Mag ik een cookie op uw PC plaatsen?

Enigszins boos meldde Out-law onlangs dat “cookies verboden gaan worden” in Europa. Of nou ja, ze mogen wel maar een website moet vooraf expliciet om toestemming vragen. Dat zou blijken uit de gewijzigde regels uit het Telecompakket dat onlangs door het Europees Parlement gegaan is.

Artikel 5 van de Universeledienstenrichtlijn 2002/22/EC wordt namelijk aangepast, en in dat artikel staat geregeld onder welke voorwaarden een aanbieder informatie mag opslaan (of inzien) op de computer van een gebruiker. Er staat nu dat dit alleen mag als:

the subscriber or user concerned is provided with clear and comprehensive information in accordance with Directive 95/46/EC, inter alia about the purposes of the processing, and is offered the right to refuse such processing by the data controller

en dat gaat worden:

the subscriber or user concerned has given his or her consent, having been provided with clear and comprehensive information, in accordance with Directive 95/46/EC, inter alia about the purposes of the processing.

“Consent” is een heel stuk sterker dan “information”. Je kunt als website dus niet meer volstaan met een standaardriedel “Wat zijn cookies en waarom slaan we die op op uw PC- in je privacyverklaring. Je moet nu ook toestemming hebben om dit te mogen doen. En het aanbieden van een privacystatement is onvoldoende om toestemming te mogen claimen.

En het is zeker de bedoeling dat cookies vallen onder het kopje “information”, zo blijkt uit de aanhef van de gewijzigde richtlijn. Daarin staan namelijk cookies expliciet genoemd als voorbeeld.

Maar toch denk ik dat Out-law een beetje te paniekerig is. In diezelfde aanhef staat namelijk:

Where it is technically possible and effective, in accordance with the relevant provisions of Directive 95/46/EC, the user’s consent to processing may be expressed by using the appropriate settings of a browser or other application.

Wanneer een browser dus afdoende controle biedt over het accepteren en opslaan van cookies, hoeft een site daar niet meer elke keer om te vragen. Ik vraag me wel af wat de EU hieronder gaat verstaan.

Iemand een suggestie hoe je op een niet-irritante manier om toestemming gaat vragen om cookies op te slaan?

Arnoud

Hebben zoekmachines last van het Infopaq-arrest?

Een lezer vroeg me onlangs waarom ik nooit wat gezegd had over het Infopaq-arrest van het Hof van Justitie. Dat Hof is toch de hoogste rechtbank in Europa die iets kan zeggen over auteursrechten, en auteursrecht is niet onbelangrijk in het internetrecht. Bovendien gaat het ook nog eens over fragmenten tonen van andere sites.

Nou, dat klopt, maar volgens mij wordt er in Infopaq niet echt een praktisch relevant punt beslist. Kort gezegd was de vraag of overnemen van een uit elf woorden bestaand fragment uit een beschermd werk inbreuk kan zijn. Het antwoord: ja, dat kan, maar het hangt er vanaf of het ook echt inbreuk is. Tsja.

Het Hof formuleert in deze uitspraak wanneer in Europa een werk auteursrechtelijk beschermd is. We hebben in Nederland de toets van het “eigen stempel van de maker”, oftewel het werk moet origineel zijn en van enige creativiteit getuigen. Het Hof formuleert het iets anders:

[Het moet gaan om] materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan.

maar in feite komt dat op hetzelfde neer. Maar wat gebeurt er nu bij korte tekstjes? Nou, individuele woorden zijn natuurlijk niet beschermd.

Enkel via de keuze, de schikking en de combinatie van deze woorden op een oorspronkelijke wijze kan de auteur uitdrukking aan zijn creatieve geest geven en tot een resultaat komen dat een intellectuele schepping vormt.

Ook een kort stuk tekst kan uitdrukking zijn van een creatieve geest. Daarmee kan een kort fragment van een tekst onder het auteursrecht van de maker vallen. Oftewel, lengte is geen argument dat het geen inbreuk kan zijn. Pas als je alleen losse woorden overneemt, kan iemand geen auteursrechten meer laten gelden.

Maar: als iemand dat fragment overneemt voor een legitiem doel (bv. citeren of parodie), dan is er alsnog geen sprake van inbreuk. Je mag dus niet zeggen “auteursrecht geldt niet want het is maar een klein stukje” maar wel “ok, misschien zit er wel auteursrecht op maar ik citeer en dat mag.”

