter zwaar. Daarmee geef je aan dat je niet wilt dat mensen het opvatten als een uitlating van het werk. En dat kan, maar is niet doorslaggevend:

Ook uit de inhoud van de tweets valt niet af te leiden dat deze (ondanks de disclaimer “op persoonlijke titel”) als tweets van Probeleggen beschouwd moeten worden, nu laatstgenoemde in het geheel niet genoemd wordt in deze tweets, zodat de tweets niet beschouwd kunnen worden als handelingen waarmee Probeleggen zelf naar buiten treedt.

Het is dus mogelijk dat je ondanks een disclaimer tóch de opmerkingen zakelijk kunt doen. Het gaat uiteindelijk om wat je zegt en hoe een lezer dat op mag vatten. Als gezien de context en soort uitlating het leest als een zakelijke tweet die je als werknemer (of hier directeur) hebt gedaan, dan is het een zakelijke tweet. De disclaimer kan er hooguit in twijfelgevallen de doorslag bij geven.

Voor mijn gevoel had wel nog mee moeten wegen of iemand directeur is dan wel ‘gewoon’ werknemer. Een directeur wordt eerder met het bedrijf vereenzelvigd dan een werknemer immers. Maar de rechter maakt dat onderscheid niet.

Arnoud

Mogen wij aangekochte foto’s ook op Linkedin publiceren?

stockfoto-stockphoto-stock-sxc.jpgEen lezer vroeg me:

Bij ons bedrijf bloggen veel medewerkers, en daarbij plaatsen we dan foto’s uit betaalde beeldbanken. Die blogs zetten we ook door op bijvoorbeeld LinkedIn, maar mag dat eigenlijk wel? Zo’n LinkedInprofiel zien wij als eigendom van de medewerker, dus treden we dan niet buiten de licentie die voor ons bedrijf geldt?

Heel formeel geldt het gebruiksrecht alleen voor de koper, het bedrijf dus. Een ander – ook als die toevallig werknemer is – mag dat recht niet uitoefenen.

Echter, werknemers mogen de foto gebruiken voor alles dat met het werk te maken heeft. Dan is het formeel gezien nog steeds het bedrijf dat de foto gebruikt. Een werknemer is niet meer dan een handje van het bedrijf.

Of werknemers zo’n foto op Linkedin mogen zetten, hangt er dus vanaf hoe jullie Linkedin inzetten bij het werk. Zijn deze blogs deel van het werk? Het lijkt me van wel, en mensen publiceren het ook vanuit hun functie. Dus dat zie ik dan als publiceren van het bedrijf met de naam van een handje erbij.

Dit wordt nog wel eens ingewikkeld bij een profielfoto. Die is ook gemaakt (en betaald) bij de huidige werkgever, dus die mag dan niet zomaar worden meegenomen. Maar voor werknemers is die foto ‘hun’ foto en dus logisch dat je ‘m blijft gebruiken.

Arnoud

Schadeclaim Linkedin wegens ongewenste e-mails geldt ook voor Nederlanders

linkedin-connecties-contacten.pngDoor een rechtszaak moet zakelijk sociaal netwerk Linkedin geld betalen wegens het versturen van ongewenste e-mails, las ik bij Nu.nl. En: ook Nederlanders kunnen aanspraak maken op de schadevergoeding. Dat is interessant, want volgens het claimformulier kan dit tot 1500 dollar oplopen. Tot. Dus valt er wat te claimen, praktisch gezien?

Met de Add Connection-functionaliteit kon je LinkedIn je adressenboek laten doorzoeken op potentiële nieuwe leden. Die kregen dan een mailtje om te connecten. En als ze nog geen Linkedin hadden, kregen ze een “word nu snel lid”-mailtje.

Dit was in de VS niet verboden. Het idee is dat jij plechtig verklaart dat iedereen in je adresboek heel hard zit te wachten op deze mails. En tsja dat jij de voorwaarden niet leest, is jouw probleem. Ook bij ons, wij zouden dit onder de tell-a-friend regeling gooien en dan wordt er geen spamboete opgelegd (nee, BNR).

