Van wie is die oude harde schijf?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een vraag aangaande een interne harde schijf die binnen een maand na aankoop stuk gegaan is. Ik ben teruggegaan en de winkel kwam na onderzoek tot de conclusie dat de harde schijf “stuk” was, maar men kon niet zeggen waarom. De gegevens op de schijf waren niet meer terug te halen, zei men. Ik kreeg gratis een nieuwe harde schijf van hetzelfde type. Prima service, zou je zo zeggen.

Alleen: er stonden onvervangbare bestanden op die schijf en ik wil toch proberen die terug te krijgen via een gespecialiseerd bureau. Ik heb dus gevraagd of ik de oude, kapotte schijf mee mag nemen. De winkel weigert dit, biedt mij de schijf eventueel tegen nieuwprijs te koop aan maar zegt mij dat de vervangen schijf mijn eigendom niet meer is. Klopt dat?

Het bedrijf heeft gelijk. De schijf die je een maand geleden kocht, werd je eigendom toen je deze meenam. Maar nu heb je deze omgeruild voor een nieuw exemplaar, omdat de oude niet conform de eisen was (harde schijven horen ~3 jaar mee te gaan). Daarmee is het nieuwe exemplaar nu je eigendom geworden – in plaats van de oude dus. Ik zie niet hoe je zonder betaling de oude schijf nu ook mee naar huis mag nemen.

Wellicht is te verdedigen dat de winkel de gegevens op de schijf moet terughalen, omdat dit een vorm van schade is die jij hebt geleden door hun ondermaatse harde schijf. Maar als zij aangeven dit te hebben geprobeerd en niets terug kunnen halen, dan houdt het voor hen denk ik op. Ik zie niet hoe je kunt eisen dat je dan de schijf terug moet krijgen zodat je elders een laatste poging kunt wagen.

Arnoud

Het nut van garantie bijkopen

garantiebewijs.pngWie een product koopt, mag verwachten dat dit bepaalde eigenschappen bezit. Dat heet de conformiteitseis: het product moet conform de redelijke gewekte verwachtingen zijn van de koper. Wat die verwachtingen precies zijn, is lastig te zeggen. Een auto kopen bij de dealer is wat anders dan een auto kopen bij een sloperij. Maar wat wel eenvoudig te zeggen is, is dat àls het product niet conform de verwachtingen is, de winkelier moet zorgen voor kosteloos herstel of vervanging.

Veel winkels bieden de mogelijkheid om garantie bij te kopen, met de belofte dat als je dat doet, je tot soms 3 jaar lang kosteloze reparatie of vervanging van je product krijgt. Maar wat is het nut van die belofte als de inhoud precies is waar je wettelijk gezien recht op hebt? Niet veel, zou ik zeggen.

Een belangrijk voordeel van garanties is dat ze de bewijslast omkeren. De winkelier moet aantonen dat een schade buiten de garantie valt, anders wordt deze geacht onderdeel van de garantie te zijn. Je koopt de discussie over conformiteit in feite af. Met garantiebewijs gaan ze meteen aan de slag, maar kom je met het wetboek in de hand dan ben je een paar uur bezig en dan nog kun je nul op het rekest krijgen. “Dat staat dan misschien in de wet maar het is niet ons beleid meneer” heet het dan. En wat doe je dan?

Sommige winkeliers of fabrikanten gaan verder dan wettelijk nodig is. Zo heb ik een laptoptas van Victorinix met “levenslange garantie”. Dat wil zeggen dat ik bij elke beschadiging gratis een reparatie of zelfs een nieuwe tas krijg. Ook wanneer de schade in feite mijn fout is (een te zware belasting deed de draagriem afbreken).

Er zijn echter ook garanties die minder bieden dan waar je wettelijk recht op hebt. Men belooft “1 jaar gratis reparatie” en weigert na dat jaar iedere vorm van medewerking omdat “de garantie verlopen is”. Dat is gewoon keihard verboden. Zolang het product nog in de economische levensduur zit, dient de winkelier het kosteloos te herstellen of een nieuw product te leveren.

Een leuke: als je betaalt voor garantie maar die blijkt minder op te leveren dan waar je wettelijk recht op hebt, waar sta je dan?

