Internetdiensten buiten databundel zetten schenden netneutraliteit

Providers in de Europese Unie mogen sommige diensten niet voor hun klanten beter toegankelijk maken dan andere. Dat meldde RTL onlangs. In het eerste arrest over netneutraliteit bepaalde het Hof van Justitie namelijk dat het inzetten van een nultarief (niet meetellen voor je databundel) voor sommige internetdiensten effectief hetzelfde is als het vertragen of blokkeren van de diensten die wél voor de bundel meegeteld worden. Daarmee is dus de praktijk van het “beter toegankelijk maken” (wat moet PR een heerlijk vak zijn) van “sommige internetdiensten” de nek omgedraaid. Lezen jullie mee, T-Mobile en ACM?

De zaak kwam uit Hongarije, waar provider Telenor een speciaal pakket aanbood dat “MyChat” heette: je kreeg één gigabyte databundel en daar bovenop onbeperkt gebruik (oftewel buiten de bundel, maar ook als je bundel op was) van de diensten Facebook, Facebook Messenger, Instagram, Twitter, Viber en WhatsApp.

De nationale mededingingsautoriteit Nemzeti Média- és Hírközlési Hatóság vond dat strijdig met de Europese netneutraliteitsregels, die immers bepalen dat bepaalde diensten niet mogen worden geblokkeerd of vertraagd zonder objectieve technische reden. Toegang tot internet en alle diensten daarop moeten op gelijke en niet-discriminerende wijze worden verleend.

De open vraag was vervolgens: als je dienst A buiten de bundel laat, blokkeer of vertraag je dan diensten B tot en met Z? Die werken nog net zo goed immers, en een databundel is een objectief criterium. Volgens het Hof is dat inderdaad aan de orde:

(…) kunnen dergelijke pakketten, die onderdeel zijn van een commerciële praktijk in de zin van artikel 3, lid 2, van verordening 2015/2120, gelet op het gecombineerde effect van de overeenkomsten waartoe zij kunnen leiden, het gebruik van bepaalde specifieke toepassingen en diensten doen toenemen, namelijk die welke onbeperkt tegen een „nultarief” kunnen worden gebruikt wanneer het datavolume is opgebruikt dat in de door de klanten gekochte bundel is vervat, en tegelijkertijd het gebruik van de andere beschikbare toepassingen en diensten doen afnemen, gelet op de maatregelen waarmee de betrokken aanbieder van internettoegangsdiensten het gebruik daarvan technisch gezien moeilijker of zelfs onmogelijk maakt.
Als ik dat zelf moet samenvatten, dan zou ik zeggen: vanwege die bundel zou je minder snel een andere chatdienst gebruiken (want dat kost megabytes) dan de gratis diensten, dus dat is effectief een maatregel tégen het gelijk kunnen gebruiken van je diensten. En als de bundel op is, dan zeg je dus “je mag internet niet meer op” en daarna “oh maar wél Facebook en Twitter”. Hoe is dat laatste géén voortrekken van die twee?

Omdat deze ingrepen gebaseerd zijn op commerciële motieven, kun je ook niet zeggen dat het beheersmaatregelen zijn of andere toegestane technische ingrepen. Het is dus duidelijk dat dit niet kan.

In Nederland dachten we dat ook, totdat de ACM ineens bepaalde dat T-Mobile wél haar dienst datavrije muziek mag aanbieden. Het formeel-juridische punt daarbij was dat in de Nederlandse wet het net wat strakker was opgeschreven dan in de Verordening waar het Hof zich op baseert, en dat is iets dat niet mag.

Ik ben natuurlijk geen PR-expert van T-Mobile, maar het arrest van het Hof is zó algemeen geschreven dat ik niet zou weten hoe je nu datavrije muziek nog recht kunt breien. Ik kom niet verder dan “we bestuderen de uitspraak”, of “dat was een specifieke Hongaarse kwestie” of “wij staan voor de rechten van de consument” of iets dergelijks. Ik ben dus heel benieuwd waar men nu mee gaat komen.

Arnoud

 

Guitar Hero Live-dienst stopt eind dit jaar, daar gaat je muziek

Op 1 december van dit jaar zullen de servers van de muziekdienst van het spel Guitar Hero Live offline gaan, zo las ik bij Ars Technica. Met deze dienst konden spelers van het gitaarspel verschillende liedjes ontvangen om tegen elkaar te spelen. De dienst was gratis in een basisversie en betaald voor toegang tot meer muziek. Maar nee, je hebt desondanks nergens recht op. Als het offline gaat, dan is het weg.

