Nieuw op Ius Mentis: Nieuws en journalisme

Alweer een héle tijd geleden, maar ik heb eindelijk weer eens gelegenheid gehad een update door te voeren op de website Ius Mentis. Ditmaal over nieuws en journalistiek.

Of je nu voor een krant werkt of een blog hebt, je bent journalist als je informatie, meningen of ideeën publiceert. Journalisten -ook burgerjournalisten dus- hebben een bijzondere positie in het recht.

Je bent journalist als je informatie, meningen of ideeën aan het publiek bekend maakt. Dat geldt ongeacht of je amateur of professional bent. Journalisten hebben een bijzondere positie in het recht. Zo mogen zij in het kader van vrije nieuwsgaring vaak nieuwsberichten overnemen, ongeacht het auteursrecht. Ook hebben journalisten recht op bronbescherming. Journalisten mogen niet zomaar strafbare feiten plegen, maar als dat de enige manier is om iets aan het licht te brengen, kan dat tot vrijspraak leiden.

Een bijzonder onderwerp binnen de journalistiek zijn de nieuwsarchieven, die steeds vaker doorzoekbaar online staan. Of je kunt eisen daaruit verwijderd te worden, is een actuele en lastige vraag.

Lees meer bij Nieuws en Journalisme op iusmentis.com, of klik meteen naar de bijbehorende nieuwe artikelen:

Welke nieuwsgerelateerde onderwerpen mis ik nog?

Arnoud

Ik wil mijn dossier op internet zetten, mag dat?

dossier-bestand-folder-mappen-papier-papieren.jpgDiverse lezers vroegen me, in allerlei variaties:

Al geruime tijd ben ik verwikkeld in een conflict met een niet nader te noemen instantie. Mijn klachten worden constant getraineerd en afgewezen om onterechte redenen, zelfs nadat ik reeds enkele rechtszaken heb gewonnen en ze gewoon moeten doen wat de rechter zegt. Nu wil ik dit graag eens onder de aandacht van het publiek brengen, dus ik ga een website bouwen en daar het hele dossier op zetten. Maar mag dat eigenlijk wel, of krijg ik dan last met bv. de privacywetgeving?

Op zich is het toegestaan om een website te bouwen (of op andere wijze te publiceren) over een bepaalde situatie. Alleen bij het publiceren van concrete dossierstukken moet je uitkijken. De privacywetgeving is het belangrijkste probleem: een brief van de wederpartij kan naam en adres van een specifieke medewerker bevatten, en publicatie daarvan is een privacyschending. Je zult dus dat soort gegevens altijd moeten anonimiseren.

Bij uitgebreidere stukken, zoals bijvoorbeeld deskundigenrapporten of adviezen van derden, krijg je mogelijk ook te maken met auteursrechten. Zo’n stuk kan bijvoorbeeld een lap tekst of een afbeelding uit een werk van een ander bevatten, en het is niet gezegd dat je dat online mag publiceren. Bij het schrijven van zulke stukken wordt vaak geen rekening gehouden met auteursrechten, omdat de auteur niet verwacht dat die stukken openbaar gemaakt worden.

Correspondentie tussen advocaten moet je ook niet zomaar openbaar maken. Er bestaat zoiets als “confraternele correspondentie”, oftewel correspondentie tussen advocaten waarmee ze proberen een zaak te schikken. Dergelijke correspondentie mag niet zomaar ‘in het geding’ worden gebracht (art. 12 en 13 van de gedragsregels voor advocaten). Een advocaat die zo’n brief zomaar aan de rechter overhandigt, handelt in strijd met die gedragsregels.

Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor de cliënt, maar als een advocaat willens en wetens meewerkt aan zo’n publicatie door zijn cliënt dan heeft die advocaat toch wel een probleem denk ik. In het hoger beroep in de Nijntje-zaak heeft Nijntje (Mercis) mede op die grond geëist dat Mijndomein ophoudt de toegezonden stukken te publiceren.

Een vonnis of beschikking van de rechtbank mag altijd online. Dit is publieke informatie waar geen rechten op zitten. Als het vonnis niet ter zake doende namen of andere persoonsgegevens noemt, is het netjes die te anonimiseren. Procedeer je bijvoorbeeld tegen een gemeente, dan hoeft de naam van de behandelend ambtenaar niet genoemd te worden.

