Als je een like knop op je site zet, ben je aansprakelijk voor wat Facebook daarmee doet

De beheerder van een website die een plug-in van een derde partij op zijn site opneemt waarmee persoonsgegevens van de gebruiker worden verzameld en doorgezonden, is medeverantwoordelijk voor de gegevensverwerking. Dat meldde Tweakers gisteren. Het Hof van Justitie bepaalde dat namelijk (zaak C-40/17) in een Duitse kwestie over een modewebwinkel die Like-knoppen bij haar producten had staan. De Verbraucherzentrale NRW eV had daartegen bezwaar gemaakt en onder meer aangevoerd dat dit de webwinkel mede-verwerkingsverantwoordelijke maakt, in navolging van dit arrest uit 2018 over fanpagina’s. Het Hof bevestigt dat dit zo is, zodat je nu dus webwinkels kunt aanspreken voor wat Facebook doet met gegevens die ze met die Like-knop binnenhalen. Ben ik even blij dat ik al jaren toestemming voor het tonen van die knoppen vraag.

De standaardversie van zo’n Like knop is vrij agressief namelijk: het is niet alleen een knop die je naar een Facebook-formulier leidt, maar er zit een zooi javascript omheen dat automatisch al gegevens verzamelt en doorstuurt naar Facebook. Ongeacht of je erop klikt, ongeacht of je ergens toestemming voor af – zelfs ongeacht of je ingelogd bent bij Facebook. Waarom alle shops (en online diensten, massaal) dat zo accepteerden was me nooit helemaal duidelijk. Het lijkt mij niet zo fijn dat anderen meekijken over jouw webschouder naar jouw klanten, maar dat zal aan mij liggen.

In 2018 was er een uitspraak van het Hof over een fanpagina op Facebook, waar de beheerder als mede-verwerkingsverantwoordelijke werd aangemerkt. Die besluit immers zo’n pagina op te zetten, waar mensen lid van kunnen worden en zo gegevens achterlaten. Zonder die ingreep waren die persoonsgegevens rondom interesses over die pagina (zeg maar) er niet gekomen, dus daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij deze beheerder. Dat je als beheerder alleen anonieme gegevens krijgt van Facebook, maakt niet uit – in de definitie van gezamenlijk verantwoordelijke staat niet dat je beiden bij alle persoonsgegevens moet kunnen. En het is “mede” verantwoordelijkheid omdat ook Facebook zelfstandig beslist wat er gebeurt op zo’n pagina.

Het Hof trekt die lijn nu door: een webwinkel (of andere online dienst) die zo’n Like-knop invoegt op zijn eigen site (met plugin of handmatig gebouwd, maakt niet uit) die is mede-verantwoordelijk. Die beslist dat Facebook bij die bezoekersgegevens mag, en Facebook doet de rest. Beiden zijn daarvoor in gelijke mate verantwoordelijk – en dus ook aansprakelijk. Voor welk deel precies is nog een interessante vraag; de AVG zegt letterlijk dat je iedere verantwoordelijke voor het gehele schadebedrag kunt aanspreken (artikel 82 lid 4 AVG). Maar deze uitspraak is onder de Wbp (Richtlijn) gedaan en die is daar minder expliciet in.

Desondanks lijkt het me nu de hoogste tijd om die Like-knopjes (en je andere social sharing plugins) eraf te halen, of op zijn minst achter een toestemmingsknop te zetten. En doe dat alsjeblieft niet met een popup. Een simpele hover met uitleg zoals op deze site werkt prima en is AVG compliant. Wie daarna klikt en de plugin activeert, heeft toestemming voor die verwerking gegeven.

Arnoud

Wat doen we met zijn profiel na overlijden? Facebook, Twitter en de digitale erfenis

Hoe ga je om met de berichten en foto’s van een dierbare na diens overlijden? Met die vraag opende de Volkskrant vorige week vrijdag. Sociale media gaan steeds vaker fungeren als online begraafplaatsen, je digitale nalatenschap. De journalist ging op onderzoek uit naar de vragen die dat oproept, waaronder dus juridische vragen en ik kreeg een klein beetje gekromde tenen van sommige antwoorden.