Een leuke redenering hierover vond ik in nr. 57 van de juridische reeks Bijzondere overeenkomsten. Zij stellen dat een garantie vernietigbaar is wanneer deze beperkter blijkt dan de wettelijke garantie. De wettelijke regels rond conformiteit zijn van dwingend recht, en een contractsbepaling die daar tegenin gaat, is dan simpelweg niet geldig. En dat betekent dat je je geld terug kunt vragen, want je hebt dan betaald voor een nietige prestatie. Dat wordt helemaal leuk op zaterdagmiddag bij de servicedesk: ik wil graag mijn geld terug voor het garantiebewijs want ik had er niets aan.

Arnoud

“Roken schaadt de garantie”

sigaret-apple-appel.pngApple trekt de betaalde garantie voor Macs in als blijkt dat er in de buurt van de computer is gerookt, want reparatie is volgens Apple dan te ongezond, zo stond op Webwereld. Amerikaanse site Consumerist had een aantal klachten verzameld van rokende Macgebruikers die hun reparatie geweigerd zagen:

Did you know, that smoking isn’t good for your computer, either? It’s true, at least according to Apple. Two readers in different parts of the country claim that their Applecare warranties were voided due to secondhand smoke. Both readers appealed their cases up to the office of God Steve Jobs himself. Both lost.

Kan dat zomaar? Ik denk dat je van een iPhone mag verwachten dat deze ook werkt als de gebruiker een roker is. Het zou dus tegen de conformiteitseis zijn als een apparaat daardoor stukgaat. Oftewel Apple moet dan gratis repareren of vervangen.

Maar het lijkt erop dat het argument niet zozeer is dat het apparaat niet tegen rook kan: het is de reparateur die niet tegen rook kan. Of beter gezegd, Apple wenst haar reparateurs te beschermen tegen meeroken en wil ze dus niet verplichten een naar rook stinkend apparaat te repareren.

Natuurlijk is het zo dat je als werkgever een veilige omgeving moet creëren voor je werknemers, en ook meer algemeen ervoor moet zorgen dat je werknemers niet nodeloos in gevaar moeten komen. In Nederland hebben we ook nog artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet, dat eist dat werknemers in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder daarbij hinder of overlast van roken door anderen te ondervinden. Op grond daarvan zou je kunnen eisen dat de reparatieruimte vrij blijft van naar rook stinkende apparatuur van klanten. Maar is dat altijd redelijk?

Ik heb de Voedsel- en Warenautoriteit gevraagd hoe dit zit: kun je als werkgever iemand verplichten om met sigarettenrook in aanmerking te komen? Op het gebied van computers schoonmaken is daarover niets bekend, maar het probleem is in het algemeen wel bekend. Veel cafés hebben namelijk een rookruimte, en ook die moet schoongemaakt worden. Zo las ik in het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten deze passage over rookruimten:

Niet-rokers hoeven deze ruimten in beginsel niet te betreden. Dit neemt niet weg dat er ook mensen zijn die in de rookruimten werkzaamheden moeten verrichten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan schoonmaak- en onderhoudspersoneel. Ook wanneer zij hun schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden verrichten wanneer er niet wordt gerookt in de rookruimten, dan nog zal er sprake zijn van blootstelling aan tabaksrook.

De werkgever kan een schoonmaker wel degelijk verplichten om de rookruimte te reinigen. Wel dient de werkgever dan alle mogelijke maatregelen te nemen om hinder en overlast te beperken. Bijvoorbeeld dat de werknemer de rookruimte betreedt na openingsuren of als er niet wordt gerookt.

Naar analogie lijkt het me dan ook dat je als reparateur kunt worden verplicht een naar rook stinkende computer schoon te maken. Wel denk ik dat je dan kunt eisen dat er een afdoende afzuiging wordt geplaatst, of dat je buiten mag werken. Of wat je maar kunt doen om die sigarettenstank te vermijden.

Arnoud<br/> Foto afkomstig van Consumerist.

