Mag ik een API reverse engineeren voor mijn eigen app?

zoeken-harde-schijf.jpgEen lezer vroeg me:

Steeds meer sites en platforms komen tegenwoordig met een eigen mobiele app, maar lang niet altijd zo handig als wel zou kunnen. Nu werken deze apps met op de achtergrond een API (application programming interface) die ik met mijn eigen app ook zou kunnen aanroepen. Maar mag ik hun app reverse engineeren om zo te achterhalen hoe die API van hen in elkaar steekt?

Reverse engineering, oftewel iets uit elkaar pluizen om te zien hoe het werkt, is in het algemeen toegestaan om principes en ideeën te achterhalen. De Auteurswet bevat een verbod op reverse engineering, maar dat gaat eigenlijk over decompileren: het reconstrueren van broncode uit een applicatie. Dat is aan meer regels gebonden. Je mag niet een applicatie decompileren om deze te klonen, maar wél om een compatibele app te maken.

Als je een app decompileert om zo de API te achterhalen, dan stap je in een grijs gebied. Enerzijds doe je dit om een eigen (met het platform) compatibele app te maken, maar anderzijds produceer je wel een soort van kloon van die “officiële” app, en dát mag dus niet. Gelukkig is het meestal genoeg om het dataverkeer te observeren en daaruit af te leiden hoe de API werkt. En dát mag altijd.

Een bijzonder geval ontstaat wanneer de API of het platform gericht is op het ontsluiten van een databank. Als zo’n databank beschermd is door een databankrecht, dan is jouw app mogelijk in strijd met dat recht, want hij biedt dan een middel voor de voorbehouden handeling van

het herhaald en systematisch opvragen of hergebruiken van in kwalitatief of in kwantitatief opzicht niet-substantiële delen van de inhoud van een databank, voorzover dit in strijd is met de normale exploitatie van die databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.

Ja, hele mond vol maar het is ook een draak van een wet. Even kijken: je app vraagt herhaald en systematisch data op, check. Per query is de inhoud niet substantieel (niet 90% van de databank), check. (En haal je wél substantieel de hele databank op dan ga je sowieso onderuit onder het databankenrecht.) Is het in strijd met de normale exploitatie of rechtmatige belangen van de producent? Ah, daar zit hem de kneep.

Ik zou zeggen dat wanneer de app hetzelfde soort functionaliteit biedt (maar dan handiger) als de officiële app, er niet snel strijd met normale exploitatie kan ontstaan. Als er een inkomstenstroom zit aan de officiële app (al zijn het maar advertenties) dan wordt het spannend want jouw app omzeilt die dan. En als je met jouw app iets gratis kunt opvragen dat normaal geld kost, dan zie ik ook wel een databankrechtelijk probleem.

Een app die iets heel nieuws doet op basis van een bestaande API, lijkt me in principe niet snel een probleem zolang er geen overlast komt door bv. onevenredig veel opvragingen. Stel je kunt op de Artis-site via een API de voedertijden opvragen, en jij maakt een app over apen (haha, hij zei apie en dat lijkt op API) die onder meer laat zien waar je in Amsterdam apen kunt bewonderen, inclusief de voedertijden van Artis, dan zie ik niet welk belang van Artis hier geschaad zou worden.

Dat zal rechthebbenden er echter niet van weerhouden met juridische dreigbrieven te komen. Of, iets praktischer, de opvragingen vanuit jouw app detecteren en blokkeren. En dat laatste mogen ze, ook als daar eigenlijk geen reden voor is. Het is hun server en willen ze jou niet faciliteren, dan houdt het op.

Arnoud

Prijsopvraagbotjes zijn geen inbreuk op databankrechten of geschriftenbescherming

wegolo.jpgRyanair kan niet verbieden dat handige jongens met botjes geautomatiseerd prijsopgaven komen opvragen. Dat bepaalde het Hof Amsterdam vorige week. Ryanair ligt al langer in de clinch met handige jongens met botjes. Het bedrijf Wegolo had een botje lopen dat bij een prijsverzoek op haar site gauw op de achtergrond bij Ryanair opvroeg wat dat zou kosten. Ryanair maakte daar bezwaar tegen, omdat zij wilde dat mensen bij haar eigen site boeken (zodat ze zelf kunnen upsellen met hotels en autoverhuur natuurlijk). Ryanair beriep zich op databankenrecht en geschriftenbescherming, maar het Hof wijst dat af.

