Ben ik aansprakelijk voor de fouten in mijn software?

bug-fout.pngEen lezer vroeg me:

Ik heb als freelancer een stukje software gemaakt voor een groot bedrijf. Nu melden ze me dat er een bug in zit waardoor ze maanden aan data kwijt zijn, en ze willen mij aansprakelijk stellen voor de schade! Ik werk eigenlijk altijd zonder algemene voorwaarden, omdat ik niet houd van dat formele gedoe, maar nu maak ik me toch wel zorgen. Kunnen ze zomaar een grote claim indienen?

Dat zou zomaar kunnen inderdaad. Wanneer een leverancier geen algemene voorwaarden hanteert, dan geldt de wettelijke regel voor aansprakelijkheid. Die zegt dat de ontwikkelaar aansprakelijk is voor alle schade, als de fout hem te verwijten was. Daarvan is kort gezegd sprake als hij niet de gebruikelijke mate van zorg heeft betracht die een normaal ontwikkelaar in acht zou nemen.

Het zal dus aankomen op de aard van de fout. Was dit een zeer subtiele moeilijke fout of juist een triviale bug die de vraagsteller gewoon had moeten ontdekken bij het testen? En zit de fout wel in de door hem geleverde code, of zit het hem in de interactie tussen zijn code en die van het bedrijf? In het laatste geval is het moeilijk de ontwikkelaar te verwijten dat de fout er zat.

Ik moet zeggen dat ik schrik van hoe veel programmeurs blijken te werken zonder algemene voorwaarden, of met een generiek modelletje van de Kamer van Koophandel of van een op internet gevonden concurrent dat dan net niet de clausules heeft die je wilt. Of die wel aansprakelijkheid uitsluit maar dan zó ver gaat dat de clausules ongeldig zijn (“Leverancier is te allen tijde nergens voor aansprakelijk”).

<reclame style=’schaamteloos’>Het starterspakket voor softwareontwikkelaars van mijn bedrijf zou hier goed geholpen hebben.</reclame> De ICT~Office voorwaarden zijn ook een gratis optie, hoewel die dan weer zó eenzijdig zijn dat grote klanten ze vaak direct afwijzen. Maar in gevallen als deze helpen ze wel: vorig jaar kon een ontwikkelaar een schadeclaim pareren van 300.000 euro dankzij de algemene voorwaarden.

Meelezende ontwikkelaars: Hoe zijn jullie gekomen tot de algemene voorwaarden die je nu hebt?

Arnoud

Het Nieuwe Rijden met je iPhone: merkinbreuk?

app-ald-ecodrive.pngVolgens mij het eerste vonnis over iPhone apps (via) versus het merkenrecht. Het bedrijf Pardoel had een snelheidsbegrenzer ontwikkeld en deze in de markt gezet onder de naam Ecodrive. Deze naam is ook als woordmerk gedeponeerd. Doel van de begrenzer is te zorgen dat de automobilist milieuvriendelijker (“groener”) gaat rijden.

Het bedrijf Axus had een iPhone applicatie ontwikkeld die “ALD Ecodrive” heette, waarmee je je rijgedrag kunt analyseren en zo milieuvriendelijker kunt gaan rijden. De app was gratis via de Apple Appstore te krijgen, en via www.aldecodrive.nl kun je meedoen aan de “ALD Ecodrive Challenge”, een competitie tegen andere gebruikers.

Pardoel stapte naar de rechter omdat de app hun merk gebruikte, en wel voor sterk gelijkende diensten: een app op een smartphone om milieuvriendelijk te rijden komt immers erg in de buurt van een hardwareapparaat om milieuvriendelijk te rijden.

