YouTube haalt kanaal Alkmaars archief uit de lucht om haatzaaien

Het YouTube-kanaal van het Regionaal Archief Alkmaar is offline gehaald vanwege haatzaaien. Dat las ik op NRC. De aanleiding zouden beelden uit de Tweede Wereldoorlog zijn geweest, die “herhaalde of ernstige schendingen” van de richtlijnen van YouTube op zouden hebben geleverd. Na duizenden boze reacties ging de videosite overstag; het kanaal is weer hersteld. Maar het is natuurlijk een hele rare zaak, waar veel mensen zich van afvroegen of Youtube dat nu mag, zomaar met eigen regels materiaal weghalen.

Welke beelden exact de reden voor het weghalen waren, is niet duidelijk geloof ik. Maar gezien de recente crackdown op haatzaaivideo’s ligt het voor de hand dat het zal gaan om fragmenten van Nazi-materiaal. NRC meldde dat er eerder een waarschuwing was ontvangen vanwege een video van NSB-leider Anton Mussert.

Het argument ter verdediging van Youtube is natuurlijk dat het hun plaform is en dat zij dus de regels mogen bepalen. Het is dan ook in principe aan hen wat ze “haatzaaien” vinden en wat “ongepast”. Dan kun je dus prima als platform zo’n video verwijderen, net zoals je gasten je café uit mag zetten ook al ontdek je de volgende dag dat het eigenlijk wel meeviel wat die persoon allemaal deed.

Daar staat natuurlijk tegenover dat Youtube niet een willekeurig café is maar het grootste en daarmee niet te passeren platform voor video’s. Wie zo’n platform heeft, moet een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid in acht nemen dan een cafébaas om de hoek. Je kunt zo naar een ander café, maar wie zegt dat je zo naar een ander platform kan die lach ik keihard juridisch in zijn gezicht uit. Dat is net zo relevant als bij een burenruzie zeggen dat je op een hutje op de hei kunt gaan wonen.

Helaas is er niet echt jurisprudentie over. Ik blog vaker over de Appleby-zaak, waarin het ging om mogen demonstreren in een winkelcentrum dat privaat eigendom was. Dat recht heb je dus niet omdat het andermans eigendom is, tenzij het verbod van het winkelcentrum zo veel impact heeft dat het

preventing any effectieve exercise of freedom of expression or [if] it can be said that the essence of the right has been destroyed (r.o. 47).

En daarvan is eigenlijk niet snel sprake. Pas als ongeveer het gehele stadscentrum privaat eigendom is, dan mag de eigenaar van het stadscentrum niet categorisch iedere demonstratie of flyeractie weigeren. Maar als het alleen gaat om één koopgoot, dan mag dat wel want je hoeft dan niet per se daar te demonstreren of flyeren.

Ik zou meer zien in het argument dat Youtube gewoon een fóut gemaakt heeft: zelfs als je zegt dat ze haatzaaien of whatever mogen verbieden, dan nog overtrad het Archief Alkmaar niet die regels. En een regel “wij mogen fouten maken en dan heb je alsnog pech”, die gaat er bij mij niet in vanwege de redelijkheid.

Praktisch blijft natuurlijk wel het punt dat Youtube het gewoon doet, je kanaal opheffen. En of je het terugkrijgt, lijkt meer afhankelijk van hoe veel herrie je kunt schoppen dan van je juridische argumenten. Dát is denk ik nog het sterkste argument tegen de macht van de platforms: rechtsongelijkheid.

Arnoud

Kabinet heeft geen interesse in Nederlandse boetewet sociale media

Het kabinet ziet niks in een nieuwe wet die sociale media beboet bij verspreiding van haatzaaiende berichten, meldde Nu.nl onlangs. Een recent aangenomen Duitse wet zet boetes tot 50 miljoen euro op het doen verspreiden van haatzaaiende, smadelijke of anderszins onrechtmatige inhoud, voor beheerders van social media platforms. Volgens de Nederlandse ministers zou dat weinig toevoegen, en bovendien botsen met de vrijheid van meningsuiting.

