Fotograferen en journalistiek op het station

Niet echt Internetrecht, alhoewel ze wel Internet hebben op stations: hoe zit het met fotograferen op stations. Journalist Brenno de Winter zag een Segway op station Utrecht en wilde hier met een foto verslag van doen, maar dat werd hem verboden door de Spoorwegpolitie. Kan die dat zomaar? Nee, en wel hierom.

Op zich mag de NS natuurlijk huisregels stellen, want de stations zijn hun privé-eigendom. En er zijn ook huisregels over fotograferen op stations:

Voor het maken van professionele opnamen moet wel altijd vooraf toestemming worden gevraagd. Hieronder vallen ook alle opnamen waarbij gebruik wordt gemaakt van statieven, extra licht en figuranten en opnamen die worden gemaakt door studenten als studieopdracht. Bij opnamen voor privé-doeleinden (voor familiealbum of hobby) vanaf voor het publiek toegankelijke gedeelten van het station is geen toestemming van NS nodig. Uitzondering hierop vormt het fotograferen of filmen van NS personeel, balies en wachtruimtes. Dit is zonder uitdrukkelijke toestemming niet toegestaan.

Alleen, journalistiek en vrije nieuwsgaring is een grondrecht (artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Je eigendomsrecht inzetten om een journalist te weren zijn werk te doen is een schending van dit grondrecht. Om te bepalen of dit toegestaan is, moet de rechter een belangenafweging plegen. Hoe groot is de nieuwswaarde en het belang om dit te melden, en hoe groot is in dit geval de waarde van het eigendomsrecht van de NS en de persoonlijke levenssfeer van haar medewerkers.

Zeker nu de NS haar stations normaal openstelt voor het publiek, zal die afweging snel in het voordeel van de journalist uit moeten vallen, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Bijvoorbeeld dat een medewerker tegen zijn of haar wil heel prominent in beeld komt terwijl dat niet relevant is voor het verhaal.

Maar wat heeft de Spoorwegpolitie daarmee te maken? Een ruzie tussen een journalist en de eigenaar van een terrein is civielrecht, dus vecht dat samen lekker uit bij de rechter zou je zeggen. Toch zitten er publiekrechtelijke aspecten aan. Het punt is namelijk dat het Algemeen Reglement Vervoer (dat geldt voor spoorwegen en stations) verbiedt om “beroep of bedrijf” uit te oefenen op stations zonder toestemming van de NS. En de NS heeft de Spoorwegpolitie gemachtigd om het toezicht op deze regels uit te oefenen.

Specifiek voor stations is er namelijk artikel 5 van het Algemeen Reglement Vervoer (ingevoerd op grond van de Spoorwegwet):

  1. Het is een ieder, behoudens uit de aard van zijn betrekking, verboden zich in of op een station dan wel in een trein in een zodanige toestand te bevinden of zich zodanig te gedragen, dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord.
  2. <li>Als verstoring van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang worden beschouwd: (...)
    

    f. uitoefenen van beroep of bedrijf;

    <li>Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing voor zover de spoorweg daarvoor, met inachtneming van de belangen van reizigers, toestemming heeft gegeven.</li>
    

Natuurlijk is dit bedoeld om allerlei stalletjes en verkopers te kunnen weren, maar journalisme is een beroep, dus naar de letter van dit artikel is het verboden journalistiek te bedrijven op het station zonder toestemming van de NS.

Daarnaast is er ook artikel 7 van datzelfde Reglement:

Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen, die door of vanwege de spoorweg duidelijk kenbaar zijn gemaakt.

De regel over niet mogen fotograferen op het station betreft de goede bedrijfsgang van de NS. De NS heeft de Spoorwegpolitie gemachtigd om het toezicht op deze regels uit te oefenen. Die doen dat door ambtsbevelen te geven tot verwijdering van het terrein (art. 184 Wetboek van Strafrecht) maar uit twee recente arresten van de Hoge Raad (AU8060 en AZ3309) begreep ik dat dat niet mag. Ambtsbevelen mogen alleen gaan over wettelijke voorschriften, en NS-huisregels zijn geen wet:

Als de onderhavige verwijderingsbevelen namens de NS zijn genomen en dus niet door politieambtenaren als zodanig, dan zijn die bevelen niet gegeven door een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.

