Mag Slack een werkgever toegang geven tot chats van personeel?

De zakelijke chatdienst Slack laat werkgevers voortaan de privégesprekken van personeel inzien, las ik bij Nu.nl. De chatdienst, die populair is bij veel IT-werknemers en programmeurs, heeft haar exportfunctie voor chatberichten herzien. Het is nu makkelijker om je eigen chats te downloaden (dat moet immers van de AVG), maar wie een Plus- of Enterprise Grid-abonnement heeft, kan alle chats binnen dat abonnement downloaden, en ook privéberichten (direct messages). Waardoor je dus als werknemer binnen zo’n bedrijfsabonnement ineens jouw chats gedownload ziet.

Slack is een populaire chatdienst die erg handig blijkt voor snelle bedrijfscommunicatie, intern maar ook met klanten. Chats zijn opgedeeld in kanalen waar je bijvoorbeeld in teamverband aan deelneemt, zodat je alleen relevante conversaties volgt. Daarnaast kun je privéberichten sturen naar een specifieke andere gebruiker. Gebruikers kunnen van het eigen bedrijf zijn, of van een andere organisatie zoals een klant – maar je partner zou ook op Slack kunnen zitten zodat je met hem/haar een chat kunt voeren voor privédoeleinden.

Onder de AVG heb je recht op inzage en recht op dataportabiliteit – concreet kun je een kopie van je data eisen van internetdienstverleners waar je een contract mee hebt, of waar je apart toestemming gaf voor de dataverwerking. En wel in XML of vergelijkbaar standaardformaat. Dus op zich is het niet meer dan logisch dat Slack je de optie geeft je chats te downloaden, dat is gewoon de invulling van dat recht.

Het wringt natuurlijk waar de abonnementshouder niet het personeelslid is dat de chatdienst gebruikt. Want dat recht op inzage en dataportabiliteit is bedoeld voor het personeelslid om grip op zijn data te houden, niet voor de werkgever om eens rustig mee te lezen met wat mensen allemaal zeggen, zakelijk dan wel privé.

Tegelijkertijd hééft een werkgever soms het recht om inzage te krijgen in chats. Je hebt weliswaar privacy op het werk, maar die is niet onbeperkt. Als er een duidelijk bedrijfsbelang is om de chats te lezen, dan mag dat. Wel moet dit in een reglement zijn uitgewerkt en moet het in een concreet geval relevant en noodzakelijk zijn, maar het mag. (En in dat reglement zeggen dat de werkgever altijd alles mag zien, is niet rechtsgeldig.)

Het doet er dus uiteindelijk niet toe of de gesprekken via Slack gevoerd worden, via de mail of op een andere manier. Waar het om gaat is hoe privé het gesprek is en hoe groot het bedrijfsbelang is dat je daar tegenover stelt (en dat dus in je reglement is uitgewerkt).

Arnoud

Mag mijn werkgever me persoonlijk aansprakelijk stellen (met boete) op AVG-overtredingen?

Een lezer vroeg me:

Mijn werkgever eist dat ik een addendum op mijn arbeidscontract teken waarin opgenomen is dat ik persoonlijk aansprakelijk ben voor datalekken en niet-naleving van de AVG, inclusief een boetebeding voor 5.000 euro per geval. Ben ik verplicht dit te tekenen? Ik vind het wel héél ver gaan en overweeg serieus ontslag te nemen.

Een werkgever kan in principe niet eisen dat je iets ondertekent, tenzij de handtekening uitsluitend dient als bewijs dat je iets gezien hebt. Een akkoord kan in principe niet worden afgedwongen.

Specifiek bij wijzigingen van een arbeidscontract is er iets meer ruimte, grofweg wanneer de werknemer redelijkerwijs niet zou moeten weigeren. Dat zou kunnen spelen bij een functiewijziging, maar bij een beding als dit lijkt me dat niet op te gaan.

