Waarom garandeert mijn softwarelicentie de afwezigheid van virussen?

Een lezer vroeg me:

Vaak zie ik in softwarelicenties iets als dit: “Leverancier garandeert dat de Software geen virussen, achterdeuren, logische bommen of andere kwaadaardige routines bevat.” Waarom doen juristen dat? Het is toch raar dat een leverancier zou zeggen “onze software bevat een virus”?

Voor mijn gevoel is de clausule vandaag de dag een copypasteclausule: iedereen doet dit al jaren, dus laat ik het ook maar doen. Maar dat terzijde.

Het idee achter een garantie is dat je de leverancier kunt aanspreken als het toch gebeurt. Het zal zelden voorkomen dat er een virus (van een ander) in software zit, dus dit is een goedkope garantie om te geven.

Specifiek voor de achterdeuren en logische bommen kan de clausule belangrijker zijn dan ze lijkt. Het is enige tijd werkelijk praktijk geweest dat software werd voorzien van achterdeurtjes waarmee de leverancier ondanks alle beveiliging ‘in’ de software kon komen, of van logische bommen die bij wanbetaling afgingen zodat de software onbruikbaar werd.

Vandaag de dag is het vrijwel ondenkbaar dat geleverde software dergelijke kwaadaardige code bevat. Althans, stiekem. Software kan nog steeds uitschakelroutines hebben, maar die wordt dan netjes gemeld. En dan is het moeilijk dit een ‘kwaadaardige’ routine te noemen. Een enkele keer blijkt een ontevreden werknemer dergelijke code ingebouwd te hebben om zijn werkgever dwars te zitten of af te persen, maar dat is iets dat naar de klant toe toch echt voor rekening van die werkgever moet komen.

Arnoud

Is embedded software het einde van het concept ‘eigendom’?

copyright-symbol-printed.pngVoertuigfabrikanten John Deere en General Motors willen het concept eigendom afschaffen, gilde Wired onlangs. In de VS staat de DMCA ter discussie: welke uitzonderingen op het auteursrecht moeten er in de wet blijven staan, en met name wat gaan we doen met de regels over het omzeilen van technische kopieerbeveiligingsmaatregelen in software. En de reden voor het gillen is de positie van Deere: je koopt weliswaar een tractor, maar de software krijg je slechts in licentie dus daar moet je van afblijven.

Het is decennialang het mantra geweest in software-auteursrechtland: je koopt geen software, je krijgt slechts een gebruiksrecht waarvan de scope niet verder reikt dan het de licentiehouder goeddunkt. Wie wil afwijken van dat contractueel gegunde recht, is eigenlijk maar een piraat.

Steeds vaker grepen softwareleveranciers ook naar technische maatregelen om kopiëren of aanpassen van hun software tegen te gaan. En om het hacken dáárvan weer tegen te gaan, staat sinds alweer heel wat jaartjes in de wet dat het verboden (‘onrechtmatig’) is om effectieve kopieerbeveiligingen te omzeilen of uit te schakelen.

Maar in de wet staat er niet bij dat dat alléén geldt wanneer je de software illegaal wilt kopiëren. Ook het uitschakelen van een beveiliging met een legitiem doel – zeg, omdat je een citaat uit het beschermde werk wilt kopiëren, of omdat je je tractor wil opvoeren met een softwarehack – is strikt gesproken verboden. En Deere en General Motors betogen nu dus dat dit niet alleen maar een ongelukkige lezing van de wet is. In prachtig ronkend auteursrechtenpropaganda heet het dan dat:

[Circumventing the protection may] make it possible for pirates, third-party developers, and less innovative competitors to free-ride off the creativity, unique expression and ingenuity of vehicle software.

Dat het in veel gevallen niet gaat om “minder innovatieve concurrenten” maar om mensen die hun legaal gekochte auto willen aanpassen, zeggen ze er dan niet bij. Die mensen hebben de auto wel gekocht, maar de software slechts in licentie gekregen.

In Europa koop je je software wél, zeker als hij embedded zit in een apparaat. Alleen: daarbij is het zeker niet gezegd dat je de software mag aanpassen. Het auteursrecht op dat exemplaar is uitgeput, maar dat betreft eigenlijk alleen het recht om dat ene exemplaar van de software opnieuw op de markt te brengen.