Als ik die arresten doortrek naar deze situatie, lijkt het mij dat de agenten ook geen ambtsbevelen mogen geven tot het wissen van foto’s wanneer iemand zonder toestemming fotografeert.

En zelfs al mogen ze dat wel, dan zou zo’n ambtsbevel het grondrecht van vrije nieuwsgaring schenden, en de overheid mag dat al helemaal niet snel doen.

De NvJ waarschuwt voor de laatste maal:

Journalisten worden steeds vaker met beperkingen geconfronteerd bij de uitoefening van hun vak. Zij hebben het recht om foto’s te maken in openbare en semi-openbare ruimtes (stadions/stations etc.). De NVJ heeft aan zowel politie als NS duidelijk gemaakt dat dergelijke restricties in strijd zijn met de vrijheid van nieuwsgaring.

(En voor wie denkt aan antiterrorisme-regels: station Utrecht is geen verboden plaats. Er staat zes jaar cel op het fotograferen van gebouwen die belangrijk zijn voor de staatsveiligheid.)

Arnoud

Grootste schadevergoeding in octrooizaak ooit ongeldig verklaard

Het vonnis van anderhalf miljard dollar wegens octrooiinbreuk door Microsoft is ongeldig verklaard, meldt de Financial Times. In maart werd Microsoft veroordeeld wegens inbreuk op twee octrooien die zouden lezen op het MP3-compressieformaat. De schadevergoeding van anderhalf miljard was een record. Dat kan nu dus weer doorgehaald worden.

Judge Brewster threw out the verdict on one of the dispute patents on the grounds that it was co-owned by Fraunhofer. US law requires co-owners to sue jointly in such cases, and Microsoft had already licensed the technology from Fraunhofer. He also ruled that Alactel-Lucent had failed to prove that Microsoft infringed on the other patent.

Uiteraard gaat Alcatel in hoger beroep.

Arnoud

De mythe van de superhacker

Beveiligingsexpert Bruce Schneier vond een paper over The Myth of the Superuser, de mythe van de superhacker.

Veel regels over internet (van beveiligingsmaatregelen tot wetgeving) lijkt gemaakt te worden uit angst voor de superhacker. Die komt overal in, die kan alles, dus alleen rigoreuze maatregelen kunnen ons nog redden.

The experts in computer security and Internet law have failed to deliver us from fear, resulting in overbroad prohibitions, harms to civil liberties, wasted law enforcement resources, and misallocated economic investment. This Article urges policymakers and partisans to stop using tropes of fear; calls for better empirical work on the probability of online harm; and proposes an anti-Precautionary Principle, a presumption against new laws designed to stop the Superuser.

In de praktijk blijken vooral de script kiddies en verzenders van spam de problemen te veroorzaken.

Arnoud

Huizenzoekmachine Jaap moet stoppen met overnemen

Huizenzoekmachine Jaap mag niet langer de teksten en foto’s van te koop staande huizen overnemen van makelaarsites, inclusief Funda, zo bepaalde de rechter afgelopen donderdag. Wel mag Jaap korte stukjes, adresgegevens en een thumbnail-versie van de foto blijven gebruiken. Het waren eigenlijk stiekem twee zaken, die de rechtbank nu tegelijk afdoet.

In de ene zaak (LJN BB1207) had de stichting Baas in eigen Huis een proces aangespannen tegen huizenzoekmachine Jaap. Die stichting heeft als doel het behartigen van de belangen van makelaars inzake intellectuele eigendomsrechten.

In de andere zaak (LJN BB1209) had Jaap Funda, NVM en de stichting gedaagd met als eis dat deze zouden stoppen met het bemoeilijken van Jaap’s dienst. Zo zou de NVM haar leden geen aanwijzingen meer mogen geven over het hinderen van Jaap, en al helemaal niet door gebruik te maken van de erecode van makelaars.

Eerst maar eens de inbreuk. De huizenzoekmachine Jaap verzamelt gegevens over te koop staande huizen en stelt die gratis beschikbaar op hun eigen site. Niet alleen van de bekende sites zoals Funda, maar ook van andere sites. Nu bestaan dit soort huisadvertentieverzamelsites (scrabble!) al langer, maar Jaap wijkt op een belangrijk punt af van bijvoorbeeld Zoekallehuizen.nl: Jaap kopieert alle gegevens naar hun eigen site. Sites als Zoekallehuizen werkten met dieplinks vanaf de overzichtspagina, waardoor bezoekers van ZAH meteen bij de makelaar in kwestie uitkwamen. Dat mocht.

