Welke data over mijn auto mag worden doorgeappt?

ford-t-autoEen lezer vroeg me:

Ik zag dit artikel met de intrigerende opmerking “Verzekeraars willen bij een ongeluk nu weten of iemand op zijn telefoon zat te appen.” Met een speciale app kun je bijvoorbeeld je telefoon laten uitschakelen als je snelheid te hoog gaat, en je kunt lees ik zelfs kiezen voor een app die (in ruil voor korting) je verkeersgedrag doorstuurt naar de verzekeraar. Een voorbeeld is Flo. Mag dat?

Wettelijk gezien is er voor een verzekeraar op dit moment geen grond om bij een verkeersongeval data van iemands telefoon te vorderen. Dus nee, onder normale omstandigheden mag dat niet.

Verkeersgedrag is geen gevoelige informatie, dus met vrijwillig gegeven toestemming zou die wel mogen worden verstrekt. Dus als een verzekeraar daar apart om vraagt en geen negatieve gevolgen verbindt aan een weigering (zoals uitsluiting of opzegging van de verzekering) dan denk ik dat dit wel kan. (En nee, het mag niet als stiekeme functionaliteit in een “Declareer snel uw autoschade”-app, ook niet als in de privacypolicy er een mooie braaftaalzin over staat.)

Ik vraag me alleen wel af hoe vrijwillig dit is. Natuurlijk, korting is altijd optioneel dus in zoverre kun je het zien als vrijwillig. Je hóeft geen korting te accepteren. Maar als ze het andersom hadden geformuleerd – wie de app niet installeert, krijgt een boete/toeslag – dan zou iedereen het als afdwingen zien. Principieel vind ik het dan ook moeilijk om het verschil aan te geven.

Maar zelfs als je zegt, het is een korting dus vrijwillig dus prima. Dan zitten we over vijf jaar met de situatie dat 90% van de mensen de kortingsregeling heeft. Dan ís de verzekering toch goedkoper en dan ís de volle mep betalen toch een vorm van boete?

Arnoud

Wat zijn je rechten bij een gratis app?

apple-app-store.pngEen lezer vroeg me:

Wat zijn eigenlijk je rechten bij gratis apps? Ook al betaal ik niet, ik heb toch gewoon een contract en een geleverd product gekregen. Waar kan ik de app-leverancier (of Apple) dan aan houden?

Inderdaad, ook bij levering van een gratis app heb je gewoon rechten. De EULA kan wel van alles zeggen, maar zo’n overeenkomst tot gebruik van een app valt gewoon onder het consumentenrecht en daarin heb je gewoon dwingend bepaalde rechten.

Zeker in Nederland, waar de Hoge Raad heeft bepaald dat software gekocht wordt. Daarmee zijn alle regels van conformiteit (wettelijke rente) en gratis herstel of vervanging gewoon van toepassing op software. Ook als de prijs nul is.

Natuurlijk kun je je wel afvragen óf sprake is van een juridische tekortkoming. Software heeft nu eenmaal altijd bugs, en moet in een complexe omgeving werken, waardoor een perfecte werking geen realistische verwachting is. Ook apps die gekoppeld zijn aan diensten, kunnen legitiem stoppen met werken. Dienstverlening mag altijd stoppen, en móet soms stoppen omdat dingen gewoon niet meer compatibel te krijgen zijn.

Een praktisch bezwaar is natuurlijk wel: wie gaat er ooit naar de rechter over iets dat hij gratis kreeg? Je krijgt immers nooit je proceskosten volledig vergoed, in ieder geval niet je tijd. Dus zakelijk gezien is die rechtszaak het nooit waard.

Arnoud

Mag je apps eigenlijk wel sideloaden?

apps-permission-toestemming-vragenHet is niet helemaal actueel meer nu Pokémon Go officieel in Nederland is, maar toch. Via Twitter de vraag: “als ik een niet legaal aangeboden kopie van app installeer ben ik dan illegaal bezig?” Veel mensen wilden namelijk al Go spelen terwijl dat officieel niet kon, maar via een trucje (de app sideloaden en een Australisch account bij de iTunes-store) werkte dat toch. Mag dat wel?

Sideloaden wil zo veel zeggen als een app niet via het officiële kanaal op je telefoon zetten. Erg moeilijk bij Apple, een kwestie van een vinkje zetten in het securityscherm bij Android. En de reden dat Apple zo moeilijk doet, blijkt uit de problemen bij Android: mensen installeren uit willekeurige bronnen iets dat belooft Pokémon Go te zijn, en blijken dan allerlei crapware erbij gekregen te hebben.