Vandaar dus mijn “tsja”. (Ik vraag me wel eens vaker af waarom mensen naar het Hof van Justitie gaan over scherpslijperij als dit.)

Voor zoekmachines verandert er dus niets. Die tonen hun tekstjes om aan te kondigen wat er te vinden is op de gevonden pagina’s, en dat is gewoon een legitiem doel in de context van het citaatrecht.

Arnoud

Vergelijkingssites en vergelijkende reclame

balans-vergelijken.jpgHet bedrijf van een lezer bleek op een vergelijkingssite te staan. Dat was op zichzelf geen probleem: als je een goede deal aanbiedt, dan mogen mensen die best vergelijken met de concurrent nietwaar? Maar wat wel vervelend was, was dat er op zijn bedrijfspagina advertenties stonden van concurrenten. Is daar juridisch iets aan te doen?

Als je “wij zijn de goedkoopste” zet bij een pagina over een concurrent, dan lijkt me dat vergelijkende reclame. Je wekt immers de suggestie dat je goedkoper bent dan die concurrent. Op zich mag dat sinds een aantal jaar, mits je je maar houdt aan de voorwaarden uit art. 6:194a BW. Zo moet de vergelijking objectief juist zijn. Een pure prijsvergelijking is dus rechtmatig, mits natuurlijk de juiste prijzen met elkaar vergeleken worden. (Iets waar KPN, Tele2 en andere telecomoperators regelmatig met elkaar over in de clinch liggen).

De vergelijkingssite zelf maakt echter geen vergelijkende reclame. Het is namelijk geen vergelijkende reclame om bedrijven op een rijtje te zetten en onderling te vergelijken. Dat blijkt uit de Memorie van Toelichting bij de wet die vergelijkende reclame legaliseerde:

Het onderzoek dat wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een consumentenorganisatie waarin verschillende bedrijven of producten onderling worden vergeleken en met name de publicatie van een dergelijk onderzoek valt evenwel niet onder de definitie van vergelijkende reclame. Weliswaar is sprake van een vergelijking waarin merken, namen of andere onderscheidingsmiddelen worden genoemd, maar bij de publicatie van een dergelijk onderzoek door een consumentenorganisatie ontbreekt het element van reclame voor eigen waren of diensten en is geen sprake van mededelingen over (de producten of diensten van) een concurrent (van de consumentenorganisatie).

Een site als bijvoorbeeld ISPGids.com of de onderzoeken van de Consumentenbond zijn dus geen vergelijkende reclame. Maar citeer je als bedrijf uit hun bevindingen, dan is jouw reclameuiting weer wél vergelijkende reclame. Je profileert je dan immers met informatie over je concurrent.

De reclames die op zulke sites worden getoond, zijn vaak algemene reclames met hooguit de bekende algemene overdrijvingen als “Wij zijn de goedkoopste” of “Supersnel internetten”. Zulke ‘vergelijkingen’ zijn zelden tot nooit onrechtmatig. Maar als je nu specifiek advertenties laat zien waarin je zegt dat je goedkoper bent dan het bedrijf waar de advertentie bij verschijnt, dan kan dat wel eens anders worden.

Is iemand toevallig bekend met adverteren op zulke sites? Kun je uitkiezen waar je advertenties zullen verschijnen?

Arnoud

Indexeringsites en auteursrechten, een spanningsveld? (gastpost)

Vandaag een gastbijdrage van Maarten van Amerongen, student Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkzaam bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier. Deze bijdrage is een ingekorte versie van zijn afstudeerscriptie.

Er zijn honderden websites met een index aan eD2k-links, torrents en NZB’s, er hun aantal lijkt voortdurend toe te nemen. Voor mijn masterscriptie heb ik onderzoek gedaan naar drie P2P netwerken en evenzoveel websites die om verschillende redenen interessant zijn voor de behandeling van de problematiek rond de indexeringsites. Geclaimde massale inbreuken via zulke sites en gestelde miljoenenverliezen voor de rechthebbenden, een actueel probleem wereldwijd met in Nederland een tweestrijd tussen, voornamelijk, auteursrechtenbeschermer Stichting Brein en de beheerders van de indexeringsites. Veel indexeringsites worden door Stichting Brein als eendrachtig en inbreukmakend beschouwd maar de verschillen zijn zoveel interessanter.

