DNA afstaan vanwege discriminerende tweet?

tweet-discriminatie.pngBij Madbello las ik het opmerkelijke bericht dat een zeventienjarige twitteraar DNA moest komen afgeven nadat hij (voorwaardelijk) veroordeeld was voor een haatzaaiende tweet. En na deze retecoole reactie kon ik niet anders dan er induiken.

De jongeman was veroordeeld voor het twitteren van

Tering joden in israel zijn weer bezig. Als de Fuhrer nou zijn werk had afgemaakt was dit niet gebeurd. #siegheil

Het vonnis is nergens te vinden (want de verdachte is minderjarig), en dat is jammer want zo is het heel lastig te duiden wat daarna kwam: een sommatie tot afgifte van DNA materiaal. Daarbij werd namelijk verwezen naar artikel 285 Strafrecht, oftewel het bedreigen met geweld van personen. Ik zie met de beste wil van de wereld niet hoe een tweet als deze als bedreiging gezien kan worden.

Op zich klopt het wel dat áls het om bedreiging gaat, DNA kan worden afgenomen. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden bepaalt namelijk dat bij elk ernstig misdrijf (zoals gedefinieerd in artikel 67 Strafvordering) DNA mag worden afgenomen. En artikel 285 lid 1, oftewel de bedreiging, valt onder die definitie.

Die Wet DNA heeft dan weer wel een uitzondering: geen DNA zal worden afgenomen als

redelijkerwijs aannemelijk is dat het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel gelet op de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd niet van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde.

en dat had wat mij betreft reden moeten zijn om in dit geval af te zien van DNA-afname. Update (11 maart): in de comments wijst Arnout Veenman erop dat

DNA moet worden afgenomen, tenzij een van de twee uitzonderingen zich voordoet en die moeten ook nog eens beperkt worden uitgelegd. Voor andere uitzonderingen die uit het systeem van de wet voortvloeien is volgens de HR geen plaats en ook art. 40 IVRK biedt een dergelijke generieke uitzondering niet voor minderjarigen .

Arnoud<br/> Disclaimer: het was niet de bedoeling van de maker dat dat poppetje in het plaatje de Hitlergroet lijkt te brengen.

“Minder openbare” websites bestaan niet

Semi-openbare websites bestaan per definitie niet, zo ging NRC Handelsblad gisteren kort door de bocht. Het Gerechtshof Amsterdam had namelijk in hoger beroep een man veroordeeld die op Polinco.net discriminerende teksten had achtergelaten. Eerder had de rechtbank hem vrijgesproken omdat lezers niet onverhoeds tegen de uitingen aan zouden kunnen lopen en daarmee de uiting niet als “in het openbaar” te zien zou zijn.

De uitspraak is op zich geen verrassing; al eerder oordeelde ditzelfde Hof dat internetpublicaties per definitie openbaar zijn vanwege de grote reikwijdte van het medium. En in een ander recent arrest werd een afgeschermde Hyve ook als min of meer openbaar aangemerkt.

Het kort-door-de-bocht gaande van NRC zit hem in de “bestaan per definitie niet”: in al deze zaken ging het om publicaties die in principe een onbeperkt publiek kunnen bereiken. Ok, bij die afgeschermde Hyve lag dat wat onduidelijker maar ook daar kon iedere Hyvesvriend bij de tekst. In haar eerder arrest wijst het Hof zelf al op het feit dat “[n]iet gebleken is dat de website bijvoorbeeld met een wachtwoord was beschermd” als aanwijzing dat de website openbaar zou zijn. Dus wat nu als ik de publicatie achter een wachtwoord zet dat alleen enkele kennissen weten? Of een besloten forum met beperkte toegang voor enkele geregistreerde gebruikers?

Arnoud

Discriminatie op datingsites

Een lezer mailde me over een datingsite waar hij als man voor allerlei diensten moest betalen, terwijl vrouwen van zowat alle mogelijkheden gratis gebruik van konden maken. Is dat niet verboden discriminatie?

