Consumentenbond dreigt Apple met rechtszaak

Hehe, eindelijk iemand die er werk van maakt. De Consumentenbond vindt de informatie over garantie op de website van Apple misleidend en roept het bedrijf op om consumenten beter te informeren over wettelijke garantieregels in relatie tot de garantie die Apple zelf biedt. De Amerikaanse elektronicaboer vermeldt bij haar producten dat je één jaar garantie krijgt, en wie meer wil moet AppleCare aanschaffen. Oh, en als de vochtsensor uitslaat (terecht of niet) krijg je niets. Dat is in strijd met de Nederlandse wet, die bepaalt dat je gedurende de hele levensduur van het product recht hebt op een product conform de verwachtingen.

Maar kan de Consumentenbond wel bij de rechter optreden, zou je denken? De bond is immers geen consument en kan dus niet zelf klagen over onjuiste aan haar beloofde garanties. Maar dat hoeft ook niet. De wet kent een speciale voorziening voor stichtingen en verenigingen die opkomen voor een bepaald belang. Zij mogen (art. 3:305a BW) optreden voor iedereen die met dat belang gediend wordt. En omdat de Consumentenbond de belangen van de consumenten in het algemeen en van de leden van de bond in het bijzonder behartigt, mag zij dus rechtszaken beginnen wanneer de belangen van de consument op het spel staan.

Wel zijn haar vorderingsmogelijkheden beperkt. Zo moeten ze eerst met het bedrijf overleggen, en pas als dat niets oplevert kan men naar de rechter. Daar kan men dan een algemeen verbod afdwingen op het hanteren van bepaalde algemene voorwaarden (wat apart geregeld is in de wet, art 6:240 BW), op het voeren van bepaalde handelspraktijken of wat er nog meer voor leuks bedacht kan worden dat het belang van de achterban dient. Maar uitgesloten is het vorderen van schadevergoeding (daar is de aparte constructie van de massaclaim, art. 7:907 BW, voor).

De HCC ging een paar jaar geleden naar de rechter over de leveringsvoorwaarden van Dell. De uitkomst was een gemengd succes voor HCC, mede omdat Dell al het een en ander had aangepast na het verplichte overleg en bovendien de rechter als bovengemiddeld onderlegd jurist minder moeite had met vage voorwaarden dan de gemiddelde consument. Maar dit is zo’n algemeen punt dat ik niet zie hoe Apple hier zou kunnen winnen.

Het is misleidend (art. 6:193c BW) om de consument onjuist voor te lichten over “het recht van herstel of vervanging van de afgeleverde zaak of het recht om de prijs te verminderen”, zoals de wettelijke garantie formeel heet. Daarmee is sprake van een onrechtmatige daad jegens consumenten, en op die grond mag de Consumentenbond in actie komen.

Wie heeft er ervaring met herstel of omruilen bij Apple buiten de garantie of AppleCare om?

Arnoud

Wie is aansprakelijk voor verloren bestellingen bij particuliere verkoop?

Eén van mijn controversieelste blogs is Is een particuliere verkoper aansprakelijk voor kwijtgeraakte bestellingen? uit 2010. Daarin leg ik uit dat bij verkoop tussen particulieren onderling er geen expliciete wettelijke regel is die bepaalt wie aansprakelijk is voor een verloren gegane bestelling. Er zijn wel algemene regels waar je op terug kunt vallen, maar hoe je die moet duiden is nogal een discussie.

Bij verkoop van bedrijf aan consument is het simpel: de verkoper is aansprakelijk, dat staat letterlijk in de wet (art. 7:11 BW). Maar bij verkoop tussen consumenten onderling (art. 7:9 BW) staat er niet meer dan dat de verkoper moet zorgen dat de gekochte zaak wordt afgeleverd bij de koper.

De vraag is dan, wat houdt “afleveren” hier precies in? Ik meen dat artikel 6:41 BW het antwoord biedt: tenzij er iets anders is afgesproken, moet aflevering gebeuren “ter plaatse waar [het gekochte] zich bij het ontstaan van de verbintenis bevond”. Bij de verkoper dus, zoals ook uit de Tekst & Commentaar te halen valt (“de plaats van aflevering wordt bepaald aan de hand van art. 6:41“). De verkoper moet op die plaats leveren. En daarmee komt het vervoer naar een andere plaats vervolgens voor rekening van de koper.