Maar goed, er zijn legitieme sites te vinden natuurlijk, zoals Apkmirror. Die hebben dan ook alleen gratis apps, waardoor ik vermoed dat het argument zal zijn dat er geen schade optreedt als je een gratis app extra doet verspreiden. Waar zeker wat in zit, maar auteursrechtelijk niet relevant: zonder toestemming mag je software niet verspreiden, punt. Hoe nuttig je verspreiding ook is. Tegelijk kan ik me bij een gratis app moeilijk voorstellen dat de developer daar bezwaar tegen maakt: meer installs is meer gebruikers (en hopelijk ook meer in-app aankopen).

Die truc met dat Australische iTunes-account is eigenlijk precies hetzelfde. Naar de letter van de EULA van Apple zal dat vast niet mogen, maar zolang je het alleen gebruikt voor gratis apps, is het moeilijk voorstelbaar dat er schade op zou treden. En zonder schade gaan procederen, dan ben je wel héél principieel.

Dus nee, naar de letter van de wet mag het niet. Maar specifiek bij gratis apps en andere situaties waarbij er evident nul schade is, zou ik het binnen de geest van de wet vinden.

Arnoud

Chatbot vecht ruim 160.000 parkeerboetes met succes aan, nou en?

robot-lawyerEen app met een chatbot aangedreven door kunstmatige intelligentie heeft in 21 maanden met succes 160.000 parkeerboetes in New York en Londen aangevochten. Dat las ik bij Nu.nl (dank GJ). Allemachtig wat een buzzwords, de innovatie spát er vanaf. Dit móet wel een unicorn worden die de wereld gaat veranderen. Dit is toch véle malen beter dan al die stomme wizards die je op een stoffige desktopcomputer door een beslisboom heen leiden? Oké oké ik ben alweer rustig.

De app, DoNotPay genaamd, werkt vrij simpel. Je kiest een situatie (zoals parkeerboete), je beantwoordt wat vragen (welke situatie is van toepassing: mijn auto werd gestolen, ik moest naar het ziekenhuis, mijn auto heeft diplomatieke onschendbaarheid, etc) en op die basis worden vervolgvragen gesteld waarna een brief wordt samengesteld.

Ja, die heb ik ook, die dingen. Genereer je contract op maat, maak een NDA of stel een bewerkersovereenkomst op. En nog 40 van die contracten. En ik ben lang niet de enige. Het is technisch ook bepaald niet zo moeilijk om door een serie vragen te lopen en de uitkomst van de beslisboom te gebruiken om een tekst samen te stellen. De moeilijkheid zit hem in de juiste vragen stellen en de juiste teksten op te stellen bij ieder antwoord.

En het zal wel aan mij liggen, maar ik krijg dus echt jéuk van dit soort berichten. Oeh het is een app, dan is het innovatief en nog nooit eerder gedaan. Oeh wauw, het is een chatbot, dat is echt véél nieuwer dan een GUI waarbij je uit een serie antwoorden kiest. (Dat de chatbot een vraag stelt en je laat kiezen uit een serie antwoorden ipv vrije tekst, negeren we dan even.) Wauw, het is kunstmatige intelligentie. Maar hoe dan? Een beslisboom is geen kunstmatige intelligentie.

Oh en natuurlijk wint deze ‘chatbot’ geen rechtszaken. Dat doen de mensen die de brief insturen toch zelf.

Sorry, ik ben wat cynisch – ik realiseer me nu pas dat ik die generatoren AI smart contract builderbots had moeten noemen, dan had ik nu miljoenen durfkapitaal gehad. Maar pff.

Arnoud

Marathon oplezen gebruikersvoorwaarden apps duurt bijna 32 uur

ie-aagree-ezelEen marathon gebruikersvoorwaarden van populaire apps voorlezen in Noorwegen, is na 31 uur en 49 minuten afgerond. Dat meldde Nu.nl vorige week. De Noorse Consumentenbond had deze actie georganiseerd om de absurditeit van de app EULA aan te tonen: niemand leest ze, redelijkerwijs kán niemand ze lezen, dus waar zijn wij met zijn allen mee bezig.