Dit is weer het zoveelste voorbeeld van “data is niets”, in ieder geval van “data is geen eigendom”. In de digitale wereld is eigenlijk altijd sprake van dienstverlening en nooit van verkoop. Je hebt weliswaar dat spel ooit tegen betaling verkregen, maar je werd nooit eigenaar van de muziek die erbij zit. Die krijg je onder het mom van dienstverlening.

Nu is dienstverlening natuurlijk keurig juridisch gereguleerd. Alleen die regulering is niet echt ontworpen voor internetdiensten: de tekst uit het Burgerlijk Wetboek gaat over diensten als schoonmaken, advisering of tuinonderhoud. Die diensten hebben gemeenschappelijk dat ze redelijk persoonsgebonden zijn, in principe niet lang duren en dat je na opzegging eigenlijk zo weer verder kunt bij andere partijen.

Internetdiensten voldoen niet aan die criteria. Die zijn niet persoonsgebonden, ze duren eigenlijk best wel lang en een migratie is erg vervelend en complex, als het al mogelijk is. Het verschil zit hem erin dat internetdiensten eigenlijk datagedreven diensten zijn, het gaat altijd om opslag, doorgifte of het verwerken van data. Dat is niet aan de orde bij een schoonmaker of adviseur, hooguit dat de adviseur je nog wat laatste tips meegeeft of de schoonmaker op verzoek zegt welk schoonmaakmiddel hij voor de mop gebruikt.

Ik zeg altijd: data is niets, en dat is om deze reden. De wet kent niet het concept dat een dienstverlener data produceert of onder zich heeft. Er is dus niets geregeld over toegang, beschikbaarheid of afgifte daarvan. Bijgevolg heb je ook geen enkel recht waar het gaat om die data. Je kunt die niet opeisen, of juist eisen dat de dienstverlener doorgaat met het beschikbaar stellen daarvan.

Dit is een fundamenteel probleem in de informatiemaatschappij. Tegelijk heb ik geen idee hoe het op te lossen. Data even tot eigendom bombarderen gaat hem niet worden, want vaak hebben ook diverse andere partijen hier rechten op. Zoals hier, waar muziekmaatschappijen ook wat zullen vinden van “eigenaar van een stream” zijn. Maar minstens zo lastig, moet je dan een bedrijf zoals dit verplichten tot in de eeuwigheid hun server aan te houden? Dat is ook weer een ingewikkelde.

Arnoud

Mag je de muziek hacken bij je ex-werkgever?

Radio-dj Giel Beelen heeft het begin van zijn nieuwe ochtendshow aangegrepen voor een opvallende promotiestunt, las ik bij de NOS. Hij ‘hackte’ een plaat die werd gedraaid bij zijn oude werkgever 3FM om reclame te maken voor zijn nieuwe programma. “Ik denk dat we effe van iemand het wachtwoord moeten wijzigen”, concludeert de NOS-opvolger. Dus, mag je de muziek hacken bij je ex-werkgever?

De suggestie dat Beelen op afstand ingebroken zou hebben bij zijn ex-werkgever lijkt me wat vergezocht. Logischer lijkt me dat hij gewoon het muziekbestand van een bekend nummer aangepast had om daar na enige seconden intro een eigen boodschap (“Hee, hallo, Giel hier”, en een promo voor zijn nieuwe programma bij de concurrent) te laten horen. Dat aangepaste bestand zet je dan over het origineel heen, en dan is het wachten tot je opvolger het aanklikt. Meer een logisch bommetje dan een computerinbraak.

Het zou natuurlijk strafbaar zijn om in te loggen en op afstand bestanden aan te passen. Je bent immers na einde dienstverband niet meer bevoegd om in te loggen, laat staan om gegevens te wijzigen. Dat je account nog werkt, doet er daarbij niet meer toe.

Als DJ-werknemer ben je natuurlijk wél bevoegd om met die bestanden te werken. Draaien van muziek (en het grappig bewerken daarvan) behoort tot je werk immers. Maar hier wordt dan toch wel een grens overschreden: de aanpassing straalt negatief af op de werkgever, die wordt nu voor gek gezet omdat het lijkt of ze zelf een boodschap spelen om naar de concurrent te gaan.