Duitsland loopt voorop in het bestrijden van online haatzaaien, discriminatie en dergelijke. Zij zien sociale media als een belangrijke bron van dergelijke informatie, en willen dan ook dat de beheerders daarvan hun verantwoordelijkheid nemen en proactief ingrijpen op dergelijke berichten. In het verleden is veel gesproken over samenwerking, convenanten en dergelijke maar dat mocht niet baten. Vandaar de recente Netzwerkdurchsetzungsgesetz, die verwijdering binnen 24 uur na notificatie vereist op straffe van megaboetes.

Wel moet het evident strafbaar zijn, dus bij twijfel geen boete. En de wet is beperkt tot platforms met meer dan 2 miljoen gebruikers, en geldt niet voor platforms met een wetenschappelijke of journalistieke functie.

Nederland ziet weinig in de wet, en noemt het vooral symbolisch. Uiteindelijk moet iedere klacht toch getoetst bij de rechter, wanneer zo’n boete zou worden opgelegd. Gezien het grote aantal berichten en klachten dat te verwachten is (want het gaat om klachten van bezoekers, niet officiële sommaties van Justitie) is dat niet erg realistisch.

Belangrijker is ook dat er natuurlijk een chilling effect uit kan gaan van zo’n boete. Als platform zou je dan kunnen besluiten gewoon veel minder toe te laten, om te voorkomen dat je ooit in zo’n boetetraject terecht komt. En dat is dan voor Nederland de reden om dit niet te doen.

Ons huidige systeem lijkt goed te werken. Organisaties als het Meldpunt internetdiscriminatie (MiND) beoordelen berichten naar aanleiding van klachten, en verzoeken dan bij de beheerders om weghalen als zij denken dat het illegaal is. Werkt die niet mee, dan kan de organisatie aangifte doen (dat mag immers iedereen, bij vermoede strafbare feiten). In de afgelopen twee jaar is dat drie maal gebeurd. In één geval heeft het OM deze zaak voor de rechter gebracht. Deze zaak loopt nog.

Het lijkt er op dat de meeste bedrijven een aardig effectieve klachtenprocedure hebben, dus ook vanuit dat perspectief zou het weinig toevoegen om boetes te zetten op het niet hebben van een klachtenregeling of uitvoering daarvan.

Arnoud

Hoe strafbaar is het liken van strafbare berichten?

Een rechter in Zwitserland heeft een man veroordeeld vanwege het liken van lasterlijke berichten over een dierenrechtenactivist op Facebook, las ik bij de NOS. Met zijn likes zou hij de posts uitdrukkelijk hebben onderschreven, en daarmee zeg maar medeplichtig zijn aan het plegen van de laster. Dat vonden ze bij de NOS raar: liken is toch de basis van Facebook, dus hoezo kan dat nou strafbaar zijn?

Wat betreft het delict laster ligt het op zich relatief simpel. Wie een smadelijke bewering verspreidt wetende dat deze in strijd is met de waarheid, pleegt laster. Dat is Ouder Dan Het Internet, en op zich dus ook gewoon strafbaar om op internet te doen. Een Facebookbericht waarin je dus schadelijke onwaarheden verspreidt, is net zo goed lasterlijk als een krantenartikel.

Maar liken is natuurlijk niet hetzelfde als zelf een artikel schrijven. Alleen, dat is niet vereist om van smaad of laster te kunnen spreken. Je pleegt ook die misdrijven als je de betreffende beweringen verder verspreidt – althans als je dat doet op een positieve manier. Dan ga je achter de inhoud staan, en doe je in feite hetzelfde als de oorspronkelijke uiter van de bewering.

Het komt dus neer op de vraag wat een like nu precies betekent. Heel naïef kun je zeggen: er stáát “Dit vind ik leuk”, dus wat je doet is zeggen dat je die inhoud leuk vindt. Dat is een positieve uiting, en het bericht verschijnt ook nog eens op je tijdlijn. Dat is dus een manier van verspreiding waarbij jij achter de inhoud gaat staan, en dan kom je dus bij laster terecht.