Arnoud

Politie confisqueert computers van blogger-journalist om prototype iPhone

gizmodo-apple4-iphone-gestolen-journalistiek.jpgDe Amerikaanse politie heeft een inval gedaan in het huis van de Gizmodo-redacteur die de iPhone 4G besprak, meldde Tweakers gisteren. De redacteur had een bespreking gepubliceerd van een prototype van de nieuwste versie van de iPhone. Een Apple-medewerker had dit in een café verloren, en Gizmodo had de vinder 5000 dollar betaald om het apparaat in handen te krijgen.

Apple bleek aangifte te hebben gedaan van diefstal, waarna de politie bewijsmateriaal kwam verzamelen bij de redacteur thuis. Of dat had gemogen is nog maar de vraag: in Californië geldt een expliciete wettelijke bronbescherming voor journalisten, en mogelijk kan Gizmodo zich daar op beroepen. Mogelijk, want Gizmodo is geen krant of televisieprogramma maar een blog en die worden niet in die wet genoemd.

Bovendien ging het om een langs heling verkregen apparaat, want in Californië pleeg je diefstal als je een gevonden voorwerp zelf houdt terwijl je zou moeten weten naar wie het terug moet (als ik het goed begrijp). Het is dan ook nog maar zeer de vraag of hier sprake is van bronbescherming.

Ook in Nederland kennen we bronbescherming voor journalisten, maar dat is niet expliciet in de wet vastgelegd. Volgens het Europese Hof van Justitie volgt dit echter uit het recht op vrije meningsuiting (Goodwin-arrest), en ook onze eigen Hoge Raad heeft erkend dat dit recht bestaat (Ravage, Telegraaf, Van de Biggelaar-arresten). Dat recht is niet onbeperkt: als er een “overriding requirement in the public interest” is om de bron te onthullen, mag het verschoningsrecht opzij gezet worden. In de Ravage-zaak ging het om een brief met mogelijke dadergegevens van een bomaanslag, en in de Telegraafzaak over mogelijke ontvreemding van staatsgeheimen.

Ik twijfel heel erg of dit onder bronbescherming zou moeten vallen. Tuurlijk, de inhoud van de nieuwste iPhone is nieuws maar je moet weten dat dit een onbedoeld kwijtgeraakt exemplaar is. En als dan de lokale wet ook nog zegt dat het diefstal is om zo’n ding te bewaren, denk ik niet dat je veel keus hebt dan het ding teruggeven.

Arnoud

“Rechter vindt archief belangrijker dan privacy”

Het Eindhovens Dagblad mag een artikel over een ontslagen vrouw gewoon online laten staan, meldde Webwereld gisteren. Dit omdat (zoals Henk Blanken het formuleert) het geheugen van kranten, hun digitale archief, belangrijker is dan de privacy van personen. De rechter vindt de publicatie niet onrechtmatig, en vindt dat de schadelijke gevolgen voor de vrouw dan ook voor haar eigen rekening moeten komen.

De persoon om wie het ging, was op non-actief gesteld met de cryptische mededeling “vanwege een gevoelige personele kwestie” in het gewraakte krantenartikel. Zo’n tekst, plus de mededeling dat men niet nader op de zaak in wilde gaan, suggereert dat er wel iets goed mis met de betrokkene zal zijn. De vrouw had dan ook aardig last van deze publicatie, zeker nadat het Eindhovens Dagblad haar zoekfunctie had verbeterden je eindelijk iets kon vindenen Google het artikel in haar archief opnam.

De eis tot weghalen dan wel afschermen van het archief was gebaseerd op de stelling dat sprake zou zijn van onzorgvuldige journalistiek: geen hoor en wederhoor, een schadelijke wijze van weergeven van de zaak en het na elf maanden nog steeds via Google toegankelijk houden. Daarbij werd geschermd met het Zwartepoorte-vonnis, waarin de site-eigenaar informatie moest afschermen omdat Google deze verkeerd samenvatte. Het argument daar was dat de aanpassing een kleine moeite zou zijn en de overlast groot, precies wat ook hier het geval was.