Daarbij negeerde ik echter één belangrijke situatie: als er nu wél iets anders afgesproken is, wat dan? In veel gevallen zal er in de advertentie staan “ik stuur het op” of iets dergelijks, waar je uit mag afleiden dat de verkoper het zijn taak vindt om het product te versturen. In die situatie is de verkoper aansprakelijk: ten eerste omdat de plaats van aflevering dan “ter plaatse van de koper” is, en ten tweede omdat contractueel afgesproken is dat de verkoper gaat bezorgen en het niet-aankomen dan wanprestatie is.

Alex vond hierover nog een mooi arrest:

aflevering van het bed ingevolge art. 6:41 BW diende te geschieden op de plaats waar het bed c.a. zich bevond op het moment van (het ontstaan van) de verplichting tot afgifte. Nu de vrouw naar het oordeel van de kantonrechter niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen partijen een afspraak is gemaakt dat de man het bed bij haar zou afleveren, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de vrouw het bed bij de man moest ophalen (rov. 4.2).

De man weigerde vervolgens het bed te bezorgen bij de vrouw, maar schond daarmee niet de afspraak omdat hij immers niet verplicht was tot bezorgen.

Wanneer er helemáál niets is afgesproken, en men pas na sluiting van de koop bij het punt komt “hoe komt ie nu bij de koper”, dan blijft het dus lastig. De wet biedt dan twee mogelijkheden om het risico te verleggen: wanneer het product feitelijk in bezit komt van de koper, of wanneer men achteraf samen afspreekt dat het product nu van de koper is en later opgehaald wordt (art. 3:115 BW). En dat is waarbinnen mijn redenering tot de conclusie kwam “vervoer is voor risico van de koper”. Maar dat is dan een vrij uitzonderlijke situatie, en mijn blog wekte de indruk dat dit de hoofdregel is.

Dus hoe dan ook, die blog krijgt een grote vette <s>-tag. En ik hoop dat deze blog de situatie verduidelijkt:

  • Bij een verkoop van bedrijf aan consument is het bedrijf altijd aansprakelijk voor het kwijtraken.
  • Bij een verkoop tussen consumenten onderling waarbij in de advertentie is vermeld dat de verkoper het product zal verzenden of bezorgen, is de verkoper aansprakelijk voor het kwijtraken.
  • Echter als de verkoper expliciet “op eigen risico van de koper” in de advertentie zet, dan verschuift daarmee het risico naar de koper want je mag als consumentkoper en -verkoper contractueel dat risico bij de consumentkoper leggen.
  • Als de advertentie expliciet vermeldt dat de koper het moet komen ophalen, en de koper vraagt achteraf of het toch opgestuurd kan worden, dan is dat op eigen risico van de koper.
  • Als de advertentie niets vermeldt over versturen of ophalen, dan is het juridisch een grijs gebied. Als aspirant-koper kun je dan maar beter zelf even navragen hoe de verkoper zich de aflevering had voorgesteld. En wel graag vóórdat je de koop sluit.
  • Als er niets vermeld is en geen navraag is gedaan, dan wordt het moeilijk als het product verloren blijkt te zijn gegaan. Ik zou dan beginnen met nagaan waarom de verkoper het product zomaar heeft verzonden (dat was immers niet expliciet gemeld). En ik hoop dat er dan eens wordt geprocedeerd zodat we weten waar we aan toe zijn.

Arnoud

Nee, als webwinkel mag je géén vooruitbetaling eisen

Bij consumentenzaken is het zoeken naar jurisprudentie, want wie gaat er nou procederen over een relatief laag bedrag? Maar dankzij een zekere online fietsenwinkel die het wel vaker op procedures aan laat komen, hebben we er weer eentje bij: een winkel mag niet eisen dat de consument 100% vooruitbetaalt wanneer deze iets wil laten bezorgen.