De rechter oordeelt echter dat geen sprake is van inbreuk, omdat het merk “Ecodrive” naar alle waarschijnlijkheid nietig is. Het is beschrijvend voor snelheidsbegrenzers en -controleapparaten. Axus had namelijk allerlei stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat “ecodrive” een gebruikelijke Engelstalige term is voor milieuvriendelijk rijden, zoals opleidingsinstituut Ecodrive of dit rapport van SenterNovum:

The Dutch Ecodrive programme “Het Nieuwe Rijden” (from hereon “Ecodrive-programme” or “Ecodrive”) is an instrument with the objective of stimulating more energy-efficient purchase- and driving behaviour.

En tsja, als het zó breed gebruikt wordt als algemene term dan heb je geen recht op merkbescherming.

Eerder verloor Pardoel ook een procedure bij de SIDN over de opeising van Ecodrivenederland.nl. De arbiter zei toen:

De termen ‘ecodrive’ en ‘ecodriving’ wordt al sinds vele jaren als beschrijvende aanduiding gebruikt door onder meer de Nederlandse overheid voor activiteiten met betrekking tot zuinig rijden. Ook is de term beschrijvend voor de diensten die de verweerder daadwerkelijk aanbiedt onder de domeinnaam.

In dit vonnis merkt de rechter nog op dat Axus de naam ‘Ecodrive’ niet als handelsnaam gebruikt, ook niet bij de Challenge-site: daar staat die naam alleen als aanduiding van de applicatie, niet als aanduiding van hun bedrijf. En dat is maar goed ook, want als ze wél hun site Ecodrive hadden genoemd, hadden ze het op het handelsnaamrecht waarschijnlijk verloren. Een handelsnaam hoeft namelijk niet onderscheidend of creatief te zijn.

De eis over slaafse nabootsing wordt ook afgewezen, omdat “een software applicatie niet een nabootsing kan vormen van een fysiek product”. In dit geval billijk, maar in zijn algemeenheid lijkt het me wel degelijk mogelijk dat een iPhone app een slaafse nabootsing is van een dedicated hardware kastje. Slaafse nabootsing kán ook tussen websites spelen, zo bleek al eerder. (Kent iemand zulke apps?)

Arnoud

Mag ik mijn werk automatiseren?

Een lezer vroeg me:

Voor mijn werk moet ik allerlei vragenlijsten invullen die we alleen op papier hebben. Met deze lijsten doorlopen we de workflow, zodat ik weet welke acties ik moet nemen en wat waar geadministreerd moet worden. Nu heb ik als hobby programmeren, dus ik ben op een zaterdagmiddag er eens voor gaan zitten en een applicatie gebouwd die me helpt de lijsten te doorlopen. Nu vroeg ik me af, kan ik deze applicatie nu gaan verkopen aan andere bedrijven in onze branche? Er is vast markt voor, want iedereen werkt met die papieren vragenlijsten.

Ok, dat was niet één specifieke lezer maar diverse: ik krijg zo ongeveer elke drie maanden een vraag van deze aard. Vandaar het gebrek aan specificiteit in wat de vragenlijsten doen en welke acties men onderneemt.

De eerste kwestie waar je tegenaan loopt, is of je wel het auteursrecht kunt claimen op deze software. Wat je maakt in het kader van je dienstverband is volgens de Auteurswet het eigendom van je werkgever. Daarbij maakt het niet uit of je onder werktijd werkt of in het weekend, of dat je een eigen PC gebruikt in plaats van de bedrijfslaptop.

De discussie zal hier dus alleen gaan over de vraag of het deel van je werk was om die applicatie te bouwen. Daarbij geldt als toets: had je werkgever je kunnen verplichten dit te doen? Of zou dat zó ver van je normale werk afliggen dat je dat redelijkerwijs had mogen weigeren? De functie van de werknemer lijkt me daarbij zeer belangrijk.

Een vrachtwagenchauffeur die zo de vrachtbrieven digitaal kan verwerken, kan denk ik zelf wel de rechten claimen. Een programmeur die de intake van nieuwe feature requests stroomlijnt met zo’n programma, zal geen eigen rechten kunnen claimen. Bij een administratief medewerker zit je in een grijs gebied: is verbeteren van de administratieve workflow niet deel van zijn werk?

