Chipleverancier FTDI saboteert namaakchips met firmwareupdates, mag dat?

ftdi-chip-brick-fakeChipmaker FTDI heeft een geupdate Windowsdriver uitgebracht die klonen van hun chips brickt, oftewel onbruikbaar maakt. Als de driver concludeert dat de chip nep is, verandert hij een fabrieksinstelling in de chip waardoor deze niet meer te lezen is. Dat is best wel vervelend omdat deze chip een van de meest gekloonde ter wereld is in consumentenelektronica en het uitschakelen dus vele onschuldige consumenten treft.

De update aan de Windowsdriver zorgt ervoor dat de productidentifier op nul wordt gezet, waardoor besturingssystemen deze niet meer herkennen nu dat op basis van deze identifier gaat. Deze aanpassing is erg moeilijk te resetten door gewone gebruikers, en als de chip in een apparaatje zoals een router zit dan houdt het vrijwel altijd op voor eindgebruikers.

FTDI zal stellen dat dit pech gehad is, omdat het nu eenmaal niet toegestaan is om chips na te maken. Waarom deze chips nu precies ‘counterfeit’ zijn, is me niet duidelijk. Het meest voor de hand ligt dat er ten onrechte de merknaam van FTDI op staat. En op zich hebben ze dan een punt: het is niet toegestaan te handelen in namaakmerkproducten of deze te gebruiken voor commerciële doeleinden. (Maar als consument zonder winstoogmerk zo’n namaakproduct gebruiken valt buiten de merkenwet.)

Een van de rechten die een merkhouder heeft, is het opeisen van inbreukmakende artikelen zodat hij deze zou kunnen vernietigen of wat hij maar wil (art. 2.21 lid 3 BVIE). Je zou in theorie kunnen zeggen dat bricken van zulke artikelen effectief hetzelfde is als het opeisen en onder een stoomwals gooien. Alleen zit je dan nog met het punt dat hier wel een rechter tussen moet zitten:

De rechter kan bij wijze van schadevergoeding op vordering van de merkhouder bevelen tot de afgifte aan de merkhouder, van de goederen die een inbreuk maken op een merkrecht, alsmede, in passende gevallen, van de materialen en werktuigen die voornamelijk bij de productie van die goederen zijn gebruikt. De rechter kan gelasten dat de afgifte niet plaatsvindt dan tegen een door hem vast te stellen, door de eiser te betalen vergoeding.

Zelfstandig inbreukmakende producten opeisen kan dus niet, dit moet door de rechter goedgekeurd worden. En evenzo mag het bricken van zulke producten niet (als je zegt bricken==opeisen) zonder tussenkomst van de rechter.

Omgekeerd, is het verboden wat FTDI doet? Het voelt als iets onwenselijks, maar een specifiek wetsartikel hiertegen kan ik zo niet bedenken. Je zou van vernieling van computersysteen (art. 161sexies Strafrecht) kunnen spreken maar dat voelt wel wat gezocht. Wellicht dat de cookiewet hier een optie biedt: het is verboden om software via een netwerk te laten installeren zonder toestemming en zonder informatie over wat de software gaat doen. En het lijkt me best relevant te weten dat deze software namaakchips gaat uitschakelen.

Nu staat er natuurlijk iets in de EULA van de driver hiervoor:

Use of the Software as a driver for, or installation of the Software onto, a component that is not a Genuine FTDI Component, including without limitation counterfeit components, MAY IRRETRIEVABLY DAMAGE THAT COMPONENT

maar zoals bij Ars Technica al opgemerkt, niemand die dat zal lezen. En dat is dan een wettelijk probleem: dergelijke informatie moet duidelijk worden aangereikt, en mag niet zijn verstopt in een EULA, privacyverklaring of ander juridisch document.

Ik ben zelf altijd geneigd pas kwade opzet te vermoeden als incompetentie uitgesloten kan worden. Het is denkbaar dat de update dit bricken als een onbedoeld bijeffect heeft, omdat men bij het programmeren alleen rekening hield met het gedrag van de eigen chips. Maar gezien de breed gevoelde woede twijfel ik daar nu toch aan.

Arnoud

IKEAhackers mag geen IKEAhackers meer heten als er advertenties bij staan

ikeahacker-magnietDe in 2006 opgerichte site IKEAhackers kreeg onlangs een blafbrief van de Zweedse zelfbouwmeubelgigant: bij nader inzien pleegt u merkinbreuk, want er staan sinds kort advertenties op uw site. Dat meldde Ars Technica vorige week. De brief verraste de site-eigenaar nogal, omdat men al acht jaar bestond en nooit het idee had gekregen dat IKEA problemen zou hebben met de site.