Discriminatie, oftewel ongeoorloofd onderscheid maken, is inderdaad verboden. Hoe het precies zit, blijkt uit de Algemene wet gelijke behandeling. Artikel 7 van deze wet verbiedt het maken van onderscheid bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten. Een datingsite levert een dienst en valt dus onder dit artikel.

“Onderscheid” valt dan weer uiteen in direct en indirect onderscheid. Bij direct onderscheid wordt het criterium (hier: man of vrouw) zelf gebruikt voor het onderscheid. Bij indirect onderscheid wordt een ander criterium gebruikt dat indirect toch tot onderscheid tussen mannen en vrouwen leidt. Zo zou een eis om een stropdas te dragen indirect onderscheid op geslacht kunnen opleveren, omdat vrouwen die meestal niet dragen.

Hier is sprake van direct onderscheid, er wordt keihard gekeken naar het geslacht en op basis van alleen dat gegeven wordt de dienstverlening aangepast. Maar dat is soms toegestaan. In artikel 2 lid 3 van de Awgb een uitzondering staat voor “positieve discriminatie”:

Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid geldt niet, indien het onderscheid een specifieke maatregel betreft die tot doel heeft vrouwen of personen behorende tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen ten einde feitelijke nadelen verband houdende met de gronden ras of geslacht op te heffen of te verminderen en het onderscheid in een redelijke verhouding staat tot dat doel.

Het feitelijk nadeel zit hem hier in het punt dat vrouwen op datingsites vaak sterk in de minderheid zijn. De site wil dus graag vrouwen aanmoedigen om lid te worden, en dat is op zich een legitiem doel. Verder blijkt dat vrouwen ook wel een basistarief moeten betalen, dus helemaal gratis is het niet. Ik denk dus wel dat dit toegestaan is.

Arnoud

Moderator van Stormfront geen (mede)pleger van discriminatie

stormfront-meningsuiting-discriminatie.pngEen moderator kan niet zomaar verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van berichten van leden. Dat vonniste de Amsterdamse rechter begin deze maand (jaja, maar Boek 9 had het ook pas gisteren). De verdachte werd vervolgd voor zijn rol als moderator van het extreemrechtse Stormfront.org bij een aantal antisemitische uitlatingen op dat forum.

De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat verdachte als moderator de technische bevoegdheid had om op de website geplaatste teksten te verwijderen, niet zonder meer inhoudt dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van alle op de website geplaatste teksten. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachte onder de gegeven omstandigheden niet enkel uit hoofde van zijn functie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het op de website plaatsen, geplaatst houden dan wel niet verwijderen van de teksten.

De term “verantwoordelijk” is wat apart – het is een strafzaak en “verantwoordelijk” zie ik eerder in een civiele context. De rechtbank lijkt hier zich af te vragen of iemand het misdrijf discriminatie pleegt door de functie van moderator te hebben. En het antwoord daarop is (natuurlijk, zou ik zeggen) “nee, dat is niet zo”.

Vervolgens wordt gekeken naar “medeplegen”, oftewel in nauwe samenwerking met de echte pleger (die in een aparte zaak wel veroordeeld werd voor dit misdrijf) zorgen dat de publicatie op internet komt. Ook dat wordt afgewezen:

het enkele geplaatst houden dan wel niet verwijderen van de teksten [is] onvoldoende om te spreken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.

Op zich heel plausibel en logisch allemaal. Wat ik dan nog mis, is de vraag over medeplichtigheid oftewel het opzettelijk gelegenheid, middelen en dergelijke geven om het misdrijf te plegen. Want daar zit denk ik best wel een stevig verhaal: wie een extreemrechtse website opzet, moet toch weten dat daar verboden uitlatingen op gaan komen. En dat heet voorwaardelijke opzet: het niet onaannemelijke risico nemen dat iets strafbaars gaat gebeuren.