Een consument had bij deze winkel via internet een Redy freestyler X-ray Booster 20 (dat is een fiets) gekocht voor 159 euro, op zich een gebruikelijke prijs. Na het plaatsen van de bestelling ging er iets mis in de communicatie, want het eerstvolgende ontvangen bericht was een aanmaning tot betaling van het volledige bedrag. De koper reageerde dat hij éérst de fiets wilde, en dan het geld. De winkel wilde eerst het geld en dan de fiets.

De voorwaarden van het bedrijf bepalen:

Betaling dient … of vooraf voor verzending te geschieden, op een door Gebruiker aan te geven wijze in de valuta waarin is gefactureerd, tenzij schriftelijk anders door Gebruiker aangegeven.

en op die grond stapte het bedrijf naar de rechter. Ok, moest dat nu echt, denkt u misschien, maar ik vind het wel handig: nu krijgen we een rechterlijke uitspraak over of dat wel mag, eisen dat mensen vooruit betalen.

Nee, dat mag niet.

De rechter verwijst droogjes naar de wet, artikel 7:26 BW, dat met zoveel woorden bepaalt dat vooruitbetaling van het gehele bedrag niet mag worden geëist. Althans, niet in algemene voorwaarden. Wie expliciet met de winkel afspreekt dat vooruitbetaling ok is, zit daaraan vast. Maar wie alleen in de kleine lettertjes terugvindt dat hij alles vooruit moet betalen, kan met de toverformule “Bij deze vernietig ik uw artikel 6 wegens strijd met dwingend recht” daar van afkomen.

Oh, even voor de duidelijkheid: het is natuurlijk wél legaal om een vooruitbetaaloptie te bieden voor mensen die dat prettig vinden. Zo lang er maar minstens één manier is om achteraf te kunnen betalen.

Natuurlijk is er wel nog steeds een koopcontract, dus de koper zal moeten betalen. Maar dat hoeft hij pas nadat de fiets geleverd is. Wel mag de koper tot en met zeven werkdagen na ontvangst de koop annuleren, zodat hij zijn betaling terug kan krijgen. Hoe dit gaat uitspelen, mag u zelf invullen. En waarom dit bedrijf met zo’n duidelijke wetstekst toch een procedure is gestart, is me een raadsel. Maar dat dacht ik na de TROS Radar-uitzending over het bedrijf ook.

Arnoud

Het verschil tussen garantie en wettelijke garantie (conformiteit)

laptop-batterij.pngEen lezer vroeg me:

Anderhalf jaar geleden heb ik een HP-laptop gekocht bij een webwinkel. De laptop geeft nu (via een bootscreen) aan dat de accu nodig vervangen moet worden. De winkel geeft aan dat zij slechts 1 jaar garantie geven op de accu en verwijst me naar HP. Maar ik heb toch recht op garantie gedurende de gehele levensduur? Kan ik bij de winkel toch garantie gaan claimen of is dit een verloren zaak?

Regelmatig krijg ik vragen als deze, waarbij ‘garantie’ en ‘recht op een goed product’ als synoniem worden gebruikt. Dat is juridisch niet handig, omdat die twee dingen geheel verschillende betekenissen hebben.

Garantie (art. 7:6a BW) wil zeggen dat de klant mag eisen dat het apparaat doet wat de fabrikant of winkel zegt gedurende de garantietermijn. Een garantie “Werkt 3 jaar probleemloos” betekent dus dat u met elk probleem mag eisen dat het gratis hersteld wordt. “Een jaar garantie op verkleuringen” betekent dat u alleen bij een verkleuring in het eerste jaar herstel/vervanging mag eisen, maar als het doormidden breekt geldt de garantie niet. Garantie kan worden beperkt tot bepaalde aspecten van het product. Een garantie kan zowel door de winkel als door de fabrikant worden verleend, en de klant moet dan die partij aanspreken.

De wet (art. 7:17 BW) zegt dat u recht heeft op een product dat voldoet aan de redelijke verwachtingen. Dit wordt ook wel “wettelijke garantie” genoemd. Dit geldt voor alle aspecten van het product, en een winkel kan dit conformiteitsrecht niet beperken in de voorwaarden. Slijtage hoort bij de redelijke verwachtingen, dus een product dat slijt is geen grond om op grond van de wet te eisen dat men tot herstel of vervang overgaat. Bij een conformiteitsprobleem is altijd de winkel aansprakelijk en niet de fabrikant. (De winkel kan wel de kosten verhalen op de fabrikant.)