Het aanpassen van die software valt buiten de uitputting. Net zoals het strikt gesproken niet toegestaan is om in een boek correcties te maken of pagina’s eruit te scheuren en in te lijsten. Alleen dát vinden we doodnormaal. Waarom dan met aanpassen van software niet?

Natuurlijk, het aanpassen van embedded software in een apparaat zoals een auto kan gevaarlijk zijn. Maar dat reguleer je door in de Wegenverkeerswet op te nemen wat er wel en niet mag, zodat de overheid daar toezicht op kan houden. Niet door een auteursrechthebbende te laten bepalen óf je de software in je auto mag aanpassen.

Arnoud

Tweedehands software mag worden doorverkocht, en de licentie gaat mee

software-charts-usedsoftEen eeuwige softwarelicentie die tegen een eenmalige vergoeding is verstrekt, mag worden doorverkocht ongeacht wat er in die licentie staat. Wel is de koper vervolgens gebonden aan alle bepalingen uit het licentiecontract. Dat staat in een vonnis (via) van de rechtbank Midden-Nederland van vorige week. Hiermee wordt het UsedSoft-arrest uit 2012 bevestigd.

In deze zaak had het bedrijf CWS software verkocht aan een persoon, die deze vervolgens ingezet had in een later opgerichte BV waar hij bestuurder van was. Na enkele jaren merkte CWS dat op en sprak ze beiden aan wegens licentieovertreding en auteursrechtinbreuk. De persoon vanwege het verbod de licentie over te dragen, en de BV vanwege het gebruik van de software zonder dat daardoor voor was betaald.

De gedaagden beriepen zich op het Usedsoft arrest, dat bepaalt dat een licentie een verkoop is van de software wanneer de licentie voor onbepaalde tijd wordt verstrekt en er een eenmalige vergoeding tegenover staat die een reële vergoeding is (de economische waarde). Deze software was geleverd tegen een betaling van $ 395, en de licentie stelde geen duidelijke, beperkte looptijd. Nergens blijkt uit dat deze prijs onder de economische waarde ligt (altijd een lastige vraag), dus de rechter neemt aan dat de prijs deze waarde vertegenwoordigt. En dan is de usedsoft-uitkomst simpel: deze software is verkocht.

Een discussiepunt bij tweedehandslicentieverkoop was nog altijd in hoeverre de koper van de licentie gebonden in aan de bepalingen daaruit. Immers, het contract staat niet op zijn naam dus hoezo moet hij dan alle bepalingen uit het contract nakomen? Met die redenering zou je dan bijvoorbeeld een goedkope consumentenlicentie kunnen kopen en die als bedrijf gaan toepassen, omdat dan de beperking “alleen voor consumenten” eraf zou zijn gevallen.

De rechtbank gaat daar niet in mee: het verkopen van een licentie wordt simpelweg juridisch geduid als een contractsoverdracht. Dat kan onder Nederlands recht, maar de verkrijger van het contract zit dan uiteraard wel gebonden aan alle licentievoorwaarden:

Doordat de software en de licentieovereenkomst een onverbrekelijke band hebben (zie r.o. 84 van het UsedSoft-arrest), moeten de uit de licentieovereenkomst voor de licentienemer voortvloeiende rechten (naar Nederlands recht, dat op de overdracht van de software van [gedaagde 1] naar [gedaagde 2] van toepassing is) worden aangemerkt als kwalitatieve rechten als bedoeld in artikel 6:251 lid 1 BW die van rechtswege overgaan bij overdracht van de software aan een derde. Daar staat wel tegenover dat die derde alsdan gebonden is aan de daar tegenover staande verplichtingen (zie lid 2).

Als je dus software tweedehands verkoopt, gaan alle rechten en plichten één op één over naar de kopende partij. Dat is een heel logische uitkomst wat mij betreft. Het betekent natuurlijk wel dat je die consumentenlicentie niet tweedehands kunt kopen en zakelijk inzetten, maar dat kan ik billijken. Het UsedSoft arrest is niet bedoeld om licentiedifferentiatie te verhinderen, het is bedoeld om de markt voor tweedehands software open te breken.