Je pleegt merkinbreuk als je iemands merk gebruikt voor dezelfde of vergelijkbare producten of diensten op een manier die verwarring opwekt over de afkomst daarvan. Doen of je de merkhouder bent of dat het officiële merkproducten zijn, is de meest gebruikelijke vorm van merkinbreuk. Daarvan is geen sprake bij IKEAhackers.

Maar dat “doen of je de merkhouder bent” vereist niet een actieve kwade handeling. Niet duidelijk zijn over wie je wél bent, is eigenlijk al problematisch. Ik heb hier al eerder geblogd over Welkom bij merknaam-sites en gevallen als Talensshop waarbij die duidelijkheid ontbreekt in de naam. De eis is dus eigenlijk dat je actief duidelijk maakt dat je niet de merkhouder bent. Bij IKEAhackers denk ik persoonlijk dat dat wel goed zit: die term kun je alleen maar lezen als “mensen die IKEA spul hacken”, en dat kan logischerwijs niet IKEA zelf zijn.

Misschien als je zegt, het lijkt erop dat ze officieel zijn. Goedgekeurd door de IKEA. Maar daar zou ik tegenover willen zetten dat de term ‘hacker’ toch niet echt klinkt als een officiële term. “IKEAdealer”, ja dat wel. “IKEAwebshop”, oh zeker. Maar hácker?

Vereist is ook dat je commercieel handelt. En met advertenties op je site voldoe je daar wel aan. Maar het gaat natuurlijk wel érg snel om te zeggen “ik zie ons merk én advertenties, aanpakken die hap”. Want het kan wel, andermans merk gebruiken in je domeinnaam en sitenaam.

En nee, IKEA is niet verplicht iedere vorm van merkgebruik aan te pakken omdat ze anders haar merk verliest. IKEA moet ervoor waken dat haar merk geen generieke term wordt (“leuke ikeastoel, komt ie van de Leen Bakker?”) en dáár kan ze dus maar beter stevig optreden.

Maar ik zie eerlijk gezegd werkelijk geen reden waarom IKEA hiertegen zou moeten optreden. Het enige dat het oplevert, is slechte publiciteit – en een hackersclub die onder een andere naam precies hetzelfde gaat doen maar nu misschien óók de meubels van de concurrent gaat hacken. En dan ontdekt dat die nóg beter is. Dus nee. Gewoon jammere actie.

Arnoud

Het opeisen van een louter beschrijvende domeinnaam

Het gebruik van een louter beschrijvende domeinnaam is in beginsel niet onrechtmatig, ook niet wanneer dit nadeel aan een ander toebrengt. Dat meldde IE-forum onlangs. Twee bedrijven houden zich beiden bezig met artiestenverloning. De een vanaf artiestenverloning.nl, de ander vanaf artiestenverloningen.nl. De versie zonder ‘en’ was al sinds 2005 vastgelegd, maar pas in 2011 in gebruik genomen. De versie met ‘en’ was al in 2002 gebruikt. Dus wie mag nu de domeinnaam van de ander opeisen?

Je zou zeggen dat je zoiets via het merkenrecht oplost, maar dat kan hier niet want deze termen zijn louter beschrijvend. En een merk moet onderscheidend zijn, je moet aan het merk kunnen zien om wiens producten of diensten het gaat. Er was weliswaar een beeldmerk, maar een beeldmerk met een beschrijvende term geeft géén bescherming tegen het gebruik van die term an sich.

Het Hof bepaalt in het hoger beroep dat in zo’n situatie je in principe niets verkeerd doet door diezelfde term (of eentje die sterk lijkt) te gebruiken als domeinnaam. Ook niet als de ander daar last van heeft.

Er moeten “ernstige bijkomende omstandigheden” zijn. Wat die precies zijn, noemt het Hof niet in haar arrest. Tussen de regels door lijkt relevant of je bewust aanhaakt of niet. De rechtbank had eerder genoemd dat blokkeren van de oudere domeinnaamhouder een voorbeeld kan zijn. Het lijkt mij dat je site opzettelijk veel laten lijken op de concurrent ook wel zo’n omstandigheid kan opleveren.