Het pijnpunt zat hem in het feit dat de uitnodiging werd verstuurd met naam en foto van de adresboekuploader. Dat is commercieel gebruik van iemands identiteit en afbeelding, zeg maar schending van het portretrecht. En dáár stond dan geen duidelijk zinnetje over in de privacyverklaring.

LinkedIn kreeg naar goed Amerikaans gebruik een massaclaim aan de broek, en schikte deze eveneens naar goed Amerikaans gebruik voor een totaalbedrag van zo’n 13 miljoen dollar. Het bureau dat de schikking onderhandelde, heeft nu gemeld tot 1500 doller per claimant uit te keren.

Een claimant is iemand die LinkedIn-gebruiker was tussen 17 september 2011 en 31 oktober 2014 en die in die periode de “Add Connections”-feature heeft gebruikt, mits er daardoor minstens één mail werd verstuurd naar een niet-LinkedInner. Ik denk dat de meeste mensen nog wel weten of ze een LinkedIn-account hadden toen, maar wie weet er nog of hij die feature heeft gebruikt?

Afijn. Reken je sowieso niet rijk; het gaat om maximaal 1500 dollar en het totale bedrag moet verdeeld worden over iedereen die op die knop drukte in die periode.

Arnoud

Mijn werkgever wil dat ik mijn collega’s ontvriend na ontslag, moet dat?

facebook-unfriend-ontvrienden-blockenEen lezer vroeg me:

Ik heb ontslag genomen en ben mijn werk aan het overdragen. Echter mijn werkgever zegt nu dat ik op mijn laatste werkdag alle collega’s die ik op Facebook heb, moet ontvrienden. Kan hij dat werkelijk van me eisen?

Deze variant kende ik nog niet: collega’s in plaats van klanten/relaties, en Facebook in plaats van Linkedin.

De gebruikelijke vorm van deze vraag is dat je het contact op Linkedin met klanten of leveranciers moet verbreken, iets dat in principe verdedigbaar is als je een relatiebeding hebt. Geen contact met relaties meer mogen hebben betekent geen contact met relaties meer mogen hebben, en of je dat nu via WhatsApp, Linkedin of brief doet, is daarbij irrelevant. (Een collega is ook een ‘relatie’ bedenk ik me nu, dus vanuit die optiek is de vraag ergens wel begrijpelijk.)

Alleen: het moet wel gaan om zakelijke contacten met relaties. Logisch ook, want een arbeidscontract is een zakelijk contract. In twee zaken uit 2012 speelde de vraag of het bevriend hebben van klanten van de ex-werkgever op Facebook telde als overtreding van het relatiebeding. In beide zaken werd geoordeeld van niet, tenzij het gaat om een duidelijk zakelijke conversatie.

De kantonrechter overweegt daarbij dat conversaties via “social media” zoals Hyves, Twitter, Facebook, WhatsApp etcetera in beginsel beschouwd moeten worden als geschiedende in privésfeer van de betrokkenen – en dus vallende onder het grondrecht van vrije meningsuiting – tenzij daaruit duidelijk en ondubbelzinnig voor eenieder een zakelijk karakter blijkt.

Het lijkt me dan ook sterk dat het verzoek van de werkgever van de vraagsteller juridisch houdbaar is. Je kunt een ex-werknemer wel aanspreken op overtreding van een relatiebeding als hij dat doet via Facebook, maar dat vereist dan wel dat hij een zakelijke wervende uiting doet naar collega’s (“Kom bij mij werken, veel leuker!” bijvoorbeeld) via dat medium. Maar de overtreding is dan de wervende uiting, en niet sec dat je bevriend bent met elkaar.

Op Linkedin zou de toets hetzelfde zijn, hoewel het daar net wat anders aanvoelt in mijn juridische onderbuik omdat Linkedin als bestaansrecht heeft dat je zakelijke uitingen naar elkaar doet. Dus je zit al heel snel in de gevarenzone. Misschien dat het passief lezen van elkaars updates nog legaal is, immers dan heb je geen direct contact met elkaar.