Sommige vraagstellers hebben dit werk losgelaten op lijsten die van een derde zijn, bijvoorbeeld een leverancier of uitgever. In dat geval kan de applicatie tegen auteursrechten van die derde aanlopen. Daarbij zal het afhangen van wát je gebruikt: alleen de feiten die de leverancier ook gebruikt, of ook de systematiek of opbouw van het formulier? In het laatste geval kan de leverancier namelijk een auteursrecht claimen op die opbouw. Immers, het idee van “als het antwoord JA is, ga naar 5, ga anders naar 4” is een creatieve invulling. Die opbouw mag je dus niet overnemen.

Arnoud

Is de export van sterke cryptografie nog steeds verboden?

one-team-jabber-chat1.pngEen lezer stelde me een vraag over chatclient Jabber. Hij gebruikt deze op het werk inclusief de feature van end-to-end encryptie: OTR. Voor de iPad en iPhone is ook een Jabber-client beschikbaar, OneTeam geheten. Deze had echter geen encryptie. Op zijn verzoek of dat binnenkort dan opgenomen zou worden, reageerde het bedrijf met:

Chances to get encryption in OneTeam on iOS are very low, as we would have to ask permission to US government (as requested by Apple). This is a hassle we would like to avoid.

De vraag is natuurlijk, wat heeft de Amerikaanse regering te maken met encryptie op je iPhone?

In eerste instantie niet per se heel veel, maar Apple voelt zich als Amerikaans bedrijf geroepen de Amerikaanse wet te handhaven. Daarom staat in de voorwaarden voor app-developers dat zij bij gebruik van encryptie moeten bewijzen dat het Ministerie van Handel de export van deze technologie heeft goedgekeurd. Dat proces is een heel gedoe, maar het kan wel.

Deze regels gelden ook voor andere besturingssystemen en software, alleen wordt daar niet heel hard op gelet. Maar reken maar dat Microsoft keurig toestemming heeft gevraagd alvorens Windows met encryptie aan boord uit te leveren.

Vroeger waren er heel strenge regels over encryptie: je mocht als Amerikaan geen sterke encryptie naar buiten het land exporteren, wat inhield dat een sleutel bijvoorbeeld maar 40 bits lang mocht zijn (en niet de 128 bits die het zou moeten zijn om veilig te zijn). Dat geldt niet meer, er is alleen nog een verbod op export naar Libië, Iran en die landen. Voor de rest geldt een meldingsplicht en een paar beperkingen.

Voor open source is ook dat nog een probleem, want je hebt geen idee waar je software naartoe gaat dus je kunt niet garanderen dat de software niet naar Iran zal gaan. Daarom is er een uitzondering in de export control wetgeving opgenomen (art. 740.13 e-CFR), die zegt dat software in broncodevorm die publiek op internet downloadbaar is niet onder de strenge wetgeving valt.

Dat is volstrekt onlogisch gezien doel van de wet maar wel handig voor open source: wie producten met encryptie verkoopt, moet nagaan wie de klanten zijn en goedkeuring voor export hebben, maar wie het gratis op internet zet hoeft dat allemaal niet. Je moet alleen melden dat je cryptografische open source op internet hebt gezet.

In Europa geldt geen eis van melding. Wel is het verboden encryptie opzettelijk te exporteren naar landen als Libië, Noord-Korea of Iran. Want ja, encryptietechnologie wordt nog steeds gelijkgeschakeld met wapens en munitie.

Arnoud

Een retourtermijn voor software

android-market-15-minuten.pngTaiwanese iOS-gebruikers mogen apps 7 dagen testen, las ik bij iPadclub. De Taiwanese wet koop op afstand blijkt ook te gelden voor digitale producten zoals apps voor iPads en Android apparaten. Apple heeft gemeld haar beleid aan te passen, maar Google weigert meer dan 15 minuten retourtermijn te geven en incasseert de boetes vooralsnog.