In eerste instantie had de rechtbank beslist dat Wegolo de geschriftenbescherming van Ryanair schond door het herhaaldelijk opvragen van gegevens uit het “geschrift” (lees: de databank) van Ryanair met haar prijsinformatie. Dat is opmerkelijk, omdat met de Databankenwet de geschriftenbescherming eigenlijk gewoon dood had gemoeten. Maar de rechtbank vond een leuke kronkel: een databank die niet beschermd is onder de Databankenwet, mag beschermd blijven onder de geschriftenbescherming.

Het Hof beslist anders, en terecht, zeker nu het Europese Hof onlangs nog eens heeft bepaald dat auteursrecht alléén mag gelden wanneer een werk een “eigen intellectuele schepping van de maker” is.

Ryanair kan geen databankenrecht claimen op haar vertrektijden- en prijzenlijsten. Natuurlijk niet, zou je zeggen, maar ik herhaal het toch maar even om blaffende databankrechtadvocaten tegen de schenen te schoppen. Een databankrecht geldt alleen als er een substantiële investering is gedaan in de opbouw of het opschonen van de databank zelf. Investeringen gedaan voor het maken van de gegevens tellen niet mee. Ryanairs gegevens zijn vluchttijden en prijzen, en alle kosten die daarmee gemoeid gaan, vallen buiten het databankenrecht.

Ook het feit dat Ryanair een verkoopdienst aanbiedt bij haar databank, telt mee. De website is in feite een webwinkel voor vliegreizen, en de kosten van die website zijn dan kosten voor het runnen van de webwinkel. Dat zijn óók geen databankrechtelijk relevante kosten.

De informatie van Ryanair zijn “gewoon” geschriften, beter gezegd verzamelingen van gegevens. Op grond van artikel 24a Auteurswet mag de rechtmatige gebruiker deze verveelvoudigen als dat noodzakelijk is om toegang te verkrijgen tot en normaal gebruik te maken van de verzameling. Dit kan niet in een licentie worden verboden of ingeperkt. Een bezoeker van de Ryanairsite mag dus opvragen wat een vliegreis kost.

Oók Wegolo mag dit doen, omdat de manier die zij toepast precies is “zoals de klant dat zelf ook zou doen”. Wegolo kopieert geen gegevensverzameling, maar doet een onderwaterquery op Ryanair’s site en schraapt de resultaten naar haar eigen layout. Daar is niets mis mee. Wellicht dat dat anders zou zijn, zo overweegt het Hof, als Wegolo’s scrapen zou leiden tot overlast. Grootschalig e-mailadressen scrapen voor spamverzending is een voorbeeld van zulke overlast, net als het overbelasten van de servers van Ryanair.

Verder doet Wegolo ook niets anders dat onrechtmatig is. Ze mag de prijzen van Ryanairs vluchten tonen en mensen overhalen een vlucht daar te boeken (daar heeft Ryanair zelfs profijt van) en het is niet illegaal om daarbij dan zelf de upsells van huurauto’s en dergelijke te doen. Dat Ryanair dan provisie daarop misloopt, is gewoon vrije concurrentie.

Het Hof gaat niet zo ver om de geschriftenbescherming als geheel illegaal te verklaren, wat ik wel een gemiste kans vind maar het was in dit geval niet nodig. Had Wegolo nou de hele prijslijst van Ryanair gekopieerd, dan was dit nog een leuke geweest. Maar voorlopig blijft dit punt dus nog even in juridisch limbo hangen. Wel zijn er leuke juridische opinies te over.

Arnoud

Blaffen met het databankenrecht

Er zal recent wel een cursus databankenrecht voor juristen zijn gegeven of zo, want ik kreeg het de afgelopen weken opmerkelijk vaak: mensen met blafbrieven van advocaten tot wie zich wendden diverse site-eigenaren wiens gegevens werden overgenomen. Het overnemen van die gegevens zou onrechtmatig zijn (“en mogelijk zelfs strafbaar”) en dit dient onmiddellijk gestaakt te worden. Voorts dienen in het bijzijn van een notaris of forensisch IT-expert alle gegevens onomkeerbaar gewist te worden, plus nog eens enkele duizenden euro’s advocaatkostenvergoeding. In de meeste gevallen zijn die claims aperte onzin, en wel hierom.