En nu de hamvraag: hoe vertel je de aanstaande ex-werkgever dat je niet van plan bent tot ontvrienden over te gaan?

Arnoud

Linkedinberichten sturen als overtreding van je relatiebeding

linkedin-connecties-contacten.pngWie een relatiebeding heeft, mag relaties na beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet zomaar meer benaderen. Ook niet via Linkedin. Duh, zou je zeggen. Maar toch: dit is internet, sterker nog de sosjale media dus is dit vonnis (via) een heel bijzondere uitspraak. Sorry, klink ik cynisch?

In deze zaak had een man ontslag genomen om vervolgens bij (zo te lezen) een concurrent aan de slag te gaan. Hij stuurde daarop een blij bericht naar zijn Linkedinconnecties, waaronder ook de nodige cliënten van zijn oude werkgever zaten. Het ging hier om de ‘inmail’, de berichtendienst, en niet de algemene statusupdate.

Vervolgens meldde zich de oud-werkgever met een claim van honderdduizend euro. In het contract stond immers

De werknemer zal gedurende een periode van 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever geen cliënten van werkgever of de met werkgevers gelieerde onderneming(en), benaderen of bedienen dan wel doen bedienen, op een wijze gelijk of gelijksoortig aan de wijze van bedienen van de werkgever of de met werkgever gelieerde onderneming(en).

En welk bericht had meneer nu uitgestuurd naar vier relaties, met boete van €25.000 per bericht per relatie:

Ik ben verheugd jullie te kunnen melden dat ik per 1-6-2011 in dienst treedt bij [naam] te [plaatsnaam]. Eindelijk een werkgever die weet hoe het werkt in assurantieland. Alleen maar bedrijfsmatig klanten, goede binnendienst en vooral weer plezier in je werk en minstens zo belangrijk, een financieel solide bedrijf. Ik hou jullie op de hoogte van mijn nieuwe mobiele nummer en e-mailadres. Tijdelijk te bereiken op (…)

Is dit nu een persoonlijke mededeling via een toevallig zakelijk netwerk, of een op acquisitie/bedienen gericht bericht? De rechter ziet het als het laatste: dit bericht is “niet in het belang” van meneer zelf, maar eerder gericht op die relaties warm houden voor latere opdrachten vanuit de nieuwe werkgever. En tsja, als het verboden is mensen op dergelijke wijze te “benaderen of bedienen” (ongeacht medium) dan ga je ook nat bij een Linkedin-benadering.

Eén van de overtredingen komt echter te vervallen omdat de ontvanger geen “cliënt” was maar slechts een prospect. En het beding gaat nu eenmaal over klanten. Maar voor het overige heeft de rechter weinig sympathie voor de exwerknemer: drie overtredingen à € 25.000 zoals afgesproken als boete, dus € 75.000 te betalen. Auw.

Moeten we nu allemaal onze Linkedins gaan opheffen? Dat lijkt me nu ook weer niet. Ik zie werkelijk geen verschil tussen een e-mail met een mailprogramma en een mailtje via Linkedin. Als het vonnis over een status update zou gaan, dan zou ik het heel wat spannender vinden. Ik vind een algemeen bericht uitdoen geen “benaderen”. Jullie wel?

Arnoud

Waarom moet je in Nederland 16 zijn om op LinkedIn te mogen?

linkedin-veranderde-voorwaarden.pngLinkedin wil zich meer richten op scholieren en studenten en verlaagt daarom per 12 september de leeftijdsgrens in Nederland van 18 naar 16 jaar, meldde Nu.nl vorige week. Maar die 16 jaar is specifiek voor Nederland: wie de geüpdatete algemene voorwaarden leest, ziet dat 13 jaar het uitgangspunt is en dat Nederland met China als enigen een hogere grens hanteert (China eist 18 jaar). Vanwaar die hogere grens?