“Jaap neemt meer over dan Zoekallehuizen.nl, die laatste plaatst slechts een kleine foto en een tekst van 155 karakters. Dat Jaap neemt alles over. Is er dan nog sprake van citaatrecht?” vroeg Tjeerd Overdijk van Steinhauser Hoogenraad zich af in het AD.

Overnemen is wat anders dan linken, zelfs als je bij de link een stukje overneemt of een verkleinde foto laat zien. Dat was -zo bleek uit de ZAH-zaak– een toelaatbaar citaat:

ZAH doet in feite niet meer dan nodig is om de gebruiker in staat te stellen de voor hem (mogelijk) van belang zijnde websites van de makelaars te vinden door daarnaar te verwijzen via enkele belangrijke gegevens. Het gebruik van deze gegevens valt te beschouwen als of staat op gelijke voet met het citeren uit een werk ten behoeve van een aankondiging. Het heeft immers de strekking de gebruiker aan te kondigen wat hij te zien zal krijgen als hij de door ZAH aangeboden hyperlink volgt.

Overnemen is in principe inbreuk op het auteursrecht.

Jaap’s verweer was sterk: die teksten zijn kort en feitelijk, en de foto’s weinig creatief, dus er is geen sprake van auteursrecht. En zonder auteursrecht is overname gewoon toegestaan.

Nu hebben we in Nederland alleen een eigenaardige kronkel in het auteursrecht. Ook zogeheten onpersoonlijke geschriften zijn beschermd door het auteursrecht. Kort door de bocht geformuleerd zit ook auteursrecht op wat je krijgt als je een paar keer met je vuist op het toetsenbord slaat en dat publiceert. Dat recht (geschriftenbescherming) is wel veel beperkter. Alleen als er sprake is van (bijna) letterlijk overnemen van (zowat) de hele tekst, is sprake van inbreuk op dit recht. U mag dus rustig op uw toetsenbord blijven meppen.

En met deze kronkel heeft de stichting toch een recht gevonden dat ingezet kan worden tegen Jaap. Want Jaap neemt alles letterlijk over.

De rechter zag wel in dat het volledig verbieden van Jaap ook weer te ver ging. Zeker omdat sites als Zoekallehuizen wel informatie mogen overnemen van Funda en andere sites. De oplossing? Verbied het, behalve als

de overgenomen en gepubliceerde gegevens niet meer omvatten dan (i) een tekst met maximaal 155 tekens, (ii) daarnaast de adresgegevens en (iii) de vraagprijs van het object, alsmede een bij een en ander te plaatsen foto met een formaat van ten hoogste 194×145 pixels.

Op zich word ik altijd heel zenuwachtig van auteursrechtelijke regels met getallen er in, want ze gaan al snel een eigen leven leiden. Zo heeft de BUMA in 1997 ooit eens gezegd dat ze geen rekening sturen voor fragmenten van 10 seconden, wat zich ondertussen vertaald heeft naar “een citaat mag maximaal 10 seconden duren”. Maar goed. In dit geval is duidelijkheid gewenst, anders zitten de partijen volgende maand weer voor de rechter.

Oh ja, en dat andere vonnis. Daarin protesteerde Jaap dus tegen het gelobby van de stichting en van de NVM om makelaars zo ver te krijgen dat ze Jaap de toegang tot hun site zouden ontzeggen. Maar dat mocht, omdat Jaap fout zat. Handig dat dat net in het eerste vonnis besloten was. De brief was ook niet meer dan een reactie op Jaap’s acties, en wie hard inzet moet niet gek opkijken als hard teruggeslagen wordt.

De rechter werd nog mooi geciteerd in de NRC:

De rechter begreep de eis van de NVM-makelaars niet goed. Hij onderbrak één van de advocaten en vroeg: „Waarom zou een makelaar zijn auteursrecht beschermen? Het is toch in het belang van woningverkopers dat op zo veel mogelijk plekken is te zien dat hun woning te koop staat?”
Maar ja, het gaat niet alleen om de belangen van de makelaars. Voor een belangenorganisatie als de NVM is ook het exclusief houden van de groep belangrijk. Dat geeft meerwaarde aan het etiket ‘NVM’.