Wie substantieel investeert in het opbouwen van een databank, heeft daarop een databankrecht. Dit recht is eind jaren negentig ingevoerd om producenten daarvan te beschermen tegen overname. Op een databank rust namelijk meestal geen auteursrecht, omdat het op een rijtje zetten van feiten niet ‘creatief’ is in de zin van de Auteurswet. Een databank maken kan wel hard werk zijn of veel geld kosten, maar dat zijn auteursrechtelijk geen relevante criteria.

Hard werk of veel geld zijn nadrukkelijk wél de criteria voor het krijgen van een databankrecht. Wie “substantieel investeert” in opbouw of onderhoud van een databank, heeft daar bescherming voor. Wat ‘substantieel” is, staat niet in de wet, maar 1,9 miljoen euro voor de Autotrack-site werd in november 2007 als substantieel aangemerkt.

Er is echter een belangrijke grens. De enige investering die je mag meetellen, is de investering op de databank zelf. Investeringen in een andere activiteit tellen niet mee. Anders gezegd: als je databank een bijproduct is van een andere activiteit, dan is deze niet beschermd. Dat blijkt uit het William Hill-arrest, dat bepaalde dat de lijsten met uitslagen van paardenraces geen beschermde databank waren omdat ze een bijproduct waren van het organiseren van die races. De investeringen waren gericht op dat organiseren, en niet op het maken van de lijstjes als zodanig. En een databankrecht krijg je als beloning voor het bouwen van een databank omdat je de substantiële investering dáárvoor anders niet terug kunt verdienen.

In Nederland komt dat ook gewoon terug in de rechtspraak. Zo weten we uit het Zoekallehuizen-arrest dat databanken van makelaars niet beschermd zijn. Post.nl verloor eind vorig jaar een rechtszaak over het eigendom van de postcodes, hoewel daarbij de rechter nu juist niet inging op het databankrecht. Wél beschermd was Autotrack.nl, maar ik vind het opbouwen van een databank met aangeleverde advertenties wel iets anders dan het naar HTML exporteren van een bestaande databank.

Niet dat zo’n arrest een beetje advocaat hindert bij het sturen van boze brieven zoals in de opening geschetst. Zo blogde ik eerder over de de app Trein en de RTL Gemist applicatie die inbreuk op databankrechten zouden maken, maar dat niet doen. Trein bestaat nog steeds, de Gemist app is vanwege angst voor legale stappen uit de lucht. En per mail heb ik er (binair geteld) nog een kleine hand vol langs zien komen.

Opmerkelijk vaak zie ik het van sportbonden, die het niet leuk vinden dat anderen applicaties gaan bouwen om ‘hun’ wedstrijden en standen in kaart te brengen. Want zij hebben het databankrecht op die uitslagen en wedstrijdschema’s – zeggen ze. Maar wie in William Hill de term ‘paardenrace’ vervangt door ‘voetbal/hockey/korfbal/tenniswedstrijd’, krijgt volgens mij precies te horen waar die bonden aan toe zijn: geen databankrecht natuurlijk.

Ook verbaasde ik me hogelijk (nou ja, eigenlijk niet) dat 9292ov databankrecht claimt op de dienstregeling van het openbaar vervoer. Is het organiseren van busroutes wezenlijk wat anders dan het organiseren van voetbalwedstrijden of paardenraces?

Een buitengewoon ergerlijke ontwikkeling. Juridisch blaffen terwijl je wéét dat er rechtspraak ligt die je standpunt onderuit gaat halen is buitengewoon ongepast. Maar vanwege de hoge kosten die je moet maken om terug te blaffen, komt men er vaak ongestraft mee weg.

Arnoud

Hoe verboden is omgekeerd zoeken in telefoongidsen eigenlijk?

telefoongids-telefoonboek-gouden-gids-zoeken.jpgEen lezer vroeg me:

Op diverse sites kun je “omgekeerd zoeken” in telefoongidsen, dus op basis van een nummer de naam- en adresgegevens van een abonnee achterhalen. Als je dat wil aanbieden, moet je wel een CD-foongids kraken of iets anders illegaal doen. Maar stel nu dat je legaal bij die gegevens zou kunnen, mag het dan wel? Of is omgekeerd zoeken per definitie in strijd met de privacy?