Arnoud

Waarom staan in licenties zo vaak DINGEN IN HOOFDLETTERS?

hoofdlettersEen lezer vroeg me:

Als ik licenties of andere ICT-contracten lees, staat daar altijd een hele lap tekst in hoofdletters in. Waarom is dat eigenlijk? Het is zó vervelend lezen…

Het klopt, veel ICT-contracten vermelden allerlei lappen tekst in hoofdletters. Het gaat dan met name om uitsluitingen van aansprakelijkheid (“exoneraties”). Deze gewoonte is buitengewoon storend: het is algemeen bekend dat een tekst die volledig in hoofdletters is geschreven, nauwelijks te lezen is.

Waarom doen juristen dat? De voornaamste reden: omdat iedereen het doet, en/of omdat het in de checklist staat die sinds 1993 op kantoor rondgaat. Juridisch cargoculten dus.

Oké, dat is cynisch. Er is een meer juridische reden. Amerikaans recht, met name de Uniform Commercial Code (UCC) die als harmonisatie van het contractenrecht geldt, eist dat een beperking van aansprakelijkheid ‘conspicuous’ gebeurt (section 2-316(2), over beperking van conformiteit). De UCC noemt enkele voorbeelden, zoals een groter lettertype, boldface (vetgedrukt) en een contrasterende kleur, maar NIET SPECIFIEK het gebruik van alleen hoofdletters. Adams vond een rechtszaak met deze mooie quote:

Lawyers who think their caps lock keys are instant ‘make conspicuous’ buttons are deluded.

Mogelijk is men begonnen HOOFDLETTERS TE GEBRUIKEN toen de eerste online licenties en dergelijke moesten worden geschreven. In het begin van het internettijdperk waren veel diensten nog text-only en was zelfs het veranderen van lettertype of gebruik van kleur onmogelijk. Er zijn dan weinig andere manieren OM IETS TE LATEN OPVALLEN dan het in alleen hoofdletters vermelden. Maar wellicht is de gewoonte AL IN DE TYPEMACHINE-TIJD ontstaan, waar ook zelden andere mogelijkheden zijn dan hoofdletters of onderstrepen.

Vandaag de dag zou ik geen reden meer weten om naar hoofdletters te grijpen om iets te benadrukken. Er zijn in HTML genoeg manieren om iets te benadrukken zonder dat PAARDENMIDDEL. En ook in een Word-bestand vertrouw ik er tegenwoordig wel op dat opmaak NIET INEENS STUK GAAT als je het document op een ander apparaat opent.

Hoewel? De grapjas die die installatiewizards maakt, heeft ooit bedacht dat in stap 6 je nog akkoord op de voorwaarden moet vragen en dat daar dan een simpel tekstvenster met scrollbalk voor gebruikt kan worden. En ik heb niet de indruk dat je dáár nu veel meer kunt doen qua opmaak. Dus wellicht dat de techniek hier gewoon zodanig achterloopt dat je juridisch niet anders kan.

Arnoud

Ubisoft trekt betaalde speltoegangkeys in wegens parallelle import, mag dat?

ubisoft-key-spelUbisoft heeft keys ingetrokken die spelers bij niet-officiële retailers hebben gekocht, las ik bij Tweakers. Hiermee zijn deze spelers hun geld kwijt en kunnen ze het spel niet meer spelen. Ubisoft verwijst mensen naar de verkoper, kennelijk met het idee dat je daar maar je geld moet gaan terugvragen. Eh, mag dat, een sleutel even ongeldig verklaren?

Waarom Ubisoft bezwaar heeft tegen niet-officiële retailers, is me niet helemaal duidelijk. Het Tweakersartikel suggereert dat het gaat om activatiesleutels die van buiten de EU komen, waar de prijzen lager zijn. Ik kan me voorstellen dat Ubisoft dat niet leuk vindt, maar dit is wel een érg zwaar machtsmiddel om daartegen te ageren.

Maar is het legaal? Daar ben ik nog niet uit. Er is gewoon niets geregeld voor digitale sleutels of wachtwoorden die toegang geven tot een dienst.