Arnoud

12 maanden cel voor computervredebreuk

12 maanden cel voor de ‘gamehacker’, zoals Bright hem noemt. De hacker had in januari en februari bij diverse gamesbedrijven, waaronder Darkfall, ingebroken en code gestolen. Van de 12 maanden zijn er acht voorwaardelijk, en omdat de man al vier maanden in voorarrest had gezeten komt hij direct op vrije voeten.

Planet legt uit:

De verdachte heeft hij bij twee bedrijven, Aventurine en Zenimax, de computer gehackt om op die wijze online een nog niet op de markt gebracht of geheel ontwikkeld computerspel te kunnen spelen. Bij Aventurine ging het om de MMORPG Darkfall Online. Daarnaast heeft hij bij een derde bedrijf de computer gehackt om vertrouwelijke productgegevens en broncodes van software over te nemen. Bij een vierde bedrijf heeft verdachte in de computer ingebroken om een inkomstengenererende clickbanner te kunnen instaleren.

Eerder schreef Peter Olsthoorn op Netkwesties over de zaak:

Het zou een belangwekkende zaak worden met een hoge straf als afschrikking voor andere potentiële computerkrakers. Te meer daar buitenlandse partijen tot de gedupeerden behoorden, het bewijs rond was en een bekentenis daar. Maar Peter de R. kwam er genadig vanaf. Hij had al zo geleden in het Huis van Bewaring.

Zo loopt deze op het oog indrukwekkende strafzaak toch min of meer met een sisser af. Peter de R., tot deze zaak nog met een blanco strafblad, krijgt een voorwaardelijke straf als stok achter de deur om niet in herhaling te vervallen.

Arnoud

Juridische status van e-mail

Onlangs ontving ik een vraag van een lezer van mijn site over de juridische status van e-mail. Daar zitten twee aspecten aan: de vertrouwelijkheid van de inhoud van de e-mail, en het recht om de e-mail te mogen kopiëren of verder te verspreiden.

Eerst maar dat laatste. De inhoud van een e-mail is auteursrechtelijk beschermd. De enige eis die de wet stelt voor auteursrecht is dat het werk origineel is (zelfgemaakt en niet ontleend dus) en bovendien het resultaat is van creatieve arbeid. Wie er dus “eens goed voor gaat zitten” en een mail schrijft, heeft auteursrecht op die tekst.

De ontvanger van de e-mail heeft het recht om de tekst te lezen, af te drukken en te bewaren. Of hij de e-mail door mag sturen dan wel mag publiceren, hangt helemaal af van de omstandigheden. Een beschermde tekst publiceren mag niet zonder licentie. Dat geldt voor e-mail net zo goed als voor een boek. Omdat bij e-mail er zelden een expliciete licentie bij zal zitten, is het is de vraag of de verzender impliciet toestond dat het werk mocht worden gepubliceerd. Staat er bij dat de mail vertrouwelijk is, dan mag het natuurlijk niet. Stuurde hij de mail naar een mailinglijst, dan mag deze best in het archief van de lijst worden opgenomen.

Bij papieren brieven is het zo dat de ontvanger eigenaar wordt van het stuk papier en de letters die er op staan. Hij is dan vrij om dat stuk papier aan een ander te geven of te verkopen. De schrijver kan daar niets tegen doen, ook niet met zijn auteursrecht. Dat is uitgeput zoals dat heet. De schrijver kan alleen nog optreden tegen kopieën van de papieren brief die zonder zijn toestemming worden gemaakt.

Deze regel over uitputting geldt niet voor e-mail. Een e-mail bestaat niet als een fysiek ding zoals een stuk papier. Er is dus geen ‘ding’ om weg te geven of te verkopen.

Geheel los daarvan is er ook nog zoiets als briefgeheim op e-mail. Briefgeheim wil zeggen dat mensen geen kennis mogen nemen van de inhoud van andermans communicatie. Formeel geldt het briefgeheim niet voor e-mail. Om andermans e-mail te lezen, is het in veel gevallen wel nodig in te breken op diens mailbox of server. En dat is computervredebreuk, een misdrijf. Wie echter zonder ‘hacken’ een mail van een ander onder ogen krijgt, is in principe vrij de inhoud daarvan verder te vertellen. Maar dat moet hij dan wel in zijn eigen woorden doen. Want op de tekst van de e-mail zelf zit dus auteursrecht.