Heel creatief. Het deed me denken aan Richard Dreyfuss die iTunes voorleest, hoewel dat een stuk aangenamer was om te horen dan die Noorse marathon. Maar het punt is in beide gevallen hetzelfde: inhoudelijk zijn standaardvoorwaarden voor consumenten zo onbelangrijk dat het lezen ervan een opmerkelijkheid is.

Ik schrijf die dingen voor mijn brood, maar zelfs ik kom met het lezen meestal niet verder dan de helft. En als ik dat zeg, dan lacht er normaal niemand. En er zijn meer juristen met zulke problemen.

Waarom werkt iedereen dan toch met die dingen? Gewoonte, voornamelijk. Cargo culting: iedereen doet het, het ziet er juridisch uit, dus zal het juridisch wel wat doen. Maar het voegt over het algemeen bar weinig toe, zeker als de app gratis wordt verspreid. Meestal komt het neer op: 1) we denken dat ie het doet, maar zo niet dan heeft u pech 2) ©, hij is van ons, afblijven 3) wij zijn niet aansprakelijk 4) er komen soms updates, zie 1 t/m 3, en 5) deze voorwaarden kunnen wijzigen. Maar dan dus met veel meer woorden.

Oké, er zit iets meer achter. Er is geen relevante contractwetgeving voor apps (en software in het algemeen, om over internetdiensten en SaaS maar niet te spreken). Je moet dus eigenlijk elke keer opnieuw het wiel uitvinden, en dan heeft iedere jurist zijn of haar eigen formulering die net wat beter klinkt. Maar wat mij betreft is het de hoogste tijd voor wettelijke standaardvoorwaarden. Dat hebben we ook voor webwinkels en een heleboel andere soorten contracten. Waarom dan niet voor de meest voorkomende vorm, de softwarelicentie?

Arnoud

Mag je iemands gezicht opzoeken op sociale netwerken?

findface-ruslandRusland is in de ban van FindFace, een app waarmee gebruikers anderen kunnen identificeren door een foto van ze te maken, meldde de Volkskrant vorige week. De app vergelijkt een foto van iemands gezicht met profielfoto’s op Vkontakte, de Russische variant van Facebook. En dat is dan weer handig voor stalkers en dergelijk volk. Oh jee.

Het zal wel weer aan mijn antieke opvattingen over innovatie liggen, maar wat is dat toch dat iets nieuw is omdat het in een app zit? Want heel spannend voelt het niet: gezichtsherkenning als technologie bestaat al jaren, en dat matchen tegen foto-databanken is ook niet echt nieuw. Ook niet als app. (Oké, zomaar even toegang krijgen tot alle foto’s van een sociaal netwerk dat is een creatieve hack, dat wel.)

Mag het? Ja, leuke vraag. Dan haal ik maar weer de Wbp van stal: een foto maken is een verwerking van iemands persoonsgegevens, en dat zul je dus moeten rechtvaardigen onder een eigen noodzaak als er geen toestemming of contract is. (Met portretrecht kom je er niet want dat geldt pas bij publicatie, en de FindFace foto wordt niet gepubliceerd.) Tegen de Volkskrant zei ik dat de gebruikers onder de uitzondering voor huishoudelijke verwerking vallen, maar misschien moet ik daarop terugkomen: als cameratoezicht op de openbare weg er buiten valt, waarom dan niet los fotograferen op de openbare weg? Zeker in combinatie met dat matchen op een netwerk van derden.

Doet FindFace iets verkeerd? Die staat immers hoe dan ook grootschalig persoonsgegevens te verwerken door foto’s te herkennen en te matchen. Dat lijkt me wel, maar ze zouden kunnen zeggen dat ze per geval steeds in opdracht handelen van de consument die doel en middelen kiest, en daarmee zijn zij slechts bewerker en niet zelfstandig aan te spreken voor overtreding van de Wbp. Onder de Privacyverordening zal dat anders liggen, maar die heeft nog twee jaar overgangsrecht voor de boeg.

Daarbij komt – en dat is wel vaker met zulke apps – dat er ook allerlei legitieme toepassingen zijn van zo’n app. Het is handig om snel profielen van je vrienden te vinden. En hoe weet die app nou of jij een stalker bent of de beste vriend van die vrouw die je net fotografeerde?

Het is voor mij vooral de vraag hoe populair dit gaat worden, en hoe het dan misgaat. De eerste rechtszaak zal de toon zetten. Een principiële niet-Facebooker of een al jaren gestalkte dame, dat maakt nogal uit. Plus natuurlijk dat matchen op Facebook iets ingewikkelder is dan bij Vkontakte, dus de implementatie zal nog niet meevallen.