Ik zou niet meteen durven zeggen dat het “kraken” van een CD-foongids illegaal is. Het is nog maar zeer de vraag of ereen databankrecht zit op een telefoongids. Je hebt namelijk alleen een databankrecht als je substantieel geïnvesteerd hebt in het telefoonboek zelf. Het lijkt me goed verdedigbaar dat een telefoongids een bijproduct is van het onderhouden van een telecommunicatiedienst.

Alleen geldt er hier de complicatie dat de telefoongids van KPN ondergebracht is in een aparte BV (De Telefoongids BV, inderdaad) wiens hoofdactiviteit is het onderhouden van de telefoongids. Het argument is dan dat de investeringen van DTG puur gericht zijn op de gids en daarmee geen bijproduct zijn. Ik kan het argument niet meteen weerleggen, maar ik heb er wel grote moeite mee dat een niet-beschermde databank alsnog beschermd wordt als je deze maar in een aparte BV stopt.

Maar goed, laten we eens aannemen dat er inderdaad geen databankrecht zit op een telefoongids. Kun je dan een omgekeerd-zoekendienst aanbieden?

Telefoongidsen vallen onder de Telecommunicatiewet, artikel 11.6. Dit artikel vereist toestemming voor opname in de gids, en ook nog eens aparte toestemming voor omgekeerd zoeken in lid 3. Bij mijn weten vragen telecomaanbieders alleen maar om toestemming om je “in de gids” op te nemen, en dat is dus nog geen toestemming voor omgekeerd zoeken. Een omgekeerd-zoekendienst kan dus niet legaal worden aangeboden, tenzij de aanbieder daarvan apart toestemming vraagt aan de betrokken abonnees.

In 2007 heeft DTG geprobeerd de OPTA los te laten op deze diensten, met precies dat argument. De OPTA vond dat echter niet opportuun:

Het college is van oordeel, dat het verschijnsel “omgekeerd zoeken” op zichzelf genomen niet als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer wordt ervaren, voor zover dit belang wordt beschermd door artikel 11.6, derde lid, van de Tw. De Richtlijn verbiedt omgekeerd zoeken niet en er zijn landen waarin “omgekeerd zoeken” wettelijk is toegestaan. Bovendien zijn bij het college in de afgelopen twee jaar geen klachten binnengekomen van natuurlijke personen (lees: particulieren of consumenten) over het zonder hun toestemming aanbieden van mogelijkheden tot omgekeerd zoeken.

Opmerkelijk: op grond van de privacy is het vereiste van aparte toestemming ingevoerd, maar omgekeerd zoeken is geen schending van de privacy. Maar als er geen klachten van consumenten zijn binnengekomen, dan hoeft de OPTA inderdaad niet op te treden. Het achterliggende idee lijkt te zijn dat mensen die geven om hun privacy, toch al niet in de gids staan (of een anonieme prepaid nemen). Dat DTG het vervelend vindt, is geen argument, want artikel 11.6 is er voor de eindgebruiker en niet voor de aanbieder.

Ik kan daaruit alleen maar de conclusie trekken “het mag niet, maar totdat er mensen grootschalig gaan klagen, zal de OPTA niet optreden”. Dus zolang die omgekeerd-zoekendiensten maar klein en onopvallend genoeg blijven, kunnen ze in de marge blijven opereren.

In juni vorig jaar meldde de staatssecretaris nog dat een “aantal marktpartijen” overwoog deze dienst aan te gaan bieden. Ik neem aan dat dat de telecomaanbieders zelf zijn, die dan via het inschrijfformulier die toestemming gaan regelen. Ik ben heel benieuwd wat er dan gebeurt.