Minstens zo belangrijk is dat het juridisch niet mág, een werknemer persoonlijk aansprakelijk stellen voor niet-naleving van de AVG. Fouten in het werk die leiden tot zo’n niet-naleving zijn gewoon wanprestaties bij het werk, en die komen voor rekening van de werkgever (art. 6:170 BW).

Dit tenzij sprake is van opzet en grove nalatigheid, maar de lat daarvoor ligt zo hoog dat je er bij dit soort dingen vrijwel nooit aan komt. Sommige reglementen vermelden dan ook expliciet “iedere overtreding van de AVG wordt aangemerkt als opzet of grove nalatigheid” maar dat haalt niet eens de bulderlachtoets, laat staan de giecheltoets.

Ook een boete mag niet zomaar. Allereerst moet die boete in het arbeidscontract zelf staan (inclusief uitgewerkte regeling wanneer deze in werking treedt). Boetes in een eenzijdig aangekondigd reglement zijn sowieso niet geldig. Hier wordt de boete formeel in het contract zelf gezet, maar deze contractswijziging is geforceerd en dus ook niet rechtsgeldig.

Daarnaast mag een boete nooit hoger zijn dan een halve dag loon (art. 7:650 lid 5 BW). Met deze bedragen gaat het boetebeding dus sowieso van tafel.(Dit was onzin, dat verbod geldt alleen als je minimumloon verdient. Een hoge boete mag dus wel maar mag natuurlijk niet onredelijk hoog zijn, blauwe lijst algemene voorwaarden.)

Beide constructies zijn juridisch dus niet rechtsgeldig. Je hoeft dus niet te tekenen en dat kan juridisch geen gevolgen hebben. Natuurlijk mag de werkgever wel regels stellen over hoe je AVG-proof moet gaan werken, en mag hij je berispen of in extreme gevallen zelfs ontslaan als je die regels overtreedt. Die regels mag hij eenzijdig stellen, je akkoord als werknemer is daarvoor niet nodig. (Specifiek hier is die handtekening “voor gezien” wel nuttig, dan kun je niet ontkennen dat je wist van de regel.)

Een praktisch probleem blijft natuurlijk hoe je dat aan de werkgever overbrengt, zeker in situaties waarin deze zegt dat het wél moet en dat het wel rechtsgeldig is. Je kunt dan proberen het te escaleren via de vakbond of ondernemingsraad, of samen met collega’s bezwaar maken en kijken of dat meer indruk maakt.

Als men blijft vasthouden, dan zijn er twee opties: 1) je tekent niet, en hoopt dat hij je daar niet op afrekent door bv. een promotie te weigeren, 2) je tekent wel, en als het beding dan wordt ingeroepen dan start je een procedure bij de rechtbank om dat ongedaan te maken. Bij die tweede optie zou ik wel eerst de rechtsbijstandsverzekering vragen of ze dit dekken.

Wat zouden jullie doen?

Arnoud

Wanneer mogen wij de mailbox van een werknemer van een klant openen?

Een lezer vroeg me:

Mijn bedrijf verzorgt hosted e-mail en calendaring diensten, en wij beheren dan ook de mailboxen van medewerkers van onze klanten. Soms krijgen wij de vraag van een klant om een mailbox te openen, bijvoorbeeld omdat iemand uit dienst is of omdat er een geschil is. Wanneer mogen wij dit toestaan?

Vaste lezers, roep maar even mee: ook op het werk heb je privacy, en een werkgever mag dus niet zomaar in je mailbox kijken. Daar moet een goede reden voor zijn, en er moet rekening worden gehouden met je privacy. Een werkgever moet dus in een reglement uitwerken wanneer er zonder toestemming in een mailbox mag worden gekeken en wat het protocol dan is. Bijvoorbeeld, de manager en HR-directeur kijken samen en men negeert het mapje “Persoonlijk”. Of, we zoeken alleen op trefwoorden gelijk aan namen van zakelijke relaties.