In de praktijk heeft een like meer functies. Facebook kent niet echt een uitgebreid vocabulaire: ook als je een bericht juist stom vindt maar wel wilt delen (“gatver moet je dít nou zien, wat een schande”) dan moet je het liken. Vanuit dat perspectief zou het geen laster zijn om een bericht verder te verspreiden via dat mechanisme.

Uiteindelijk komt het er dus op neer wat je intenties waren, althans hoe dit overkomt bij de rest van de wereld. Dat is een vrij subjectieve inschatting, waardoor het voor een rechter dus geen eenvoudige kwestie zal worden. In een zaak uit 2007 werd een hyperlink naar opruiende teksten strafbaar geacht:

In het geval van de verdachte zijn die relevante omstandigheden dat zij een moslima is met een meer dan gewone belangstelling voor het jihadistisch-salafistisch gedachtegoed en dat zij actief is deze geloofsovertuiging uit te dragen via het internet door daar allerlei bestanden en stukken op te plaatsen. In ruim drie maanden tijd heeft de verdachte meer dan 65 artikelen geplaatst op het internet. […] Gelet op het voorgaande en met haar kennis van zaken aangaande de islam kan het plaatsen van de betreffende links door de verdachte, niet anders worden gezien dan als een strafbare handeling als bedoeld in artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht, te weten – kort gezegd – het verspreiden van geschriften waarvan zij ernstige reden heeft te vermoeden dat die opruiend zijn.

Die lijn doortrekkend zou dus een like strafbaar zin als iemand ernstige reden had moeten hebben om te vermoeden dat sprake is van laster, en je enigszins in de materie zit waar het artikel over gaat. Je zou die strafbaarheid dan weer wel kunnen weerleggen door er expliciet afstand van te nemen.

Arnoud

EC formuleert samen met techbedrijven gedragsregels tegen haatzaaien op internet

leeuw-boos-trol-figuur.jpgSamen met Microsoft, Facebook, YouTube en Twitter heeft de Europese Commissie een gedragscode tegen haatzaaien op internet opgesteld, meldde Tweakers vorige week. Daarin is onder andere vastgelegd dat dergelijke inhoud binnen 24 uur verwijderd wordt. De gedragscode is een uitvloeisel van nieuwe wetgeving voor online mediaplatforms.

Het doet wat gek aan, maar gezien de partijen waarmee de EC dit heeft opgesteld toch weer logisch. In het Amerikaans recht, waar deze clubs vandaan komen, staat de vrijheid van meningsuiting op een hoog voetstuk. Tussenpersonen zoals forumbeheerders zijn daarom volledig beschermd tegen aansprakelijkheid (47 U.S.C. § 230) voor hetgeen hun gebruikers plaatsen. Hierop geldt slechts één uitzondering: wanneer een forumlid een auteursrechtinbreuk begaat, is de beheerder gehouden op klacht de inbreuk te beëindigen (een DMCA notice/takedown). Maar ook al staat je sociale netwerk vol met de meest ranzige haat, je bent er formeel niet aansprakelijk voor.

In het Europese recht ligt de bescherming van tussenpersonen genuanceerder. De E-commercerichtlijn bepaalt dat tussenpersonen wiens dienst eruit bestaat dat zij informatie van anderen opslaan en doorgeven, niet aansprakelijk zijn voor de inhoud wanneer zij deze niet vooraf screenen en een adequaat notice-takedown regime hanteren. Dit betreft echter alle mogelijke onrechtmatige inhoud, en niet alleen auteursrechtinbreuk. Je moet dus bij ons sowieso al in actie komen als er haatzaai-inhoud geplaatst wordt.