Van accu’s is bekend dat hun levensduur al na een jaar achteruit kan gaan. Daarmee is het verminderd laadvermogen geen grond om de wettelijke garantie in te roepen. Een accu die na anderhalf jaar helemáál niet meer werkt, lijkt me echter dan weer onder de maat. Maar ik denk dat dat afhangt van hoe intensief de accu gebruikt wordt.

In ieder geval ligt de bewijslast dat deze accu onverwacht snel stuk is, bij de klant. Alleen in de eerste zes maanden draait de bewijslast om: bij elke klacht moet de winkel bewijzen dat hier sprake is van gewone slijtage of onzorgvuldig gebruik en dat de schade dus conform de verwachtingen is.

Arnoud

Is TNT Post aansprakelijk voor kwijtgeraakte internetbestellingen?

Een lezer vroeg me

Recent had ik wat besteld bij een webwinkel. Na drie weken had ik het nog niet in huis, en de webwinkel meldde me dat het dan in de post moet zijn kwijtgeraakt. Volgens haar algemene voorwaarden had ik geen recht op vergoeding, ik moest het maar bij TNT Post gaan verhalen. Hoe stel ik nu TNT aansprakelijk?

TNT Post aansprakelijk stellen voor kwijtgeraakte post is erg moeilijk. Wie hun algemene voorwaarden erop naslaat, zie dat ze alleen aansprakelijk zijn voor aangetekende zendingen (50 euro bij post en 500 euro bij pakketjes).

Belangrijker: de Postwet 2009 bepaalt dat TNT niet aansprakelijk is voor kwijtgeraakte post, tenzij deze aangetekend of verzekerd verstuurd is. Of als TNT zelf opzettelijk, roekeloos of grof nalatig heeft gehandeld.

Als consumentklant heb je echter hiermee niets te maken. Je bestelt bij een webwinkel, en die moet het risico dragen dat het pakket kwijtraakt. Bij wie de schuld van het kwijtraken ligt, is voor jou niet relevant: de winkel moet een nieuw pakket opsturen als het niet aangekomen is.

De enige uitzondering is als je zèlf tegen de webwinkel zegt dat TNT goed genoeg is. Als je namelijk zelf een vervoerder aandraagt, kan de webwinkel niet aansprakelijk zijn voor kwijtraken bij gebruik van die vervoerder. Dat is dus niet hetzelfde als TNT uit een lijstje kiezen: je moet echt zelf gemaild hebben “jouw vervoerders zijn me te duur, gooi het maar in de brievenbus” om hieronder te vallen.

Bij een particuliere verkoper ligt het iets moeilijker. Het hangt daar af van wat er besproken is: wie heeft gezegd dat het met de post verzonden kan worden, is er gesproken over kwijtraken of over verzendkosten?

Arnoud

Mag een winkel verwijzen naar de fabrikant voor de garantie?

acer-laptop.pngTentamenvraag: vindt dit verweer steun in het recht?

[De winkel] heeft zich tegen de vorderingen verweerd met de stelling, dat niet hij, maar de fabrikant verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de garantie en dus voor de reparatie van de computer.

Antwoord: nee, natuurlijk niet. De verkoper die een computer aan een consument verkoopt, moet zelf zorgen dat het product voldoet aan de verwachtingen. Natuurlijk mag hij daarbij best de fabrikant inschakelen, maar hij mag niet zonder meer de klant doorverwijzen naar die fabrikant of zich achter de fabrieksgarantie verschuilen.

Dat blijkt uit een al wat ouder vonnis dat recent opdook op ITenRecht.nl. Een consument had een laptop gekocht via internet maar na een aantal maanden daaraan klachten geconstateerd. De winkel verwees naar de fabrikant (Acer), die inderdaad een reparatie uitvoerde maar daarbij wel alle bestanden en software had gewist en een duitstalig OS had geïnstalleerd (lolwut). Bovendien was de computer nog steeds niet foutvrij: de computer reageerde niet op toetsenbord en muis en schakelde zichzelf weer uit.