Strafbaar is dat niet, wel overtreedt het de algemene norm van goed werknemerschap, zeg maar je zorgplicht als personeel. De NOS kan als ex-werkgever hem hierop aanspreken, in theorie zelfs een schadeclaim indienen. Al zal het onderbouwen van de schade nog knap ingewikkeld zijn.

Arnoud

Mag iTunes je muziekbestanden wissen?

itunes-appleApple stal mijn muziek, blogde creatief ontwerper James Pinkum vorige week. Pinkum was 122 gigabyte aan muziek kwijtgeraakt van zijn harddisk, en wist dat te traceren tot een actie van Apple’s iTunes-software. Deze had de harddisk gescand en alle bestanden die iTunes ook had, vervangen door een linkje naar de online muziekbibliotheek. Met een liberale definitie van ‘hebben’, want unieke versies van muziek bij Pinkum werden vervangen door de gewone massa-release, bijvoorbeeld. “The software is functioning as intended,” zegt Apple dan. Wat krijgen we nou?

Zoals Pinkum het samenvat:

(…) through the Apple Music subscription, which I had, Apple now deletes files from its users’ computers. When I signed up for Apple Music, iTunes evaluated my massive collection of Mp3s and WAV files, scanned Apple’s database for what it considered matches, then removed the original files from my internal hard drive. REMOVED them. Deleted. If Apple Music saw a file it didn’t recognize—which came up often, since I’m a freelance composer and have many music files that I created myself—it would then download it to Apple’s database, delete it from my hard drive, and serve it back to me when I wanted to listen, just like it would with my other music files it had deleted.

Ongetwijfeld dacht Apple dat dat handig is. Als muziek al in de cloud staat, waarom zou je daar nog domme lokale harde schijven mee lastig vallen? Vervang het lekker door een linkje en je kunt er overal bij. Oké, jammer van die unieke prereleaseversie die we nu vervangen hebben door de massa-editie, maar dat is een implementatiedetail. Of, het programmeurexcuus: dan moet je die prerelease niet de metadata geven van de gewone versie. Functioning as intended, pebkac.

Pinkum dook ook maar meteen in de voorwaarden. Letterlijk iets over dit wissen kon hij niet vinden (en ik ook niet), maar het staat er wel half:

iCloud Music Library is turned on automatically when you set up your Apple Music Subscription…When your Apple Music Subscription term ends, you will lose access to any songs stored in your iCloud Music Library.

Gaan we even kijken wat dat iCloud Music Library dan precies is:

Dankzij iTunes Match kun je al je muziek in iCloud bewaren, zelfs muziek die je van cd’s hebt geïmporteerd. Je hebt dan op al je apparaten toegang tot je muziek en kunt je hele bibliotheek beluisteren, waar je ook bent. Abonneren op iTunes Match doe je op je Mac, pc of iOS-apparaat.

Verder een hele mooie pagina met vlotte teksten, hippe plaatjes en een blij gevoel, alleen ik mis één detail: dat bestanden worden gewist nadat ze zijn “toegevoegd” aan de iCloud.

Maar is dat wel zo, wórden die bestanden per direct gewist na de import? Diverse bronnen zeggen van niet. Zo laat deze Twitteraar zien dat het best eens ‘gewoon’ een pebkac kan zijn: dialogbox niet goed gelezen, het verschil tussen “Delete download” en “Delete song” is immers reuze evident dus wat ben je voor n00b dan. iMore legt uit:

If you choose “Remove Download,” it will send the local file from your hard drive to your Trash, but leave the reference in your library — so that you can stream that track directly from iCloud Music Library. It won’t delete the file until you empty your Trash.

Dus inderdaad, het is een feature en iets waar je zelf voor koos. Dat je niet goed onderzoekt wat er gebeurt als je op een knopje drukt, tsja, dat ligt dan toch echt aan jou.

Juridisch gezien wordt het nu moeilijk. Iets zomaar wissen mag niet, dat moge duidelijk zijn. Je moet toestemming vragen en natuurlijk moet je dan uitleggen wat er gaat gebeuren. Daarbij moet je het te verwachten kennisniveau van de gebruiker in gedachten houden, maar veel verder dan dat komt het juridisch kader niet. De vraag wordt dan dus: is het duidelijk wat Apple hier geprogrammeerd heeft, moet je met die uitlegtekst en die dialog snappen dat je dan alleen een link naar de iCloud-versie van je muziek overhoudt?