In de loop van het afgelopen decennium is de werkwijze van Stichting Brein tegen indexeringsites en hun bezoekers veranderd. Ook de geleerden, rechterlijke macht en overheid lijken niet goed te weten wat men met de indexeringsites aanmoet. Zo haalde rechtenprofessor D.J.G. Visser in een artikel in Computerrecht 2001 de P2P dienst Napster aan. Destijds achtte hij Napster niet aansprakelijk voor auteursrechteninbreuk, wel leverde de dienst een onrechtmatige daad op. In een P2P dienst zónder centrale database zag hij geen probleem, het zijn dan uitsluitend de gebruikers die de auteursrechtelijk relevante handeling verrichten. Nu, enkele jaren later, staat Visser Stichting Brein bij in een procedure tegen de bittorrentindexeringsite Mininova. Een site die slechts torrentbestanden host voor het gedecentraliseerde Bittorrent netwerk en daarbij een streng Notice-and-takedown beleid voert. De inhoud van de procedure Stichting Brein/Mininova veronderstel ik als bekend.

De Stichting Brein voert keer op keer procedures tegen ISP’s of websitehouders om indexeringsites van het internet te krijgen. Hierbij verwijst Stichting Brein maar al te graag naar een paar behaalde matige successen uit het verleden. Relevante uitspraken die de stichting minder behagen worden doodgezwegen. De status van de indexeringsite is hierdoor, mijns inziens onterecht, op een hellend vlak gekomen waarbij de onrechtmatigheid van dergelijke websites dikwijls onterecht en steeds maar sneller wordt aangenomen, veelal door de voorzieningenrechter en zonder degelijk inhoudelijk feitenonderzoek. Een onterechte gang van zaken. Er mag vanuit worden gegaan dat de stichting weliswaar representatief is op het gebied van piraterijbestrijding maar dat hun zelfuitgeroepen expertise en oordeel in redelijkheid niet als waarheid overgenomen mogen worden in rechtelijke procedures. Ze zijn belangenbehartiger met een opinie en géén (onafhankelijk) expert, ook al profileren zij zich wel als zodanig. Een aanwezigheid van medewerkers van Stichting Brein bij doorzoekingen van woningen door de politie naar aanleiding van verdenkingen van intellectuele eigendomsfraude is derhalve volstrekt overbodig en ongewenst voor een deugdelijk onderzoek.

Hoe dan om te gaan met de indexeringsites? Naar mijn opvatting bestaat reeds afdoende wetgeving in de vorm van artikel 6:196c BW om de indexeringsite uit het juridische “grijze gebied” te halen. Een indexeringsite vormt in zekere zin een dienst van de informatiemaatschappij waarbij van de beheerder een vorm terughoudendheid van verlangd mag worden als het gaat om de controle van de inhoud van de door bezoekers geplaatste hashcodes, links of andersoortige data. Controle leidt immers te snel tot een ongewenste vorm van censuur.

In de lijn van de wetsgeschiedenis en jurisprudentie valt op te maken dat een beheerder van een website binnen het kader van de bescherming van artikel 6:196c BW valt indien hij adequaat optreedt bij meldingen van rechthebbenden inzake verwijzingen naar onrechtmatige data. Een dergelijke toepassing van art. 6:196c BW geeft een rechthebbende naar mijn mening in een procedure een sterke positie indien een beheerder weigerachtig blijft om links te controleren en verwijderen.

Het ligt derhalve voor de hand aan te nemen dat een beheerder van een indexeringsite in redelijkheid verplicht is informatie in de vorm van links, torrents, NZB’s etc. te verwijderen zodra hij wordt geïnformeerd door de rechthebbende over de onrechtmatigheid van de bestanden achter de verwijzing. Echter totdat de beheerder is geïnformeerd meen ik te kunnen concluderen dat de -mijns inziens ongefundeerde- klaagbeden van de nationale en internationale rechthebbendenorganisaties over de enorme verliezen die jaarlijks geleden zouden worden als gevolg van het downloaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal als gevolg van links die opgenomen zijn bij de P2P indexeringsites, genegeerd kunnen worden. Ik zie in beginsel, en onder voorbehoud van speciale omstandigheden, weinig tot geen juridische problemen in het bestaan van dergelijke sites.