De rechter gaat hier niet in mee. Het artikel is niet onrechtmatig, en de overlast vanwege de Googleresultaten op mevrouws naam is dan ook geen reden om het artikel te moeten blokkeren. En bovendien werd meer geëist dan alleen een kleine pagina-aanpassing: het artikel moest onvindbaar worden. (Er werd geen anonimisering geëist voor zover ik kan zien in het vonnis.) Dat is onaanvaardbaar. Mevrouw had een aanvulling of rectificatie bij het artikel moeten vragen, dat had meer kans gehad.

Jammer genoeg kwam de advocaat niet met de Wet Bescherming Persoonsgegevens aanzetten, afgezien van een tussenneusenlippendoorvermelding dat de verwerking “op juiste en nauwkeurige wijze [had] dienen plaats te vinden”. Als hij had betoogd dat vermelding van de naam van mevrouw geen toestemming en aantoonbare noodzaak had, hadden we eindelijk eens een principiële uitspraak gehad over de WBP versus de uitingsvrijheid. Anders gezegd: dan hadden we geweten of het blijven noemen van iemands naam in een gearchiveerd nieuwsbericht mag (persvrijheid) of niet (privacy).

Volgens de richtsnoeren van het CBP had het archief trouwens gewoon op slot gemoeten, precies vanwege deze problemen. En de WBP geldt ook voor krantenarchieven.

Arnoud

Journalistieke hack van Revu legaal

revu-hacken-mailbox.pngDe Revu wordt niet gestraft voor het infecteren van 14.000 computers en het hacken van de mailbox van de geanonimiseerde Staatssecretaris van Defensie, zo las ik gisteren bij Security.nl. De politierechter vond dat het nieuwsfeit dat de mailbox te kraken was, belangrijk genoeg is om de hoofdredacteur vrij te spreken van het strafbare feit. De auteur van het artikel werd ook vrijgesproken, omdat hij niet betrokken was bij het daadwerkelijke inbreken. Hij kreeg de informatie achteraf en maakte daar een artikel van.

Ik heb hier grote moeite mee. Journalisten staan niet boven de wet en hebben niet het recht om 14.000 pc’s te infecteren om daarmee aan te tonen dat een wachtwoord te raden is door die pc’s er lekker veel te laten proberen. Ik heb sterk het vermoeden dat de politierechter onvoldoende rekenschap heeft gegeven van wat er nu feitelijk is gedaan. Als het nieuwsfeit was geweest “Voordeur huis staatssecretaris blijkt met bulldozer te forceren”, dan was het vonnis volgens mij heel anders uitgevallen.

De overwegingen uit het vonnis wijzen er namelijk sterk op dat de rechter zich heeft laten overtuigen door het beveiligingsaspect van de zaak. Immers, zo staat in het vonnis:

Hierbij wordt voorop gesteld dat de vraag of de privé emailboxen van bewindslieden voldoende beveiligd zijn tegen inbraken van buitenaf, op zichzelf een zaak is die het algemeen belang raakt. … Verdachte heeft betoogd dat het plegen van de onderhavige strafbare feiten noodzakelijk was voor de onderbouwing van de stelling in het artikel dat het schortte aan die beveiliging.

Nu wil ik best geloven dat beveiliging van zulke mailboxen op zich een belangwekkend iets is voor journalisten, maar dat betekent nog niet dat elk hackje daarmee nieuwswaardig is. Zeker niet als het hackje gewoon een lompe brute force aanval is. Iedereen weet dat je met genoeg proberen elk wachtwoord weet te raden.

Bovendien -en dit is een juridische blog- lijkt het vonnis me in strijd met wat de Hoge Raad tot nu toe steeds zegt over dit soort “nieuwsmaak”-acties. Zoals ik vorig jaar december blogde, in 1995 luidde het oordeel nog dat een vervalste aanvraag voor een rijbewijs niet onder de vrije nieuwsgaring valt, ook niet als je wilde aantonen dat aanvragen voor een rijbewijs onder valse naam mogelijk zijn (27 juni 1995, NJ 1995/711, niet online). En in december 2006 oordeelde de Hoge Raad hetzelfde in een zaak over een ‘gat’ in het bancaire systeem van automatische incasso.

In die laatste zaak citeerde men instemmend het Gerechtshof, dat had bepaald:

Nu het aan de verdachte ten laste gelegde het doel van zijn onderzoek (publiekelijk bewijs te vergaren voor zijn stellingen) voorbij is geschoten en hem andere, minder verstrekkende methodes ten dienste stonden, oordeelt het hof de jegens verdachte ingezette strafvervolging ter voorkoming van (soortgelijke) strafbare feiten en ter bescherming van de rechten van anderen, meer in het bijzonder van die van bovenaangegeven (rechts)personen, zowel passend als geboden.