Arnoud

‘Eindeloos Spotify’ van KPN is datadiscriminatie, ook straks in Europa?

ns-kpn-onlineindetrein-binnendringen.pngKPN moet het streamen van Spotify buiten de mobiele databundel uitfaseren, las ik bij Computerworld. Toezichthouder ACM heeft op basis van aangescherpte regels de telecomprovider op de vingers getikt. Een internetdienst uitzonderen van de databundel is in strijd met netneutraliteit. De dienst is al door KPN opgeheven, maar bestaande “Eindeloos”-abonnementen lopen nog door tot 1 mei 2017.

Nederland heeft een wet over netneutraliteit. Die bepaalt dat je geen diensten mag discrimineren, dus bijbetaling verlangen voor toegang tot zeg Youtube is niet toegestaan. Die wet geldt echter ook andersom: korting geven voor toegang tot bepaalde diensten mag óók niet. En “onbeperkt Spotify buiten je bundel” is een vorm van korting, die dus niet toegestaan is. Dat is immers verkapte discriminatie van andere muziekstreamingdiensten die wél uit je mobiele databundel gaan.

De vingertik volgde nadat het ministerie nieuwe beleidsregels had gepubliceerd, die duidelijk maken dat netneutraliteit (geregeld in art. 7.4a Telecommunicatiewet) geldt zodra je zeg maar ‘internet’ aanbiedt:

Uitsluitend het via de internetverbinding leveren van toegang tot één enkele losse inhoudsdienst of toepassing is van artikel 7.4a uitgesloten. Zodra aan een eindgebruiker via de internetverbinding meer dan één losse dienst wordt geleverd is sprake van het aanbieden van een internettoegangsdienst in de zin van artikel 7.4a.

Je kunt nu dus alleen nog buiten de regels vallen wanneer je slechts één dienst aanbiedt, bv. een VoIP-dienst die toevallig het internetprotocol gebruikt. Wat KPN doet, is vanaf nu dus in strijd met netneutraliteit.

Of dit overeind blijft als we in 2017 Europese netneutraliteit krijgen, is een lastige. Op 8 juli werd Europese netneutraliteit goedgekeurd (samen met afschaffing van roamingkosten), maar in die regels staan wat dubieuze passages. Zo wordt het toegestaan om bepaald verkeer voorrang te geven als dat nodig is voor de benodigde kwaliteit, zoals bij VoIP of televisiestreaming. Ook mogen categorieën traffic worden versneld of vertraagd, maar alleen op technische gronden:

[Net neutrality rules] shall not prevent providers of internet access services from implementing reasonable traffic management measures. In order to be deemed reasonable, such measures shall be transparent, non-discriminatory, proportionate, and shall not be based on commercial considerations but on objectively different technical quality of service requirements of specific categories of traffic. Such measures shall not monitor the specific content and shall not be maintained longer than necessary.

Dit lijkt mij “Eindeloos Spotify” uit te sluiten. Bij Computerworld zeggen ze echter dat “zero rating” zoals dit heet, wél toegestaan zal zijn maar ik kan niet ontdekken waar.

Arnoud

Een admin die zomaar illegaal materiaal wist, mag dat?

delete.pngEen lezer vroeg me:

Ik werk als systeembeheerder bij een middelgroot bedrijf. Na klachten over volgelopen netwerkschijven ben ik eens gaan onderzoeken waar dat door kwam, en ik trof grote verzamelingen illegaal gedownloade films, muziek en software aan. (Plus de nodige porno die ik bepaald niet hoefde te zien.) Dat mag natuurlijk niet, dus dat heb ik direct gewist. Maar nu krijg ik boze gebruikers in de mail die mij verwijten de wet te schenden. Dat is toch de wereld op zijn kop?!

Eh, nou, niet helemaal. Dit gaat vast niet goed vallen bij systeembeheerders, maar: een netwerkaccount met eigen opslag is een privéruimte net als de locker bij de ingang of de bureaulades op kantoor. Daar mag je als BOFH dus niet zomaar in gaan snuffelen en al zéker niet zomaar dingen uit weggooien, ook niet als jij denkt dat ze illegaal zijn.