Bij fysieke parallelle import is het vrij duidelijk: je mag zonder toestemming van de merkhouder geen merkproducten importeren van buiten de EU naar een EU-land. Is het eenmaal legaal in de EU op de markt gekomen, dan mag je het opkopen en doorverkopen binnen de EU, ongeacht wat de merkhouder daarvan vindt. Die partij dure parfum bij de Kruidvat ligt daar dus legaal maar er zit die dag een héle boze meneer bij het hoofdkantoor van dat merk. Hetzelfde geldt voor auteursrechten overigens.

In de VS is dat nog liberaler: uitputting geldt wereldwijd, oftewel als het ergens ter wereld geautoriseerd op de markt is gekomen, mag het geïmporteerd naar de VS en daar verhandeld zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Voor merken zijn ze dan weer iets strenger, mits het product voor de internationale markt er anders uitziet dan voor de thuismarkt.

Voor diensten is dit eigenlijk nooit aan de orde geweest. Een dienst parallel importeren kán ook eigenlijk niet. Natuurlijk kan een dienstverlener leveren aan een klant in een ander land, maar daar is hij zelf bij dus dat is dan automatisch geautoriseerd.

Specifiek bij softwarediensten als deze kan het echter wél spelen, zoals de Ubisoft-zaak laat zien. En daar zit dus een lacune in de wet, want die zeggen niet of dit mag of niet. Ik ben geneigd te zeggen dat je dan wél sleutels overal mag kopen en inzetten. Wat niet verboden is, dat mag in het recht.

Natuurlijk, daar kun je van afwijken en dat gebeurt in de algemene voorwaarden dan ook vaak. Echter de Terms of Service van Ubisoft benoemen dit niet, hoewel ze wel een gezellige “alles is morgen anders”-clausule hebben:

We behouden ons het recht voor om deze Voorwaarden te wijzigen of een gedeelte of het gehele Puntensysteem te allen tijden te verwijderen, een en ander geheel naar eigen goeddunken, krachtens de voorwaarden die gespecificeerd zijn in artikel 17 hieronder.

Maar ook dan: die regels moeten er wel even zijn voordat je op die basis een sleutel ongeldig mag verklaren.

Dus nee: het mag niet, maar zoals altijd in het consumentenrecht, wat doe je eraan nu ze het toch doen?

Arnoud

Scrapen mag in de gebruiksvoorwaarden worden verboden, argh

De Nederlandse vergelijkingssite PR Aviation mag geen gegevens scrapen van de website van Ryanair, zodat prijzen automatisch in de vergelijker terechtkomen. Dat meldde Nu.nl gisteren. Het Hof van Justitie bepaalde namelijk dat hoewel de data van Ryanair niet beschermd is, het bedrijf met hun gebruiksvoorwaarden mag verbieden dat mensen deze gegevens gebruiken in prijsoverzichten. Wát een vervelende uitspraak.

Ryanair en PR Aviation hebben al jaren een slepend conflict over of de laatste de prijzen van Ryanair mag opvragen en in haar vergelijker mag opnemen.

Ryanair beriep zich daarbij altijd op haar auteursrecht en databankrecht, maar dat werd eerder door onze Hoge Raad afgewezen: er zit geen auteursrecht of databankrecht op een prijslijst, kom nou. Voor auteursrecht moet je iets creatiefs doen in de tekst, en daar is geen sprake van. En voor een databankrecht moet je investeringen hebben gedaan die specifiek zagen op het maken van de prijslijst, en die zijn er niet. Dat je investeert in je dienstregeling, is irrelevant: dat gaat niet over de lijst zelf.

Als laatste redmiddel had Ryanair ook nog in haar gebruiksvoorwaarden opgenomen dat je niet mocht scrapen. En het Hof van Justitie zegt nu dat dát rechtsgeldig is (in principe), ook al blokkeer je daarmee de rechten die mensen hebben om auteursrechtelijke of databankrechtelijke informatie te gebruiken. Die rechten zijn namelijk niet aan de orde omdat er geen auteursrecht of databankrecht rust op deze data.

Dus, eh, als er auteursrecht op zit dan mag ik citeren en als het een databankrecht is dan mag ik kleine stukjes overnemen voor legitieme doelen, maar als er géén bescherming is dan mag ik niets? Dat lijkt me een beetje raar, dan ga je toch als site met prijzen altijd zeggen, ik heb geen databankrecht, blijf van mijn data?