Dat iemand uit dienst is, zou ik een goede reden vinden om een collega de mailbox in beheer te geven. Ik zou wel aanraden dat die mailbox even opgeschoond wordt, en ik hoorde laatst de slimme suggestie dat je de werknemer op zijn laatste dag vraagt of hij dat zelf heeft gedaan (en zo niet, doe het nu gelijk even).

Bij geschillen ligt het wat ingewikkelder, want daar is dan niet echt een objectieve reden – men gaat gewoonlijk dan juist op zóek naar redenen, om ontslag te forceren door aan te tonen dat er geheimen naar buiten zijn gesmokkeld of met relaties concurrerend contact is onderhouden bijvoorbeeld. Nu zijn dat natuurlijk op zich redenen, maar je mag pas gaan zoeken als je al een vermoeden hebt dat die redenen er zijn. Een snuffeltocht (fishing expedition) is niet toegestaan.

Een complicatie hier is dat de vraag nu wordt neergelegd bij een externe leverancier van ICT-diensten. Het doet denken aan die recente discussie over login-logs, waarbij dit ook aan een externe leverancier werd gevraagd. Het antwoord is hetzelfde:

De clouddienstverlener zou natuurlijk kunnen zeggen, het is niet mijn taak hierop te letten, want ik ben slechts bewerker / verwerker in opdracht. Dat klopt natuurlijk, maar een verwerker heeft onder de AVG wel degelijk een zorgplicht om na te gaan of hij wel binnen de wet handelt. Hoewel de verwerkingsverantwoordelijke de doelen en middelen van de verwerking bepaalt en daarbij instructies geeft ontslaat dit de verwerker niet van de plicht het te melden wanneer naar zijn mening de instructie in strijd is met de AVG of andere wetgeving over persoonsgegevens. Hij mag dus weigeren de gegevens te geven als het verzoek daarom duidelijk niet door de beugel kan.

Bij mailboxen geldt dus precies hetzelfde. Ook de hosted e-mail provider heeft een zorgplicht onder de AVG en moet dus zelf nagaan of het verzoek in orde is. Dat kan natuurlijk niet voor de volle 100% nagegaan worden, maar iets meer dan “tsja het is de klant, en hij betaalt dus hij bepaalt” moet er wel zijn. Een protocol hierover toevoegen aan je opdrachtovereenkomst of verwerkersovereenkomst lijkt me dan ook een heel goed idee.

Arnoud

Van wie is de Facebookpagina van een bekende Nederlander?

“Mijn vorige werkgever zegt: die heb je onderhouden tijdens werktijd, dus die is van ons.” Aldus DJ Giel Beelen in het AD vorige week. De ex-werkgever van de DJ claimt eigenaar te zijn van de Facebookpagina, omdat deze onder werktijd werd onderhouden. Mogelijk een reactie op dat akkefietje vorige week met de ‘gehackte’ muziek. Maar het is wel een lastige vraag: van wie ís de Facebookpagina van een bekend persoon?

Data bestaat juridisch niet, roep ik altijd. En dat geldt ook voor Facebook: een Facebookprofiel met updates, foto’s en dergelijke bestaat juridisch niet als zelfstandig ding. Je kunt er dus geen eigenaar van zijn in de zin van de wet; het is niet meer dan een artefact van een dienst geleverd door Facebook Inc. Juridisch stelt het minder voor dan een bioscoopkaartje of kassabon. Dus wat dat betreft zou de vraag zinloos zijn.

Maar specifiek in de werkgever/werknemer relatie is er nog wel een haakje. Die dienst is geleverd onder een contract tussen Facebook Inc en meneer Beelen. Als hij dat contract als werknemer sloot, dan staat het op naam van zijn ex-werkgever de BNNVARA. Wanneer je dan als werknemer daar niet meer werkt, ben je dus niet meer bevoegd om onder het contract handelingen te verrichten, wat een dure manier is om te zeggen dat je dan die pagina niet meer mag updaten.