Maarten van Amerongen is student Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkzaam bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier. Zijn scriptie is begeleid door mw. prof. mr. drs. M. de Cock Buning. Na het behalen van zijn masterdiploma ambieert hij een functie in de advocatuur, richting IT/IE.

Adwords en beschrijvende merken

cruise-travel-advertentie.pngStel, je wilt adverteren op Google voor een bedrijf dat cruisereizen biedt. Wat doe je dan? Dan koop je Adwords voor het trefwoord “cruise travel”. En wat doet het bedrijf Cruise Travel dan? Dat doet je een proces aan omdat je hun merk en handelsnaam misbruikt. Het overkwam het bedrijf Cruise Factory en internetbedrijf Perplex, en op verzoek van hun advocaat Daniel Corbeek mocht ik ze juridisch bijstaan. En ze hebben gewonnen, jeuj!

Eerst maar eens het merkgebeuren. Ik had nogal een boom opgezet over de vraag onder welk artikel van het BVIE je het kopen van Adwords met daarin een merkwoord moest rekenen, maar dat kan “in het midden blijven” aldus de rechtbank in haar vonnis (PDF). De term “cruise travel” is namelijk gebruikelijk in de branche om cruisereizen mee aan te duiden, en daarom kan een merkhouder hoe dan ook niet verbieden dat een concurrent die woorden gebruikt. De bestemming of kenmerken van een concurrerend product mag je altijd aanduiden.

(Zo voorkomt de rechtbank trouwens dat ze straks ingehaald wordt door het Hof van Justitie dat in andere zaken gevraagd is om hier een definitief oordeel over deze boom te vellen.)

Ook het feit dat Cruise Travel als merk alleen een beeldmerk (een plaatje met een meeuw en gestileerde tekst) had, wordt haar tegengehouden. Wat mij betreft een goede zaak – het gebeurt te vaak dat mensen een beschrijvend woord deponeren als plaatje en dan via de achterdeur alsnog een recht op het woord te hebben.

Bij de klacht over handelsnaamgebruik is de rechtbank kort: gebruik van ‘cruise travel’ bij Adwords is geen handelsnaamgebruik. Dit sluit aan bij de Farm Date/Google-zaak uit 2007. Pas als je bijzondere omstandigheden kunt laten zien, bijvoorbeeld als je jezelf aanduidt in de advertenties of op de achterliggende site als een bedrijf genaamd “cruise travel”, dan zou dat anders kunnen worden.

Een juridisch weinig spannend vonnis maar het is natuurlijk wel leuk om bij je “eerste keer” te winnen. 🙂

Arnoud

Website aansprakelijk voor Google-samenvatting!

zwartepoorte-failliet.pngWie als website-eigenaar zijn site niet aanpast als Google die ongelukkig samenvat, handelt onzorgvuldig en is daarmee aansprakelijk voor schade als gevolg van die samenvatting. Dat is de redenering op grond waarvan Miljoenhuizen aansprakelijk werd gesteld voor de Google-samenvatting van één van haar pagina’s waarop te lezen zou zijn dat “Zwartepoorte… failliet” zou zijn.

De motivatie (PDF) is nu eindelijk binnen. De rechter erkent dat de samenvatting door Google is gemaakt en dat Miljoenhuizen daar niets aan kan doen. Maar:

Nu [Miljoenhuizen] gebruik maakt van de diensten van Google, hij daarvan ook voordeel heeft, althans kan hebben, en hij zijn website zo heeft ingericht dat deze “hoog” scoort bij Google, heeft [Miljoenhuizen] in deze ook een eigen verantwoordelijkheid.

De rol van Google daarbij dient “binnen een bredere discussie” aan de orde te worden gesteld, aldus de rechter. Hij zit hier om een oplossing te vinden voor de klacht van Zwartepoorte, dat niet failliet is maar wel met een hoop geroddel van klanten te maken kreeg. En als er geen tijd is voor een breed debat, dan maar een quick fix: pas die pagina aan en laat Google hem opnieuw indexeren.

Miljoenhuizen erkende dat dat theoretisch mogelijk zou zijn, maar dat zij daardoor in haar vrije meningsuiting beperkt zou worden. Maar daar had de rechter geen oren naar: als je met zo’n ingreep ernstige schade bij een ander kunt beperken, dan moet je dat gewoon doen.