“Van wie zijn je berichten en foto’s nadat je overlijdt”, zo begint het eerste kopje bijvoorbeeld. Een redelijke clichévraag met volgens mij een bekend antwoord: van niemand, want data bestaat juridisch niet. Facebook is een butler met een ijzeren geheugen, en als de butler ontslag neemt krijg je nooit meer die mooie verhalen van wat opa allemaal uithaalde. Alleen dan met foto’s. Het is dus niet zo dat Facebook zich eigenaar maakt van je foto’s: het is gewoon data, en data gaat weg als de hostende partij dat wil. Of toegang ertoe gaat geld kosten. Juridisch niet raar, wel vervelend als je moet betalen om de foto’s van je ouders in de lucht te houden.

Een hele creatieve vond ik nog om alle chats en dergelijke van de overledene door een machine learning algoritme te halen, om zo een chatbot te maken die klinkt als die persoon. Technisch best een heel eind mogelijk, en die datasets kun je via de AVG te pakken krijgen (net als een kopie van de foto’s trouwens) dus zeker te doen. Maar toch zou ik het nogal raar vinden als mensen dat met mijn blogs gingen doen (postmortem.iusmentis.com, eh nee).

Ik zou niet weten wat ik juridisch daartegen zou kunnen doen. Met name omdat ik dan dood ben natuurlijk, maar er is ook niet echt een juridische remedie. Auteursrechtinbreuk is het volgens mij niet om teksten door zo’n learning algoritme te halen. En mijn privacy – mijn blogs zijn persoonsgegevens – houdt op bij overlijden: de AVG geldt alleen voor levende mensen, niet voor overledenen.

Voor accounts geldt overigens hetzelfde als voor data: je kunt niet zeggen dat die van iemand zijn, want het zijn slechts toegangskaartjes tot die butler. Het beheer van een account en wie er in mag, is dus niet een kwestie van “het is mijn account” of “ik heb het geërfd, laat me erin”. Het is een kwestie van afspreken, en de wet zegt niets over wat er in die afspraken mag staan. Er is van alles te verzinnen – zoals een specifieke machtiging voor je executeur via de notaris – maar praktisch gezien is het wachtwoord in een envelop ergens veilig bewaren een stuk handiger.

Arnoud

Mag een kinderdagverblijf voor hun activiteiten-app eisen dat je Google of Facebook gebruikt?

Een lezer vroeg me:

De kinderopvang waar mijn kinderen naartoe gaan hebben onlangs een contract gesloten met Bitcare voor hun management en registratie van wat er zoal gebeurt gedurende de dag. Echter, registreren kan alleen door je via een ‘identity provider’ aan te melden. Je hebt een Google, Microsoft of Facebook account nodig zodat het bedrijf je kan koppelen aan je kinderen, en zodat ze in contact met je kunnen komen indien nodig. Maar ik wil dat helemaal niet, mijn gegevens hoeven niet naar die Amerikaanse datagraaiers. Kunnen ze dit zomaar doen?

Bitcare is een van diverse dienstaanbieders gericht op communicatie tussen ouders en kinderopvang, bso en dergelijke. Het idee is dat je zo makkelijk allerlei informatie kunt verstrekken op een veilige manier, inclusief foto’s van je kinderen tijdens de dag. De dienst legt uit wat het inhoudt:

Met Bitcare zullen gedurende de dag activiteiten en foto’s online met u gedeeld. Via een app en website kunt u zien hoe laat uw kind heeft geslapen, gegeten en gedronken en welke leuke activiteiten er met de kinderen zijn ondernomen. Ook kunt u de planning bekijken en verzoeken indienen omtrent vakanties, ziekte, extra dagen en ruildagen. Daarnaast kunt u chatten met leidsters op de groep. Met Bitcare blijft u altijd op de hoogte van alle gebeurtenissen en de ontwikkeling van uw kind(eren). Zo kunt u zorgeloos werken en hoeft u niets te missen!