Vochtsensor versus conformiteit

iphone-water-moisture-sensor.jpgEen lezer had een probleem met zijn iPhone maar kreeg nul op het rekest bij Apple:

Mijn Ipod kreeg na enkele maanden met een mechanisch defect (tikkende harddisk), voor de rest was het apparaat nauwelijks gebruikt en werkte helemaal goed. Na onderzoek meldde Apple echter dat sprake was van vochtschade en dat er dus niet gerepareerd hoefde te worden. Apple heeft in al zijn apparatuur namelijk een vochtschadesensor ingebouwd, een strip die reageert op vloeistof. Als die rood uitslaat, is er blijkbaar vochtschade geweest. Nu kan dit ook b.v. komen door ouderdom van zo’n vochtschade sensor. Volgens Apple slaat zo’n sensor pas uit als hij b.v. in water is ondergedompeld, wat bij mij niet het geval is. Maar Apple weigert nu toch te repareren, en de winkel wil ook niets voor me doen. Sta ik nu met lege handen?

De winkelier heeft zelf de verantwoordelijkheid om jou een correct werkend apparaat te leveren. Als je met een schadeclaim komt, dan is hij verplicht de schade gratis te herstellen (of een vervangend apparaat te leveren) tenzij blijkt dat het probleem niet in het apparaat zit maar door bv. foutief gebruik of een andere oorzaak van buitenaf is veroorzaakt. Vochtschade (waterschade) is ook iets dat onder “oorzaak van buitenaf” valt. Schade die het gevolg is van binnendringend vocht is dus in principe voor je eigen rekening, behalve natuurlijk als het vocht naar binnen kon komen door een constructiefout.

Hier gaat het om een mechanisch defect dat -lijkt mij- niet door vocht veroorzaakt kan worden. Een natte harde schijf tikt niet. Ik heb geen idee of de sensor correct heeft gewerkt of niet, maar de status van het defect in kwestie kan daardoor niet worden aangetast. De winkelier kan dus de claim niet afwijzen vanwege het enkele feit dat er (mogelijk) vocht in het apparaat is gekomen. Hij zal moeten onderzoeken of het vocht ook het tikken van de harde schijf veroorzaakt, en pas dan kan hij de reparatie weigeren.

Omdat het apparaat binnen een paar maanden is stukgegaan, helpt de wet hier de klant: de winkelier moet bewijzen dat het tikken door een fout van de koper is veroorzaakt. Lukt hem dat niet, dan wordt de schade geacht een defect aan het product zelf te zijn. Na die tijd moet de klant zelf aantonen dat de tikkende harde schijf door een productiefout komt.

Arnoud

Gebruiksvergoeding bij ontbinding koop op afstand verboden

Als je een koop op afstand annuleert, mag het bedrijf geen gebruiksvergoeding of andere kosten in rekening brengen voor de periode dat je het product hebt kunnen gebruiken. Alleen de kosten van het terugzenden (zeg maar de postzegels) kan hij voor jouw rekening laten. Dat bepaalde het Europese Hof van Justitie in haar arrest in zaak C-489/07 vorige week.

In deze uit Duitsland afkomstige zaak had een consument een (tweedehands) laptop gekocht bij een bedrijf. Na zo’n acht maanden(!) bleek deze kwalitatief onder de maat. De consument beriep zich op zijn herroepingsrecht, en dat mocht omdat het bedrijf vergeten was de brief met informatie daarover mee te sturen. Bij ons heb je dan drie maanden vanaf de datum van koop, in Duitsland is die periode oneindig totdat die brief eindelijk eens komt.

Het bedrijf accepteerde op zich wel dat ze de laptop terug moest nemen, maar rekende wel een vergoeding van 316,80 EUR voor de acht maanden gebruik van de laptop (let wel: aanschafprijs 278 euro). De consument stapte daarop naar de rechter, die het Europese Hof erbij haalde omdat de wet immers zegt

Aan de consument kunnen, voor de uitoefening van zijn herroepingsrecht, ten hoogste de rechtstreekse kosten voor het terugzenden van de goederen worden aangerekend.

Net als in het Quelle-arrest uit 2008 (over gebruiksvergoeding bij reparatie) oordeelt het Hof hier dat er geen gebruiksvergoeding mag worden gevraagd wanneer iemand een wettelijk recht tot ontbinding inroept. Een recht is een recht, en geld vragen als iemand dat uitoefent is -ongeacht de reden voor dat geld- in feite een beperking van dat recht. Daarom oordeelt het Hof:

Ook zou afbreuk worden gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, wanneer de consument enkel vanwege het feit dat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft gekeurd en uitgeprobeerd een compenserende vergoeding zou moeten betalen. Aangezien het herroepingsrecht nu juist tot doel heeft de consument deze mogelijkheid te bieden, mag het feit dat hij hiervan gebruik heeft gemaakt niet tot gevolg hebben dat de consument dit recht enkel kan uitoefenen op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt.