Arnoud

Bewijs van overname uit databank

adresboek-gids-lijst-databank.pngWie stelt dat zijn databank is overgenomen, zal daarvoor bewijs op tafel moeten leggen. Je kunt niet eisen dat het bewijs geheim moet blijven, ook niet als het gaat om ‘sleepers’ die je speciaal tegen inbreukmakers hebt opgenomen. Dat blijkt uit een vonnis van de rechtbank Rotterdam. In deze zaak had de eiser, Ad Hoc Data, een CD-ROM met een bedrijfsgids verkocht aan de gedaagde. Deze had vervolgens een cafégids op internet opgezet, maar volgens Ad Hoc was daarbij haar CD-ROM gebruikt en dat was niet toegestaan onder de licentie. Ad Hoc eiste een contractuele boete van 25.000 euro per overtreding.

De cafégids vocht dit aan met als eerste argument dat de algemene voorwaarden (waar die boete in stond) nooit waren overhandigd. Ad Hoc meldde daarop

dat de bestelprocedure al sinds jaar en dag zo is ingericht, dat de bestelprocedure voor het online afsluiten van een abonnement niet kan worden afgerond indien niet wordt aangevinkt ‘ik ga akkoord met de Algemene Voorwaarden voor een doorlopend jaarabonnement tot schriftelijke wederopzegging’ (zie productie 10). De woorden ‘algemene voorwaarden’ zijn clickable, door hierop te klikken krijgt men de voorwaarden in html-format op het scherm en kunnen deze voorwaarden desgewenst tevens in pdf-format worden gedownload.

Klinkt goed, zou je zeggen. Alleen had Ad Hoc niets overlegd waaruit daadwerkelijk bleek dat die procedure ook zo bestond toen de cafégids het product bestelde. De overlegde producties lieten niet zien hoe de bestelprocedure van specifiek deze bedrijvengids verliep, laat staan dat daaruit bleek dat inderdaad dat aanvinkvakje moest worden aangevinkt.

Het tweede verweer van de cafégids was dat er in de huidige gids geen gegevens van Ad Hoc opgenomen waren. Ad Hoc reageerde daarop met de mededeling dat “ten aanzien van de ‘cafégids’ en ‘cafetariagids’ geldt dat nog in oktober 2008 is gebleken van de aanwezigheid van tenminste één sleeper“. Een sleeper of copyright trap is een item dat niet werkelijk bestaat en dus alleen in een database kan belanden door overname uit andermans database.

Op zich is dat een goede manier om te bewijzen dat er inderdaad is overgenomen, maar je zult dan wel die sleeper aan moeten wijzen. Maar dat weigerde Ad Hoc: men wilde alleen een verklaring overleggen van een getuige die dit had geconstateerd. De sleeper zelf moest strikt geheim blijven, en alleen de advocaten plus de rechtbank mochten daarnaar kijken (artikel 27 Rechtsvordering). De reden was -neem ik aan- dat als Ad Hoc die sleepers onthult, de cafégids die er gauw uit verwijdert en dan kan claimen dat er nu echt niets meer overgenomen is.

De rechter accepteert deze gang van zaken echter niet.

[Ad Hoc] wordt niet in haar belangen geschaad als zij in de databank van gedaagde aangetroffen sleepers openbaart: er zullen in haar databank nog genoeg andere sleepers blijven staan en zij kan in volgende edities van haar databank nieuwe creëren en tussenvoegen, aldus gedaagde. Een gang van zaken als door [Ad Hoc] verlangd, een besloten zitting, zou het de advocaat van gedaagde onmogelijk maken namens deze verweer te voeren tegen aangevoerde bewijsmiddelen . Het zou onaanvaardbaar zijn als gedaagde wordt veroordeeld op basis van geheime bewijsmiddelen.

Op zich terecht: je moet je inderdaad kunnen verweren tegen zulk bewijs, bijvoorbeeld door te controleren of die sleepers wel echt nep (echt nep, ahem) zijn en of die ook in de CD van Ad Hoc stonden. Maar het is wel lastig nu voor Ad Hoc als die sleepers bekend worden. Want je kunt wel zeggen ‘stop maar nieuwe in je volgende editie’ maar daarmee is de huidige versie alsnog kwetsbaar voor onbewijsbare overname. Het is dus maar te hopen voor Ad Hoc dat ze inderdaad genoeg andere sleepers in die database heeft.