Arnoud

Mag mijn smarttv worden ‘verbeterd’ door dingen uit te zetten?

televisie-televisionEen lezer vroeg me:

Wij hebben een home cinema set met Smart TV. Daarmee kun je met apps van de leverancier televisie kijken, bijvoorbeeld Uitzending Gemist. Op zeker moment werkte dat niet meer, en navraag bij de fabrikant leerde me dat men had “besloten SmartTV niet langer te ondersteunen in het kader van verbetering van het product”. Kan dat zomaar, functionaliteit uitzetten in een gekocht product?

In principe kan zoiets niet. Je koopt een product met bepaalde verwachtingen, en als het product die op zeker moment niet meer waarmaakt, dan is dat een conformiteitsgebrek. Of het nu is dat de stekker doorbrandt, een knopje afbreekt of de Smart TV-functie ermee ophoudt, dat hoef je niet te verwachten dus dat is gewoon een probleem.

In principe, want er is natuurlijk een verschil tussen een afgebroken knopje en een dienst als Smart TV: dat laatste is een dienst, en diensten kunnen op zeker moment stoppen (waar we het vaker over hebben gehad).

Dit steekt behoorlijk, dat wel. Want je kóópt dat apparaat mede vanwege die functie. En hoewel iedereen wel snapt dat je van een leverancier niet kunt verlangen dat deze tot in de eeuwigheid een dienst actief houdt, krijg je nu dus wel de vraag: hoe en wanneer mag dat dan? Want het voelt erg onbillijk als men zomaar ergens de stekker uit kan trekken omdat het toevallig niet meer uitkomt.

Helaas is dit een ongeregeld iets uit de wet. De enige optie is de algemene regel over redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW), maar dat is in feite niet meer dan “dit kan niet waar zijn” in juridische taal. Waarom is het niet redelijk? Of beter gezegd: wanneer zou het wel redelijk zijn? Wanneer mag een leverancier zeggen, ik stop met deze dienst want het wordt me te duur/complex?

Arnoud

Betaalde iOS-applicaties blijven bruikbaar nadat gebruiker geld terug vraagt

itunes-cancel-installatieHuh. Het is sinds kort mogelijk om tot 14 dagen na aankoop van een iOS-app het betaalde geld terug te krijgen, las ik bij Tweakers. Sinds begin deze maand kun je binnen 14 dagen je app-aankopen bij Apple ongedaan maken en je geld terugkrijgen. Logisch, en dat past ook binnen de Europese consumentenwetgeving, maar die vereist echt niet dat de app daarna blijft staan. Mis ik iets?

De nieuwe consumentenwetgeving van juni vorig jaar bepaalt dat je in principe ook software-aankopen moet kunnen retourneren. Een app is “digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd” onder de wet, en dat valt onder het retourrecht. Net als muziek, films en dergelijke die je online koopt.

Nou ja, bijna, want in de wet staat dat een winkel het retourrecht mág uitzonderen (art. 6:230p BW) als

de nakoming is begonnen met uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de consument en de consument heeft verklaard dat hij daarmee afstand doet van zijn recht van ontbinding.

Dat betekent dat je als leverancier weinig meer hoeft te doen dan bij de downloadknop een tekst opnemen à la “Ik geef uitdrukkelijke toestemming voor installatie en doe afstand van mijn recht van ontbinding”. En dergelijke teksten zie je dan ook steeds vaker opduiken bij downloadstores. Waarom doet Apple dan niet zoiets? Ik zou het werkelijk niet weten.

Of zou het hem zitten in de technische complexiteit van het deïnstalleren van iemands app? Dat kan het toch haast niet zijn. Ook dat mensen het raar zouden vinden (zoals in het Amazon 1984-debacle) lijkt me sterk: iedereen snapt dat als je een aankoop annuleert, het product terug moet. En bij digitale producten betekent dat dan ‘weg van je apparaat’. Toch? Wat mis ik hier?

Arnoud

Hoe bewijs je dat je een app gemaakt hebt?

hardware-software-computer-gollem-huh.jpgMet zeer, zeer grote regelmaat krijg ik vragen van mensen die hun idee willen beschermen, hun app willen vastleggen of op andere wijze bescherming willen voor een stuk software. Nu zegt de Auteurswet dat je automatisch bescherming krijgt als je een werk maakt (dus ook een app) en dat registratie, depot of wat dan ook niet nodig is. Maar hoe bewijs je dan dat het jouw app is?