Welnee joh, zegt het Hof:

Een dergelijk betoog gaat immers voorbij aan het juridische en economische belang dat voor de persoon die heeft geïnvesteerd in het aanleggen van een databank, besloten ligt in de in de lidstaten geharmoniseerde automatische bescherming die verbonden is aan het uit het auteursrecht voortvloeiende uitsluitend recht om de verschillende in artikel 5 van richtlijn 96/9 genoemde handelingen aan zichzelf voor te behouden, en aan het recht om op grond van het recht sui generis de in de artikelen 7, leden 1 en 5, en 8, lid 2, van de richtlijn genoemde handelingen te verbieden.

Oftewel: omdat een databankrecht zo leuk is, gaan bedrijven als Ryanair écht liever investeren in alsnog een databankrecht (met verplicht toelaten dat je gescrapet wordt) dan dat ze nu op hun data blijven zitten en “Blijf met je rotpoten van onze rotprijzen af” in juridische taal roepen. Eh, juist.

Inderdaad, ik vind dit storend. Zoekmachines en prijsvergelijkers hebben een legitieme functie in de maatschappij en behoren prijsinformatie en dergelijke transparant te kunnen maken. Daar moet auteursrecht of databankrecht niet aan in de weg staan, daar zijn die rechten niet voor bedoeld. En oké het Hof laat doorschemeren dat dat niet gaat lukken, maar was het nou écht nodig om te zeggen dat je bij afwezigheid van die rechten een pseudo-recht kunt claimen met een contractuele afspraak? Want je wéét dat iedereen de komende jaren gaat roepen “wij hebben ergens een disclaimer met magniet erin, dus je bent in Ernstige Mate Maatschappelijk Onzorgvuldig en wanprestatie en juridische foei”.

Het enige lichtpuntje is dat er natuurlijk wel een contract moet zijn tussen de site en de scrapende bezoeker. En daarvoor is (zou ik zeggen) wel meer nodig dan dat je ergens een bestandje “gebruiksvoorwaarden” neerzet, zeker als je ongebruikelijke bepalingen opneemt zoals “je mag geen prijzen overnemen”. Dus ik hoop dat de Nederlandse rechter die straks het eindarrest moet wijzen, een duidelijke uitspraak doet wanneer je nu met website-gebruiksvoorwaarden een contract tot stand brengt met je bezoeker.

Arnoud

Mais non, moet een overeenkomst echt in het Frans?

monty-python-frans-gebruiksvoorwaardenDe Franse consumentenbond klaagt Netflix aan omdat hun gebruiksvoorwaarden in het Engels zijn, meldt The Register. Dit naast een aantal meer inhoudelijke punten, zoals dat Netflix geen kwaliteitsgarantie levert en haar aansprakelijkheid uitsluit naar consumenten toe. Maar eh, hee, moet dat dan, gebruiksvoorwaarden in de landstaal van je gebruikersland?

In Frankrijk geldt bij mijn weten géén harde eis dat een contract in de landstaal moet worden opgesteld. Je hebt als lompe Anglosaxon natuurlijk wel een flinke achterstand in de onderhandelingen als je meteen Engels op tafel gooit, maar een harde eis “contractez en Français” is er niet.

Bij ons ook niet trouwens, je kunt als wederpartij niet eisen dat wordt gecontracteerd in het Nederlands of Fries hoewel dat toch de landstalen zijn.

De juridische gedachte hierachter is dat dat niet hoeft. Basisregel is immers contractsvrijheid, je mag beiden afspreken wat en hoe je dat wilt tenzij de wet iets specifieks bepaalt. Zo moet de koop van een huis schriftelijk en mag je een consument niet verplichten jouw bindend adviseur te volgen in plaats van naar de rechter te gaan. Wil je beiden in het Engels (of Frans) contracteren dan moet dat kunnen, als je dat allebei wilt natuurlijk.