LinkedIn legt het zelf niet echt uit, maar ik vermoed (met dank aan Bernard) dat het gaat om de leeftijdsgrens die onze Wet bescherming persoonsgegevens trekt: persoonsgegevens van minderjarigen onder de zestien jaar mogen alleen worden verwerkt met toestemming van hun ouders. Bovendien mogen ouders die toestemming altijd en zonder opgaaf van redenen intrekken. En dat is natuurlijk nogal een gedoe om te krijgen. Dan maar je minimumleeftijd op zestien als sociaal netwerk.

Die grens van zestien jaar is een Nederlandse toevoeging aan de Europese privacyregels. De privacyrichtlijn noemt geen leeftijdsgrens, en ook (bij mijn weten) andere Europese wetgeving harmoniseert niet wanneer iemand meerderjarig is of zelfstandig persoonsgegevens kan laten verwerken. De Privacyverordening die momenteel vanuit Europa is voorgesteld, zal een ondergrens van 13 jaar gaan bevatten specifiek voor informatiediensten.

Het blijft me irriteren dat we in het gewone recht een uitzondering hebben op de toestemmingsregel die niet geldt bij privacy. Is een rechtshandeling “in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk” voor personen van die leeftijd, dan mogen de ouders de toestemming niet weigeren (art. 1:234 BW), maar de Wbp doet niet aan ‘gebruikelijk’ – ga je ouders maar vragen.

Je kunt hier als jonge ondernemer (die uiteraard op LinkedIn staat) tegenaan lopen. Als zestien- of zeventienjarige ondernemer is het mogelijk om ‘handlichting’ te krijgen. De rechtbank verklaart je dan meerderjarig zodat je zonder toestemming van je ouders contracten met je klanten kunt sluiten (art. 1:235 BW). Echter, die handlichting kan de Wbp niet passeren (tenzij je zegt dat dit onder “het uitoefenen van een beroep of bedrijf” valt). Maar goed, als je handlichting gaat vragen dan is even toestemming voor LinkedIn bedingen natuurlijk ook vast geen probleem.

Mensen vragen me wel eens waarom ik zo negatief doe over de Wbp. Nou, vanwege dit soort dingen dus. En omdat echt geen hónd zich eraan houdt, waardoor het voor mensen die het wél netjes willen doen hoogst frustrerend is dat zij de enigen lijken te zijn en de concurrent wegkomt met de meest grove overtredingen.

Arnoud

Linkedin brak Nederlandse wet met personeelsadvertentie met vraag naar etnische afkomst

Juridische foutje-bedankt van de maand: bij een personeelsadvertentie van zakelijkesocialmediasite LinkedIn werd naar ras en etnische afkomst van de sollicitant gevraagd, onder verwijzing naar Amerikaanse positieve-discriminatiewetgeving. Dat ontdekte Bas van de Haterd eerder deze week. De fout werd per direct opgelost, want dat mag natuurlijk absoluut niet.

Wie zijn CV wilde insturen naar LinkedIn, kreeg als laatste set vragen deze (optionele) items te zien:

Schermafbeelding-2013-06-09-om-13.58.43-550x242

In de VS stimuleert men positieve discriminatie op ras en geslacht, om zo meer minderheden aan het werk te krijgen. Dit is met name bij leveranciers van de overheid van belang. Op zijn minst móet je ras en geslacht bijhouden voor statistische doeleinden.

In Nederland mag een werkgever eenvoudigweg niet vragen naar bijzondere persoonsgegevens, en ook niet naar zaken die tot directe of indirecte discriminatie kunnen leiden. Bijzondere persoonsgegevens gaann over iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven en (belangrijk bij het werk) het lidmaatschap van een vakvereniging.

Van discriminatie is sprake als er zonder objectieve grond een onderscheid wordt gemaakt. Een werkgever mag bv. vragen dat iemand goed Nederlands spreekt als dat voor de functie relevant is, maar niet automatisch Polen uitsluiten omdat hij denkt dat die geen goed Nederlands kunnen spreken.