Arnoud

Toegankelijkheid van websites voor gehandicapten

invaliden-toilet-beneden.pngEen lezer wees me op de schikking tussen warenhuis Target en de National Federation of the Blind in de VS. De laatste had een collectieve rechtszaak aangespannen omdat de webwinkel van Target niet met screenreaders te gebruiken was. In de schikking zijn maatregelen afgesproken om hier een eind aan te maken. En nu is natuurlijk de vraag: kan dat ook in Nederland?

In de VS hebben ze de Americans with Disabilities Act, en in Nederland hebben we een veel grotere mond vol: de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Deze verbiedt het maken van onderscheid tussen personen op grond van een werkelijke of vermeende handicap of chronische ziekte in bepaalde gevallen. (De tekst van de wet lijkt sterk op de algemene Wet gelijke behandeling, en dat is natuurlijk geen toeval.) Artikel 2 van de Wgbogvhocz biedt in principe een mogelijkheid om concrete maatregelen te eisen:

Het verbod van onderscheid houdt mede in dat degene, tot wie dit verbod zich richt, gehouden is naar gelang de behoefte doeltreffende aanpassingen te verrichten, tenzij deze voor hem een onevenredige belasting vormen.

Het belangrijkste “excuus” om een aanpassing niet door te voeren is dat de aanpassing “naar gelang de behoefte” moet zijn. Dat wil zeggen, er moet een concrete situatie zijn op grond waarvan de aanpassing nodig is. Dit artikel is geen generieke verplichting om voor alle mogelijke handicaps preventief alvast maatregelen te nemen.

Maar dit artikel, en eigenlijk de hele Wgbogvhocz, geldt maar in een beperkt aantal situaties. Met name is niet genoemd het sluiten van overeenkomsten in het algemeen of het bezoeken van bedrijven. Daarmee is volgens mij deze hele wet niet van toepassing op websites van private partijen (particulieren en bedrijven).

We hebben nog wel artikel 429quater uit het wetboek van strafrecht, dat bepaalt:

Met [hechtenis van ten hoogste 2 maanden of geldboete van de derde categorie] wordt gestraft hij wiens handelen of nalaten in uitoefening van ambt, beroep of bedrijf zonder redelijke grond, ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat ten aanzien van personen met lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap de erkenning, het genot of uitoefening op voet van gelijkheid van rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast.

Kort gezegd dus: discriminatie in het sociaal-economisch verkeer op grond van een handicap is strafbaar. En ook het nalaten van bepaalde aanpassingen voor gehandicapten kan een vorm van verboden discriminatie zijn.

Voor zover ik kan nagaan, moet het “handelen of nalaten” hier in dezelfde lijn als hierboven gezien worden: het maken van aanpassingen die “naar gelang de behoefte” van de wederpartij zijn en die in dat geval redelijkerwijs gevergd kunnen worden van de websitebouwer. Wanneer daar sprake van is bij een website, vind ik een hele lastige. Ik zou zeggen, wie niet opzettelijk dingen doet om screenreaders te hinderen zou weinig te vrezen moeten hebben. Ik geloof niet dat je als private partij gedwongen kunt worden om actief accessibility-features toe te voegen aan je site.

Arnoud

Forumbeheerder medeplichtig aan strafbare uitingen door leden

Een forumbeheerder kan strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor uitlatingen van deelnemers, als hij nalaat deze te verwijderen terwijl hij dat wel had moeten doen. De voorzitter van de inmiddels opgeheven Nationale Alliantie, die ook moderator was op hun forum, kreeg dinsdag zes maanden voorwaardelijke celstraf en 120 uur taakstraf. Overigens niet alleen vanwege de racistische en discriminerende uitlatingen op het forum, maar ook o.a. voor het bezit van kinderporno en een stroomstootwapen.