Bij de incassozaak had de journalist een groot aantal incasso-opdrachten verstuurd voor soms substantiële bedragen van rekeningen van volslagen onbekenden. Hij had ook kunnen volstaan, aldus het Hof, met 1 grote incasso van een betrokken partij (bv. de directeur van de betrokken bank). En die analogie kun je zonder moeite doortrekken naar hier: was het nu echt nodig om 14.000 pc’s te infecteren om aan te tonen dat je met genoeg pc’s een wachtwoord kunt kraken?

En feit blijft (zoals Brenno de Winter al schreef) dat Revu het echte nieuws gemist heeft.

Anders nieuwswaardig feit is dat Hyves kennelijk goed functioneert als distributieplatform voor het verspreiden van virussen die een botnet bouwen. Gebruikers vertrouwen de website, terwijl nu blijkt dat er zeer kwaadaardige content op kan staan. Ook dit werd niet als nieuwswaardig feit gesignaleerd.

Waar ik nu heel bang voor ben, is dat al die scriptkiddies die eerst riepen “ik bewijs mensen een dienst door de beveiliging te checken” nu gaan roepen “oh ik ben journalist want ik onderzoek maatschappelijke misstanden door onvoldoende beveiliging”.

Arnoud<br/> Afbeelding afkomstig van Revu.

Bericht verwijderd, excuses

Gistermiddag stond op deze plaats een blogbericht dat als 1-aprilgrap bedoeld was. Ik had me echter niet gerealiseerd dat dit bericht gemakkelijk verkeerd te lezen zou zijn geweest. Hierdoor heb ik een aantal personen zwaar geschoffeerd, hetgeen ik ten zeerste betreur want dat was niet mijn bedoeling. Mijn welgemeende excuses aan de betrokkenen.

Ik heb het bericht alsmede alle reacties per direct verwijderd en deze post ervoor in de plaats gezet. Ook de RSS-feed is aangepast. Mensen die het bericht nog in hun cache hebben staan, verzoek ik vriendelijk doch dringend deze per direct te verwijderen en niet verder te verspreiden. Ook wil ik u verzoeken hieronder niet uit te wijden over de inhoud van dit bericht.

Het is jammer dat het niet altijd even duidelijk is wanneer een bericht wel of niet serieus is bedoeld. Achteraf gezien had ik meer aandacht moeten besteden aan hoe de tekst over zou komen en meer hints had moeten geven waaruit mensen meteen hadden kunnen afleiden dat deze post slechts als (droge) humor bedoeld was.

Volgend jaar zal ik ervoor zorgen dat de grap binnen de grenzen van het goed fatsoen blijft. Nogmaals, het spijt me!

Arnoud

De journalistieke verwerking onder de WBP

sms-belasting-telefoon.pngDe belastingtelefooon maar dan anders. Dat was het idee achter een SMS-dienst van het Finse bedrijf Satamedia: voor 2 euro kun je per SMS de gegevens uit ieders belastingaangifte opvragen. Geheel legaal, want in Finland zijn belastingaangiftes openbaar beschikbaar(!). Maar er is toch wel een verschil tussen een document inzien bij de belastingdienst of diezelfde gegevens laagdrempelig ontsluiten via een SMS, vond de Finse privacywaakhond. Zij stapte naar de rechter, en die verwees door naar het Europese Hof van Justitie.

In haar arrest (gevonden via SOLV Advocaten) bepaalt dat Hof nu dat publicatie van openbare gegevens, ook als het persoonlijke informatie is, in principe onder de uitzondering voor journalistieke verwerkingen valt. Daarmee is het kranten en andere media toegestaan om zulke publieke bronnen te verzamelen en tot artikelen te verwerken. En zoals ik het lees, valt ook een zoekmachine onder de definitie van “journalistiek”.