Voor het loggen van e-mail verkeersgegevens gelden ook nog beperkingen.

Arnoud

Marco Raaphorst: De gouden toekomst voor open content

De tijd dat je als maker alleen iets voor radio of televisie maakte is voorbij, schrijft Marco Raaphorst. Internet is erbij gekomen met de potentie om een grotere groep kijkers of luisteraars aan te spreken. En dat klemt met de huidige modellen voor auteursrecht (waarom hadden we dat ook alweer).

Wat moet bijvoorbeeld de NOS en de andere publieke omroepen doen? Hun content weggeven is niet handig, want dan gaat de concurrent (de commerciële omroepen) er mee lopen. Beter, schrijft Raaphorst, is open content:

De wereldwijde populaire licenties van Creative Commons bijvoorbeeld, die erg lijken op de licenties die gehanteerd worden bij open source software (heel internet maakt daar gebruik van). Zo kun je met Creative Commons niet-commercieel gebruik toestaan (bij Creative Commons aangeduid met het NC symbool), waarmee je dus uitsluit dat een commerciële partij er zonder kosten aan mee kan verdienen. Bovendien is naamsvermelding bij Creative Commons verplicht, dus het logo en de naam NOS zal ten alle tijden aan de productie en afgeleiden gekoppeld blijven. Dit heeft een tweetal belangrijke voordelen: voor het publiek duidelijkheid over wat het met deze content wel en niet mag doen en voor bijvoorbeeld de NOS naamsbekendheid die steeds groter wordt, want haar eigen publiek zal deze content gaan gebruiken.

Nu ligt Creative Commons lastig bij reeds gemaakte content. Daar zitten allerlei rechten op, die door een wirwar van organisaties beheerd worden. En niet altijd even flexibel. Regel maar eens met al die groepen dat het werk opnieuw uitgebracht mag worden onder een Creative Commons licentie.

Maar dat is geen probleem voor Raaphorst. Sterker nog, dat is een uitdaging:

Dus wanneer de NOS materiaal wil gaan aanbieden die het publiek kan gebruiken en herbewerken, dan moet men investeren in producenten die deze open content kunnen leveren. Makers zoals ik. Makers die bijvoorbeeld niet bij de BUMA aangesloten zijn, maar zelf hun rechten beheren en het niet-commerciële gebruik graag willen afstaan.

Een uitgelezen kans dus om te laten zien dat je wel degelijk geld kunt verdienen met content weggeven. Zoals Irene Kress al eerder schreef:

Content weggeven en zo loyale relaties creëren, is van groter belang geworden. Dit kan leiden tot het genereren van inkomsten uit de meer mainstream kanalen. En tot online werken met offline activiteiten en inkomsten. Voor de nieuwe generatie is het internet niet slechts een bibliotheek of enorme etalage; sociale netwerken op het internet zijn hét nieuwe bindmiddel. Waar online en offline door elkaar lopen.

Arnoud

Aansprakelijkheid en netwerkneutraliteit versus deep packet inspection

Als een provider alles van zijn klanten kan controleren, moet hij dat dan ook gaan doen? Uitgebreid artikel op Ars Technica over Deep packet inspection en de implicaties voor netwerkneutraliteit.

The “deep” in deep packet inspection refers to the fact that these boxes don’t simply look at the header information as packets pass through them. Rather, they move beyond the IP and TCP header information to look at the payload of the packet. The goal is to identify the applications being used on the network, but some of these devices can go much further; those from a company like Narus, for instance, can look inside all traffic from a specific IP address, pick out the HTTP traffic, then drill even further down to capture only traffic headed to and from Gmail, and can even reassemble e-mails as they are typed out by the user.

Met Deep Packet Inspection of DPI wordt het dus mogelijk om op elk niveau te zien wat welke gebruiker uitspookt op internet. Een zorgelijke ontwikkeling, want de belangrijkste reden om Internetproviders niet aansprakelijk te houden voor wat gebruikers doen, was nou juist dat ze dat onmogelijk konden monitoren.