Om dit goed te laten werken, moet de dienst natuurlijk de identiteit van ouders vaststellen alvorens ze een account te geven. Dat kunnen ze natuurlijk zelf doen, maar dat is in dit geval uitbesteed aan Facebook, Google of Microsoft als identity provider. In de kern komt het er dan op neer dat je daar moet inloggen en dat het resultaat wordt teruggemeld aan Bitcare, waarna die weet wat je echte naam is.

Deze insteek zie ik vaker sinds de AVG. Het achterliggende idee is dan dat Facebook, Google of Microsoft beter in staat zijn je gegevens te beschermen dan zo’n kleine club als een kinderopvang. De authenticatie is dan dus veiliger en betrouwbaarder. Daar is weinig tegenin te brengen, dus de zorg gaat dan vooral over wat er nog meer gebeurt met die gegevens.

Bitcare zelf doet eigenlijk niets met Facebook-gegevens, noch andersom:

Bitcare gebruikt na toestemming dan ook alleen uw naam en e-mail adres, zodat mocht het nodig zijn er contact met u opgenomen kan worden. We hanteren strenge privacy regels voor u en uw kind en Bitcare zal nooit deze gegevens misbruiken. Bitcare heeft verder geen toegang tot uw Google, Microsoft of Facebook account en de bovenstaande partijen hebben ook geen toegang tot de Bitcare gegevens.

Eerlijk gezegd zie ik in die situatie weinig reden om hier bang voor te zijn. Een verhoogd risico door gebruik van deze authenticatie bij deze dienst is er volgens mij niet. Als je bang bent voor wat Google, Microsoft of Facebook doen, dan snap ik dat maar deze specifieke toepassing zal de bedreigingen weinig versterken.

Een alternatief bieden in de zin van een eigen authenticatiedienst kan natuurlijk, maar voelt nogal omslachtig en geeft bovendien extra risico’s rond identiteitsfraude, foutjes bij de administratie en ga zo maar door. Ik zou de stelling wel aandurven dat je minder veilig bent met eigen formuliertjes dan met een Microsoft als identity provider.

Wat denken jullie?

Arnoud

Komt een man met een knots geheime documenten bij Facebook halen

Dat Engelse recht heeft toch wel zo z’n charme. Het Britse parlement heeft van uitzonderlijke bevoegdheden gebruik gemaakt om interne papieren van Facebook te bemachtigen die info bevatten over de zaak-Cambridge Analytica, las ik bij Tweakers. Eén daarvan was dat de Serjeant at arms van het Parlement fysiek langs ging bij deze meneer, en dat is opmerkelijk want deze is bevoegd met een knots (de Royal Mace) op te treden als dat noodzakelijk is. Gelukkig bleek lijfsdwang genoeg om de documenten te verkrijgen. Maar de juridische vraag blijft, hoezo mag het Britse parlement Amerikaanse geheime documenten ophalen bij een Amerikaan?

Nou, omdat ‘ie in Engeland was, natuurlijk. Rechtsmacht kan soms zo simpel zijn als “je bent hier, dus doe wat ik zeg”. Zeker als je een Royal Mace in je knuist mag houden als je dat zegt. Helaas maken de Engelse publicaties over de zaak niet precies duidelijk op welke wat de bevoegdheid is gebaseerd, maar ik geloof onmiddellijk dat er zo’n bevoegdheid is gezien de brede macht die het Britse parlement onder de wet heeft.

Natuurlijk botst zo’n inbeslagname met het Amerikaans recht waaronder de documenten zijn verkregen. Ze waren in bezit van de Amerikaanse startup Six4Three, dat in een rechtszaak met Facebook gewikkeld is en in het kader van discovery toegang had gekregen tot geheime documenten van Facebook. Zo werkt dat in de VS: bij een rechtszaak moet je alle relevante informatie, bedrijfsgeheim of niet, aan de wederpartij geven. Doe je dat niet, dan ga je de cel in – contempt of court. (De Amerikaanse bailiff heeft dan weer geen ceremoniële knots maar wel een heel dik pistool.)