De ‘en’-naamhouder had bovendien aangegeven de naam gekozen te hebben omdat die een directe relatie had tot het product en sterk was voor Google, en het Hof gelooft ze daarin. Je zou ergens wel denken, doe je dan geen onderzoek naar wat anderen in de markt gebruiken (of bedenk je niet zelf, “laat ik ook eens de versie met -en registreren”). Maar goed. Dat móet niet.

Bij een handelsnaam ligt het anders met een beschrijvende term. Een handelsnaam mag beschrijvend zijn, hoewel dan je bescherming tegen gebruik door concurrenten zeer beperkt zal zijn. Een domeinnaam kán handelsnaaminbreuk opleveren maar dan moet je de domeinnaam wel gebruiken als je bedrijfsnaam. Enkel een site hebben is niet genoeg: de site (en je bedrijf) moet zo héten. De gedaagde heette “Prae artiestenverloning”, en niet “Artiestenverloning(en).nl”. Daarmee is er geen sprake van gebruik als handelsnaam van die domeinnaam.

Het gebruik van beschrijvende termen was in het merken- en handelsnaamrecht vroeger nooit echt een probleem. Weinig mensen wilden echt een beschrijvende naam, want je kunt je daarmee niet goed profileren in de Gouden Gids en in advertenties. Het komt ergens wat shady over, “Verf” op je verfzaak zetten of “123 advocaat” als naam van je maatschap.

Maar op internet kan zo’n beschrijvende naam goud waard zijn, vanwege de hoge waarde die zoekmachines eraan toekennen. Hoewel ik ook daar blijf zitten met een stukje wantrouwen jegens zulke “Welkom bij beschrijvendenaam.nl” sites waarbij consequent geen echte namen worden genoemd maar “Wij van beschrijvendenaam”. Ik krijg dan steeds het gevoel dat dit een snel opgezette site is uit een sjabloontje in plaats van een winkel die echt gericht is op service en de klant van dienst zijn. Jullie ook?

Arnoud

Mag je een productnaam noemen zonder toestemming van het bedrijf?

http-www-url-merk-adres-hand.pngEen opmerkelijke tweet zag ik gisteren voorbij komen: automatiseerder Centric meldt aan concullega Zaaksysteem.nl dat het gebruik van Centric’s productnamen niet toegestaan is zonder haar toestemming. Opmerkelijk, want het gaat hier om een opsomming van koppelingen naar onder meer Centric-producten en niet om de verkoop van concurrerende producten onder die namen. Mag dat nu ook al niet meer?

Update (09:21) Centric reageert in de comments:

We betreuren het dat er een onjuist beeld is ontstaan van ons verzoek aan Zaaksysteem.nl. Onze zorg betrof niet zozeer het vermelden van onze productnamen, maar de combinatie met de informatie die via het aanklikken van onze productnamen beschikbaar is gesteld. Wij hadden hier graag vooraf afstemming over gehad met zaaksysteem.nl , omdat het belangrijk is dat de vermelde koppelinformatie actueel en betrouwbaar is. Inmiddels hebben de heer Moen van Zaaksysteem.nl en Pierro Baas van Centric telefonisch contact gehad. Onze reactie op de berichtgeving vindt u op onze website: http://www.centric.eu/NL/Default/Branches/Lokale-overheid/Reactie-op-berichtgeving-over-vermeldingen-productnamen

Als de productnaam niet als merk is gedeponeerd, dan is deze vogelvrij. Je kunt nagaan bij het Beneluxmerkenregister of een naam als merk is gedeponeerd. Houd er rekening mee dat de spelling in het depot af kan wijken. En als het depot een plaatje (beeldmerk) blijkt te zijn, krijg je mogelijk eerst de discussie over beschrijvende termen in beeldmerken.

Welke merken Centric heeft, is me onduidelijk. Zo vind ik bijvoorbeeld een beeldmerk voor eHerkenning maar dat staat niet op naam van Centric. De merken die ik vind op deposantnaam Centric zie ik dan weer niet terug in de klachtmail. Maar goed.

Als iemand andermans merk gebruikt voor concurrerende producten of diensten, dan is dat een probleem. Daar is het merkenrecht voor gemaakt: geen concurrentie middels een beschermde merknaam. Ga je eigen naam verzinnen of zo.

Echter, niet elk gebruik door een concurrent is verboden. Met name uitgezonderd zijn verwijzingen naar merkproducten om de bestemming of het beoogde gebruik van je eigen product aan te geven. “Past op alle Bosch-stofzuigers” of “vereist Windows 8.1” bijvoorbeeld. En volgens mij is dat precies wat hier gebeurt: die Zaakherkenning-software heeft koppelingen (API’s) voor diverse Centric producten, en daarbij worden de namen van die producten genoemd. Dat mag.