In een recent vonnis stond die vraag centraal. De eiser had een app ontwikkeld voor de gedaagde, maar die claimde op zeker moment daar zélf auteursrechthebbende van te zijn. Nu had de gedaagde een redelijk argument: zijn naam stond vermeld bij de apps, preciezer gezegd in de appstore-publicatie daarvan.

De Auteurswet zegt dat je dan ‘vermoed’ wordt de rechthebbende te zijn. Het was dus aan de eiser om te bewijzen dat hij werkelijk het werk gemaakt had.

De broncodes van de app bevatten copyright-vermeldingen in de naam van de eiser. Ook die van een derde, maar die had verklaard de rechten af te hebben gestaan aan de eisende partij.

Wel zaten er ook “zogenoemde open source componenten” in de software. U voorziet nu wellicht gillende FUD over virale effecten en kwijtraken van eigen rechten, maar dat valt reuze mee. De rechter wijdt er eigenlijk maar één zin aan:

Naar het oordeel van de kantonrechter ondersteunen deze omstandigheden het standpunt van [eiser] dat hij de broncodes van de apps naar eigen inzicht en eigen ontwerp tot stand heeft gebracht (al dan niet met hulp van medewerkers van Sveak). Dit wordt niet anders, doordat [eiser], zoals hij ook erkent, bij het schrijven van de broncodes op bepaalde onderdelen (‘open source’) programmatuur van derden heeft gebruikt, aangezien de wijze waarop hij die programmatuur heeft gerangschikt (telkens) een nieuw werk oplevert.

Oftewel, ook al gebruik je software van derden en ook al gebruik je open source, je hebt de auteursrechten op het eindresultaat als je creatief programmeerde of zelfs maar dingen aan elkaar knoopte.

(Het zou kunnen dat de opensourcelicenties van die componenten vereisen dat de eiser de app open source maakt als hij die wil distribueren. Dat komt niet aan de orde want dat is irrelevant bij de vraag wie de maker van de app was. Dat is immers hooguit een geschil tussen de opensourceauteur en zijn afnemer.)

Als laatste argument blijkt de app data te sturen naar een server van de eiser en niet van de gedaagde. Ook dat is natuurlijk best wel een aanwijzing dat die eiser gewerkt heeft aan de app. Alles bij elkaar is daarmee het bewijs geleverd.

Bewijs leveren van makerschap mag dus op elke manier, zolang het totaalplaatje maar de rechter overtuigt dat de app jouw werk was. Een depot of registratie was hier niet nodig, en zelfs het feit dat de naam van een ander bij de app stond, bleek niet onoverkomelijk.

Punt is en blijft alleen: dit helpt enkel tegen mensen die er met jouw broncode vandoor gaan of jouw app letterlijk kopiëren (oké, eventueel met aanpassingen). Wie het achterliggende idee opnieuw implementeert, mag dat doen ondanks het auteursrecht. Ook al deponeer je het honderd keer en zet je er duizend copyright-tekens op.

Maar omdat die uitkomst té frustrerend is voor mensen, zal die vraag “hoe bescherm ik mijn idee” nog héél vaak langs blijven komen.

Arnoud<br/> PS oh en natuurlijk nog de beste wensen voor 2015!

Mag een school-app persoonsgegevens van kinderen naar derden sturen?

school-kind-ipad-leren-onderwijs-privacy-appDigitaal lesmateriaal is iets totaal anders dan gewoon maar een boek op de computer: de software observeert en categoriseert al doende elk kind dat met zulk digitaal lesmateriaal werkt. Dat schreef Karin Spaink vorige week naar aanleiding van een Kamerbrief over allerlei apps en tools die persoonsgegevens van leerlingen bijhouden. Dat roept meteen een belangrijke vraag op: eh, wat krijgen we nou? Die software houdt persoonsgegevens bij van kinderen, en slaat dat centraal op onder beheer van de uitgevers van die apps of software. Hoe zit dat privacytechnisch?

Apps en webtools voor educatieve doeleinden werken vrijwel altijd met accounts, al is het maar om prestaties per leerling te kunnen registreren voor de docent. Dergelijke accounts vallen daarmee onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) oftewel de privacywet. Deze zegt dat voor verwerking van zulke gegevens in principe toestemming nodig is, behalve in twee uitzonderingssituaties: allereerst als de verwerking nodig is voor de uitvoering van de onderwijsovereenkomst tussen ouder en school, en ten tweede als de partij die verwerkt een dringend eigen belang heeft waarvoor de privacy van het kind moet wijken.