Het Hof laat de deur op een klein kiertje staan: als blijkt dat de consument bijvoorbeeld te kwader trouw zaken koopt bij webwinkels of zich schuldig maakt aan ongerechtvaardigde verrijking, dan zou een compensatie voor de webwinkel wel kunnen. Denk bijvoorbeeld aan situaties dat een consument zegt: “oh, ik wil alsnog korting anders ontbind ik het contract” of als iemand op zijn Hyves zet dat hij gratis een week in een dure jurk heeft kunnen lopen.

Op zich een terecht vonnis, hoewel ik me wel afvraag hoe relevant het voor Nederland is. Omdat de meeste webwinkels wel zo’n brief meesturen, zal het in de meeste gevallen gaan over zeven werkdagen gebruiksrecht. Wat voor vergoeding zou je daarvoor kunnen vragen? Bij de driemaandentermijn (als er geen of geen kloppende brief is meegestuurd) is het iets waarschijnlijker maar nog steeds vraag ik me af wat een reële vergoeding zou kunnen zijn.

Arnoud

Bij MyCom je voor data recovery… (gastpost)

mycom-jongen.jpgLage prijzen & hoge service, een nieuwe tas of een goed gesprek, je kunt het zo gek niet verzinnen of je kunt er voor naar MyCom. In de reclame van MyCom wordt de ene na de andere mooie belofte gemaakt. Deze creatieve reclameserie gaf mij spontaan een warm gevoel: bij deze winkel moet je zijn!

Nou, niet dus. Een lezer had bij MyCom een externe harde schrijf gekocht die het na enkele maanden begaf. En daarmee leken zijn gegevens ook verloren. Na het goede gesprek kreeg de consument twee opties voorgespiegeld: kosteloze vervanging of een poging om de gegevens veilig te stellen. De verkoper gaf daarvoor als reden dat de verzegeling verbroken moest worden. De poging mislukte en vraagt de lezer zich af of hij toch nog recht heeft op (kosteloze) vervanging.

De vaste lezer weet dat er bij een consumentenkoop vanuit wordt gegaan dat het product non-conform is als het gebrek zich openbaart in de eerste zes maanden na aflevering. En dat je als consument dan altijd recht heb op kosteloos herstel of vervanging. Nou ja, altijd… tenzij er in je voordeel wordt afgeweken, bijna altijd dus.

Data recovery kan erg arbeidsintensief zijn en als gevolg duur. Een ruil van de garantie voor deze dienst is dan behoorlijk in je voordeel. Hiervan kan echter om twee redenen geen sprake zijn. In de eerste plaats is over kosten niet gesproken, zodat de verkoper er vanuit mag gaan dat het hier gaat om een betaalde opdracht. En daarnaast is nog maar zeer de vraag of de technische dienst van MyCom wel dermate veel tijd heeft besteed dat de kosten daarvan hoger liggen dan de aanschafprijs van de harde schrijf.

Het argument van MyCom (dat de garantie vervalt als de verzegeling wordt verbroken) gaat niet op. Verkoper en koper zijn het er samen over eens dat het product niet aan de overeenkomst beantwoorde. En het wetsartikel dat het recht op kosteloos herstel of vervanging regelt, biedt geen mogelijkheid om dat te weigeren als de verzegeling is verbroken.

Ik begrijp de verkoper wel. Die zou een vervangend product geregeld hebben door een beroep te doen op de fabrieksgarantie maar de fabrikant stemt daar niet mee in als het zegel verbroken wordt. En laat dat nu net nodig zijn voor data recovery. Dit verweer gaat echter niet op omdat de koper een beroep doet op de wettelijke garantie en niet op de fabrieksgarantie. Bovendien kan de verkoper op zijn beurt weer een beroep doen op zijn regresrecht. Iets waar verkopers om de een andere reden huiverig voor zijn.

Misschien de volgende keer maar toch weer hardware in de supermarkt kopen?