Die regel gaat niet altijd helemaal op. Veel algemene voorwaarden krijg je voorgeschoteld zonder ook maar één millimeter onderhandelingsruimte, laat staan over de taal. Dan wordt het twijfelachtiger. Wie niet kan begrijpen wat hij contracteert, kan daar niet aan gehouden zijn. Je krijgt dan een discussie of de consument redelijkerwijs Engels of Frans moest kunnen lezen. Ik ben geneigd te zeggen van niet, tenzij de hele site natuurlijk in het Engels of Frans is.

Je kunt natuurlijk als bedrijf diverse vertalingen aanbieden. Maar gebruikelijk is dan om die te voorzien van iets als

De Franse tekst van deze algemene voorwaarden is bij enig verschil van inhoud of strekking bepalend voor de uitleg ervan.

En dan doe je het volgens mij weer compleet te niet: dan moet je toch nog steeds Frans kunnen lezen om zeker te weten waar je juridisch staat. Het zou me dus erg storen als je met zo’n zin een prutsvertaling mocht leveren en dan ‘rechtsgeldig’ bezig zou zijn.

Arnoud

Mag een bedrijf licenties van software afnemen op naam van een werknemer?

vraagteken-zoeken-weeswerk-orphan-workEen lezer vroeg me:

Ik ben student en werk bij een ICT-bedrijf. Mijn werkgever heeft me gevraagd om bij Surfspot wat software met studentenprijzen aan te schaffen zodat hij goedkoper uit is. Moet ik daaraan meewerken? En ga ik de boete krijgen als er een audit komt?

Als student kun je vaak met flinke korting licenties kopen bij bedrijven als Surfspot. Heel handig, want als student heb je het niet breed. En je bent alvast verslaafd tegen de tijd dat je bij een bedrijf gaat werken.

Deze licenties zijn gewoonlijk niet bestemd voor bedrijfsmatig gebruik, in ieder geval niet door anderen dan de licentienemer zelf. Je mag als startende zzp’er bijvoorbeeld soms wel deze software gebruiken hoewel dat bedrijfsmatig is. Dit is wel iets om per softwarepakket te controleren. Maar in de geschetste situatie lijkt het me evident: dit is niet toegestaan onder die goedkope licenties.

Of je aan het verzoek moet meewerken als studentmedewerker, is een lastige. Ik ben geneigd te zeggen van niet: het is geen redelijke dienstopdracht en de werkgever wéét dat hij iets aan laat schaffen dat hij niet kan gebruiken. Bovendien brengt hij de werknemer in een lastig parket omdat die nu ook willens en wetens wat doet dat niet mag.

Aan de andere kant, dit is het risico van de werkgever en juridisch gezien kan de werknemer niets verweten worden in zo’n situatie. Je zou dus kunnen kiezen voor meewerken om de relatie met de werkgever goed te houden, in de wetenschap dat hij het probleem met BSA of andere partijen krijgt en niet jij. Hoewel niet uit te sluiten is dat zo’n werkgever bij problemen gewoon doorverwijst naar de student en daar zit je ook weer niet op te wachten.

Wat zouden jullie doen? Meewerken of nee zeggen?

Arnoud

Wat is het verschil tussen een EULA en een licentie?

eula-naam.jpgEen lezer vroeg me:

Ons bedrijf nam onlangs software in licentie met een contract van 30 kantjes. Prima, maar vervolgens moest iedere werknemer bij installatie nog eens een EULA accorderen. Is dat wel nodig, juridisch gezien?

Nee, dat is nergens voor nodig. Het is onzin om eerst als bedrijf een licentie te sluiten en dan de medewerkers nog eens individueel EULA’s te laten accorderen. De medewerkers handelen uit naam van het bedrijf en dus is de actie dubbelop.

Mogelijk dat de licentiegever dacht dat de werknemers “eindgebruikers” zijn, en dat een EULA of eindgebruikerslicentieovereenkomst derhalve door deze personen moet worden geaccordeerd. Maar dat klopt niet. Als een bedrijf een licentie afneemt, dan is het bedrijf de eindgebruiker. Individuele werknemers bestaan niet in die context. Zij zijn slechts de handen en voeten van het bedrijf en niet als personen gebonden aan de licentie.