Wel merkt de rechter (mogelijk geschrokken na alle negatieve commentaren op internet?) op dat dit geen algemene zorgplicht inhoudt:

Het voorgaande betekent niet dat een websitehouder [] bij de inrichting van [zijn site] voortdurend moet controleren of er mogelijk schadelijke zoekresultaten ontstaan. Het betekent slechts dat, wanneer door de inrichting van de website bij zoekresultaten voor degene die op die website wordt genoemd schade ontstaat en de benadeelde de websitehouder verzoekt die schade op te heffen, zal moeten worden bezien wat het zwaarste weegt, de vrijheid van meningsuiting van de websitehouder of de schade van de benadeelde. Deze toets behoeft niet altijd in het voordeel van de benadeelde uit te vallen.

Bij deze toets spelen (u voelt ‘m aankomen) alle omstandigheden van het geval een rol. Zo is belangrijk hoe makkelijk het is om de schadelijke resultaten ongedaan te maken. Maar, en dat is opmerkelijk, als je je site SEO’t om er geld mee te verdienen, dan moet je sneller je site aanpassen als er klachten komen.

Moet ik me nu zorgen maken? Mijn SEO is best goed en ik verdien indirect ook nog eens geld met deze blogs. Ik zal maar niet zeggen dat Zwartepoorte failliet is dus.

Arnoud

Website aansprakelijk voor Google-samenvatting?

Een Amsterdamse rechter heeft bepaald dat een website-eigenaar verantwoordelijk kan worden gehouden voor de manier waarop Google delen van zijn site citeert bij zoekresultaten, meldde Tweakers donderdag. Vanwege het kennelijk extreem spoedeisende belang heeft de rechter alvast maar uitspraak gedaan maar de motivering laat op zich wachten tot 27 mei. Ik kan er dus maar bar weinig over zeggen, want ik houd niet van speculeren over wat er in een vonnis zou staan als dat er over twee weken gewoon is.

Kort gezegd ging het over aantasten van de reputatie van een bedrijf, autohandel Zwartepoorte. Wie op “Zwartepoorte failliet” zocht in Google, kon bij de resultaten het volgende lezen:

Volledige naam: Zwartepoorte Specialiteit: BMW … Dit bedrijf is failliet verklaard, het is overgenomen door het motorhuis Ik heb bij Boot Rialto gewerkt …

Het failliete bedrijf is echter dat Boot Rialto, maar Google knoopt die twee zinnen aan elkaar omdat ze allebei relevant zijn voor de zoekopdracht. Vervelend voor Zwartepoorte, maar in principe de schuld van Google zou je zeggen. Maar kennelijk vond deze Amsterdamse voorzieningenrechter het meer de schuld van Miljoenhuizen.nl waar de bovenstaande teksten stonden. Geen idee waarom, nogmaals. Ik ben dan ook heel benieuwd naar de motivering.

Update (14:20) Joost van dender Borg meldt in de comments dat mijn bedrijf ICTRecht volgens Google ook failliet zou zijn. Zie screenshot hieronder. Kennelijk zit er in de Googlesamenvattingsalgoritmen een optimalisatie die een zin met een bedrijfsnaam laat volgen door een zin met “failliet” ongeacht de onderlinge afstand.

google-resultaat-ictrecht-failliet.png

Arnoud

Wouter Bos gejaapt met Google advertentie

Wie zoekt op Wouter Bos of iets dat daarop lijkt, ziet sinds gisteren deze advertentie erbij verschijnen (bedankt, Bram):

wouter-bos-verkoopt-zijn-huis.png

Ik zal wel een nieuwsbericht gemist hebben, wat heeft Wouter Bos met huizen verkopen te maken? Afijn, klik je door, dan ontdek je dat Bos zijn huis helemaal niet verkoopt: je komt gewoon op de homepage van Jaap terecht waar je zelf naar huizen mag gaan zoeken.

Eerlijk gezegd komt me dit nogal misleidend voor. Je lokt mensen naar je site met een mededeling die niets te maken heeft met de site. Nu is “Wouter Bos” geen merknaam, dus merkinbreuk plegen ze niet, maar het lijkt me wel te vallen onder de nieuwe wetgeving rond misleidende handelspraktijken. Wouter Bos verkoopt zijn huis helemaal niet, laat staan dat dat huis te bekijken zou zijn op Jaap.nl.

Waarom doet Jaap dit?