Als providers dat wel kunnen, betekent dat dan dat ze het ook moeten? In dat licht is dat Belgische vonnis over filteren van P2P-verkeer slechts de eerste stap.

Arnoud

Depot van idee bij notaris – wat heb je er aan

Hoe bescherm je een idee? Een veelgehoorde suggestie is dat je het idee moet opschrijven en bij de notaris moet deponeren. Daarmee kun je dan bewijzen dat jij het idee als eerste had, zodat je anderen kunt aanpakken die “je idee stelen”. Inderdaad heb je dan bewijs met een datum, maar daarmee heb je nog helemaal geen recht!

Dat ondervonden ook de gedaagden in een recent kort geding over het idee van een paardrijspel (“voor meisjes”). Dat spel zou een “first-person” spel moeten worden, waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving. Dat idee bleek niet nieuw. Bovendien:

Voor zover gedaagden met hun beroep op de inbewaringgeving van ideeën bij notaris [(naam notaris)] hebben betoogd dat de reeds gedeponeerde ideeën auteursrechtelijk zijn beschermd, faalt dat verweer. Slechts wanneer een idee is uitgewerkt in een concrete uiting kan het bescherming als werk in de zin van de Auteurswet genieten (vgl. HR 29 december 1995, NJ 1996, 546 (Decaux/Mediamax; Stadsmeubilair)). De overgelegde kopie van het document dat [gedaagde 2] op 9 januari 2004 bij de notaris heeft gedeponeerd, bevat wel het idee voor een spel waarin de speler als het ware zelf paardrijdt in een realistische omgeving – er wordt de vergelijking met een flight simulator gemaakt – maar dat idee wordt in het document niet, althans onvoldoende, geconcretiseerd. Er wordt niet gedetailleerd beschreven hoe het spel eruit moet komen te zien. Daardoor is het document geen werk met een eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 (Van Dale/Romme)). Dit geldt te meer omdat gedaagden niet de stelling van eisers hebben weersproken dat er al realistische “first person” computer paardrijdspellen op de markt waren voordat [gedaagde 2] haar ideeën heeft gedeponeerd.

Een idee beschermen kan niet. Een volledig uitgewerkt idee wordt beschermd door het auteursrecht. Iemand die die uitwerking leest en er mee aan de haal gaat, pleegt inbreuk en kan daarmee worden aangepakt. Maar je moet dan wel bewijzen dat die iemand het idee van jouw uitwerking heeft gekregen.

Arnoud

Driestappentoets voor Nederlandse thuiskopieregeling (2)

Een tijd geledenOp 29 juni heeft SP-Kamerlid Gerkens kamervragen gesteld over de thuiskopieregeling. De antwoorden zijn nu al(!) binnen:

Bij vraag 1 bevestigt de minister dat de thuiskopieregeling ook geldt bij kopiëren vanaf een illegale bron. Het antwoord op vraag 2 is typisch ambtenarentaal, dus dat citeer ik integraal:

Vraag 2
Zijn deze bepalingen ook van toepassing op het aanbod van werken op het internet?
Antwoord
Ja.

Het belangrijkste is het antwoord op vraag 4, 5 en 6 over de Berner driestappentoets, drie eisen die de Berner Conventie stelt aan beperkingen op het auteursrecht. De vraag of de thuiskopieregeling aan die toets voldoet, beantwoordt de minister met een volmondig ja:

De drie-stappen-toets is bij de vormgeving van de thuiskopieregeling in acht genomen en ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de privékopie-exceptie worden gesteld (Kamerstukken II 2002- 2003, 28 482, nr. 5, blz. 18). In de thuiskopieregeling komt dit met name tot uitdrukking in het feit dat het moet gaan om een privékopie a) uitsluitend voor eigen studie, oefening of gebruik, b) gemaakt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en c) van de natuurlijke persoon die de kopie maakt. Daartegenover staat, zoals gezegd, de aanspraak van rechthebbenden op een billijke vergoeding.

Gezien recente ontwikkelingen, met name op het gebied van legale webwinkels voor films en muziek, en ook gezien afwijkende wetgeving in andere Europese landen, wil de minister in 2008 bekijken of een wijziging van deze regeling wellicht gewenst is.

Gevonden via Volledig Bericht, pardon Boek 9. Ook op Solv.

Arnoud