Het zou problematisch worden als de verwijzing zo prominent wordt dat je in de war kunt raken over wiens dienst het is, of over de relatie tussen de twee bedrijven. Heel klein “compatibel met” en dan “Windows 8.1!” heel groot is merkenrechtelijk dus verkeerd. Maar dat zie ik niet bij deze site.

Afijn. Gevalletje merkenrechtelijk blaffen lijkt me. Het verbaast me wel dat dat nog vaker voor lijkt te komen dan auteursrechtelijk blaffen. Zijn mensen banger voor merken dan voor auteursrechten?

Arnoud

Is de naam van onze groepsblog juridisch beschermd?

Een lezer vroeg me:

Ik ben lid van een groepsblog dat al enkele jaren actief is. Een aantal leden is opgestapt na ruzie, en nu willen ze een eigen blog beginnen met vrijwel dezelfde naam als wat wij hebben. Wat kunnen we daar juridisch aan doen?

Dat is een lastige. Een naam van een blog of groep is eigenlijk niet beschermd, in ieder geval niet automatisch.

We hebben in Nederland het handelsnaamrecht. De naam van een bedrijf is beschermd; concurrenten mogen zich niet ook zo noemen. Echter, dan moet je wel handelen als bedrijf. En dat is geen automatisme bij een blog of online groep. Ik zou zeggen dat je daar pas aan komt als de blog geld oplevert, bv. advertenties of verkopen van workshops of zoiets (denk aan Marketingfacts.nl of Sargasso.nl).

Een verenigingsnaam kan een handelsnaam zijn. En een groep die samen blogt, kan een vereniging zijn volgens de wet. Ook als ze niet bij de notaris zijn opgericht of bij de KVK zijn ingeschreven. Dat weten we uit de zaak over het IE-groepsblog Boek9. Enige vorm van structuur, samenwerking en met z’n allen een bepaald doel nastreven is wel vereist. Ik ben geen vereniging omdat ik soms gastbloggers toelaat.

Vereist is wel dat die vereniging dan handelt, oftewel commercieel actief is. Niet elke vereniging is een bedrijf. Je moet op een of andere manier structureel dingen ondernemen om geld binnen te halen. Adverteren en het geld in een kas beheren voor dat doel dat je met z’n allen nastreeft zou daaraan kunnen voldoen.

Ook is er natuurlijk het merkenrecht. De naam van een product of dienst kun je vastleggen als merk als deze onderscheidend (creatief) is. Dit vereist een registratie. En net als bij handelsnamen speelt hier een commerciële eis. Wie niet handelt onder het merk, verliest na vijf jaar zijn merk. En omgekeerd, wie het merk gebruikt zonder commercieel oogmerk, pleegt in principe geen inbreuk. Tenzij hij afbreuk doet aan de reputatie van het merk. Dit speelt nog wel eens bij klaagsites over merkproducten.

Er zijn dus mogelijkheden maar die vereisen eigenlijk allemaal dat je op structurele wijze commercieel bezig bent. Bij een hobbyblog heb je dus eigenlijk geen rechten. Je kunt dan alleen proberen door groepsdruk of publiciteit maken de andere groep proberen over te halen hun naam te wijzigen.

Arnoud

Het registreren van een domeinnaam met een algemeen bekend merk

baiduBaidu’t u wel eens? Inderdaad, dat is die Chinese zoekmachine. Hier heeft die niet echt marktaandeel maar in China behoorlijk. En kennelijk heeft men plannen om ook in Europa actief te gaan worden, want in 2010 deponeerde men het Europese merk “Baidu”. Daar werd echter bezwaar tegen gemaakt door een Nederlands bedrijf dat al in 2005 die merknaam had vastgelegd en daarmee een eenmanszaak dreef. Gevalletje bijdehand een buitenlandse naam inpikken of legitiem twee partijen met dezelfde woordvonst? En kan zo’n grote zoekmachine gebruik maken van het argument “algemeen bekend merk”, dat hem absolute voorrang zou geven bij deze merkentwist?