Het bijhouden van de uitslagen van proefwerken en dergelijke, of het meten van hoe snel een kind iets leest of afmaakt, valt denk ik wel onder “nodig voor de onderwijsovereenkomst”. Je kunt immers geen onderwijs verrichten als je zulke dingen niet kunt bijhouden. Maar die “dringende noodzaak”, daar kan ik met de beste wil van de wereld geen voorbeeld van vinden.

Als de app of tool gegevens opslaat bij een derde, bijvoorbeeld de uitgever van een digitaal schoolboek of de partij die de webtool host, dan is die partij een bewerker zoals dat heet. Die handelt dan in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de school, en dat moet schriftelijk zijn vastgelegd tussen school en bewerker. De school is en blijft aansprakelijk voor de verwerking, ook als de fout in feite niet bij de school ligt maar bij de bewerker.

Bij school-apps en webtools blijkt dit allemaal erg onduidelijk. In een rapport uit september spreekt men van “de beste bedoelingen voor het welzijn van de leerling” en gezond-verstandhandelen. Maar gezond verstand en Wbp gaan niet per se samen, zal de vaste lezer van deze blog nu opmerken.

Zo lijkt het bijvoorbeeld zo klaar als een klontje dat je een app mag inzetten waarmee leerlingen een educatief spelletje kunnen doen, en dat de docent dan de resultaten kan zien. Maar omdat de app zijn gegevens elders heenstuurt, is een bewerkersovereenkomst nodig én mag de spelaanbieder niet zelfstandig dingen doen met de gegevens die hij zo van de leerlingen verkrijgt. En zelfs als je als leraar een Facebookgroep aanmaakt, dan moet je een bewerkersovereenkomst sluiten met Facebook eigenlijk.

Je kunt ook zeggen: die aanbieder is zelf de verantwoordelijke, en staat los van de school. Net zoals de snackbar aan de overkant van de school zijn eigen klantenbestand heeft, ook al overlapt dat met het leerlingenbestand en ook al zegt de docent, ga lekker een frietje halen jongens. Of het digitale equivalent, dat de docent een account aanmaakt voor de leerlingen en ze daarmee laat werken.

Alleen, dan moet die aanbieder wel zelf een grondslag hebben, zoals toestemming, uitvoering overeenkomst of een eigen dringende noodzaak. Die toestemming is er maar zelden, omdat de aanbieders niet rechtstreeks met de ouders communiceren en de leraar of school niet aan de ouders vraagt of er toestemming is een account aan te maken voor het kind.

Zonder toestemming is het voor zo’n aanbieder lastig. Mijn Wbp-tenen krullen als ik dan in die Kamerbrief lees

[Die aanbieders] doen een beroep op een “eigen” Wbp-grondslag: hun gerechtvaardigde belang om de gegevens voor de toepassing van het leermiddel te gebruiken. Het gaat dan om gebruik uitsluitend binnen het kader van de leermiddelen; zo worden de gegevens van een leerling vernietigd wanneer deze het leermiddel niet langer gebruikt. [Dan] is aparte toestemming van de betrokken leerling of zijn of haar ouders niet noodzakelijk.

Ik snap niet hoe hier een wetstechnisch correct antwoord wordt gegeven. De frase “gerechtvaardigd belang” slaat op de uitzondering voor het dringend eigen belang. Maar die uitzondering gaat alleen op als toestemming redelijkerwijs niet te vragen is én er een afweging van belangen is geweest die zegt, ga je gang. Het enkele feit dat het nodig is die gegevens te gebruiken omdat de app anders niet werkt, betekent nog niet dat je een noodzaak hebt om die gegevens te gebruiken in de zin van de Wbp. Ga maar toestemming vragen.

Gezond verstand zegt: doe niet zo moeilijk, als die leraar dat account aanmaakt en die aanbieder zich netjes gedraagt, waarom zou je dan toestemmingsbriefjes gaan doen waar de ouders tóch geen chocola van kunnen maken? Maar de Wbp zegt: waar is je toestemming? En hoe we dáár uit gaan komen?

Arnoud

Arnoud

Foto: Schulknabe mit iPad, Flickr, CC-BY