Wel zit je natuurlijk met de lastige vraag wanneer sprake is van dergelijke inhoud. Onder de huidige regels moet sprake zijn van onmiskenbaar onrechtmatige inhoud, oftewel iets waar niet aan te twijfelen valt. De gedragscode maakt daar geen verwijzing naar. Wel zie ik een definitie van haatcontent, en die is specifiek gericht op bevolkingsgroepen en xenofobie:

all conduct publicly inciting to violence or hatred directed against a group of persons or a member of such a group defined by reference to race, colour, religion, descent or national or ethnic origin.

Je vraagt je dan af waarom niet doorgepakt naar álle vormen van discriminatie, zoals op grond van geslacht of seksuele voorkeur. Misschien omdat het zo beter te verkopen was aan de Amerikanen? Of omdat de werkgroepen in kwestie alleen gericht zijn op rassendiscriminatie?

De bedrijven beloven in principe binnen 24 uur te reageren op onderbouwde klachten, en wel door de berichten te blokkeren of weg te halen. Ook zeggen ze toe hun gebruikers op te gaan voeden op dit punt.

Ik zit een beetje in dubio. Enerzijds is dit (volgens Europese en Nederlandse regels) niets nieuws. Je moest sowieso al reageren op alle (evident juiste) klachten, ook bij haatzaaien en discriminatie. Je moest sowieso al op de stoel van de rechter gaan zitten als hoster/tussenpersoon en ingrijpen. “Kom maar terug met een gerechtelijk bevel” was nooit een geldige reactie. Maar anderzijds voelt het alsof er nu iets nieuws ingevoerd wordt, alsof de lat lager ligt en de verplichting hoger. Ik krijg er alleen niet de vingers achter waar hem dat in zou zitten.

Arnoud

Mag je Mein Kampf opnieuw uitbrengen nu het auteursrecht vervallen is?

verbodEen lezer vroeg me:

Het auteursrecht op “Mein Kampf” van Adolf Hitler is per 1 januari verlopen. Mag je dat boek dan nu in Nederland uitbrengen?

Hoofdregel van het auteursrecht is dat dit recht vervalt op 1 januari 70 jaar na het sterfjaar. Bij overlijden in 1945 kom je dus inderdaad uit op 1 januari 2016. Dat geldt voor “Mein Kampf” net zo goed als voor andere werken. De Nederlandse vertaling “Mijn Kamp” van Steven Barends is nog wél auteursrechtelijk beschermd, omdat die auteur pas in 2008 overleed. (Bij het dagboek van Anne Frank ligt dit complexer, omdat dit dagboek pas na overlijden van de auteur voor het eerst gepubliceerd werd.)

Het auteursrecht op de Duitse tekst is dus verlopen. In beginsel mag je dit boek dan nu uitgeven zonder toestemming van de ex-rechthebbenden. Ook het maken van een vertaling en die uitgeven is nu in beginsel legaal. Met publiek domein werken mag je doen wat je wilt.

In beginsel, want in Nederland is dit boek verboden om te verhandelen. In 1987 bepaalde de Hoge Raad dat het boek aanzette tot haat en geweld tegen bevolkingsgroepen (art. 137e Strafrecht) en daarom van de markt moest. Dat verbod staat dus los van auteursrechten en vervalt dus ook niet enkel omdat de auteursrechten nu vervallen zijn.

Echter, hoe sterk dat verbod nog is, valt te bezien. In 2014 werd een antiquair vrijgesproken onder dit artikel. Zijn verkoop van een oud exemplaar van het boek was niet strafbaar, hoewel de rechtbank opmerkt dat het aanbieden van dit boek “in beginsel” strafbaar kan zijn. Echter, de rechtbank ziet dat de maatschappelijke ontwikkelingen sinds het verbod uit 1987 flink veranderd zijn. Het boek is via internet makkelijker beschikbaar, er waren plannen voor wetenschappelijke edities, de Tweede Kamer stemde zeven jaar eerder vóór vrijgave van het boek en bovendien ging het hier om één oud exemplaar aangeboden aan verzamelaars. De kans dat die verkoop zou leiden tot verder haatzaaien of geweld, is daarmee marginaal.