Bij ons geldt er geen retourrecht voor apps, behalve dan wat je vrijwillig aangeboden krijgt in de algemene voorwaarden. In het Android-geval dus 15 minuten, en bij Apple bij mijn weten helemaal niet. Software wordt wel genoemd in de Wet koop op afstand, maar dan alleen als uitzondering: software mag alleen worden geretourneerd als deze in de originele verzegeling zit. Want die wet komt uit een tijd dat downloaden van software alleen iets voor bebaarde hippies was.

De op stapel staande richtlijn over consumentenrechten moet daar verandering in brengen. De recent goedgekeurde regels kiezen een andere insteek: downloadbare software wordt niet als product gezien en valt dus niet onder de gewone Wet koop afstand. Wel wordt het downloaden van software expliciet als dienst gemarkeerd, en die mag worden geannuleerd binnen 14 dagen (nieuwe regel) mits het downloaden nog niet is begonnen.

Dat lijkt me een iets betere aanpak dan de Taiwanese insteek. Menig app heb je binnen een week wel gezien lijkt me, zeker spelletjes, en de kans op misbruik lijkt me wel erg groot in die situatie. Een app kopen is voor mijn gevoel wat anders dan een boek of een paar sokken. Aan de andere kant, enige mogelijkheid tot uitproberen lijkt me wel een goed idee voor software. Niet voor niets was shareware/trialware lange tijd zeer populair. (Hoewel, wie kócht daadwerkelijk zijn shareware?)

Arnoud

“Invasie van patenttrollen verwacht na Microsoft/i4i-arrest Supreme Court”

i4i-patent.pngMicrosoft moet i4i 300 miljoen dollar betalen voor patentschending, nadat alle bezwaren zijn verworpen, meldde Webwereld vrijdag. Er wordt voor een invasie van patenttrollen gevreesd, omdat de Supreme Court de bewijsregels in patentrechtszaken wel heel pro-patenthouder lijkt te formuleren. Het patent van i4i is geldig, omdat Microsoft geen “helder en overtuigend” bewijs van het tegendeel heeft. Maar i4i hoeft slechts aan te tonen dat het “waarschijnlijk” is dat Microsoft het octrooi schendt om een verbod toegewezen te krijgen.

i4i is een Canadees bedrijf dat software maakt voor documentbeheer. Hun patent (US5,787,449) betreft een techniek om structuur en inhoud van een document apart te kunnen beheren, die gebruik maakt van metacodes in een aparte datastroom. Het patent is uit 1994 en heeft elke aanval weten te overleven. In 2009 werd Microsoft veroordeeld omdat Word inbreuk zou maken met het .DOCX en .DOCM bestandsformaat.

Microsoft had bij de procedure diverse prior art systemen gevonden, maar liep tegen een procedureel probleem aan: de jury(*) kreeg als instructie dat ze alleen het octrooi ongeldig mocht verklaren als de prior art “clear and convincing evidence” bevatte dat de uitvinding al bestond. Dat is een hoge eis, hoger dan de gebruikelijke “preponderance of the evidence”. En die laatste standaard mocht dan weer wél gebruikt worden om te bepalen of Microsoft inbreuk maakte en dus Word van de markt moest halen.

De Supreme Court in haar arrest (pdf) nu dat dit verschil juist is. Dit omdat het USPTO de patentaanvraag heeft onderzocht, en we toch mogen verwachten (hah!) dat deze daarbij zorgvuldig en grondig te werk gaat. Daarom is het terecht om in die situatie een extra hoge eis te stellen aan waar de gedaagde mee komt.