Als je een geheim document hebt gekregen in discovery, dan moet je het natuurlijk wel geheimhouden en alleen gebruiken voor die rechtszaak. En dat is ook waarom Facebook nu protesteert; het gebruik door het Parlement is natuurlijk een heel ander soort dan waarvoor zij het – in de VS ook nog – hadden verstrekt aan Six4Three. Maar dat is een probleem tussen Facebook en haar wederpartij in die rechtszaak, het Britse parlement is niet gebonden aan Amerikaanse procesrechtelijke voorwaarden.

In Nederland zou in principe zoiets ook kunnen door gebruik te maken van de bevoegdheden van de Autoriteit Persoonsgegevens. Artikel 5:20 Awb bepaalt namelijk:

1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
2. Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.

Er is dus maar héél weinig ruimte om te weigeren een document af te geven, en het is zeer de vraag of een Amerikaanse geheime discoveryprocedure valt onder dat lid 2. Dus in Nederland had dit ook zo gekund. (Wij hebben niets dat in de buurt komt van de Royal Mace maar twee potige politieagenten in je hotelkamer zal natuurlijk ook erg overtuigend werken.) En in theorie ook wanneer ons Parlement een Parlementaire Enquête had uitgevoerd, want heel simpel staat in artikel 6 lid 1 Wet op de Parlementaire Enquête:

De commissie kan inzage in, afschrift van of kennisneming op andere wijze van documenten vorderen.

En dat geldt nadrukkelijk óók als je daardoor in de knel komt met je wettelijke geheimhouding (artikel 15). Wel kan de enquêtecommissie besluiten om het document vertrouwelijk te behandelen of om de gesprekken erover achter gesloten deuren te voeren.

Puur juridisch gezien is er dus niets opvallends aan. Zo’n hoog instituut als het Parlement behoort vele bevoegdheden te hebben gezien de aard van hun onderzoek en macht. Maar het blijft een smeuïg verhaal natuurlijk.

Arnoud

Beheerders Facebook-pagina zijn medeverantwoordelijk voor dataverwerking

Het Europese Hof van Justitie heeft in een uitspraak bepaald dat de beheerder van een Facebook-pagina samen met Facebook als gezamenlijk verantwoordelijke moet worden gezien als het gaat om de verwerking van persoonsgegevens. Dat meldde Tweakers vorige week. Deze juridische term houdt in dat beide partijen samen bepalen wat er gebeurt met persoonsgegevens, en elk aansprakelijk zijn voor de gehéle verwerking. Was deze blog kort door de bocht, dan ware de conclusie dat iedere Facebookpaginabeheerder dus aansprakelijk is voor wat Facebook doet met gegevens van groepsgenoten. Auw.

De uitspraak (zaak ECLI:EU:C:2018:388) was onder de Richtlijn (en wat wij de Wbp zouden noemen) maar de begrippen zijn onder de AVG hetzelfde, zodat de uitspraak nog steeds van belang is. En uit de feiten maak ik op dat het om de zogeheten fanpagina’s gaat, waarbij je als beheerder bepaalde statistieken te zien krijgt over je bezoekers, waarbij onder meer cookies worden ingezet die tot personen te herleiden zijn.

Een Duitse toezichthouder had een beheerder van zo’n pagina aangesproken op haar plicht bepaalde gegevens te verwijderen, maar die weigerde dat omdat niet zij maar Facebook verantwoordelijk zou zijn hiervoor. Dat leidde tot een rechtszaak die nu bij het Hof van Justitie uitkwam. En die concludeert niet verrassend dat primair Facebook de verantwoordelijke is, omdat Facebook bepaalt hoe haar platform werkt en wat er mogelijk is.