Dit betekent niet dat het verbod nu van tafel is. Het komt sterk neer op de omstandigheden: met welk doel verkoop je het boek, is het een herdruk of een oud exemplaar en hoe maak je reclame?

Ik heb nog geen concrete plannen gezien van mensen die het boek willen gaan verkopen. Jullie wel?

Arnoud

Kabinet wil notice/takedown van extremistische uitingen opvoeren

Het kabinet wil verspreiding van online radicaliserende, haatzaaiende, gewelddadige jihadistische informatie tegengaan, maakte men vorige week bekend. Onderdeel daarvan is een specialistisch team dat notice/takedownbevelen gaat geven aan tussenpersonen zoals Facebook. “Ook maakt het team afspraken met internetbedrijven over effectieve blokkeringen.”

Onder de huidige wet is het mogelijk een bevel tot verwijdering te geven van een strafbare uiting (art. 54a Strafrecht). Wel vereist dit een machtiging van de onafhankelijke rechter-commissaris – de Nederlandse variant op wat in de VS een “gerechtelijk bevel” heet. Er is dus géén rechtszaak nodig waarin de tussenpersoon of de plaatser gehoord hoeft te worden.

Het persbericht lijkt te suggereren dat men het eerst vrijwillig wil vragen. Er is immers een notice/takedown gedragscode waar diverse internetbedrijven zich aan hebben gecommitteerd (al kan ik geen lijst vinden) en via die code mag iedereen vragen of iets weggehaald kan worden als het evident onrechtmatig is.

Iedereen? Nou ja bijna iedereen: volgens mij mag de politie echt niet vrijwillig vragen. Bevoegdheden van politie en Justitie zijn wettelijk geregeld, en alles dat men doet moet te herleiden zijn tot een bevoegdheid. En omgekeerd, als iets te herleiden is tot zo’n bevoegdheid dan móet men die gebruiken.

Inclusief de bij die bevoegdheid opgenomen grenzen. Dat is namelijk het punt: in de wet zijn waarborgen opgenomen, en die kun je dan niet zomaar passeren door het “vrijwillig vragen” te noemen. Zeker als je bedenkt dat veel mensen niet weten wanneer de politie iets vraagt en wanneer ze iets beveelt, of hoe je effectief “nee” kunt zeggen als de ondertoon is “dan komen we terug met een bevel en gaat je hele tent op z’n kop, plus je riskeert dan zelf vervolgd te worden”.

In het wetsvoorstel computercriminaliteit III werd overigens in eerste instantie voorgesteld die toets door de rechter-commissaris te schrappen. Maar de tekst zoals die er nu ligt, vereist wél (in nieuw art. 125p Sr) een machtiging van de rechter-commissaris.

Ik heb geen idee van hoe zeer Facebook of Twitter onder de indruk zal zijn van een Nederlands bevel.

Arnoud

DNA afstaan vanwege discriminerende tweet?

tweet-discriminatie.pngBij Madbello las ik het opmerkelijke bericht dat een zeventienjarige twitteraar DNA moest komen afgeven nadat hij (voorwaardelijk) veroordeeld was voor een haatzaaiende tweet. En na deze retecoole reactie kon ik niet anders dan er induiken.

De jongeman was veroordeeld voor het twitteren van

Tering joden in israel zijn weer bezig. Als de Fuhrer nou zijn werk had afgemaakt was dit niet gebeurd. #siegheil

Het vonnis is nergens te vinden (want de verdachte is minderjarig), en dat is jammer want zo is het heel lastig te duiden wat daarna kwam: een sommatie tot afgifte van DNA materiaal. Daarbij werd namelijk verwezen naar artikel 285 Strafrecht, oftewel het bedreigen met geweld van personen. Ik zie met de beste wil van de wereld niet hoe een tweet als deze als bedreiging gezien kan worden.