Webwereld vreest dat patenttrollen zich gesterkt zullen voelen door dit arrest. Logisch, de Supreme Court bevestigt hier dat het inderdaad moeilijk is een octrooi aan te vechten. Bovendien kost dat al snel enkele miljoenen Euros. Maar een kenmerk van trollen is dat ze zelden procederen, en liever een relatief laag bedrag eisen om zo snel binnen te lopen. Veel door trollen ingezette octrooien zijn zeer dubieus, maar als je moet kiezen tussen 1 miljoen betalen en 4 miljoen in een rechtszaak steken dan is -zakelijk gezien- de keuze duidelijk.

i4i lijkt me overigens geen patenttrol: zij verkopen eigen producten, en onder trollen worden over het algemeen alleen bedrijven verstaan die octrooien opkopen en licenties gaan eisen zonder zelf iets op de markt te brengen.

(*) In de VS worden octrooirechtszaken door een jury beslist. Daarbij is het gebruikelijk dat alle mensen met technische achtergrond worden uitgesloten van de jury, omdat die bevooroordeeld zouden zijn. Inderdaad betekent dat dat zaken over complexe technologie beslist worden door mensen met per definitie geen verstand daarvan.

Arnoud

Voorintekenen: ons nieuwe boek “Software: Deskundig en praktisch juridisch advies”

Over een week of drie te koop: ons boek Software: Deskundig en praktisch juridisch advies. Met dank aan alle reageerders die onderwerpen aandroegen. (En ik had nog een vraag aan jullie, hieronder.)

Hoofdstuk 1. Software juridisch bekeken<br/> Bescherming van een idee <br/> De geschiedenis van software <br/> De keuze van de juiste bescherming <br/> De grenzen opgezocht<br/> Octrooi op computerprogramma’s<br/> De opkomst van open source<br/> Software als dienst<br/>

Hoofdstuk 2. Auteursrecht op software<br/> Eigen intellectuele schepping<br/> Rechten op grond van software-auteursrecht<br/> Backups van software<br/> Reverse engineeren en decompileren<br/> Handhaving en naleving<br/> De rechthebbende op software<br/>

Hoofdstuk 3. Softwarelicenties<br/> Het sluiten van licentieovereenkomsten<br/> De bindendheid van licentievoorwaarden<br/> Belangrijke licentievoorwaarden<br/>

  • Geautoriseerd gebruik en doel
  • Betaling of andere tegenprestatie
  • Beperkingen van aansprakelijkheid
  • Exportrestricties
  • Aanpassen van de voorwaarden
  • Toegang tot broncode
  • Overdraagbaarheid van de licentie
  • Duur en opzegging
Licentie versus overdracht van auteursrecht<br/>

Hoofdstuk 4. Softwareontwikkeling juridisch bekeken<br/> Overeenkomst van opdracht<br/> Oplevering en aanvaarding<br/> De positie van standaardcomponenten <br/> Onderhoudscontracten<br/> Fouten, bugs en conformiteit<br/> Omgaan met mislukkingen <br/>

Hoofdstuk 5. Octrooi op software<br/> Octrooieerbaarheid van software <br/> De procedure om octrooi te krijgen <br/> Europees octrooi <br/> De kosten van een octrooi <br/> Het nut van een octrooi <br/> Wel of geen octrooi? <br/>

Hoofdstuk 6. Open source software <br/> Uitgangspunten van open source <br/> Soorten open source <br/> GPL versie 3 <br/> Werken met open source <br/> Afgeleide werken <br/> Unieke risico’s, unieke kansen <br/>

Hoofdstuk 7. Software in de wolken<br/> Licentieovereenkomsten bij cloud computing <br/> Support en ondersteuning <br/> Het maken van backups <br/> Eigendom van data <br/> Privacy en persoonsgegevens <br/> Softwaredienstverlening en faillissement <br/>

Onze ontwerpster Jolie is nu druk bezig met de vormgeving. Een preview:

software-boek-preview-p10.png

Het boek gaat 19,95 kosten. Wie voorintekent, betaalt geen verzendkosten. Wie nog leuke promotie-acties weet: ik houd me aanbevolen!

