Als je kritiek op een bedrijf wil leveren, kun je dat maar beter niet doen met een domeinnaam met de merknaam erin. Dat is al snel een vorm van merkinbreuk, omdat je dan afbreuk doet aan de reputatie van het merk. Dat blijkt uit een vonnis (via Boek9.nl) van afgelopen week over de domeinnaam Gedupeerdenvanwijsenvanoosterveen.nl, dat de eerdere jurisprudentie op dit gebied bevestigt.
Het bedrijf Wijs & Van Oostveen verhandelde zogeheten Dutch Power Notes (niet te verwarren met Dutch Power Cows) die door het inmiddels failliete Lehman Brothers waren uitgegeven. De beleggingsconstructie zelf snap ik niet, maar dat terzijde. Waar het om gaat, is dat ene meneer Veleke deze dingen op advies van Wijs & Van Oostveen had gekocht vlak voordat Lehman failliet ging en vervolgens zijn geld kwijt was. Veleke begon dan ook een website over deze affaire en deed dat onder de naam www.gedupeerdenvanwijsenvanoosterveen.nl.
Wijs & Van Oostveen waren daar niet blij mee, en eisten op grond van hun merkrecht dat deze domeinnaam niet langer gebruikt zou worden. Ook als je geen goederen of diensten verkoopt, kun je merkinbreuk plegen. Artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE verbiedt namelijk gebruik van een merk als dat afbreuk doet aan de reputatie van het merk of als de gebruiker daarmee ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het merk, terwijl je geen geldige reden hebt voor dit gebruik. En dat “geldige reden” wordt in de praktijk uitgelegd als “strikte noodzaak” waar niet snel aan voldaan wordt.
Je zou zeggen, als je kritiek hebt op een organisatie, of medestanders zoekt in je conflict met die organisatie, dan mag je de naam van die organisatie noemen. Toch blijkt het merkenrecht de merkhouder toch vaak gelijk te geven bij dit soort websites. Al eerder verloor bijvoorbeeld iemand die boos was op Constance Sars omdat de
aandacht die hij op Constance Sars vestigt, buitenproportioneel [is], nu tot gevolg heeft dat Constance Sars via de diverse zoekmachines te pas en te onpas aan searchers wordt gepresenteerd.
Een andere bekende zaak op dit gebied was INjeHOLLAND, waarbij een boze INHOLLAND-student zich kritisch uitliet over de hogeschool.
[De vrijheid van meningsuiting] brengt nog niet met zich dat gedaagde een geldige reden heeft om dat te doen met gebruikmaking van een teken dat afbreuk doet aan de reputatie van het merk van eiseres. Van een dergelijke reden is niet gebleken, nu het gedaagde vrijstaat op haar website de naam INHOLLAND refererend te gebruiken maar geen enkele noodzaak bestaat om dat te doen onder een teken als het thans gewraakte INJEHOLLAND.
En precies diezelfde redenering zien we terug in het Gedupeerdenvanwijsenvanoostveen.nl-vonnis:
[Een en ander] laat onverlet het recht van Veleke c.s. om kritiek te uiten op Wijs & Van Oostveen, maar zij heeft niet het recht om zich daartoe het woordmerk van Wijs & Van Oostveen toe te eigenen.
En op grond van deze overweging mocht Veleke niet langer de domeinnaam gedupeerdenvanwijsenvanoostveen.nl en .com gebruiken. Ook mocht hij geen AdWords-advertenties meer tonen voor zijn gedupeerden-site op het trefwoord “Wijs en Van Oostveen”.
Maar de vrije meningsuiting dan? Die weegt de rechter af tegen het het belang van Wijs & Van Oostveen dat zij “niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan lichtvaardige en onterechte verdachtmakingen”. Nou is dat belang op zich terecht, maar opmerkelijk vind ik dat de rechter even verderop bepaalt dat de uitlatingen van Veleke niet onrechtmatig zijn omdat ze “slechts zijn persoonlijke verhaal omvatten waarin hij zijn frustratie uit over zijn ervaringen met Wijs & Van Oostveen”. Als dat niet onrechtmatig is, waarom is het dan wel onrechtmatig om dat te doen op een site waar je de naam van je wederpartij in opneemt?
Zoals Wolfgang Sakulin al schreef, vonnissen als deze creëren een afschrikkend effect en schaden daarom de bereidheid van mensen om hun meningsuitingen op een effectieve manier vorm te geven. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed en mag alleen worden ingeperkt als dat absoluut noodzakelijk is om andermans recht of belang te beschermen. De merkenwet heeft echter een precies omgekeerd criterium: merkgebruik in je kritiek mag alleen als dat absoluut noodzakelijk is voor je meningsuiting. En dat wringt.
Arnoud