Op zich klopt het wel dat áls het om bedreiging gaat, DNA kan worden afgenomen. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden bepaalt namelijk dat bij elk ernstig misdrijf (zoals gedefinieerd in artikel 67 Strafvordering) DNA mag worden afgenomen. En artikel 285 lid 1, oftewel de bedreiging, valt onder die definitie.

Die Wet DNA heeft dan weer wel een uitzondering: geen DNA zal worden afgenomen als

redelijkerwijs aannemelijk is dat het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel gelet op de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd niet van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde.

en dat had wat mij betreft reden moeten zijn om in dit geval af te zien van DNA-afname. Update (11 maart): in de comments wijst Arnout Veenman erop dat

DNA moet worden afgenomen, tenzij een van de twee uitzonderingen zich voordoet en die moeten ook nog eens beperkt worden uitgelegd. Voor andere uitzonderingen die uit het systeem van de wet voortvloeien is volgens de HR geen plaats en ook art. 40 IVRK biedt een dergelijke generieke uitzondering niet voor minderjarigen .

Arnoud<br/> Disclaimer: het was niet de bedoeling van de maker dat dat poppetje in het plaatje de Hitlergroet lijkt te brengen.

Koninklijke Bibliotheek neemt technische maatregelen tegen haatzaai-beschuldiging

volk-en-vaderland-eerste-editie-meningsuiting-haatzaaien-koninklijke-bibliotheek-hirsch-ballin.pngDe Koninklijke Bibliotheek heeft het Ministerie van Justitie toegezegd ’technische voorzieningen’ te treffen om te voorkomen dat via het internet beschikbare nazi-stukken worden misbruikt. Dat meldde Tweakers gisteren. De “nazi-stukken” zijn digitale reproducties van publicaties als NSB-krant Volk en Vaderland, het weekblad Storm en het antisemitische De Misthoorn. Het Ministerie van Justitie had eerder aangegeven dat publicatie daarvan strafbaar zou zijn.

Het gaat hier om publicaties die mogelijk in strijd zijn met artikel 137e Strafrecht. Dat spreekt van het “openbaar maken” of “doen toekomen” van uitlatingen die beledigend zijn of aanzetten tot haat. De uitlatingen in die nazikranten lijkt me op zich zonder twijfel haatzaaiend en dus strafbaar. Net zoals Mein Kampf, dat door de Hoge Raad bij arrest van 12 mei 1987 verboden werd om die reden. (Het verhaal dat publicatie niet mag vanwege auteursrechten lijkt dus apocrief te zijn.)

De uitzondering op de strafbaarheid is als dat “ten behoeve van zakelijke berichtgeving” gebeurt. Het lijkt me niet meer dan logisch dat de KB aan zakelijke berichtgeving doet. (Hoe het ministerie kan denken dat de KB opzet op haatzaaien heeft, is me een volslagen raadsel.)

In antwoord op Kamervragen hierover legt de minister nu ineens de schuld bij het Openbaar Ministerie (“Ik kan daar in algemene zin geen uitspraken over doen.”), om vervolgens aan te geven dat hij toch zelf in overleg gaat met de KB over hoe deze de publicatie legaal kan opzetten.

De Koninklijke Bibliotheek heeft daarbij toegezegd om technische voorzieningen in te voeren om misbruik van discriminerende teksten te voorkomen en ongebreidelde digitale verspreiding tegen te gaan. Het is nog niet duidelijk wat dat inhoudt, maar downloadbare PDF’s van integrale kranten zullen er in ieder geval niet komen. Het idee daarachter is denk ik dat als je het moeilijk maakt om de content “los” van je eigen context te presenteren, je niet medeplichtig kunt zijn aan verspreiding in haatzaaiende context. Dat lijkt me wat gezocht, en ik vind het dan ook jammer dat gebruiksgemak zal worden opgeofferd om te voorkomen dat ze op Stormfront juichend PDF’s gaan publiceren van cartoons uit Der Stürmer.