Bij het merkenrecht geldt net als bij domeinnamen de regel, wie het eerst komt die het eerst maalt. En daarbij dan ook nog eens per sector: Batavus de fietsenmaker kan niets doen tegen Batavus de bakker of Batavus Internetdiensten. Die diensten hebben te weinig met elkaar te maken, zodat de doelgroep niet in verwarring kan raken over wie nu wie is. Maar daar is één belangrijke uitzondering op: als het merk “algemeen bekend” is, dan mag het óók niet worden gedeponeerd voor hele andere diensten. The Coca-Cola Hosting Company gaat hem dus niet worden, net zo min als Google Cola.

Bij een algemeen bekend merk geldt verder de regel dat de houder daarvan een merkdepot van een ander tegen kan houden als hij kan bewijzen dat hij algemeen bekend was ten tijde van dat depot. Precies de situatie hier dus: de Nederlandse Baidu had in 2005 het merk gedeponeerd, en het Chinese Baidu meldde zich in 2010. Dat kan Baidu dus winnen. Maar wáren ze in 2005 al bekend in Europa?

Als bewijs had Baidu de nodige Europese krantenartikelen overlegd over het bedrijf. Omdat die artikelen eigenlijk alleen gaan over het Chinese bedrijf (en een notering op de Amerikaanse Nasdaq), oordeelt de rechter (via) dat dit niets bewijst over bekendheid in Europa. De overige stukken bewijzen juist het tegendeel: “een tot 2010 alom geconstateerde onbekendheid van haar merk BAIDU buiten China”. Je vraagt je af wat er dan te lezen valt in die stukken.

Daarnaast probeerde Baidu dat Europese merk van tafel te krijgen met een beroep op niet-gebruik. Wie een merk deponeert, en vijf jaar lang er niets mee doet, kan dat kwijtraken. Dit in tegenstelling tot domeinnamen die je decennia mag laten slapen als je wilt. En dit is dus waarom je soms oude merken ineens weer terugziet, zoals Ben® dat in 2003 opging in T-Mobile en in 2008 ineens terugwas als apart low-budgetmerk van T-Mobile.

Het Europese Baidu had een hele mooie website en bood daar producten en diensten aan, maar volgens het Chinese Baidu was dat niet meer dan pufferij en groots voordoen van een eenmanszaak. Maar dat is te weinig – je mág je groots voordoen als eenmanszaak. En wie dan daadwerkelijk mooie (eenmans-)zaken doet, gebruikt het merk gewoon. Pas als het bedrijf een lege brievenbus zou zijn gebleken had het merk ongeldig verklaard kunnen worden.

Kortom, Baidu verliest de rechtszaak en moet 43.000 euro aan proceskosten betalen aan Baidu. En heeft nu een probleem want haar merknaam is nu echt geblokkeerd in Europa.

Arnoud<br/> PS Meer weten over merken en domeinnamen? Teken dan snel in voor ons nieuwste boek Reclame: Deskundig en praktisch juridisch advies! (Ja Wim, jij krijgt er een mét handtekening.)

Mag Linux 3.11 for Workgroups eigenlijk wel?

torvalds-linux-for-workgroupsHaha. De nieuwe kernel van Linux, versie 3.11 inmiddels, draagt de naam Linux for Workgroups zo meldde Webwereld. Voor de jonge lezertjes: Windows for Workgroups was de naam van het raampjesbesturingssysteem uit 1993, zeg maar toen internet nog geen plaatjes had. Linuxdictator Torvalds vond het kennelijk grappig dat zijn besturingssysteem ook op versie 3.11 zat, vandaar de naam en het hiernaast getoonde logo met vlaggetje. Maar, eh, mag dat qua merkenwet en zo?

Een merk beschermt de naam of het logo van een product of dienst. Een concurrent mag geen al te sterk gelijkende naam (of logo) gebruiken voor zijn producten of diensten. Dat roept twee vragen op:

  1. Heeft Microsoft wel een merk?
  2. Handelt Torvalds met zijn Linuxuitgave commercieel?

De eerste vraag is in theorie makkelijk. In Europa hebben we de regel dat een merk gedeponeerd moet zijn, anders heeft het geen bescherming. (In de VS kennen ze ook het ‘common law trademark’, waarbij je gewoon bescherming hebt voor een kreet of logo – het verschil tussen TM en ®.)

In theorie makkelijk, want het zal wel aan mij liggen maar ik kan geen merk vinden voor “for Workgroups”. Ook het vlaggetje lijkt onbeschermd. HEt enige beeldmerk met ‘Windows’ in de omschrijving is deze en dat is hem vast niet:

windows-logo-dit-is-vast-niet-microsoft

Merkenrechtelijk zie ik dus weinig aanknopingspunten, in Europa dan. Eventueel zou Microsoft auteursrecht op het vlaggetje kunnen claimen, maar dan zou ik zeggen dat Torvalds daar met een parodie-verweer een heel eind moet komen. Het is evident grappig bedoeld en bovendien kun je zijn uitgave van Linux toch moeilijk commercieel noemen.