En nu de vraag terug, want zo’n aankondigblog is misschien wat saai. Ik hoor veel over Bitcoin maar ik kan maar moeilijk ontdekken hoe dat nu moet gaan werken. Is er ergens een begrijpelijke uitleg van de techniek? Zodra ik het snap, zal ik bloggen of dit legaal in te zetten is in Nederland 🙂

Arnoud

Mag mijn softwareleverancier me een servicecontract in de maag splitsen?

Een lezer vroeg me:

Enkele jaren terug hebben wij een softwarepakket laten maken door een leverancier. Eigenlijk hadden wij daar vanaf het begin geen goed gevoel bij. Alles kostte geld, van een extra feature tot corrigeren van taalfoutjes aan toe.

Een maand geleden kregen we echter een nieuwe aankondiging die voor ons de druppel is: we worden verplicht een servicecontract af te nemen van 1200 euro per jaar, en anders wordt de licentie ingetrokken. We hebben 2 maanden om te beslissen, en in de tussentijd krijgen we bij elke keer opstarten een melding dat dit eraan gaat komen. Kan dat zomaar?

Deze vraag is in het algemeen moeilijk te beantwoorden, omdat het antwoord voor 99% afhangt van het contract. Maar het is denkbaar dat het antwoord “ja, dat kan zomaar” luidt.

Hoofdregel bij software is dat de leverancier alle auteursrechten op de software heeft. Alleen als er schriftelijk (en ondertekend) is gezegd dat de rechten naar de opdrachtgever gaan, heeft de opdrachtgever de rechten. En wanneer de leverancier de rechten heeft, bepaalt hij op welke manier de klant gebruik mag maken van de software. Ja, ook als het maatwerk is.

Het wijzigen van het contract kan alleen als in het contract staat dat de leverancier dat mag doen. Maar vrijwel elk contract bevat zo’n beding, ergens verstopt tussen toepasselijk recht, overmacht en de clausule dat kopjes in het contract niet in de interpretatie van de artikelen mogen worden betrokken (wtf?). Daarmee kan de leverancier dus vrij eenvoudig elke nieuwe licentieconstructie doorvoeren.

Het gaat nogal ver om ineens een servicecontract met hoge extra kosten te introduceren, maar in principe kan het dus wel. Wie zijn softwarelicenties dus niet goed leest, kan tegen dit soort verrassingen aanlopen.

Slimme klanten bedingen dus het eigendom op de software (of kiezen open source) zodat ze dit probleem niet hebben.

Arnoud

Open source licenties in de codering

plaatje-it-purple-pigeon.jpgAls je afspreekt dat je software alleen mag verspreiden in versleutelde vorm, maar er zit open source in, schend je dan de licentie door toch broncode vrij te geven? Jaja, het lijkt er zowaar op dat we een vonnis hebben over de ‘virale’ werking van open source. Maar dat valt vies tegen: de rechtbank doet geen uitspraak (via) over de bindendheid van de ‘open licenties’ omdat de licentienemer deze er eenvoudig uit had kunnen slopen.

Het bedrijf Purple Pigeon had software (‘Eigen Chatbox’, ‘WebAgenda Multi-User’, ‘WebEnquete PRO’, ‘Web to Go Personal’ en ‘Web To Go Professional’) ontwikkeld, en met Quinarx een exclusieve distributieovereenkomst gesloten. Die werd later omgezet in een nieuwe overeenkomst, waarbij afgesproken werd dat de broncode te allen tijde gecodeerd (versleuteld) zou moeten worden met een pakket als SourceCop. Ook moest altijd het copyright van Purple Pigeon worden vermeld.

In 2010 constateerde Purple Pigeon dat de software nog steeds werd verkocht, en ook nog eens met vrij beschikbare broncode en zónder auteursvermelding van PP. Volgens Quinarx was daar geen sprake van, waarop Purple Pigeon naar de rechter stapte en een terughaalactie (recall) eiste plus een schadevergoeding.