En nee, het is niet illegaal om op je werk muziek of films, of zelfs porno te hebben staan die je hebt gedownload uit illegale bron. Dat staat daar voor je eigen, ahem, gebruik, en daar heeft de werkgever dus in principe niets mee te maken. Pas als collega’s er last van krijgen zou je daarop aangesproken kunnen worden. Maar wie met koptelefoon op een muziekje wil luisteren, mag dat met een mp3-verzameling uit illegale bron.

Verder mag monitoren in principe alleen op anonieme basis, en moet dit gericht zijn op werkgeversbelangen als overlast, schade of storingen. Als ik 20MB aan MP3-tjes in mijn account heb, heeft niemand daar last van. Daar moet het beheer afblijven. Wordt het 20GB, dan lopen er schijven vol en dat kan wellicht een onderzoekje rechtvaardigen. Of als je heel veel inlogs op mijn account ziet vanaf IP’s over de hele wereld. Dat is een aanwijzing dat ik aan filesharing doe (of dat mijn account gecompromitteerd is) en dan mag je ingrijpen.

Zo’n onderzoek zou in eerste instantie anoniem moeten gebeuren. Waarom is die schijf vol, en bij wie kunnen we de vraag neerleggen “ruim eens wat bestanden op”? Persoonsgericht monitoren (wat spookt die Engelfriet uit op ons systeem) mag alleen bij concrete aanwijzingen dat die persoon iets fout doet, en het hoe en wat wordt dan gedocumenteerd in het IT-reglement. Bijvoorbeeld: als uit het maandelijks dataverkeer-rapport blijkt dat er zeer overmatig wordt gedownload, dan mogen we gaan kijken wie daarvoor verantwoordelijk is en die persoon daarop aanspreken. Wel zou ik dan een waarschuwing verwachten naar alle medewerkers toe.

Het verbaast me soms hoe makkelijk sommige systeembeheerders omgaan met data van medewerkers. Maar in dit geval verbaast het me nóg meer dat mensen gaan klagen dat hun porno is gewist.

Arnoud

Creative Commons ook in België rechtsgeldig

dogmazic-logo.pngOok Belgische rechters hebben weinig moeite met Creative Commons, meldde TechnoLlama gisteren. Een groep muzikanten had hun werk op de vrijemuzieksite dogmazic gezet onder de Creative-Commonslicentie Naamsvermelding-Geen Afgeleide Werken-Niet Commercieel. Enige tijd later bleek dat een commercieel festival deze muziek had gebruikt in een reclame. Men stapte naar de Nijvelse rechter, en die gaf de band gelijk.

In het Franstalige vonnis wordt geen seconde getwijfeld of Creative-Commonslicenties wel rechtsgeldig zijn: het is een licentie, daar staan voorwaarden in en daar moet je je aan houden. (Wel lijkt de rechtbank een beetje verbaasd te zijn dat de muzikanten niet bij Sabam zitten.)

Men verwijst expliciet naar het vonnis dat Adam Curry ooit tegen de Weekend kreeg, plus naar Spaanse en Amerikaanse rechtbanken die ook de rechtsgeldigheid van Creative Commons zouden hebben erkend. Ik vermoed dat het Amerikaanse vonnis stiekem gaat over open source (Jacobsen/Katzer), maar ik heb geen idee om welk Spaans vonnis het zou gaan. Wie helpt?

De licentievoorwaarden waren duidelijk op de website vermeld, dus de organisator had moeten weten dat ze gelden, aldus de rechtbank. Men had nog als verweer opgeworpen dat er een foutje was gemaakt: de hoofdpagina van die site vermeldt “Naamsvermelding-GelijkDelen” dus men was er vanuit gegaan dat dit ook voor alle content geldt. Maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Een professionele organisatie heeft de plicht te onderzoeken welke voorwaarden precies gelden, oftewel die had moeten doorklikken. (Precies zoals ook Weekend te horen kreeg bij Curry.)