Wanneer ga je nu een contract aan als werknemer? Een expliciete opdracht is daarvoor niet nodig. Als uit de omstandigheden duidelijk is dat jij én de werkgever dit bedoelde als zakelijke actie, dan is het een contract op naam van de werkgever. Er is dus geen hard criterium, en ook “onder werktijd beheerd” is niet genoeg. Als ik onder werktijd als DJ een roman schrijf, dan is die echt van mij want dat heeft niets met het werk te maken. (Ik kan wel worden berispt voor niet werken onder werktijd.)

Dat je op je eigen naam gebruikt, zou normaal voor mij een belangrijke factor in het voordeel van de werknemer zijn. Ook dat het hier Facebook is en niet een meer zakelijk netwerk zoals Linkedin, zie ik als factor pro werknemer. Maar het is hier iets ingewikkelder, omdat je als Bekende Nederlander juist zákelijk op Facebook moet zijn (daar zitten je fans) en je daarbij ook onder je persoonsnaam naar buiten treedt. Anders gezegd: het onderscheid tussen Giel Beelen privé en Giel Beelen, werknemer BNNVARA, is eigenlijk niet goed te maken.

Er blijft dan weinig anders over dan op de pagina zelf te kijken. En daar zie ik van alles over de zakelijke activiteiten van de DJ, aansluitend bij dingen die op de radio gebeuren. Ik zie zo gauw geen echte privézaken zoals ik die bij een particuliere Facebook zou verwachten. Daardoor krijg ik het gevoel dat de pagina bedoeld is als deel van het werk, en daarmee is goed verdedigbaar dat BNNVARA deze als bedrijfspagina ziet.

Het is natuurlijk nogal vervelend voor Beelen die zo het contact met zijn fans verliest, maar juridisch zie ik geen argumenten om de pagina zelf te mogen houden. Jullie wel?

Arnoud

Oh, je baas mag toch niet meegluren in je privéberichten op je werk?

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in een uitspraak bepaald dat bedrijven hun werknemers moeten inlichten op het moment dat hun digitale communicatie vanaf de werkplek in de gaten wordt gehouden. Dat meldde Tweakers vorige week. Een werknemer had een zakelijk Yahoo Messenger account aangemaakt om daarmee met klanten te kunnen chatten. De werkgever monitorde dit account en constateerde op zeker moment dat er privécommunicatie (met onder meer zijn broer en zijn verloofde) was geweest, en gebruikte dat als grond voor ontslag. Het EHRM corrigeert de uitspraak: de werknemer was niet vooraf specifiek geïnformeerd, en dus was het ontslag onterecht.

De uitspraak is een vervolg op deze zaak uit 2016. Destijds werd vooral op de inhoud beslist: het account was aangemaakt voor zakelijke doeleinden, waardoor het al vrij snel redelijk is dat de werkgever daarin kijkt. Dat Yahoo Messenger een typisch consumentenchatprogramma is, doet daar niet aan af. Verder werden de berichten niet inhoudelijk bekeken in de rechtszaak, maar werd heel snel vastgesteld dat het privécommunicatie betrof, waarna de rest van de zaak ging over of duidelijk was gemeld dat dat niet mocht, hoe ernstig alles was et cetera.

De werkgever gaat echter toch onderuit op het formele aspect van notificatie, de inlichtingenplicht uit de Wet bescherming persoonsgegevens en vanaf volgend jaar de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Deze vereist kort gezegd dat de betrokkene duidelijk wordt geïnformeerd over het wat en hoe van de gegevensverwerking.

In deze zaak was geen duidelijk reglement verstrekt waarin werd uitgewerkt onder welke omstandigheden overgegaan zou worden tot monitoring van privégebruik van ICT-middelen. Weliswaar was een andere werknemer recent ook ontslagen vanwege dergelijk privégebruik, maar dat is als informatie onvoldoende voor werknemers om te weten te komen wat de aard en scope van monitoring van dergelijke middelen is. Daarnaast was het algemene reglement met een verbod op privégebruik van ICT-middelen wel verstrekt, maar dat bevatte geen waarschuwing dat gemonitord kon worden om dit verbod te handhaven.