Het zou kunnen dat de software normaal enkel onder die EULA wordt verspreid en dat het bedrijf van de vraagsteller een speciaal contract sloot met bijvoorbeeld gunstiger prijzen of aparte voorwaarden. De EULA wordt dan eigenlijk ten onrechte getoond, maar wellicht is het te veel werk het installatieprogramma deze stap te laten overslaan. Voor de zekerheid kun je als klant in zo’n geval in je contract laten opnemen dat die EULA niet bindend is en dat iedere klik op “I agree” daarbij als irrelevante handeling zal worden opgevat.

Soms zie je dat men een licentie op naam van een specifiek persoon in het bedrijf wil stellen. Dat kan op zich, maar nog steeds is het dan het bedrijf en niet meneer De Vries persoonlijk die aan de licentie gebonden is. Werknemer De Vries is de aangewezen hand (of voet) die namens het bedrijf handelt en niet privé gebonden of aansprakelijk voor de EULA.

Arnoud

Italiaans Hooggerechtshof verbiedt Windowsbelasting

Het Italiaanse Hooggerechtshof heeft de Windowsbelasting verboden, meldde Free Software Foundation Europe onlangs. Dat wil zeggen: men heeft het ongeldig verklaard om bij de verkoop van een laptop verplicht een Windowslicentie af te laten nemen. Vrijwel iedere laptop wordt geleverd met Windows, ongeacht of de klant dit nu wil of niet. En klanten die dat niet willen, kunnen meestal geen geld terug krijgen voor de kosten van deze licentie. Dat steekt mensen die geen Windows willen, dus dit arrest is een mooie opsteker.

De Windowstax is een berucht overblijfsel van de tijd dat Microsoft zijn monopoliepositie misbruikte. Men stond onder meer leveranciers van computers alleen toe om Windows te verkopen als iedere computer met Windows zou worden verkocht. Hoewel dit vandaag de dag niet meer verplicht wordt door Microsoft, is de praktijk bij veel winkels nog wel dat je een laptop alleen met Windows kunt krijgen.

De EULA van Windows vermeldde (tot voor kort in ieder geval) dat wie dit niet wilde, de EULA mocht annuleren en zijn licentiegeld kon terughalen bij de verkoper. Die clausule blijkt in de praktijk een grote verrassing voor computerverkopers, en het aantal mensen dat met succes dit kon afdwingen is volgens mij op de vingers van één hand te tellen (zonder dat je trucjes met binair vingertellen hoeft uit te halen). Grotendeels volgens mij omdat verkopers er geen zin in hebben of niet weten hoe ze de vergoeding terug kunnen krijgen van Microsoft.

Vaak wordt als juridisch argument gebruikt dat je de computer én de Windowslicentie hebt gekocht, een bundelverkoop of koppelverkoop dus. Koppelverkoop is legaal in Europa tenzij de verkoper misbruikt maakt van zijn machtspositie om zo de koppelverkoop af te dwingen. Microsoft heeft zo’n machtspositie en mocht om die reden geen Internet Explorer bundelen met Windows.

Echter de computerboer op de hoek heeft geen machtspositie op de markt voor computerverkoop en mag dus bundelen wat ze wil. Je kunt naar de concurrent als hij niet biedt wat je wilt – of dat nu laptop+Windows is of systeemkast+toetsenbord in plaats van kale laptop of alleen systeemkast. Dat is althans de gedachte. Maar waar je heus genoeg leveranciers kunt vinden die je losse systeemkasten willen verkopen, is het aantal leveranciers dat Windowsloze laptops verkoopt tamelijk beperkt.

Waarom toch? Is het een inschatting uit de praktijk dat nietwindowswillers een te kleine groep is? Koopt men in bij groothandels die dat denken? Is deze markt niet interessant?

In Nederland leidt de Windowsbelasting of Windowstax met enige regelmaat tot ophef maar ik heb nog nooit gehoord van iemand die in Nederland een rechtszaak won hierover. Dit Italiaanse arrest is dan ook een mooie opsteker en zou een zwaarwegend argument moeten zijn bij een Nederlandse zaak. Formeel is zo’n arrest geen jurisprudentie bij ons maar omdat de uitspraak gebaseerd is op Europese regels, kun je het wel degelijk als argument gebruiken. Nu nog iemand die het wil proberen.

Arnoud