Het strafbare feit was medeplichtigheid aan haatzaaien of discriminatie. Je bent medeplichtig aan een misdrijf als je opzettelijk gelegenheid of faciliteiten biedt tot het plegen van een misdrijf. Het opzetten van een forum waarop mensen strafbare uitingen kunnen doen, is het bieden van zulke faciliteiten. Maar was het opzettelijk? Was het met andere woorden de bedoeling van de beheerder dat mensen die dingen gingen zeggen op dat forum? Ja, lijkt de rechtbank te zeggen in het vonnis.

De verdachte heeft gefaciliteerd dat deze teksten openbaar werden gemaakt, nu hij de betreffende site als voorzitter van de Nationale Alliantie heeft opgezet, de rekeningen voor de instandhouding daarvan heeft betaald en heeft nagelaten deze teksten van het forum te verwijderen, hoewel hij daartoe uit hoofde van zijn bevoegdheden op het forum gehouden was in zijn functie als administrator/moderator. Naar het oordeel van de rechtbank is de opzet van verdachte zodoende gericht geweest op zowel het beledigen en aanzetten tot haat, discriminatie en geweld jegens Joden en Moslims als op de openbaarmaking daarvan. De betreffende website was immers voor iedereen vrij toegankelijk.

Die laatste zin doet denken aan de discussie van een half jaar terug over de openbaarheid van een website. Daarover bepaalde het Gerechtshof Amsterdam in juni al dat een website openbaar is (vlak nadat de Europese Kamer van de rechtbank Amsterdam in een eerder vonnis had gezegd dat forums ‘minder openbaar’ zijn dan andere websites).

Wat hier wringt, is het stuk over nalaten te verwijderen. De rechtbank zegt hier dat de verdachte de uitlatingen faciliteerde door ze niet weg te halen terwijl hij dat wel moest. Maar hoe had de verdachte moeten weten dat hij ze weg had moeten halen? Volgens de rechtbank is dat eenvoudig:

Naar het oordeel van de rechtbank behoeft het geen betoog dat de in de tenlastelegging genoemde teksten onmiskenbaar beledigend en onnodig grievend zijn voor de betreffende groeperingen.

Dat doet denken aan het criterium uit de wet voor aansprakelijkheid van dienstverleners: wie weet van onmiskenbaar onrechtmatig materiaal op een site en die niet weghaalt, is aansprakelijk daarvoor.

Van een aantal teksten heeft de verdachte toegegeven dat hij ze had gelezen maar bewust had laten staan. Dat wordt hem aangerekend. Maar ook voor de teksten die hij niet had gelezen, wordt hij als medeplichtig aangemerkt. Dat verbaast me: kennelijk heb je een lees- en beoordeelplicht bij forums. En als je, zoals de verdachte zei “niet altijd evenveel aandacht aan het forum heeft besteed” of “dat het forum boven zijn hoofd is gegroeid”, dan heb je pech en moet je maar extra moderatoren inhuren.

Als ik de uitlatingen lees, dan snap ik wel dat de rechtbank deze als “van een stuitend laag bij de grondse aard en van een giftig karakter” aanmerkt. Dat ze onmiskenbaar onrechtmatig zijn, is waarschijnlijk ook wel te verdedigen. Maar om dan medeplichtig gehouden te worden terwijl je ze niet eens gelezen hebt?

Het is ondertussen wel duidelijk dat de oude regels over aansprakelijkheid van providers niet zomaar opgaan voor forumbeheerders. Maar hoe moet het dan wel?

Arnoud

SIDN biedt bulkkorting voor grote domeinboeren, mag dat?

nl_logo.gifHeftige reacties op aangekondigde prijswijziging van SIDN, meldde Arnout Veenman. De domeinautoriteit van Nederland gaat een kortingsregeling invoeren voor providers die domeinnamen registreren. Deze korting is gebaseerd op een staffel: de totale korting is afhankelijk van het aantal domeinen dat een provider per jaar registreert. Wie dus veel domeinnamen registreert, krijgt flinke korting. Met een leuke eigen prijsstelling kun je dan als grote partij makkelijk kleine concurrenten uit de markt duwen. Dat maakte flink wat discussie los natuurlijk.