Arnoud

Open source databanken: de OpenDatabankLicentie versie 1.0

Al eerder gemeld, maar nu is het definitief: de nieuwe open source licentie voor open en vrije databanken. Databanken bevatten vooral feitelijke data, en er komt zelden creativiteit aan te pas. Bestaande open source licenties zijn eigenlijk vooral bedoeld voor software, en ook de Creative Commons-licenties passen niet goed bij databanken. Vandaar deze nieuwe licentie.

De licentie noemt expliciet drie rechten: auteursrecht, databankenrecht en het recht op toegang tot de databank. Recht op toegang? Ja, wie een database publiceert, of algemener gezegd wie een dienst aanbiedt met een server, kan op grond van zijn eigendomsrecht op die server regels stellen over het gebruik van die dienst. Daar hoef je uiteindelijk helemaal geen intellectueel eigendomsrecht voor te hebben. Slim gevonden dus.

Ik heb al een paar keer (deel 1, deel 2, deel 3) aandacht besteed aan de vraag hoe het zit met afgeleide werken, kaarten die gemaakt worden op basis van de OpenStreetmap-databank. Ik kom volgende week met deel 4 trouwens, beloofd.

De ODBL is speciaal geschreven voor dit soort situaties. De definities bevatten de term “Produced Work”, en die luidt als volgt:

a work (such as an image, audiovisual material, text, or sounds) resulting from using the whole or a Substantial part of the Contents (via a search or other query) from this Database, a Derivative Database, or this Database as part of a Collective Database.

En het is natuurlijk de bedoeling dat zo’n Produced Work net zo vrij beschikbaar is als de oorspronkelijke brondatabase. Vandaar:

If You Publicly Use a Derivative Database or a Produced Work from a Derivative Database, You must also offer to recipients of the Derivative Database or Produced Work a copy in a machine readable form of:

a. The entire Derivative Database; or<br/> b. A file containing all of the alterations made to the Database or the method of making the alterations to the Database (such as an algorithm), including any additional Contents, that make up all the differences between the Database and the Derivative Database.

Onder “Use” wordt dan weer verstaan “alles wat normaal onder auteursrecht of databankenrecht valt, maar in ieder geval kopiëren, verspreiden, openbaar maken etcetera”. En “publicly” wil hier zeggen “naar personen die niet voor jou werken”.

Kort gezegd: wie een kaart maakt van een ODBL-databank, en deze kaart online aanbiedt aan het publiek, moet de databank erbij doen inclusief alle wijzigingen die hij op de databank heeft doorgevoerd.

En dat geldt zelfs als blijkt dat je helemaal geen recht hebt op grond van je auteurs- of databankenrecht om zoiets te eisen: het is immers een gebruiksvoorwaarde om toegang te krijgen tot de site. Op zich is dat slim bedacht, hoewel ik me afvraag in hoeverre dat ook echt werkt. Tegenover de persoon die dit accepteert en de site bezoekt lijkt het me wel rechtsgeldig. Die gaat het contract aan, en kan daar in principe aan gehouden worden. Uit het XS4All/Ab.Fab-arrest van de Hoge Raad blijkt dat je als eigenaar van een site in principe elke voorwaarde aan het gebruik mag stellen die je wilt. Maar tegenover derden? Dat kan nog een hele interessante worden.

Arnoud

Afgeleide werken bij Openstreetmap (3)

openstreetmap-logo.pngEn daar waren we dan weer met deel drie van de vraag welke rechten er op de databank van het vrijelandkaartenproject Openstreetmap zitten. Al in deel 1 bleek dit een lastige kwestie. Want: wat wordt nu precies waarvan afgeleid? (Waar vanaf geleid? Waar van afgeleid? Argh.) In deel 2 leek de tussenconclusie te zijn dat de kaarten gemaakt uit de OSM-database een afgeleid werk lijken te zijn van de stylesheet.

Kaarten uit OpenStreetmap worden namelijk gemaakt door een grote hoeveelheid GPS-coördinaten in een databank te stoppen en te voorzien van verbindingen die labeltjes krijgen met bijvoorbeeld “fietspad” of een straatnaam. Op basis van die databank kun je dan kaarten genereren voor elk oppervlak en op elke schaal die je wilt. Die stylesheet bepaalt welke kleuren en dergelijke er in die kaarten terechtkomt. Een voorbeeld uit de OSM-documentatie:

Vier kaarten uit het OpenStreetmap project, gebaseerd op dezelfde data

Het lijkt me dus zeker verdedigbaar dat een stylesheetmaker een auteursrecht kan claimen op de stijlkeuzes. Maar is een kaart een afgeleid werk van de stylesheet?