Eén van de verweren van Quinarx was dat het programma open source bevatte, en dat het daarom niet zomaar versleuteld verspreid mocht worden. Op zich een terecht verweer: de GPL bijvoorbeeld verbiedt zulke distributie, de broncode moet er echt bij zitten (of op verzoek nageleverd worden). Maar de rechter oordeelt dat je als licentienemer niet zomaar eenzijdig mag besluiten om dan de broncode maar openbaar te maken. Als je zo’n compliance probleem signaleert, moet je de rechthebbende benaderen en ze daarop wijzen.

Terecht, maar jammer dat dit punt niet nader is uitgewerkt. Ik had wel eens willen zien wat de rechter zou zeggen van het verweer dat Quinarx (en ook Purple Pigeon) gewoon gebonden was aan de GPL en daarom wel moest handelen op deze manier.

Arnoud

Input gevraagd voor boek “Software: Deskundig en praktisch juridisch advies”

In januari meldde ik al dat het er aan zat te komen: het boek Software: Deskundig en praktisch juridisch advies. De tekst vordert gestaag, en ik zou dan nu ook graag jullie feedback krijgen op de inhoudsopgave. Nu kan er nog wat bij of af 🙂

  1. Software juridisch bekeken
    • De prehistorie van software
      • Softwarepools
      • Een markt voor software
      • De keuze van de juiste bescherming
      • Vier modellen
    • De keuze voor auteursrecht
    • De grenzen opgezocht
      • Geen bescherming voor concepten
      • Structuren en processen
      • Bescherming van een idee
    • Octrooi op computerprogramma’s
    • De opkomst van open source
    • Software als dienst
  2. Auteursrecht op software
    • Rechten op software
      • kopiëren
      • gebruiken
      • verspreiden
    • Uitzonderingen volgens de wet
      • backups
      • reverse engineering
      • uitputting
    • Handhaving en naleving
      • BSA
      • technische maatregelen (DRM)
      • strafrecht
    • Eigenaar van software
      • werkgever/werknemer
      • freelance/inhuur
  3. Softwarelicenties
    • Uitgangspunten bij licenties
    • EULA’s
      • akkoord gaan met (algemeen)
      • shrinkwrap/clickwrap specifiek
      • bindendheid inhoud (consumentenrecht)
    • Licenties en appstores
    • Onderhoudsverplichtingen
    • Escrow van broncode
  4. Octrooi op software
    • Octrooieerbaarheid van software
      • Softwareoctrooien in Europa en de VS
      • Softwareoctrooien in de praktijk
    • Procedure om octrooi te krijgen
      • Opstellen van de aanvraag
      • Publicatie van de aanvraag
      • Nieuwheidsonderzoek
      • Beoordeling van de octrooieerbaarheid
      • Europees octrooi
    • Kosten van een octrooi
    • Het nut van een octrooi
      • Exclusiviteit
      • Actief licentiëren
      • Passief gebruik
      • Innovatiebox
    • Wel of geen octrooi?
  5. Open source software
    • Uitgangspunten van OSS
    • Soorten open source
      • BSD-achtig
      • Mozilla-achtig
      • GPL-achtig
      • GPL versie 3
    • Linken/combineren met open source
    • Bindendheid/rechtsgeldigheid open source
    • Bedrijfsmodellen bij open source
  6. Software as a service
    • Uitgangspunten van SaaS
    • Beschikbaarheid/downtime regelen
    • Aansprakelijkheid/schade bij downtime
    • API’s aanbieden
    • Persoonsgegevens bij SaaS
    • Beschikbaarheid van data in SaaS (export)
    • Escrow en continuïteit van SaaS bij faillissement

We hopen eind mei te kunnen publiceren 🙂

Arnoud