Ook was niet duidelijk genoeg specifiek gemotiveerd waarom monitoring in dit geval nodig zou zijn. Het lijkt erop dat de monitoring als algemeen middel werd ingezet en niet specifiek tegen deze persoon omdat er gegronde vermoedens waren gerezen van privégebruik. Dat is dan te snel naar een zwaar middel gegrepen zonder na te denken of het anders kon.

Daarnaast wordt het nationale vonnis vernietigd met het argument dat te weinig naar subsidiariteit is gekeken. Het Hof ziet de monitoring van ICT-communicatie als een zwaar middel, waardoor dit zwaarwegend in de afweging van belangen moet worden betrokken. Bij voorkeur kan de werkgever geen privécommunicatie lezen, maar moet worden volstaan met het bepalen of gesprekken privé zijn. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door te constateren dat de wederpartij in de communicatie niet bekend is als klant, waarna de werknemer kan worden gevraagd of deze persoon wellicht toch een zakelijke relatie is (denk aan mensen die liever vanaf een privéadres chatten of thuiswerken en geen zakelijk account kunnen gebruiken). Hier werd direct naar het zwaarste middel gegrepen, en dat kan dus niet door de beugel.

Ik roep het vaker, maar het is echt van groot belang dat je een reglement maakt waarin je specifiek uitwerkt wat je bedrijfsbeleid is rond monitoring. En dan dus niet met dooddoeners als “vanwege security kan monitoring plaatsvinden” maar benoem de vormen van monitoring: aan/uitzetten van chatapplicaties, automatisch lezen van verkeersgegevens, automatische analyses van inhoud, handmatige kennisname van inhoud. Wie kan hierbij en waarom? Waarom is privégebruik verboden, hoe ver strekt dat verbod en wat zijn de (proportionele) sancties op overtreding?

Arnoud

Ook berichten op de zakelijke telefoon kunnen privé zijn

Wat doe je als je als werkgever het vermoeden krijgt dat een personeelslid haar concurrentiebeding overtreedt? Dan ga je natuurlijk op zoek naar bewijs. Vandaag de dag is dan de laptop of zakelijke telefoon van die werknemer een handige bron van bewijs: deze biedt immers toegang tot mailaccounts, WhatsAppgespreken en ga zo maar door. Maar zoals uit dit vonnis blijkt, moet je als werkgever echt uitkijken met daar zomaar in gaan snuffelen.

De werknemer was in dienst bij een bedrijf voor tandheelkundige zorg. Op zeker moment kreeg het bedrijf een vermoeden dat de werknemer dingen ondernam voor een concurrent, en dat daarbij ook mogelijk vertrouwelijke informatie richting die concurrent zou zijn gegaan. Dat zou in strijd zijn met het concurrentiebeding uit haar arbeidsovereenkomst.

Tijd voor een onderzoek dus. De zakelijke telefoon bood een ingang: via die telefoon kon men eenvoudig toegang krijgen tot communicatie via Facebook, Gmail en Whatsapp. (Zo te lezen was de werknemer automatisch ingelogd vanaf die telefoon op deze diensten, zonder apart wachtwoord.) Na de werknemer op nonactief gesteld te hebben, kreeg men de telefoon terug en kon erop worden gekeken. Daaruit bleek dat er inderdaad communicatie was met werknemers en management van een concurrent.

Maar mag je nu in zulke informatie kijken? Nee, aldus de rechter. Ook al is het een zakelijke telefoon, die gesprekken zijn privé en daar heb je dus van weg te blijven als werkgever.

Nu whatsapp en hotmail tot de privé-domein van [gedaagde] behoren, heeft Ivory door zich daarin toegang te verschaffen zonder instemming van [gedaagde] zonder meer inbreuk gemaakt op haar recht op privacy (artikel 8 EVRM). Deze inbreuk is dermate ernstig, te meer nu [gedaagde] als gevolg daarvan zelf geen toegang meer had tot haar whatsapp en hotmail, dat het belang van Ivory bij de inbreuk, namelijk het achterhalen hoe ver de concurrerende activiteiten van [gedaagde] reiken, onvoldoende is om de ernst van de inbreuk te rechtvaardigen. Er is dan ook sprake van onrechtmatig verkregen bewijs.