In Finland zijn belastingaangiftes kennelijk openbaar. Het bedrijf Markkinapörssi zag daar een leuke scoop in en publiceerde elk jaar een serie uittreksels in de krant Veropörssi. Een soort van Quote 500 maar dan groter zeg maar. De informatie in die publicaties omvat de voor” en achternaam van ongeveer 1,2 miljoen natuurlijke personen met een inkomen boven een bepaald bedrag, alsmede op 100 EUR nauwkeurig de hoogte van hun inkomen uit kapitaal en arbeid en gegevens over hun vermogensbelasting. Deze informatie wordt meegedeeld in de vorm van een alfabetische lijst per gemeente en per inkomenscategorie.

Zusterbedrijf Satamedia bood de informatie uit de krant weer als SMS-dienst aan. En dat vonden de Tietosuojavaltuutettu en de Tietosuojalautakunta, de Finse privacywaakhonden met toch wel hele leuke namen, toch net iets te ver gaan. Zij spanden een rechtszaak aan, en dit leidde tot vragen aan het Europese Hof van Justitie, omdat het hier ging over de uitleg van de journalistieke exceptie op de (Finse) Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Voor het Hof was het duidelijk dat de gegevens in kwestie persoonsgegevens zijn. En het op een rijtje zetten van belastinginformatie is een ‘verwerking’ in de zin van de wet, ook als je alles uit openbare bronnen haalt. Logisch, die termen zijn zeer breed bedoeld en je moet je best doen om gegevens te gebruiken zonder dat dat juridisch gezien een verwerking is. Maar mag het?

Het Hof loopt keurig de uitzonderingen (persoonlijk gebruik, openbare veiligheid, opsporing etcetera) langs en constateert dat die niet opgaan als een bedrijf die gegevens te koop aanbiedt. En dan komen we bij de hamvraag: is dit een journalistieke verwerking?

Het commerciële karakter doet niet ter zake, aldus het Hof, want een nieuwsmedium kan best (mede) commerciële motieven hebben. Je bent in ieder geval journalistiek bezig wanneer je

de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebt, ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.

En dat is een breed criterium, waar je al snel aan voldoet. Dat wil niet zeggen dat je dus alles maar mag publiceren, want ook journalisten zijn gebonden aan de WBP. Maar journalisten staan nu wel sterker wanneer iemand een publicatie middels een beroep op de WBP zou willen tegenhouden.

Wat me trof aan deze definitie, is dat een zoekmachine er ook onder lijkt te vallen. Die heeft immers ook tot doel om het publiek bepaalde informatie beschikbaar te stellen. Is Google daarmee nu een journalistiek medium geworden? Dat zou nogal wat zijn: Google zou dan geen plicht meer hebben om informatie uit haar index te verwijderen wegens privacyschending, omdat die plicht immers niet geldt voor journalistieke publicaties.

Zouden jullie je belastingaangifte in de krant willen eigenlijk? Ik vind het nogal een inbreuk op de privacy eigenlijk. Waarom zouden de Finnen hiervoor gekozen hebben?

Arnoud

Netkwesties: Je bent journalist als je wilt, of niet

Peter Olsthoorn schrijft uitgebreid over de problematiek rond journalistiek opererende webloggers.

Journalist kan iedereen zich noemen. Maar hoe zit het met de rechten en plichten? Wel of niet onderworpen aan de Raad voor de Journalistiek, aan een redactiestatuut, en al dan niet aanspraak maken op zwijgrecht over bronnen.
De Raad voor de Journalistiek houdt toezicht over de “gevestigde” journalistiek. Dat is puur vrijwillig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Orde van Advocaten of de NVM voor makelaars. De site van de RvdJ zegt zelf al:

De Raad geeft een oordeel over de vraag of met een bepaalde journalistieke gedraging grenzen van – kort gezegd – journalistieke ethiek zijn overschreden. De Raad kan geen sancties, zoals schadevergoeding of rectificatie, opleggen.

De Raad vindt iemand journalist als “die er zijn hoofdberoep van maakt mede te werken aan de redactionele leiding of redactionele samenstelling van publiciteitsmedia”. Als iemand journalist is, kan de Raad uitspraken doen over diens publicaties. Ook als die iemand de Raad niet erkent. Maar wanneer is een blogger journalist? Vaak maken die immers niet hun hoofdberoep van het schrijven van artikelen.

De vraag wat te doen met journalistieke websites en -blogs werd onlangs actueel toen een advocaat een klacht bij de RvdJ indiende tegen Geenstijl over publicatie van een video over een moord in Den Haag.

Netkwesties: Je bent journalist als je wilt, of niet.

Arnoud