Na enige maildiscussie die niet tot een oplossing leidde, stapte de koper naar de rechter. En die oordeelt dus dat het verweer van hierboven niet opgaat:

[gedaagde] als uitoefenende een beroep of bedrijf houdt jegens [eiser] als consument de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van garantiebepalingen en daarmee ook voor deugdelijke reparatie van de computer binnen een redelijke termijn.

De verkoper is daarbij tekortgeschoten in deze plichten door alleen te verwijzen naar de fabrikant en niet zelf voor de reparatie te zorgen. Dat hij in de praktijk dan misschien zelf gewoon de laptop had doorgestuurd, maakt daarbij niet uit. Het is en blijft zijn verantwoordelijkheid, en nu het fout gegaan is moet hij opdraaien voor de problemen.

Arnoud

Is een particuliere verkoper aansprakelijk voor kwijtgeraakte bestellingen?

Update (12 maart 2012) let op, deze blog is vervangen door Wie is aansprakelijk voor verloren bestellingen bij particuliere verkoop?

Regelmatig krijg ik vragen over bestellingen die kwijtraken of beschadigd worden bij de verzending naar de koper. Welke rechten heb je dan als koper? En maakt het daarbij uit of je koopt bij een bedrijf of bij een particulier op bv. Marktplaats?

Wie gaat zoeken in het wetboek, ziet al snel artikel 7:11 BW, dat het risico bij de verkoper legt:

Indien bij een consumentenkoop de zaak bij de koper wordt bezorgd door de verkoper of een door deze aangewezen vervoerder, is de zaak pas voor risico van de koper van de bezorging af, zelfs al was zij reeds eerder afgeleverd in de zin van artikel 9.
Dit is dwingend recht (art. 7:6 BW): tenzij de koper een specifieke bezorger voorstelt, is de verkoper aansprakelijk voor kwijtraken. Ook als hij TNT Post gebruikt, ook als in de algemene voorwaarden staat dat de koper het risico aanvaardt bij gebruik van TNT Post en ook als de koper heeft gezegd dat het zo goedkoop mogelijk doet. Oh ja, en ook als de koper TNT Post uit een lijstje bezorgbedrijven heeft gekozen.

Punt is wel dat dit alleen geldt bij een ‘consumentenkoop’, en dat is (art. 7:5 BW) een koop tussen een bedrijf en een particulier. Een particulier die wat spullen op Marktplaats verkoopt, is niet automatisch een bedrijf (of beroepsmatig handelaar). Daarvoor is echt meer nodig.

Bij verkoop tussen particulieren (consumenten) onderling geldt artikel 7:11 BW dus niet. Je valt dan terug op de hoofdregel uit de wet (art. 7:9 BW): de verkoper moet zorgen dat de gekochte zaak wordt afgeleverd bij de koper. En ‘aflevering’ betekent hier niet ‘bezorging’ maar ‘plek waar de overeenkomst wordt uitgevoerd’. Volgens artikel 6:41 BW is die plek de plaats waar het product zich bevindt (zie ook de Tekst & Commentaar, p. 1038). Oftewel: de koper moet de producten komen halen. Hij kan ze laten opsturen, maar dat is dan op zijn eigen risico (art. 7:10 BW).

De speciale regeling van artikel 7:11 BW is dus ingevoerd om dat risico om te draaien. De wetgever beschermt daarmee de consument die bij een bedrijf koopt. Dat bedrijf kan zich verzekeren of een mooi contract met een vervoerder afsluiten die wél gegarandeerd aflevert, is de gedachte. Een consumentverkoper kan dat niet, dus dan is het oneerlijk om het risico daar te leggen.

Mijn eerdere blogpost over wanprestatie bij niet-levering moet ik dus nuanceren: er is geen sprake van een tekortkoming van de consumentverkoper als het pakketje kwijtraakt in de post, want het risico van kwijtraken ligt bij de koper in die situatie.

Arnoud

Het risico bij retourneren

Een lezer vroeg me:

Is het risico van het retourzenden van een zaak voor rekening van de koper of verkoper? Een vriend van me had een bestelling geretourneerd op grond van de Wet Koop op Afstand, maar het pakketje is waarschijnlijk in de post kwijtgeraakt. De winkel eist nu schadevergoeding. Klopt dat?