Ik vermoed van wel, al zal het afhangen van welke elementen uit de stylesheet zelf in de kaart terechtkomen. Want een afgeleid werk moet wel op een of andere manier concrete beschermde elementen uit het werk overnemen waar het van afgeleid is. Nu hoeft dat niet letterlijk – een toneelstuk is een afgeleid werk van een boek bijvoorbeeld, zelfs als de spelers geen woord letterlijk zeggen zoals het in het boek staat. In die situatie zijn zaken als het plot, de karakters, uiterlijk, verloop en dergelijke van het verhaal overgenomen, en dat is al genoeg.

Maar: wat neem je over uit de stylesheet in de kaart die uiteindelijk gegenereerd wordt? De kleurkeuzen in ieder geval, en de kleur en positionering van teksten zo te zien ook. De derde kaart uit dit voorbeeld heeft bijvoorbeeld veel duidelijker aanduidingen van plaatsnamen dan de andere drie.

Opvallend (voor mij dan) is dat ik geen enkele stylesheet kan vinden waar een expliciete licentie bij staat. De meest gebruikte stylesheet is Mapnik maar zelfs daarvan zie ik nergens wat daarmee mag. Ik neem aan dat ze onder dezelfde Creative Commonslicentie horen te vallen als de rest van het project, maar het staat nergens.

Nou, en nu eens inlezen in het databankenrecht zoals dat geldt voor kaarten.

Arnoud

Afgeleide werken bij Openstreetmap (2)

openstreetmap-logo.pngBij de discussie van vorige week over het vrijelandkaartenproject Openstreetmap vroeg een oplettende lezer in de comments:

Er zijn mensen (zoals ik) die er niet van overtuigd zijn dat het genereren van tiles een creatief werk is en je er dus ook geen CC-licentie op kan plakken. Heeft iemand daar wel eens serieus naar gekeken?

De auteurswet noemt expliciet “aardrijkskundige kaarten” als auteursrechtelijk beschermde werken (art. 10 lid 1 sub 7 Auteurswet). Je zou dus zeggen dat die kaart van OpenStreetmap gewoon beschermd is, ook als ze die voor het gemak aanleveren als “tiles”, blokjes van 256×256 pixels.

Alleen, de makers van de auteurswet dachten daarbij volgens mij meer aan cartografen die met de hand een kaart tekenden (hoi pap!). En dat is natuurlijk niet hoe OpenStreetmap werkt: men gebruikt een database met punten en verbindingslijnen gebaseerd op GPS-coördinaten die mensen aanleveren. Die kunnen voorzien zijn van tags met bijvoorbeeld de naam van een weg of de aanduiding ‘waterway=river’ om aan te geven dat iets een rivier is.

Het proces om van die getagde punten en lijnen een kaart te maken heet renderen. Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van je eigen smaak: wil je rode wegen en steden geel, of liever het water in een lichtere tint blauw? Geen probleem, verander de instellingen en render opnieuw.

Dat proces is op zichzelf volledig geautomatiseerd en dus niet creatief. De uitvoer kan echter wel creatief zijn – wanneer de invoer dat ook is. Een OpenStreetmap kaart, of een individuele tile daaruit, kan dus beschermd zijn maar het hoeft niet.

De hamvraag is dus: is een verzameling getagde punten en lijnen auteursrechtelijk beschermd?

Het probleem daarbij is dat de OSM-mensen streven naar een zo accuraat mogelijke kaart. Accuratesse is de doodsvijand van creativiteit en daarmee ook van auteursrecht. Wie zomaar drie rode strepen trekt, heeft een beschermd werk, maar wie een hele middag zorgvuldig noteert hoe het fietspad achter zijn huis loopt, heeft dat niet.

Een twee jaar oud voorbeeld uit de rechtspraak:

Voor zover een kaart het resultaat is van de selecties en keuzes die een persoonlijke visie van de maker weergeven is sprake van een werk met een eigen, oorspronkelijk karakter dat het stempel van de maker draagt en is het als zodanig auteursrechtelijk beschermd. De bescherming van de kaart is derhalve beperkt tot de eigen niet voor de hand liggende vormgeving van de betrokken kaart.