Update (21:57) de discussie gaat in de comments uitgebreid verder.

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

Eurocommissarissen willen garantie op software

Meer dan driehonderd reacties bij het Tweakers-bericht dat Eurocommissarissen Viviane Reding en Meglena Kuneva een voorstel hebben gelanceerd om de consumentenbescherming bij de aankoop van fysieke goederen uit te breiden naar software. “De softwaremakers zijn hier niet erg blij mee.” Joh, echt?

In de zogeheten digitale agenda van de Europese Commissie staat een voorstel om consumenten die software in licentie nemen, dezelfde rechten toe te kennen als software die fysieke producten kopen. Zulke producten moeten gedurende hun economische levensduur voldoen aan de “redelijkerwijs gewekte verwachtingen” (de conformiteitseis), en dat zal dan ook voor software gaan gelden. Of eigenlijk voor alle producten die je onder licentie afneemt als ik het goed lees, dus ook voor bijvoorbeeld gedownloade muziek of abonnementen op webdiensten.

Een goede zaak, wat mij betreft. De software-industrie heeft al veel te lang kunnen doen alsof software inherent buggy is en dat men daarom geen enkele garantie kan geven. Onzin; met goede ontwikkel- en programmeertechnieken zijn heel veel bugs te voorkomen, en er zijn genoeg tools om vrijwel alle resterende bugs te ondervangen bij het testen. Maar ja, dan moet je gestructureerd werken en controleren en specificeren wat je wilt, en dat valt niet voor alle programmeurs mee.

Natuurlijk, de kans is aanwezig dat die software dan duurder wordt. Maar dat hoeft niet. Met duidelijke disclaimers en informatie over de beperkte functionaliteit kun je ook de redelijke verwachting van consumenten bijstellen. Zet op je auto “Dit is een wrak en u kunt er niet mee rijden” en de consument heeft bar weinig wettelijke rechten meer.

Ik heb nooit begrepen waarom softwarebedrijven zo onwillig zijn om meer garanties af te geven, of gewoon te aanvaarden dat ze fouten moeten repareren in hun software. Bij ZDNet draait de Business Software Alliance zich bijvoorbeeld in alle mogelijke bochten om maar niet te hoeven zeggen dat dit eigenlijk gewoon hartstikke logisch is:

creators of digital content cannot predict with a high degree of certainty both the product’s anticipated uses and its potential performance.

De makers van televisies ook niet, maar toch slagen die erin een televisie te maken die niet elke maand antivirusupdates nodig heeft of elke maandag gereset moet worden.

Ook de overige argumenten zijn pure kul. Je keuzevrijheid als consument zou worden ingeperkt omdat je een contract voor 2 jaar (de minimale conformiteitstermijn) zou moeten aangaan: zulke consumentencontracten zijn op elk moment opzegbaar. De eis zou ook voor beta’s gelden: onzin, bij een beta weet je dat je bugs kunt verwachten en dan kun je geen aanspraak op correctie daarvan maken. Compatibiliteit komt in gevaar: hoezo, als de combinatie van twee producten tot onverwachte neveneffecten leidt dan is dat mijn risico tenzij de leverancier me die combinatie aanraadt?

Ook open source zou in gevaar komen, want ook daar zou je conformiteitseisen kunnen leggen. Dat hangt er vanaf, levert een bedrijf me tegen betaling die software of pluk ik het zelf van internet? In het laatste geval dien je meer risico voor lief te nemen, net zo goed als wanneer je een product bij een tweedehandswinkel koopt in plaats van bij de officiële dealer. En trouwens, sjonge, sinds wanneer maakt de BSA zich zorgen over het welzijn van open source?

Update (20:21) daarnet mocht ik op de radio bij BNR Juridische Zaken vertellen over wat de Commissie van plan is en wat voor gevolgen dit zal hebben. “Maar we zijn niet allemaal Engelfrietjes”. Ahem.

Arnoud

Hoe bewijs je dat een laptop nonconform is?

apple-appel.pngIndirect stiekem toch een lezersvraag. Op Fok! een discussie over een Apple laptop die Apple weigert gratis te repareren omdat het defect in het moederbord zit, en de consument-koper niet heeft bewezen dat dit een fabricagefout is.