Arnoud

Staat u op Google Streetview?

beau-van-erven-dorens-portret-ondanks-blur.pngJaja, Google Streetview komt naar Nederland. Bij mij in Eindhoven had ik ze al eens zien rijden, maar die foto’s moeten nog ontwikkeld worden. Gelukkig had ik me die ochtend geschoren (wie mij spot op de foto wint een gratis boek).

Kan Google zomaar heel Nederland fotograferen en dat op internet zetten? Privacy bestaat ook op de openbare weg (hoewel minder dan thuis). Het Vondelpark-arrest laat zien dat het (dit klinkt vast bekend) afhangt van de “feitelijke omstandigheden, met name de aard en mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, als ook het karakter van de foto en de context van de publikatie.” In die zaak ging het om een foto van een zoenend stel in het park, en dat was zo’n intieme situatie dat publicatie niet mocht. In 1996 werd ook een foto van een nogal seksueel getinte foto bij een Wasteland-party verboden.

Maar in februari vond het Gerechtshof Amsterdam dat geen sprake was van portretrecht bij een “gewone” foto van een straatbeeld met een hardlopende mevrouw. De reden daarvan was volgens het Hof:

Het belang van de informatievoorziening, brengt mee dat berichtgeving zoals hier aan de orde moet kunnen worden voorzien van illustratiemateriaal, zoals foto’s van de werkelijkheid. Het is daarbij onvermijdelijk dat foto’s van toevallige passanten worden gepubliceerd. De foto waar het in dit geding om gaat, is neutraal. Ook kan – objectief gezien – niet worden gezegd dat de foto op enigerlei wijze compromitterend of diskwalificerend is of een zodanig effect heeft.

Het lijkt mij dat Google met haar Streetview-dienst hetzelfde argument aan kan voeren. En bovendien hebben ze een blurfunctie ingevoerd waarmee gezichten en nummerborden (en, zo blijkt, ook brievenbussen met “NEE/NEE”-stickers) automatisch onherkenbaar gemaakt worden.

Maar of dat genoeg is? Bij GeenStijl vonden ze de aardige foto die ik hierboven toon. Herkent u deze meneer? Inderdaad, en daarom is dit nog steeds een portret, zo blijkt uit de jurisprudentie. Een “karakteristieke lichaamshouding” waaraan iemand te herkennen is maakt de foto ook een portret. Een karakteristiek kapsel dan ook lijkt me.

PS: via Tweakers nog de eerste bug in Streetview!

Arnoud

Mijn website scoort te hoog, mag dat?

top-123-lijst-ranking-score.pngBij Fok! meldde een SEO-ende webmaster over een akkefietje met Google-resultaten:

Nou krijg ik vandaag dus een boze mail van een meneer van ‘bedrijf X (ik zal zoals gewoonlijk het beestje niet bij z’n naam noemen) of ik niet een tekst van één van mijn websites wil aanpassen, want door een geheel toevallige vermelding van twee losse woorden in de betreffende tekst, staat de website waar deze tekst op staat hoger in de zoekresultaten van Google dan de website van bedrijf X, en daar is meneer natuurlijk niet blij mee.

Tsja, dat is dan toch echt pech voor meneer. Hoger scoren dan een ander mag, of dat nu toevallig of opzettelijk is.

Het kan riskant worden als de twee losse woorden een handelsnaam of gedeponeerd merk van bedrijf X zijn en deze webmaster een concurrent van X is. SEO op andermans merknaam kan een vorm van merkinbreuk opleveren, wanneer je die merknaam gebruikt om mensen andere producten of diensten onder de neus te duwen dan de merkproducten.

Maar het is ook weer niet zo dat de merkhouder als enige mag scoren op de merknaam. Zo won Douwe Egberts-verkoper Capriole ooit van DE zelf omdat zij het recht had om reclame te maken voor Douwe Egberts-koffie. En dat zij daarbij hoger scoorde dan de merkhouder, was verder prima.

Meneer kan natuurlijk bij Google klagen, maar ik vrees dat hij ook daar juridisch niet ver komt. Er is geen enkel argument waarom je hoger dan iemand anders zou ‘moeten’ scoren in de zoekresultaten.

Heeft iemand nog een leuke truc voor deze teleurgestelde meneer X om toch hoger te scoren dan deze webmaster? Black hat mag, ik ben benieuwd wat er zoal mogelijk is.

Update (11:07) hey Veldmuis, dat kan creatiever.

Arnoud