Mag dat zomaar? Goeie vraag. Op zich mag een stichting zelf haar prijzen vaststellen. Alleen, SIDN heeft een monopolie – zij is de enige die .NL domeinnamen kan uitgeven. En dan moet SIDN goed uitkijken wat ze doet, want misbruik van een “economische machtspositie” (zoals dat heet) is ten strengste verboden. De Europese mededingingsregels verbieden expliciet “het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging”, kortweg discriminatie. Onze eigen Mededingingswet kent een overeenkomstig verbod.

Nu is het vrij duidelijk dat de kleine ‘handelspartners’ van SIDN nadeel ondervinden van deze prijsdifferentiatie. Maar is sprake van “gelijkwaardige prestaties”? Dat is een bijzonder complexe vraag, zo blijkt uit de jurisprudentie. Algemeen gezegd komt het erop neer dat sprake moet zijn van een objectieve economische reden om de prijs te veranderen bij verschillende partijen. Kortingen die overeenstemmen met besparingen mogen gewoon, bijvoorbeeld. Zo mag een monopolist gerust korting geven als de klant het product zelf komt afhalen. Ook korting voor bulkafname is in het algemeen geen probleem, tenminste als de korting overeenstemt met de besparingen voor de verkoper voor de bulkafname.

Zijn de SIDN-kortingen objectief gerechtvaardigd? Daarvoor zouden we meer feiten moeten hebben. Ik kan me alleen moeilijk voorstellen dat domeinregistratie in bulk heel veel besparingen oplevert. Dat is toch allemaal geautomatiseerd?

Op Webhostingtalk is een reactie van SIDN te lezen:

Daarnaast willen wij de registrars die een belangrijke bijdrage hebben geleverd en leveren aan het succes van het .nl-domein, belonen door middel van een kortingsregeling. Ook deze kortingsregeling kost SIDN geld, maar wij zijn ervan overtuigd dat ons prijsbeleid het succes van het .nl-domein ten goede zal komen.

Dat riekt naar kortingen of beloningen voor vaste klanten, en die zijn verdacht in het mededingingsrecht. Daar is geen objectieve, economische grond voor. “Vaste klant” zijn is immers geen economische factor. Als het dus werkelijk alleen gaat om belonen van grote klanten, zou ik dat juridisch drijfzand vinden.

Een ander belangrijk punt is dat de prijsdiscriminatie de concurrentie tussen de klanten van SIDN aan moet (kunnen) tasten. De zorg van ‘kleintjes’ dat ze van de markt geduwd worden door in bulk inkopende ‘groten’ kan daar een bewijs van zijn, maar evident is dat niet. Problemen voor concurrenten is nog geen probleem voor de concurrentie. Daarbij speelt altijd de ook lastige vraag mee wat nu eigenlijk de markt is. Zijn domeinnamen zelf een markt? Of is het een bijkomstige dienst die je als webdesigner/webhoster levert?

Arnoud

Meningsuiting op internet ook grondwettelijk beschermd

Grondrechten gelden ook gewoon op internet. Dat lijkt logisch, maar het is toch goed om te zien dat dat principe ook in de rechtspraak gevolgd wordt. In een recent vonnis van de Europese strafkamer van de rechtbank Amsterdam wordt een uitlating op internet als “minder openbaar” aangemerkt dan bijvoorbeeld radio of televisie. Daarom zal er bij uitlatingen op internet minder snel sprake zijn van strafbare belediging of discriminatie.

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is het belangrijkste verdrag voor grondrechten in Europa. Het recht op vrije meningsuiting wordt in dit verdrag gegarandeerd. Een inbreuk daarop mag alleen als dat bij wet geregeld is, de inbreuk noodzakelijk is om de goede naam of rechten van anderen te beschermen, en de maatregel ook nog eens de best passende (minst erge) remedie is om die anderen te beschermen.