De topicstarter vroeg:

Hoe kan ik nou aantonen dat dit defect non-conform is, het moederbord is een elektrisch en niet aan slijtage onderhevig component, is dit genoeg bewijs?

De laptop blijkt aan Apple opgestuurd te zijn, die na onderzoek meldt “moederbord defect” en voor reparatie een prijskaartje van 850 euro noemt.

Omdat de laptop zo’n anderhalf jaar oud is, moet de consument aantonen dat het defect een fabricagefout is. Alleen bij producten van minder dan zes maanden oud wordt die bewijslast omgekeerd (art. 7:18 lid 2 BW).

Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe je dat hier voor elkaar gaat krijgen. Je zou hem open kunnen maken, en dan kijken of er koffie overheen gegaan is of je een verkeerd geplakte soldeerklodder kunt ontwaren. Maar veel verder dan dat kun je als consument niet gaan denk ik.

Als al die evidente zaken uit te sluiten zijn, dan zou je kunnen proberen de bewijslast toch bij de fabrikant te leggen. Verklaar schriftelijk dat de kast niet open geweest is, niet is gevallen, geen vochtschade heeft, en wat nog maar meer normale gebruiksfouten zijn. Dan kan het redelijkerwijs geen gebruiksschade zijn geweest, ergo het moet wel een fabricagefout zijn. En dan leg je de bewijslast bij hen.

Arnoud

“Onze garantie verloopt altijd via de fabrikant”

lcd-scherm-display-dode-pixels.jpgDe rechten en plichten bij verkoop aan consumenten blijven een moeilijk verhaal. Nog steeds melden veel bedrijven dat ze maar beperkte garantie leveren, of verwijzen ze zelfs alleen naar de fabrieksgarantie. Zo kreeg ik de tip (bedankt, Pierre) dat Yorcom Computers voor LCD schermen een twijfelachtige garantie verleent:

Let op! De garantie van uw TFT/LCD verloopt in alle gevallen via de fabrikant. Als u de garantieclaim via Yorcom wilt laten verlopen, word hier Euro 25.- Fee voor berekend.

Mag dit? Nou ja, je mag als koper best naar de fabrikant gaan. Als die bepaalde garanties afgeeft, kun je hem daaraan houden. Maar de winkelier mag niet zijn eigen verantwoordelijkheid willen ontduiken door “in alle gevallen” naar de fabrikant te verwijzen. Of die verantwoordelijkheid willen beperken door er een administratief bedrag aan te koppelen. Op grond van het Quelle-arrest is dat niet toegestaan.

Hoe krijg je dit winkeliers nu eindelijk eens uitgelegd? De Consumentenautoriteit heeft dit tot aandachtsgebied voor 2009 uitgeroepen, en ook gastblogger Alex maakt zich hier ook al een hele tijd druk om. Maar veel lijkt het allemaal niet uit te halen. Wat is er voor nodig om winkeliers nu eindelijk eens wel zich standaard aan de wet te laten houden?

Arnoud<br/> Afbeelding uit Defecte pixel – Wikipedia.

Garantie binnenste buiten gekeerd (gastpost)

Een paar maanden terug heb ik een summier overzicht gegeven van de rechten die consumenten hebben gekregen bij de implementatie van de Europese Richtlijn 1999/44/EG over de garantie van consumptiegoederen. Voor de Nederlandse situatie komt dit in het kort neer op het volgende. De koper kan gedurende de gemiddelde levensduur kosteloos herstel of vervanging eisen van de verkoper, maar er zit een addertje onder het gras! De koper moet bewijzen dat het product ondeugdelijk was op het moment dat het werd afgeleverd. 1 Dit is niet altijd even makkelijk en daarom is de wetgever de consument tegemoet gekomen door de bewijslast om te draaien wanneer het gebrek zich in de eerste zes maanden voordoet. En hiervan mag niet in het nadeel van de consument worden afgeweken.

Tot zover is alles duidelijk. Echter, er mag wel in het voordeel van de consument worden afgeweken van deze regels. Veel fabrikanten bieden dan ook een fabrieksgarantie aan die ook daadwerkelijk een omkering van de bewijslast inhoudt. Maar is de winkelier ook wettelijk verplicht om een omgekeerde bewijslast te hanteren als hij adverteert met ‘garantie’?