Update: (16 september) dat ziet er dus zo uit, een tekst dat de inhoud van de kranten mogelijk strafbaar is en een aanvinkvakje dat je dat gelezen hebt. Tsja.

Arnoud<br/> Afbeelding: Wikimedia Commons. Disclaimer: ik sta niet achter de inhoud van de getoonde krant maar toon deze slechts als onderdeel van zakelijke berichtgeving.

“Minder openbare” websites bestaan niet

Semi-openbare websites bestaan per definitie niet, zo ging NRC Handelsblad gisteren kort door de bocht. Het Gerechtshof Amsterdam had namelijk in hoger beroep een man veroordeeld die op Polinco.net discriminerende teksten had achtergelaten. Eerder had de rechtbank hem vrijgesproken omdat lezers niet onverhoeds tegen de uitingen aan zouden kunnen lopen en daarmee de uiting niet als “in het openbaar” te zien zou zijn.

De uitspraak is op zich geen verrassing; al eerder oordeelde ditzelfde Hof dat internetpublicaties per definitie openbaar zijn vanwege de grote reikwijdte van het medium. En in een ander recent arrest werd een afgeschermde Hyve ook als min of meer openbaar aangemerkt.

Het kort-door-de-bocht gaande van NRC zit hem in de “bestaan per definitie niet”: in al deze zaken ging het om publicaties die in principe een onbeperkt publiek kunnen bereiken. Ok, bij die afgeschermde Hyve lag dat wat onduidelijker maar ook daar kon iedere Hyvesvriend bij de tekst. In haar eerder arrest wijst het Hof zelf al op het feit dat “[n]iet gebleken is dat de website bijvoorbeeld met een wachtwoord was beschermd” als aanwijzing dat de website openbaar zou zijn. Dus wat nu als ik de publicatie achter een wachtwoord zet dat alleen enkele kennissen weten? Of een besloten forum met beperkte toegang voor enkele geregistreerde gebruikers?

Arnoud

Moderator van Stormfront geen (mede)pleger van discriminatie

stormfront-meningsuiting-discriminatie.pngEen moderator kan niet zomaar verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van berichten van leden. Dat vonniste de Amsterdamse rechter begin deze maand (jaja, maar Boek 9 had het ook pas gisteren). De verdachte werd vervolgd voor zijn rol als moderator van het extreemrechtse Stormfront.org bij een aantal antisemitische uitlatingen op dat forum.

De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat verdachte als moderator de technische bevoegdheid had om op de website geplaatste teksten te verwijderen, niet zonder meer inhoudt dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van alle op de website geplaatste teksten. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachte onder de gegeven omstandigheden niet enkel uit hoofde van zijn functie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het op de website plaatsen, geplaatst houden dan wel niet verwijderen van de teksten.

De term “verantwoordelijk” is wat apart – het is een strafzaak en “verantwoordelijk” zie ik eerder in een civiele context. De rechtbank lijkt hier zich af te vragen of iemand het misdrijf discriminatie pleegt door de functie van moderator te hebben. En het antwoord daarop is (natuurlijk, zou ik zeggen) “nee, dat is niet zo”.

Vervolgens wordt gekeken naar “medeplegen”, oftewel in nauwe samenwerking met de echte pleger (die in een aparte zaak wel veroordeeld werd voor dit misdrijf) zorgen dat de publicatie op internet komt. Ook dat wordt afgewezen:

het enkele geplaatst houden dan wel niet verwijderen van de teksten [is] onvoldoende om te spreken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.

Op zich heel plausibel en logisch allemaal. Wat ik dan nog mis, is de vraag over medeplichtigheid oftewel het opzettelijk gelegenheid, middelen en dergelijke geven om het misdrijf te plegen. Want daar zit denk ik best wel een stevig verhaal: wie een extreemrechtse website opzet, moet toch weten dat daar verboden uitlatingen op gaan komen. En dat heet voorwaardelijke opzet: het niet onaannemelijke risico nemen dat iets strafbaars gaat gebeuren.

Arnoud