En daarmee komen we meteen bij de tweede vraag: hándelt hij wel commercieel? Formeel is de release onder de vlag van de Linux Foundation, en hoewel een vereniging of stichting commercieel kán handelen, weet ik niet of je dat nu van de LF kunt zeggen.

Bij nietcommercieel gebruik van een merk is er in principe geen sprake van inbreuk, behalve in het bijzondere geval dat je afbreuk doet aan de reputatie of het onderscheidend vermogen van het merk. In een roman een personage laten googelen met behulp van Bing is een voorbeeld, dat gebruikt de naam generiek als synoniem voor zoeken met een zoekmachine en dat doet afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het merk Google. Maar wat Torvalds doet, is zoiets niet.

Ook afbreuk aan de reputatie van Windows kan ik het niet echt noemen. Is het echt nadelig voor Microsoft dat Linux nu zich gelijkwaardig aan Windows 3.11 vindt?

Arnoud

Een hashtag claimen, kan dat?

merk-weetje-van-de-dag.pngGisteren las ik op Marketingfacts over het claimen van een hashtag. Op Twitter wordt een #hashtag gebruikt om allerlei onderwerpen mee te #markeren, zodat je eenvoudiger kunt #zoeken op die termen. Twitteraar Petra de Boevere kreeg te horen dat ze de hashtag #weetjevandedag niet mocht gebruiken, omdat deze als merk gedeponeerd zou zijn en zij daar inbreuk op zou plegen.

Petra:

Omdat ik een zogenaamde “veeltwitteraar” ben deel ik van alles. Dingen die me opvallen, die ik tegenkom, die me intrigeren, die me boos maken of verwonderen. Met de hashtag #weetjevandedag heb ik wel eens getwitterd dat een USB-stick gewoon in de wasmachine kan en het dan nog steeds doet. Of dat inundatie een ander woord is voor het onder water zetten van een stuk land uit strategische overwegingen. Afgelopen vrijdag twitterde ik: “#weetjevandedag op 18 juni 1815 werd Napoleon Bonaparte definitief verslagen bij Waterloo http://bit.ly/bv0EEY” en gisterochtend: “#weetjevandedag op 20 juni 1877 zet Alexander Graham Bell de eerste commerciële telefoondienst op”.

Het merk in kwestie is een beeldmerk (zie plaatje voor het depot) waarin inderdaad de tekst “weetje van de dag” staat. Op beeldmerken kun je in principe alleen inbreuk maken als je het plaatje gebruikt of iets wat daar te veel op lijkt. Het is een oude en lastige discussie of je tekst úit dat plaatje als zodanig ook als merkinbreuk mag zien. Dat kan, als de tekst op zichzelf ook een geldig woordmerk zou kunnen zijn. Maar meestal deponeren mensen dit soort beeldmerken omdat de tekst geen merk kan zijn en ze dan toch nog maar iets gedeponeerd hebben.

Dat lijkt me ook hier het geval. Ik geloof geen seconde dat de term “weetje van de dag” onderscheidend is voor een dienst waarbij je elke dag een weetje meldt. Hoe lang je die dienst ook al verricht, het is en blijft de normale omschrijving voor wat je doet. En daarom kan die term niet als merk beschermd zijn. Het logo natuurlijk wel, maar er kan dan alleen sprake zijn van merkinbreuk als mensen het logo kapen.

Het bedrijf meldt op haar website dat ze een rechtszaak over merkinbreuk gewonnen heeft. Ik kan daarover op rechtspraak.nl of boek9.nl niets over terugvinden, dus dat is lastig te verifiëren. Maar afgaande op de beschrijving daar ging het niet alléén over het merk: ook de inhoud van de mailinglist zou zijn geherpubliceerd. Het lijkt me uitermate sterk dat ze een rechtszaak zouden winnen waarbij zelf bedachte weetjes onder die naam worden verspreid.

Als -en ik zeg áls- iemand een geldig woordmerk heeft, dan zou het merkinbreuk kunnen zijn als je je commerciële twitterberichten voorziet van dat woordmerk als hashtag. “Grolsch vandaag in de aanbieding #bavaria” zou denk ik niet door de beugel kunnen.

Arnoud