Voordat we die vraag kunnen beantwoorden, moet eerst onderzocht worden wat deze term eigenlijk inhoudt. Iemand die iets garandeert, staat er voor in dat het zo is. Maar deze term is in het verleden door garantie-aanbieders misbruikt om de wettelijke rechten van koper in te perken. Aan deze praktijk gaven verkopers een positieve draai door te benadrukken wat ze wel bereid waren om te doen. Voor de (huidige) wet is garantie het toekennen van bepaalde contractuele rechten aan de koper in het geval dat bepaalde eigenschappen ontbreken aan een product. (Art. 7:6a lid 1 BW) De wetgever heeft bij de behandeling van deze wet het volgende opgemerkt:

Hierbij zij overigens aangetekend dat reeds de toezegging op zichzelf het verwachtingspatroon van de koper beïnvloedt en dus mede van belang kan zijn voor de vraag of de zaak aan de overeenkomst beantwoordt. Dit brengt mee dat het feit dat de verkoper of de producent bepaalde eigenschappen toezegt, mede van invloed is op de aan de koper toekomende wettelijke rechten. Dit dus ook zonder dat de verkoper of de producent hem bij het ontbreken van die eigenschappen bepaalde rechten toekent. Vergelijk ook Asser-Schut-Hijma, no 338. Het kan derhalve zo zijn dat de in de garantie toegekende rechten de koper reeds toekomen, omdat in de garantie bepaalde eigenschappen zijn toegezegd. De koper wordt in dat geval door de garantie niet in een betere positie geplaatst in de zin dat hem expliciet in de garantie meer rechten worden toegekend dan hem volgens de wet toekomen. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2000″2001, 27 809, nr. 3, p. 15)

Het bovenstaande doet zich voor als, bijvoorbeeld, de winkelier een garantie geeft dat je de computer die je koopt, kan samenwerken met een bepaald computerprogramma en de koper het recht op herstel heeft wanneer dit niet zo is. De verkoper verlangt dan wel dat je als koper bewijst dat het computerprogramma niet samenwerkt met de computer. Die toezegging is van invloed op het non-conformiteitsbeginsel en dus had je op grond van de wet al recht op kosteloos herstel.

In de meeste gevallen zal een garantie inhouden dat de koper een bepaalde periode het product kan gebruiken. En deze periode zal meestal korter zijn dan de gemiddelde levensduur van het product. Bovendien zal de koper de verwachting hebben dat de verkoper gedurende de garantietermijn de bewijslast overneemt van de consument.

In het eerste geval zou het erg lullig zijn om een winkelier, met goede intenties, te pakken op een kleine procedurefout. De verkoper had er dan beter aan gedaan om het geen garantie te noemen maar een toezegging van een producteigenschap of zoiets. In het laatste geval heeft de winkelier helemaal geen goede intenties. Hij wil goede sier maken met iets wat hij toch al verplicht was.

De richtlijn oneerlijke handelspraktijken bevat een zwarte lijst van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk moeten worden beschouwd. Op punt 10 staat een verbod om wettelijke rechten van consumenten als onderscheidend kenmerk te hanteren. Met deze richtlijn in de hand samen met de regels omtrent de algemene voorwaarden kunnen consumenten bij de rechter afdwingen dat de koopovereenkomst wordt vernietigd. De winkelier moet dan de koopsom terug betalen aan de consument.

Daarnaast kunnen we stellen dat er sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken die veroorzaakt wordt doordat de winkelier ongeoorloofd zwijgt of al dan niet impliciet onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Dit heet dwaling en biedt ons ook de mogelijkheid om de koop te vernietigen.

Tot slot is er dan nog de bijkoopgarantie. Wordt deze aangeboden zonder dat de koper er van iets extra rechten bovenop zijn wettelijke krijgt, dan durf ik, boven al het bovenstaande, te spreken van het oplichting. Oplichting is een misdrijf waarbij de oplichter het slachtoffer door middel van bedrog geld of goederen afhandig maakt.

-edit Arnoud 9/2: aantal taalfouten gecorrigeerd-

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

  1. ^  Een klassiek voorbeeld hiervan is een productiefout die wel aanwezig is maar zich nog niet geopenbaard heeft.