De rechtbank worstelt -wederom net als bij Curry/Weekend- met de vraag welke schadevergoeding moet worden toegekend. Immers wie zijn muziek gratis weggeeft, kan achteraf moeilijk zeggen dat hij licentievergoedingen heeft gemist. Hoewel je in het geval van een “NietCommercieel”-licentie zou kunnen zeggen dat er ruimte moet zijn voor betaalde licenties voor commercieel gebruik. Men schat de schade dan maar op 1500 euro per geschonden voorwaarde, oftewel 4500 euro. Dit onder het motto “we moeten iets”.

Oh ja, en dit is het betreffende nummer. Veel luisterplezier!

Arnoud

Buma-botje op hol?

Krijgt u ook facturen voor uw eigen muziek van de Buma? Enige tijd geleden kondigde Buma haar ‘licentiehuis‘ voor muziekgebruik op internet aan. Onderdeel van dat huis was een speciale zoekrobot (een Roomba?) die het internet afzoekt naar sites met muziek. De resultaten zouden dan handmatig gescreend worden, waarna de rekeningen verstuurd konden worden.

Ik krijg sinds die aankondiging opvallend veel mails van mensen die zelfgemaakte muziek online zetten (of podsafe muziek van anderen) en desondanks facturen krijgen voor deze muziek. Zo ook diverse reacties bij Marketingfacts. Kennelijk werkt dat botje niet zo slim als de bedoeling was. Zijn er meer mensen die hier tegenaan gelopen zijn?

Het rondsturen van facturen of verzoeken tot betaling zonder duidelijke grondslag is overigens sinds kort apart verboden: dit is een “oneerlijke handelspraktijk” omdat het misleidend is om dit te doen. Wie zin heeft, kan ook betogen dat het een agressieve handelspraktijk is, nu B/S bekend staat als een semi-overheidsclub die boetes zou kunnen opleggen wegens inbreuk op het auteursrecht.

Update: naast de comments alhier kunt u ook stijlloos reaguren bij Geenstijl dat zo vriendelijk was 2000 6151 extra pageviews te genereren op de vrijdagmiddag.

Arnoud

Verplicht leesvoer: Digitale muziekcultuur en de veranderende muziekindustrie

Als Marco het zegt, dan is dat zo. Verplicht leesvoer dus, die afstudeerscriptie van Maarten Brinkerink (MA, Utrecht, Nieuwe media en digitale cultuur). Ik las ‘m in één ruk uit en dat zou u ook moeten doen.

De titel CyberIndie: Digitale muziekcultuur en de veranderende muziekindustrie belooft al veel goeds. Deze keer geen doorwrochte analyse over de toepasselijkheid van artikel 12 auteurswet op embedded players of de vraag of een torrentbestand onrechtmatig is, maar de veel belangrijker en veel fundamentelere vraag: “Hoe beïnvloedt de opkomst van digitale technologie de distributie en exploitatie van muziek?”

In het eerste hoofdstuk bespreekt Brinkerink de opkomst van de digitale muziekcultuur. Digitale muziek is fundamenteel anders: elke kopie is identiek aan het origineel. Is er dan nog wel een origineel? Ook de productie en distributie van muziek zijn fundamenteel veranderd door de digitale mogelijkheden. Met name de voorheen passieve consument wordt veel actiever: hij deelt muziek en maakt (of mixt) die ook zelf.

Wat dit betekent voor de gevestigde muziekindustrie, blijkt in hoofdstuk twee. Haar exclusiviteit in productie en distributie staat onder grote druk door deze nieuwe digitale cultuur. Je kunt dan wel met auteurswetten gaan zwaaien, maar werkt dat nog wel? Brinkerink betoogt overtuigend van niet. De klassieke businessmodellen voor muziek, en daarmee ook de auteurswet, zijn gebaseerd op schaarste en exclusiviteit, precies de twee zaken die volstrekt afwezig zijn bij digitale muziek.

Deze traditionele exploitanten van muziek trachten via wetgeving en rechtszaken de “bedreigende innovatie” binnen de digitale muziekcultuur via de auteursrechtelijke weg in de illegaliteit te plaatsen en zo onschadelijk te maken. Tel daar DRM bij op en je kunt je afvragen of de balans tussen informatievrijheid en recht op geestelijke prestaties (inderdaad, ius mentis!) nog wel juist is.

Hoe moet je daarmee omgaan? Brinkerink verwijt de industrie maar ook de wetgevers een gebrek aan visie:

Niet alleen ontkennen zij de fundamentele en onstuitbare aard van de opkomst van de digitale muziekcultuur, maar daarnaast slagen zij er niet in om adequaat aan te sluiten op zowel de maatschappelijke als de politiek-economische mogelijkheden die deze ontwikkeling met zich meebrengt.