Maar zoals wel vaker gezegd, dat betekent niet dat het bewijs dus buiten beschouwing blijft. In Nederland is onrechtmatig verkregen bewijs bruikbaar als bewijs. Dat je het bewijs onrechtmatig verkreeg, is iets waar je apart op afgerekend wordt.

In dit geval zitten er verder weinig consequenties aan, wat ik wel opmerkelijk vind. De berichten laten zien dat de werknemer inderdaad bezig was onder de duiven van de werkgever te schieten, onder meer door prospects door te spelen aan de concurrent zodat die ze over kon nemen. Ook werden financiële informatie en klantgegevens doorgemaild. Dat is vrij ernstig en inderdaad een overtreding van het concurrentiebeding. Mogelijk dat de rechter daardoor weinig sympathie meer over had om de werkgever af te rekenen op het onrechtmatig snuffelen? (Of het is zo simpel als dat er geen schadevergoeding werd gevorderd, dus ook niet kon worden toegewezen.)

Arnoud

Hoe hard zoek je de openbaarheid als je dingen op Facebook zet?

De privacywetgeving hoort niet van toepassing te zijn als iemand zelf de openbaarheid zoekt, las ik bij Netkwesties. Als mensen beslissen allerlei zaken openbaar te maken, betekent dat tegelijkertijd dat zij het ‘risico’ nemen dat anderen, waaronder wellicht potentiële werkgevers, daar kennis van nemen. Een standpunt dat hier ook recent voorbij kwam, zij het op een voor mij wat ergerlijke manier: het is me iets te makkelijk, dat “iedereen kiest voor Facebook dus wat je daar zet is vogelvrij”.

De kern van dit standpunt komt erop neer dat Facebook en andere sociale media inzetten een bewuste keuze is, die weloverwogen wordt gemaakt door een gemiddeld omzichtige consument na zich adequaat geïnformeerd te hebben. Na die keuze is het inderdaad wat raar om ineens te gaan schermen met allerlei privacybezwaren. Wie zijn arts aanklaagt voor een amputatie na middels diverse gesprekken over de beste medische behandeling daar welbewust voor gekozen te hebben, zal ook niet snel gelijk krijgen.

Alleen: dat de gemiddelde burger zo’n omzichtige consument is, klopt natuurlijk van geen kant. Mensen kiezen niet welbewust en na zorgvuldig inlezen voor die diensten, men gebruikt het omdat iedereen het gebruikt, het er netjes en overzichtelijk uitziet en het wel snor lijkt te zitten. Wie zou er immers niet een keurige nette dienst afnemen van een groot beursgenoteerd bedrijf? Betrouwbaarder kan haast niet, zou je denken.

En er zitten ook keurige knopjes in om je privacy mee te bedienen. Alleen, zo makkelijk is dat nog niet. Uit onderzoek blijkt dat slechts een derde van de mensen snapt hoe Facebook-privacyinstellingen werken. De meeste mensen denken te snel dat ze iets privé hebben gemaakt. Je moet er een behoorlijke studie van maken om zeker te weten wat je doet als je dingen dicht wil zetten.

Sterker nog: je kúnt je haast niet adequaat inlezen in wat die diensten doen. De privacyverklaring staat vol wollige taal, en wie dat allemaal door wil spitten is daar 76 werkdagen per jaar mee kwijt. En nog erger, die privacyverklaringen zijn niet volledig dus zelfs als je die 76 dagen er voor gaat zitten, kom je er nog niet uit.

En zelfs als je wél eruit komt, de boel goed dichttimmert en oplet wat je post, dan nog loop je tegen vrienden en kennissen aan die zonder nadenken dingen posten met jouw naam of foto erin. Een fotoverslag van een leuk feestje met als grappig commentaar dat jij weer helemaal teut was “maar je zal je wel ziek gemeld hebben vandaag he” om eens wat te noemen. Of tegen een naamgenoot die het wat minder nauw met de werkethiek neemt.