Bij een retour is de verzender in principe verantwoordelijk. Als de zending kwijtraakt, dan heeft de verzender dus een probleem. Bij retourzenden kun je dus maar beter aangetekend versturen. (Bij het gewone verzenden zegt de wet – art 7:11 BW – expliciet dat het risico bij de verkoper ligt, maar dat artikel geldt niet voor de retourzending.)

Als bewezen kan worden dat het vervoersbedrijf het pakket heeft kwijtgeraakt, dan is dat wellicht een argument om het risico te verleggen of om van overmacht te spreken. Maar in principe zou ik zeggen dat dat alleen gaat als het aangetekend verstuurd was en toch kwijt.

Als het product nu kwijt is, dan moet de koper inderdaad schadevergoeding aan de verkoper betalen. Ik zou verwachten dat dat normaliter neerkomt op het vergoeden van de prijs. En dan is de oplossing simpel: de verkoper mag het geld houden dat de koper eerder had betaald en daarmee is de kous af. Als er niet vooruit betaald is, dan zal de koper nu alsnog moeten betalen.

Arnoud

Je bent aansprakelijk voor je affiliates

Het inschakelen van affiliates ontslaat je niet van je eigen verantwoordelijkheid voor naleving van de wet. Dat blijkt uit een vonnis van eind februari in een beroepszaak tussen de Consumentenautoriteit en een postorderbedrijf. Aan de site waar proefpakketten konden worden aangevraagd (met inderdaad een stilzwijgend abonnement) mankeerde het een en ander. Het bedrijf stelde echter dat zij niet direct zaken deed met consumenten maar dat haar affiliates dat deden, zodat die ervoor verantwoordelijk zijn dat alles juridisch klopte. De Consumentenautoriteit vond dat onzin, en de rechter geeft haar nu gelijk.

Het bedrijf bood een breed scala aan producten aan, van afslankproducten tot tandverzorging tot erotische producten (geen grappen over vibrerende tandenborstels graag). Allerlei banners daarvoor werden aan de markt gebracht via affiliates zoals Net Direct, Ad Pepper en De Heus. Achter de banner zat een landingpagina met een aanbieding voor een gratis proefverpakking, proefpakket of welkomstpakket dat meteen besteld kon worden. De informatie van het bedrijf daarachter was nogal karig: veel meer dan een handelsnaam en/of een KVK-nummer was er niet te vinden (duidelijk onze factsheet niet gelezen).

De wet eist echter dat je “gemakkelijk, rechtstreeks en permanent” je vestigingsadres en contactgegevens vermeldt bij zo’n webpagina. Het argument van het bedrijf dat je dit bij de Kamer van Koophandel kon opvragen, ging dus niet op. Die gegevens moeten echt op de landingpagina zelf staan, omdat daar het bestelformulier staat.

Ook ontbraken de verplichte contactgegevens. Vaak werd niet eens een e-mailadres genoemd, terwijl dat letterlijk in de wet (art. 3:15d BW) staat als verplichte informatie. Ook een telefoon- of faxnummer ontbrak. Opmerkelijk genoeg oordeelt de rechtbank dat dat niet hoeft als je een postadres neerzet, omdat “ook via de post kan immers een snelle, rechtstreekse en effectieve communicatie tot stand gebracht [kan] worden.” Dit lijkt me onjuist: het Europese Hof oordeelde in 2008 dat de bedoeling van dat lid over “snelle, rechtstreekse en effectieve communicatie” niet per se een telefoonnummer vereist maar wel iets dat min of meer hetzelfde bereikt als e-mail of telefoon. Ik zie werkelijk niet hoe een postadres daaraan voldoet.

Daarnaast waren de voorwaarden niet duidelijk gemeld: de tekst “Als u nu reageert kunt u als beloning uw eerste verpakking Pet’s Energy t.w.v. ” 45,–, GRATIS* krijgen” maakt niet duidelijk dat je hiermee een abonnement afsluit. (Het sterretje stond voor “U betaalt slechts ” 4,95 administratie- en verzendkosten”). Ook de elders genoemde zin “Na ontvangst van de eerste zending beslis ik of ikklant blijf. Zo niet, dan laat ik hetweten.” was daarvoor niet genoeg. Door deze onduidelijke en onvolledige informatie is er geen abonnement tot stand gekomen, maar alleen een overeenkomst om gratis (plus 4,95) een proefpakket te krijgen. De rechter oordeelt dan ook dat de vervolgzendingen in het geheel niet besteld zijn en dat de consument ze daarom gratis mag houden (art. 7:7 lid 2 BW).