Ras en achtergrond mag je eigenlijk nooit vragen, behalve in heel bijzondere gevallen wanneer dat echt objectief relevant is (een acteur die Sinterklaas moet spelen). Een bekend voorbeeld is aan een vrouw vragen of ze zwanger is/gaat worden, dat mag niet want kan indirect tot uitsluiting van die vrouw leiden wegens haar geslacht. Bij mannen zou je zoiets nooit vragen immers.

Je mag zulke dingen niet vragen, ook niet in de “je hóeft niet te antwoorden maar”-vorm. Het punt is dat ook bij die vrijwillige vragen de ondertoon is “mensen die het niet invullen hebben een streepje minder”.

Gelukkig bleek dit een slordig foutje. Een woordvoerder van Linkedin liet Bas meteen weten:

 ‘’De vragen op ons sollicitatieformulier in Nederland over geslacht, etniciteit en ras zijn onjuist toegevoegd en wij hebben deze dan ook direct verwijderd toen dit onder onze aandacht werd gebracht. Deze vragen zijn onbedoeld toegevoegd op het Nederlandse formulier door een bug in de Applicant Tracking System (ATS) software die we gebruiken. We hebben nauw samengewerkt met Jobvite, onze ATS supplier, om dit aan te passen en zullen blijven samenwerken met Jobvite om ervoor te zorgen dat dit niet meer gebeurt.’’

Gevalletje “verkeerde vinkje aangezet”?

Arnoud

Mag je je LinkedIn-contacten spammen?

linkedin-connecties-contacten.pngEen lezer vroeg me:

Ik word een erg moe van de vele (ik gok een stuk of 10 per week) emails die ik van mijn LinkedIn-contacten krijg met volgens mij ordinaire reclame:
– hoera, mijn boek is uit
– ik geef een workshop voor 500 euro
– mijn website is vernieuwd
– ik verloot een ipad aan nieuwe klanten
– binnenkort heb ik een event waar ik jou voor wil uitnodigen. het kost slechts 280 euro
– ik heb nu toch weer een nieuw product, poehee dat is echt gaaf en nieuw
– ik heb een hele bijzondere mededeling over een klus die ik ga doen, ik ben echt heel interessant, huur mij dus ook in
Het zijn altijd onpersoonlijke mails, gericht aan iedereen en niet persoonlijk aan mij. Het doel is vrijwel altijd commercieel en ze doen weinig onder voor een nieuwsbrief. Is dat eigenlijk ook geen spam, of moet ik dat maar accepteren omdat ik ooit iemand heb toegelaten als LinkedIn-contact?

Ik ken de frustratie, en het is voor mij een reden om niet of nauwelijks naar LinkedIn-berichten te kijken. Erg jammer, maar ja.

Is het spam? Volgens de wet wel: zonder toestemming, ongevraagd en met commercieel oogmerk is spam, ook als het maar een paar berichten zijn (dus geen bulkmail). Want ja, spammen kan ook via andere communicatiekanalen dan e-mail. Dat weten we uit de Hyveskrabbelspamzaak uit 2009.

Er is echter een uitzondering voor zelf opengestelde zakelijke communicatiemiddelen:

Indien de gebruiker, bedoeld in het eerste lid, een rechtspersoon is dan wel een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, geldt met betrekking tot het door middel van elektronische berichten overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden dat geen voorafgaande toestemming is vereist:
a. indien de verzender bij het overbrengen van de communicatie gebruik maakt van elektronische contactgegevens die door de gebruiker daarvoor zijn bestemd en bekendgemaakt, en deze zijn gebruikt in overeenstemming met de door de gebruiker aan die contactgegevens verbonden doeleinden

Wie op LinkedIn zit, handelt daarbij normaliter zakelijk oftewel “in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf”. En dan wordt de vraag dus: heb je door het connecten met iemand je LinkedIn-berichtenbox opengesteld voor dit soort “poe hee wat gaaf mijn workshop”-berichten?