Natuurlijk zijn er mensen die welbewust hun hele leven delen. Die zullen er ook weinig bezwaar tegen hebben dat hun werkgever dat leest. Maar daar zal ook weinig echt privés te vinden zijn. Deze regels over werknemers googelen zijn natuurlijk niet voor deze groep bedoeld. Het gaat om het gros van de mensen dat niet weet, en eigenlijk ook niet kán weten hoe Facebook en consorten werken, die in een vervelende positie komen als hun socialmediainformatie al te makkelijk gebruikt kan worden.

Die mensen wegzetten als “ze kiezen er welbewust voor” vind ik gewoon wereldvreemd. Hetzelfde geldt voor “je hoeft niet op Facebook te zitten”, waar ik eerder al over tireerde.

(En dat raakt aan een aanverwant punt waar het Netkwesties-stuk overheen scheert: de benodigde zorgvuldigheid om die informatie op waarde te schatten. Weet jij als werkgever of zo’n bericht waar is? Klopt de datum wel? Is het echt je werknemer? En is het opschepperij/stoerdoen naar vrienden of serieus bedoeld?)

Arnoud

Moet ik als werknemer akkoord gaan met de privacyvoorwaarden van Google?

Een lezer vroeg me:

Mijn werkgever (een mkb bedrijf) is overgestapt naar een Google domein voor mail, en nu moeten wij bij ingebruikname akkoord gaan met de privacyvoorwaarden van Google. Kan ik dat weigeren? Natuurlijk, het gaat om werk mail, maar toch, Google accounts doen veel meer dan alleen werkgedrag in de gaten houden.

Dit lijkt me niet iets dat je kunt weigeren te doen. De werkgever bepaalt hoe het werk wordt uitgevoerd, en als hij ervoor kiest om Google als leverancier in te zetten dan heb jij het daarmee te doen. Dat je bij het gebruiken daarvan op een akkoord-knopje moet drukken, is dus gewoon deel van je werk.

Het is echter een misverstand dat je als werknemer dan ineens toestemming geeft aan Google voor wat dan ook. Ik geef toe, een gemakkelijke fout want er stáát immers “I agree” en er zit een privacyreglement bij ook nog. Maar als je als werknemer op zo’n knop druk, dan ga je hooguit namens je werkgever met dingen akkoord. Niet privé.

Natuurlijk kan Google allerlei dingen van je te weten komen wanneer je als werknemer met die diensten werkt. Maar ook dat is de verantwoordelijkheid van je werkgever. Als goed werkgever heeft hij de taak jouw privacy te waarborgen, en dus ook te zorgen dat leveranciers niet zomaar allerlei persoonlijke dingen van werknemers te weten komen. Hij zal dus bijvoorbeeld een bewerkersovereenkomst moeten treffen met die leveranciers, waarin staat dat deze niet gaat snuffelen in netwerkverkeer van werknemers. Je kunt hem daarop aanspreken als hij dat niet goed geregeld heeft.

En ik snap heus dat Google zich weinig aan zal trekken van zo’n Nederlands werkgevertje, maar daar zal het arbeidsrecht weinig rekening mee houden.

Arnoud

Ik moet een app installeren van mijn werkgever en dat wil ik niet

Een lezer vroeg me:

Mijn werkgever wil dat we allemaal een app installeren die voor het werk noodzakelijk is. Hiermee moeten we onder meer onze tijd bijhouden en registreren bij welke klanten we zijn geweest. Maar ik wil dat helemaal niet op mijn privételefoon. Mag ik dit weigeren?

Ja, dat mag je weigeren. De werkgever is wettelijk verplicht de werknemer de gereedschappen te verschaffen waarmee deze het werk kan uitvoeren. Dat geldt voor bureaustoelen en hamers, maar ook voor telefoons en andere computers waarmee gewerkt moet worden.