Wél verrassend is dat zij ook de beheerder van zo’n pagina aanmerkt als (mede-)verantwoordelijke. Die besluit immers zo’n pagina op te zetten, waar mensen lid van kunnen worden en zo gegevens achterlaten. Zonder die ingreep waren die persoonsgegevens rondom interesses over die pagina (zeg maar) er niet gekomen, dus daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij deze beheerder. Dat je als beheerder alleen anonieme gegevens krijgt van Facebook, maakt niet uit – in de definitie van gezamenlijk verantwoordelijke staat niet dat je beiden bij alle persoonsgegevens moet kunnen.

De belangrijkste implicatie van het arrest is dat je als persoon kunt eisen dat gegevens van jou worden verwijderd bij zo’n fanpagina, en dat de beheerder zich niet mag verschuilen achter Facebook. Je moet dus echt zelf aan de bak en ook zelf aangeven welke gegevens je verzamelt en wat je daarmee doet.

Maar pijnlijke bijkomstigheid is dat je dus óók (mede-) aansprakelijk bent voor datalekken, slechte beveiliging en andere fouten die je zakenpartner Facebook vergaart. Oké, dat mag je wettelijk gezien op haar verhalen maar dat is natuurlijk niet helemaal realistisch.

Arnoud

Natuurlijk is die Facebook tracking pixel hartstikke illegaal onder de AVG (tenzij je toestemming vraagt)

Zorgverzekeraars die gegevens van hun websitebezoekers met behulp van een tracking-pixel naar Facebook verstuurden, overtraden mogelijk de wet. Dat zegt de Autoriteit Persoonsgegevens tegenover Nu.nl. Met deze pixel houdt het bedrijf bij welke pagina’s je zoal leest, om je dan op Facebook gerichte reclame te kunnen tonen. Dat ligt dan gevoelig als die pagina’s medische gegevens over jou bevatten, wat natuurlijk gebeurt als je bij je zorgverzekeraar of ziekenhuis rondklikt. Heel verbazingwekkend zou dat niet moeten zijn – dergelijke pixels vallen immers gewoon onder de cookiewet, en er wordt zelden toestemming gevraagd zoals het hoort. Plus, je hebt een grondslag nodig voor deze bijzondere persoonsgegevens en ook dat gaat mis.

Het komt natuurlijk vooral in het nieuws omdat het gaat om Facebook, maar uiteindelijk is het gewoon een punt (haha): als je mensen gaat tracken en je doet dat over meerdere sites heen, dan moet daar gewoon toestemming voor gegeven zijn. Allereerst omdat het gaat om informatie die je bij iemand opslaat – cookiewet – en daarnaast ook omdat het een nogal invasieve verwerking van iemands persoonsgegevens is – Wbp/AVG. Bij dat tweede is soms nog te verdedigen dat je kunt werken onder een eigen gerechtvaardigd belang, maar dat houdt heel snel op als het gaat om third-party tracking over meerdere sites heen.

De Facebook pixel is technisch een niet zo ingewikkelde constructie. Een website-eigenaar neemt een code op van Facebook, waarmee een plaatje van 1×1 pixel wordt opgenomen in zijn site. Dit plaatje komt van Facebook, en men kan vervolgens informatie uitlezen van de browser waarmee het plaatje wordt opgehaald. Maar de pixel doet meer: hij kijkt of je ingelogd bent bij Facebook, en slaat dan informatie over de pagina op bij je Facebook-interesseprofiel. Vervolgens kan de eigenaar van die site op Facebook je reclame tonen voor deze site (“retargeting”).

Dit noemen we profileren onder de AVG, en het is natuurlijk een vorm van verwerken van persoonsgegevens. Daarom is daarop (vanaf 25 mei) de AVG van toepassing. Die zegt dat toestemming nodig is voor deze vorm van tracking. Bovendien geldt op deze pixel de cookiewet, want de pixel is immers informatie die wordt opgeslagen op de computer van de bezoeker terwijl die informatie niet technisch noodzakelijk is voor de website. En ook die wet eist dan toestemming. En als triple whammy hebben we het specifiek hier nog eens over bijzondere persoonsgegevens (immers over gezondheid).