Op zoek naar een antwoord belandt Brinkerink in hoofdstuk drie bij de open cultuur. Het model van open source software (vrij delen van broncode en voortbouwen op elkaars ideeën) is dankzij initiatieven als Creative Commons overgeslagen naar andere culturele uitingen: open content.

Open content licenties bieden artiesten -niet de industrie- de flexibiliteit die zij nodig hebben om optimaal gebruik te kunnen maken van de digitale mogelijkheden. Hierdoor, aldus Brinkerink, kan een gemêleerd muzikaal landschap ontstaan, waarin muzikanten niet langer genoodzaakt zijn om artistieke concessies te doen en subculturele vormen van muziek een groter bestaansrecht krijgen.

Hoofdstuk vier brengt alles bij elkaar. Eerst schetst Brinkerink de opkomst van de “culturele industrie”, met de verrassende conclusie dat

mensen de culturele producten van de massa-industrie niet [consumeren] vanwege een oprecht individueel verlangen, maar vanwege de prominente aanwezigheid van deze producten binnen de massamedia.

Vervolgens analyseert hij de ‘ondergrondse’ muziekstromingen, de indies (independents) en hoe deze langzaam maar zeker ‘mainstream’ werd. Dit was onvermijdelijk omdat zonder het “machtsmonopolie van de gevestigde muziekindustrie” het publiek nauwelijks te bereiken was. Maar dat ligt nu anders. Nu hebben onafhankelijke muzikanten en bands de mogelijkheid om zelfstandig, via digitale technieken, zichzelf aan een wereldwijd publiek te presenteren: de cyberindies waren.

Uit de conclusie:

CyberIndie stelt muzikanten middels een open exploitatiemodel tegelijkertijd in staat om (indirect) geld te verdienen met hun muziek. Nieuwe (internet)platformen voor muziek zijn van cruciaal belang voor de ontwikkeling van CyberIndie, als promotiekanalen en innovatieplatformen om de positie van deze nieuwe muzikale subcultuur binnen de muziekindustrie positief te beïnvloeden. Momenteel pionieren online muziekgemeenschappen met wat het toekomstig primaire consumptie- en distributiekanaal van muziek zal worden, door muziekliefhebbers de mogelijkheid te bieden om hun weg te vinden in een gemêleerd muzikaal landschap, met een omvangrijker en diverser muzikaal aanbod dan voorheen het geval was. Netlabels en andere nieuwe internetplatformen experimenten met steeds succesvollere open exploitatiemodellen voor muziek en tonen daarmee de meerwaarde van open distributie voor muzikanten aan.

Deze zeventig pagina’s tellende scriptie is zeer, zeer de moeite van het lezen waard.

Arnoud

Buma goes Creative Commons – Pilot flexibel rechtenbeheer

Jaja, na anderhalf jaar is het dan toch zover: de Buma is compatible met Creative Commons. Creative Commons Nederland en de Buma zijn een Pilot flexibel rechtenbeheer (met irritante audio) begonnen:

Creative Commons Nederland en Buma/Stemra zijn een pilot gestart om muziekauteurs meer keuzevrijheid te bieden in de wijze van verspreiding van hun werken via internet. Binnen deze pilot is het mogelijk om Buma/Stemra vergoedingen te laten innen voor commercieel gebruik van je werk, en tegelijkertijd delen van je repertoire ter promotie aanbieden onder Creative Commons Licenties voor niet-commercieel gebruik.

De contracten tussen Buma en artiesten eisen dat de artiest alle rechten afstaat aan de Buma. Zoals Planet het uitlegt:

De verplichte uniforme winkelnering was steeds meer rechthebbenden een doorn in het oog. Zelfs om muziek op de eigen website te zetten moesten ze betalen aan Buma/Stemra.

Nu is dan de ‘ingewikkelde materie’ (aldus Buma tegenover Planet) eindelijk opgelost: artiesten behouden het recht hun eigen werk onder Creative Commons versie 3-licenties uit te brengen, mits ze maar de “Niet-Commercieel” varianten gebruiken.

En Marco Raaphorst zag dat het goed was. 😉

Arnoud