De LinkedIn User Agreement is niet heel duidelijk over of dit soort communicatie nu toegestaan is. Men verbiedt wel “unsolicited or unauthorized advertising” maar die tekst lijkt meer te gaan over het ongevraagd lastigvallen van onbekenden. Ik denk niet dat een statusupdate met commercieel oogmerk hieronder valt.

Wat vinden jullie? Is LinkedIn bedoeld voor dit soort updates, en geef je dus toestemming om ze te krijgen als je op dit netwerk gaat zitten?

Arnoud

Een uitingsverbod geldt ook voor de LinkedIn van de directeur

linkedin-connecties-contacten.pngIs het LinkedInprofiel van de directeur een bedrijfsmatig profiel? Nee, bepaalde de rechtbank onlangs, want zo’n profiel staat toch op náám en het is vooral bedoeld voor zakelijke en carrièregerichte doeleinden, iets dat jij als persoon doet. En als jou als persoon iets verboden is, mag je dat dus ook niet op zo’n LinkedInprofiel.

Prescan en Privatescan liggen al geruime tijd in de juridische clinch over merkinbreuk, domeinnamen en oneerlijke reclame in de bodyscansector. In augustus 2012 werd een van de directeuren van Privatescan veroordeeld om niet langer de slogan “Privatescan is marketleider” te gebruiken. Echter, in oktober/november bleek die zin nog wel als deel van zijn LinkedIn-profieltekst vermeld.

Het verweer luidde, kort gezegd, dat dit een zakelijk profiel was van het bedrijf Privatescan, zeg maar ongeveer zoals mijn pagina op ICTRecht wel mijn naam en foto toont maar toch een bedrijfspagina is. En aangezien het verbod aan hem in privé was opgelegd, was er dus geen sprake van een overtreding omdat niet hij maar Privatescan BV de uiting had gedaan.

Nu kun je discussiëren van wie een LinkedInprofiel eigenlijk is, zeker als er een bedrijfsnaam bij staat en je daar naar buiten treedt als medewerker/directeur van het bedrijf. Stel je gaat klantenservice doen in de discussiegroepen of je maakt reclame voor producten of diensten. Is dat dan jouw werk of dat van de werkgever? En van wie zijn die LinkedIncontacten die je legt dankzij het werk?

Lastige vragen, maar in dit specifieke geval heeft de rechtbank er weinig moeite mee het profiel als persoonlijk te zien:

Bovenaan het LinkedIn profiel is allereerst de naam van [eiser sub 1] opgenomen, met daarnaast een foto van zijn gezicht. Onder de naam van [eiser sub 1] staat vermeld dat hij ‘owner’ van Privatescan is. LinkedIn is een online sociaal netwerk dat de deelnemers in de gelegenheid stelt gebruik te maken van elkaars zakelijke netwerk. Het idee achter LinkedIn is juist dat het persoonlijk profiel wordt gebruikt voor zakelijke en carrièregerichte doeleinden.

Zo’n profiel moet je dus in principe zien als iets van de persoon, en niet van het bedrijf. Bedrijven kunnen een eigen pagina aanmaken ook nog (en die wás er ook van Privatescan). Dat het bedrijf betaalde voor het account en dat meerdere mensen erop konden inloggen, maakte dit niet anders.

Toch hoeft de directeur geen dwangsommen te betalen voor deze overtreding van het vonnis. De strekking van dat vonnis was namelijk dat “de maatman-consument” beschermd moest worden tegen misleidende aanprijzingen, en een consument gaat niet op de LinkedIn van de directeur kijken hoe goed Privatescan nu eigenlijk is. Die leest medische sites gericht op consumenten, zoals MedicalFacts of krantensites zoals De Standaard Online. En op basis van uitlatingen dáár was het vonnis uitgesproken, dus alleen bij uitlatingen op daarmee vergelijkbare media kan sprake zijn van een overtreding.

Arnoud