Ik zie dus geen manier om dit legaal te doen, tenzij je als website-eigenaar toestemming vraagt voor het mogen plaatsen van deze pixel en daarbij uitlegt dat het doel is om op Facebook gerichte reclame te kunnen doen. Oh, en die toestemming moet te weigeren zijn zonder dat je van de site geweerd wordt.

Arnoud

Hoe kan Facebook legaal gezichten gaan scannen onder de AVG?

Als voorbereiding op de AVG gaat Facebook gezichtsherkenning aanzetten voor Europese gebruikers die dat willen, las ik bij de socialenetwerksite. Dat is verrassend, omdat ze het in 2011 uitgezet hadden na klachten dat de (Duitse) Wbp werd overtreden met deze feature. Doel van de nieuwe feature is te zorgen dat mensen in kunnen grijpen als hun gezicht ergens op Facebook opduikt, waarvoor gezichtsherkenning best wel nodig is.

De status van portretfoto’s onder de privacywet is lange tijd nogal punt van discussie geweest. Wanneer iemand herkenbaar in beeld is, dan is die foto een persoonsgegeven, daar is iedereen het wel over eens. Maar aan een foto kun je vaak ook dingen zien die als bijzonder persoonsgegeven aan te merken zijn, zoals iemands etnische afkomst of medische aandoeningen. Daarmee zouden portretten onder de strengste regels van de privacywet vallen, en dan gaan allerlei dingen mis.

De AVG kiest een compromis. Een foto van een mens is een persoonsgegeven, maar wordt pas een bijzonder persoonsgegeven als de foto wordt gemaakt of gebruikt met het oog op identificatie. De pasfoto op een toegangspas is dus een bijzonder persoonsgegeven, een sfeerfoto van een receptie is dat niet. (Het portret van het bruidspaar op de receptie denk ik dan weer wel, we willen immers weten wie er 50 jaar getrouwd waren. Maar die foto valt dan weer onder de uitingsvrijheid en daarmee buiten de AVG.)

Gaat zo’n sfeerfoto op Facebook, dan is dus een gewone verwerking. Je kunt je afvragen of dat dan valt onder het eigen gerechtvaardigd belang van de uploader, namelijk zijn uitingsvrijheid, of dat er toestemming nodig is van de geportretteerde. Maar wat Facebook vervolgens doet is problematisch: gezichtsherkenning om de personen op de foto te melden dat die foto geupload is, zodat ze daar bezwaar tegen kunnen maken.

Nu zegt Facebook dat ze dit alleen doen als je daarmee instemt:

If you choose to opt in then you will have access to the following features:
– We’ll let you know when someone else uploads a photo of you as their profile picture. We’re doing this to prevent people from impersonating others on Facebook.
– You’ll hear from us if you’re in a photo and are part of the audience, even if you haven’t been tagged. You can choose whether to tag yourself, leave yourself untagged, or reach out to the person who posted the photo if you have concerns about it.

En ik geloof onmiddellijk dat ik geen berichten ga krijgen hierover tenzij ik de feature aanzet. Maar in de praktijk betekent dit volgens mij dat ieder gezicht op iedere foto gescand en herkend wordt, inclusief dus personen die daar nog geen toestemming voor hebben gegeven. En dat zou een probleem zijn, want in die situatie werkt Facebook dus met bijzondere persoonsgegevens zonder uitdrukkelijke toestemming.

Misschien dat ze alleen screenen op features van gezichten van personen die die toestemming wel gaven. Dan worden andere personen dus niet herkend, en dan is het denk ik wel legaal. Dit voelt alleen erg inefficiënt, en bovendien kun je dan oude foto’s van mensen die later toestemming geven niet verwerken. Dus ik denk niet dat dit het gaat zijn.

(En terzijde: het portretrecht komt dus te vervallen vanaf 25 mei, afgezien van het verzilverbaar portretrecht voor bekende personen.)