De kaart in kwestie was een zeekaart, waarbij de grenzen op zee zo te lezen naar eigen inzicht van de maker werden getrokken. En dat was een belangrijke reden om de kaart beschermd te achten.

De keuze van die indeling houdt deels verband met de functionaliteit van het systeem dat bij de informatiedienst hoort, en is deels gebaseerd op de persoonlijke keuze van de heer Svensson, die ondermeer is ingegeven door het streven naar gebruiksvriendelijkheid van de informatiedienst.

De vraag is dus: hoe worden in het OpenStreetmap project de punten en lijnen getrokken, en welke mate van eigen persoonlijke keuzes van de OpenStreetmappers?

Arnoud

Afgeleide werken bij Openstreetmap (1)

openstreetmap-logo.pngOp de discussielijst van het OpenStreetmap project een interessante discussie over het mixen van kaartgegevens uit verschillende bronnen. Een bedrijf had data uit het Nationaal Wegenbestand (NWB) en data uit de OpenStreetmap kaartgegevens gebruikt om kaarten mee te maken. OpenStreetmap gegevens zijn beschikbaar onder Creative Commons BY-SA, zodat afgeleide werken ook Creative Commons moeten worden. Hier vallen heel wat blogs over te schrijven, maar deze vond ik wel interessant om mee te beginnen:

Freek wrote:<br/>

Ik heb het niet over jouw opmerking m.b.t. de accuraatheid van de NWB data. Ik <br/> heb het over mijn observatie dat de NWB laag OSM data bevat. Niet de straten <br/> voorzover ik kan zien, maar wel landuse e.d. <br/> Dat is interessant want hiermee hebben ze het NWB CC-BY-SA gemaakt 😀

Zo eenvoudig gaat dat niet. Ten eerste is mij niet duidelijk waarom deze combinatie een afgeleid werk zou zijn van de OSM-data. En ten tweede: zelfs al is dat het geval, dan is het niet zo dat die afgeleide werken automatisch ook onder de ShareAlike voorwaarden vallen. ShareAlike wil zeggen alleen dat wanneer je een afgeleid werkt maakt, je het resultaat alleen maar mag verspreiden onder diezelfde voorwaarde. Doet iemand dat niet, dan pleegt hij contractbreuk (of licentieschending, hoe je het maar wilt noemen). Maar het is geen automatisme dat CC-BY-SA dan op het resultaat ‘plakt’. ShareAlike is geen virus.

Overigens is het Nationaal Wegenbestand al enkele jaren terug gewobt: deze overheidsinformatie is vrij beschikbaar dankzij de Wet Openbaarheid van Bestuur. Alleen is de beslissing over hergebruik destijds aangehouden tot 2009. Nu is het volgens mij al een tijdje 2009, dus hopelijk komt daar snel een uitspraak over.

Arnoud

Imiteren van je concurrent, hoe ver mag je gaan? (bij Netters.nl)_

Productfoto’s en -tekst overnemen van je concurrent, mag dat, schreef ik in juni vorig jaar naar aanleiding van een rechtszaak tussen reformwebwinkels De Roode Roos en De Rooij. Nu is er een bodemvonnis (via Boek9.nl) dat een en ander bevestigt. Naar aanleiding hiervan schreef ik een artikel bij webbouwersgemeenschap Netters:

Het sleutelwoord voor een goede site is en blijft goede content. Veel mensen hier bouwen webwinkels voor allerlei artikelen. Wat is dan goede content? Inderdaad, productomschrijvingen, fotootjes en een goede categorie/tagstructuur zodat mensen je producten kunnen vinden en je goed gevonden wordt op de producttermen. Maar ga je dat voor elke winkel opnieuw schrijven? Zeg eens eerlijk, wie hier heeft er nog nooit een producttekstje of foto geleend van de concurrent?

Lees verder in Imiteren van je concurrent, hoe ver mag je gaan? bij Netters.nl.

En ook voor u de vraag: wat vinden jullie van de twee websites? (De Roode Roos en De Rooij). Webwinkels van dertien-in-een-dozijn? Of zit er bij De Roode Roos toch echt wel iets bijzonders?

Arnoud