Belediging, smaad, laster, haatzaaien en dergelijke zijn in het Wetboek van Strafrecht verboden. Een strafrechtelijke vervolging mag dus in principe, maar de staat moet hier wel heel terughoudend mee zijn. Het is tenslotte een zeer zwaar middel. In veel gevallen kun je het beter overlaten aan de beledigde of besmade persoon zelf om bij de rechter actie te ondernemen (of niet natuurlijk). En de vervolging moet ook nog eens noodzakelijk zijn om die anderen te beschermen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens legt dit strikt uit: er moet een “dringende maatschappelijke noodzaak” zijn, een dringend algemeen belang, om op te treden tegen een meningsuiting. Dat zal er niet snel zijn – zeker als het gaat om politieke discussie mag je erg veel zeggen.

In deze zaak vond de rechtbank dat de uitlatingen wel degelijk beledigend bedoeld waren. Het waren vooral grove woorden zonder dat daar nu enige bijdrage aan een debat uit op te maken was. Maar: deze werden geuit op een forum, en voor strafbare belediging moet je in het openbaar gesproken of gepubliceerd hebben. En dat was hier niet het geval. De rechtbank vroeg zich af

of de groepen in kwestie redelijkerwijs tegen de beledigende uitlatingen konden aanlopen, en dus ongevraagd met de uitlatingen geconfronteerd konden worden, zonder zich daartegen te kunnen beschermen. Als verdachte de uitlatingen in zodanige openbaarheid had gedaan dat mensen er onverhoeds tegenaan zouden lopen, zou het opzet op de openbaarheid zonder meer zijn komen vast te staan. Aannemelijk is echter dat verdachte juist door de keuze voor het forum [naam forum] in de veronderstelling verkeerde – en ook de bedoeling had – dat zijn uitlatingen slechts door een klein groepje gelijkgestemden zouden worden gelezen. Zijn opzet was derhalve gericht op een beperkte mate van openbaarheid.

Je moest met andere woorden echt actief op zoek naar deze uitlating. Het was zelfs nodig om je te registreren op het forum voordat je het kon lezen. Je kon er niet onverhoeds tegenaan lopen, aldus de rechtbank. Daarmee vindt de rechtbank deze uitlating wezenlijk anders dan een mededeling op radio of televisie, waar je zomaar onverhoeds tijdens het zappen tegenaan kunt lopen.

Deze Europese strafkamer heeft nog meer uitspraken waarin aan het EVRM werd getoetst, gedaan. En dat is ook precies het doel van deze afdeling van de rechtbank: in het verleden werd niet altijd even expliciet nagegaan of een inbreuk op een grondrecht eigenlijk wel mocht gezien het EVRM. Vandaar dit samenwerkingsverband tussen de afdelingen strafrecht van de rechtbanken van Amsterdam, Alkmaar en Haarlem.

(Bedankt, Piter!)

Arnoud

Mag ik alleen jongens in mijn clan?

Ok, deze is origineel. Een speler van Runescape was een clan begonnen en wilde daar geen meisjes bij. Eén van de geweigerde meiden was kennelijk juridisch onderlegd, want zij kwam met de Wet Gelijke Behandeling aanzetten. Als een werkgever een sollicitant niet mag weigeren omdat ze vrouw is, waarom deze clanleider dan wel?

De Wet Gelijke Behandeling verbiedt onderscheid op geslacht in veel gevallen. Wie een dienst aanbiedt of een aanbod tot een overeenkomst doet, mag in principe geen ongeoorloofd onderscheid maken (art. 7 lid 1 WGB). Dat geldt ook voor natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, als zij het aanbod in het openbaar doen.