En voor dit alles is en blijft het bedrijf zelf aansprakelijk. De Wet Handhaving Consumentenbescherming vermeldt in artikel 8.2 dat

Indien commerciële communicatie … deel uitmaakt van een dienst van de informatiemaatschappij of een dergelijke dienst vormt, zorgt degene in wiens opdracht de commerciële communicatie geschiedt, dat artikel 15e, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in acht wordt genomen.

en dat is dus de opdrachtgever en niet de affiliate. Ik zou zeggen: zo hoort het ook. Je kunt contractueel met zo’n affiliate regelen dat zij zich aan de juiste wet- en regelgeving houden, maar uiteindelijk doet de consument zaken met jou en niet met je affiliates.

Arnoud

Nee, het is een uitprobeertermijn en geen zichttermijn!

Afgelopen dinsdag sprak ik er al mijn irritatie over uit: webwinkels die zeggen dat een product wel teruggegeven mag worden binnen zeven werkdagen, maar alleen in ongeopende, originele staat. De Wet Koop op Afstand geeft je een uitprobeerrecht: je mag het uitpakken en aanzetten, aandoen of omdoen (maar niet indoen, vanwege hygiëne) zodat je kunt zien wat je hebt gekocht en of dat bevalt. Je moet zorgen dat de verpakking en het product niet nodeloos beschadigd raken, want daarvoor moet je een schadevergoeding betalen.

De vraag is dan natuurlijk, wanneer is iets nu “uitproberen” en wanneer wordt het “gebruiken”?

In een juridisch artikel geeft professor Marco Loos (UvA) nu antwoord op die vraag. Hij baseert zich op het Quelle-arrest en het Messner-arrest, die allebei gingen over het recht van ontbinding: Quelle bij vervanging van een niet-conform product en Messner bij de (verlengde) zevenwerkdagentermijn. In beide gevallen oordeelde het Europese Hof van Justitie dat er inderdaad geen kosten in rekening mochten worden gebracht voor het uitoefenen van dit recht. Dit omdat zulke kosten de consument kunnen afschrikken van het uitoefenen van dit recht.

In het Messner-arrest vermeldt het Hof daarbij:

Het herroepingsrecht wordt dus geacht het nadeel te vergoeden dat de consument lijdt bij een op afstand gesloten overeenkomst, door hem een passende bedenktijd toe te kennen waarin hij het verworven goed kan keuren en uitproberen.

Inderdaad: uitproberen. Iedereen die dus roept dat je alleen maar de doos mag bekijken (“zichttermijn”) heeft het bij deze fout. Maar wat is dan uitproberen? Loos noemt een aantal voorbeelden, waar sommige webwinkeliers van op zullen kijken:

  • Het mogen passen van een kledingstuk.
  • Een proefwasje draaien met een wasmachine.
  • Een kopje koffie zetten met een koffiezetter.

Wel stelt het Hof grenzen aan het gebruik, als dat is “op een wijze die onverenigbaar is met de beginselen van burgerlijk recht”. Wie misbruik maakt van dat recht om een kopje koffie te zetten (bijvoorbeeld door het hele weekend de sportclub van koffie te voorzien) raakt het kwijt, of kan in ieder geval worden verplicht een schadevergoeding te betalen aan de webwinkel. Net zo goed mag je dus niet een dure jurk kopen, deze naar een gala aandoen en maandag de jurk retourneren op grond van de Wet Koop op Afstand. Het zal alleen wel lastig worden voor de winkel om te bewijzen dat dit is gebeurd, maar sporen van een stomerij zouden een stevige aanwijzing kunnen zijn. In ieder geval heeft de winkel de bewijslast dat de consument misbruikt maakt van het recht, aldus Loos.

Maar hoe overtuigen we nu al die webwinkeliers?

Arnoud