Als het bedrijf het noodzakelijk acht dat iemand met een app werkt, dan moet de werkgever hem ook de middelen verschaffen om met die app te werken. Men kan toch ook niet verwachten dat je als werknemer een bureaustoel van thuis meeneemt?

Praktisch detail: hoe leg je dat uit? Geen mobiele telefoon hebben kan natuurlijk (“Nee, ik leen er eentje van mijn schoonvader en die wil dit niet”) maar voelt een tikje wereldvreemd. Weigeren vanwege privacy- of securityredenen komt al snel te nerdy over. Maar wat zeg je dan?

Arnoud

Mag mijn ex-werkgever een collega onder mijn blogs zetten?

Een lezer vroeg me:

Enige tijd terug ben ik in goed overleg bij mijn vorige werk weggegaan, en ik werk nu ergens anders maar in dezelfde branche. Ik zag laatst echter dat mijn werkgever onder al mijn blogs nu een collega heeft gezet. Prima, alleen staat erbij dat die persoon de auteur is. Dat klopt niet en nu kan ik niet meer laten zien wat ik in het verleden heb gedaan. Mag hij dat zo doen?

(Dit sluit meteen mooi aan bij de recente vraag over werkgeversauteursrecht.)

Wanneer je als werknemer iets maakt in het kader van het werk, dan heeft de werkgever daarop het auteursrecht. Hij mag er dus mee doen wat hij wil. Online laten staan, weghalen, aanpassen, een andere contactpersoon erbij zetten, noem maar op.

Specifiek bij dit geval ligt het wat lastiger. Hier wordt namelijk de werknemer zijn vermelding als werkelijk maker ontnomen. Dat stuit af op de zogeheten persoonlijkheidsrechten (artikel 25 Auteurswet). Je hebt als maker het recht naamsvermelding te eisen, zelfs nadat je het auteursrecht hebt overgedragen. Je kunt afstand doen van dat recht, maar dat moet wel expliciet gebeuren.

Alleen: hééft de werknemer wel persoonlijkheidsrechten? Daar is onder juristen geen consensus over. Het punt is namelijk dat je niet je auteursrecht aan je werkgever overdraagt – de werkgever wordt geacht het werk te hebben gemaakt, niet de werknemer. En als je de werkgever als maker aanmerkt, dan komen de persoonlijkheidsrechten dus strikt gesproken ook aan de werkgever toe. Maar dat is dan ook weer gek, want persoonlijkheidsrechten zijn bedoeld om ménsen te beschermen. Dus horen ze logischer wijs bij de werknémer.

Lange tijd was de rechtspraak de eerste gedachte toegedaan: volgens de wet is de werkgever de maker, en dus ook de houder van de persoonlijkheidsrechten. De werknemer had dus geen enkele aanspraak op naamsvermelding. De laatste jaren komt daar wat verandering in. Zo werd in deze zaak bepaald dat een fotograaf-werknemer wel degelijk naamsvermelding kon eisen bij publicatie van dat werk (dat keurig binnen het kader van het arbeidscontract viel) door de werkgever. En mijn collega Mathieu Paapst publiceerde in 2010 ook al over een voorzichtige verschuiving richting dat laatste.

Het is dus verdedigbaar dat je als werknemer (ook als ex-werknemer) kunt eisen dat de werkgever je naam bij je publicaties zet, tenzij je daar expliciet en vrijwillig afstand van hebt gedaan. Dat zou dan eigenlijk wel in het arbeidscontract moeten gebeuren. Je werknemer verplichten een afstandsverklaring te tekenen, is niet rechtsgeldig.

Voor de werkgever is dat niet even prettig, zeker bij ex-werknemers. Je zult dus als werknemer wel enige moeite moeten doen om uit te leggen waarom je dit wilt. En natuurlijk mag de werkgever er altijd bijzetten “Deze persoon werkt niet meer bij ons; neem contact op met opvolger A”.

Arnoud