Je zou kunnen zeggen dat een clan, een samenwerkingsverband tussen spelers in een virtuele wereld, een soort van dienst is. Of in ieder geval een samenwerkingsovereenkomst. Je belooft elkaar te helpen en je samen in te zetten voor de clan. Zolang zo’n clan beperkt blijft tot een klein groepje waar je alleen op uitnodiging lid van kunt worden, staat de WGB toe dat de leider op elke grond die hij wil mag kiezen of iemand lid mag worden of niet.

Wordt het aanbod in het openbaar gedaan, dan ligt het moeilijker. De enige redding voor deze jongen is dan nog de uitzondering dat het onderscheid mag als het gaat om “eisen die gelet op het privé-karakter van de omstandigheden waarop de rechtsverhouding ziet in redelijkheid kunnen worden gesteld.” (artikel 7 lid 3). Dat zie ik niet zo snel opgaan in deze situatie.

Van een andere orde is als de exploitant van het spel een dergelijk onderscheid zou maken. Dat speelde in 2006 bij datzelfde WoW toen een speler een ‘guild’ voor homoseksuele en lesbische spelers wilde opzetten. Exploitant Blizzard verbood dat omdat het aanleiding zou geven tot gescheld en geruzie van andere spelers.

Wat zal ik deze jongen adviseren? Wees blij dat er meisjes meedoen? 🙂

Arnoud

“Advertenties niet bekijken is inbreuk en diefstal”

Speciaal voor Branko: Dit is Adblock PlusIk bekijk geen advertenties, mag dat? Veel Firefox gebruikers installeren de AdBlock Plus plugin, die automatisch advertenties en popups wegfiltert uit webpagina’s. Dat bladert een stuk rustiger, maar sitebeheerders zien hun advertentie-inkomsten natuurlijk wel omlaag gaan. Eén sitebeheerder is daar zo boos over geworden dat hij de site Why FireFox is Blocked is begonnen. Daarop fulmineert hij:

Software that blocks all advertisement is an infringement of the rights of web site owners and developers. Numerous web sites exist in order to provide quality content in exchange for displaying ads. Accessing the content while blocking the ads, therefore would be no less than stealing. Millions of hard working people are being robbed of their time and effort by this type of software.

Inbreuk van welke rechten, vraag ik me dan af. Het recht om geld te verdienen? Niemand is verplicht om advertenties te bekijken, laat staan er op te klikken. Het verschil tussen een advertentie waar ik overheen lees, en eentje die ik niet eens opmerk, zie ik niet.

Het auteursrecht dan? Het weghalen van een stuk van een webpagina is tenslotte een bewerking van een beschermd werk, en dat mag niet zonder toestemming. Zo is bijvoorbeeld een dienst die andermans webpagina’s naar WAP of andere formaten omzet, niet zomaar toegestaan. Maar daarbij is cruciaal dat de dienst de gewijzigde werken aanbiedt. Dat is openbaarmaking, doorgifte, en dat mag eenvoudigweg niet.

Een privépersoon die op zijn eigen PC een werk bewerkt, heeft veel meer auteursrechtelijke ruimte. De belangrijkste ruimte krijgt hij -alweer- door de thuiskopie:

de verveelvoudiging welke beperkt blijft tot enkele exemplaren en welke uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die zonder direct of indirect commercieel oogmerk de verveelvoudiging vervaardigt

Nu is advertenties filteren niet zomaar een kopie maken, maar een kopie in gewijzigde vorm. Echter, ook dat valt onder de thuiskopie. Want:

Onder de verveelvoudiging van een werk … wordt mede verstaan … iedere geheele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm, welke niet als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt. (artikel 13 Auteurswet)

Waar dus “verveelvoudiging” staat, mag je ook lezen “iedere bewerking die geen nieuw werk oplevert”. En alleen de advertenties ergens uitknippen, levert geen nieuw werk op.

Via Security.nl, dat mogelijkheden voor misbruik signaleert: Internet Explorer is zo lek als een mandje qua beveiliging, dus je kunt nu onder het mom van broodroof mensen overhalen zich kwetsbaar op te stellen.

Arnoud