Arnoud

Facebook overtreedt Belgische privacywet door volgen niet-gebruikers

Facebook overtreedt de Belgische privacywet door het internetgedrag te volgen van mensen die geen account bij het sociale netwerk hebben. Dat meldde Nu.nl zaterdag. De vind-ik-leuk knopjes die alomtegenwoordig zijn, zetten cookies en gebruiken andere trackingtechnieken om internetgedrag op te slaan. Ook bij mensen die geen klant (product?) zijn van het sociaal netwerk, en dat is waar de Belgische privacytoezichthouder over viel. De rechtbank bevestigt dit en eist op straffe van een dwangsom van 250.000 euro per dag dat Facebook ermee stopt.

Bij Reuters lees ik dat Facebook het blabla teleurstellend vindt (duh) en meent dit te mogen omdat het een industriebreed gebruik is. Dat is zonder licht fietsen ook, maar toch mag het niet. En dat je “enable hundreds of thousands of businesses to grow their businesses” met deze truc, maakt natuurlijk ook helemaal niets uit als het gaat om mensen hun privacy.

Voor mensen die Facebookgebruiker zijn, kun je misschien nog zeggen dat ze gekozen hebben voor deze functionaliteit op andere sites dan de blauwe hoofdsite. Maar voor mensen zonder Facebook (ja, het bestaat) kan dat argument niet opgaan natuurlijk. En dan is de “clear notice” die het bedrijf eist dat websites met de knop geven, natuurlijk niet genoeg. Als die cookies of trackers achter de knop mensen volgen, dan moet je daar toestemming voor vragen en dat doe je niet door te melden dat je ze aan het volgen bent.

Ja, hieronder staan ook socialenetwerkknopjes die tracking doen. Maar let op: die staan pas aan als je daar expliciet toestemming voor geeft (dank, Arjan Snaterse) en dat doe je door op de standaard dichtgeklapte balk te klikken. Dat is wél in lijn met de Europese wet, en het lijkt me niet moeilijk om dat overal uit te rollen. Ben benieuwd hoe veel sites dit op 25 mei hebben aangepast.

Arnoud

Je Linkedin-contacten mag je ook al niet meer spammen onder de AVG!

Het is toch wat, je mag ook niets meer van die AVG die in mei van kracht wordt. Nu is ook al niet meer toegestaan om je Linkedin-contacten te exporteren en ze reclamemails te sturen. Dat besliste de Italiaanse AP vorige week. Eigenlijk gaat de uitspraak nog breder: je mag op geen enkel sociaal netwerk e-mailadressen of andere contactgegevens verzamelen om daar reclame of welke berichten dan ook heen te sturen, omdat je eenvoudigweg geen specifieke toestemming hebt van de eigenaren daarvan.

De uitspraak van de Italiaanse autoriteit is gebaseerd op een beslissing van september vorig jaar. Een bedrijf had geklaagd dat haar medewerkers reclame kregen, gebaseerd op de mailadressen die ze bij LinkedIn en Facebook hadden opgegeven. Onderzoek liet zien dat de afzenders van die reclame zo’n 100.000 berichten hadden gestuurd met aldaar geharveste mailadressen.

En Dat Mag Niet, simpel gezegd. Reclame sturen per mail mag alleen als je daar toestemming voor hebt (of een andere wettelijke grondslag, maar daar kom je hier niet snel aan). Het feit dat het e-mailadres openbaar te vinden is, of na een Linkedin-contactverzoek beschikbaar komt, is daarbij van nul en generlei waarde. Dat zegt namelijk niets over wat je ermee mag doen. Het is een van de grootste misverstanden op internet dat openbare informatie vrij bruikbaar is.

Natuurlijk mag je wel via Linkedin andere mensen benaderen, het is immers een sociaal netwerk. Wel moet je je daarbij houden aan de fatsoensnormen, gebruiksregels en procedures van de dienst, zoals dat je je netjes voorstelt en dat je niet ongevraagd generieke reclame gaat sturen maar dat je kijkt waar men voor open staat.

Arnoud