Waarom zet iedereen toch hoofdletters in licenties?

Laatst kwam de vraag ook alweer in de comments voorbij, en ik had er gisteren een discussie over met een klant: waarom toch dat gebruik van ALINEA’S MET HOOFDLETTERS in licentiedocumenten?

Dit is een mooi stukje cargo cult-juristerij, net als aanvinkvakjes bij algemene voorwaarden en klakkeloos gecopypaste standaardclausules. Het heeft ergens een basis in een wet, maar of die wet geldt en of dit de manier is om eraan te voldoen, dat weet eigenlijk niemand meer.

Het idee dat aansprakelijkheidsbeperkingen (“exoneraties”) met hoofdletters moeten, komt uit de Amerikaanse wet. Hun Uniform Commercial Code, artikel 2-316 eist dat je bepalingen over aansprakelijkheid “conspicuous” weergeeft, oftewel op zo’n manier dat een redelijk oplettend persoon het had moeten zien. Bij ons zouden we volstaan met zo’n zin, maar het is typisch Amerikaans om enkele voorbeelden toe te voegen zodat je een “safe harbor” hebt waarmee je zeker weet dat je aan de wet voldoet. Dus staat in artikel 1-201(b)(10):

Conspicuous terms include the following: (A) a heading in capitals equal to or greater in size than the surrounding text, or in contrasting type, font, or color to the surrounding text of the same or lesser size; and (B) language in the body of a record or display in larger type than the surrounding text, or in contrasting type, font, or color to the surrounding text of the same size, or set off from surrounding text of the same size by symbols or other marks that call attention to the language.

Hoofdletters zijn dus een manier om een exoneratie “conspicuous” te maken, maar niet de enige. Het is wel de meest zekere: lettertypes, kleurtjes en dergelijke kunnen stukgaan bij het converteren van WordPerfect 4.2 naar Word 2.3, dus laten we dat maar niet doen. Bovendien staat het onprofessioneel, een lichtrood stuk tekst. Zoiets zal er wel achter zitten.

Maar goed, dat is Amerika. Bij ons staat nérgens in de wet dat je een exoneratie (of welke clausule dan ook) extra opvallend moet laten zijn voordat ‘ie geldig is. Sterker nog, er staat in de wet dat je niet eens hoeft te bewijzen dat men die exoneratie gelézen heeft (art. 6:232 BW). Enkel erop wijzen dat er algemene voorwaarden zijn (met hyperlink naar de tekst, dat wel) is al genoeg om ze deel te laten zijn van de overeenkomst. Ja, dus ook zonder dat men een vinkje heeft geplaatst.

Toch zijn er ook Nederlandse juristen die aansprakelijkheidsbeperkingen met hoofdletters gaan schrijven. Ik vermoed omdat ze daaraan gewend zijn vanwege al hun Amerikaanse contracten, of misschien wel omdat ze een Amerikaanse tekst hebben gecopypaste en vertaald. Of misschien wel omdat de klant zei “hee moet er niet wat in hoofdletters, dat doet iedereen toch?”.

Ik snap trouwens werkelijk niet waarom die Amerikaanse wet überhaupt zegt dat hoofdletters “conspicuous” zijn in de zin van “dan had je het moeten zien”. Tekst in hoofdletters is volstrekt onleesbaar als het meer dan een zin of twee is.

Arnoud

Is dat internetreglement eigenlijk wel bindend?

modelgedragscode-internet.pngEen lezer vroeg me:

Vorige week ontving ik ineens een “Reglement Gebruik ICT-middelen en Internet” in de interne mail. Hierin worden strenge regels gesteld over wat ik wel en niet mag met de computer en internetverbinding van het werk. Zo mag ik alleen in de lunchpauze en na 17:00 nog privédingen doen, kunnen ze mijn mail screenen en mogen websites worden geblokkeerd. Ik heb meteen teruggemaild dat ik niet akkoord ben met deze wijziging van mijn arbeidscontract, maar mijn manager zegt dat ik er gewoon aan gebonden ben! Hoe zit dat nu?

Veel mensen denken dat de werkgever alleen regels mag stellen of veranderingen mag doorvoeren als de werknemers daarmee instemmen, of als het in het arbeidscontract staat. Dat is niet zo. Een internetreglement (om het zo maar even te noemen) mag de werkgever eenzijdig invoeren. De wet (art. 7:660 BW) bepaalt dat de werkgever een instructiebevoegdheid heeft: hij mag regels stellen over hoe het werk wordt uitgevoerd en hoe volgens hem de goede sfeer op de werkvloer wordt bewaard.

Op deze grond kan een werkgever bijvoorbeeld bepalen dat je van een kantoor naar een kantoortuin gaat, of dat verkopers bepaalde kledingvoorschriften moeten volgen. Een internetreglement bevat ook dergelijke regels, maar dan specifiek over internet- en ICT-gebruik. Dat is dus toegestaan om in te voeren, ook zonder overleg en ook als in de arbeidsovereenkomst niets staat over die bevoegdheid.

Wel ligt de grens bij “voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid” en “bevordering van de goede orde in de onderneming”. Elke regel moet dus uiteindelijk tot één van deze twee grondslagen te rechtvaardigen zijn. Je kunt als werkgever dus bijvoorbeeld het luisteren naar internetradio verbieden als dat overlast op het netwerk veroorzaakt (vanwege het vele dataverkeer) maar niet het hebben van een Facebookprofiel. Dat laatste heeft niets te maken met het werk of de goede orde. Wél zou je kunnen verbieden dat men op dat Facebookprofiel roddelt over collega’s, want dát raakt de goede orde.

Wil een bedrijf verder gaan dan deze grens, dan moet het terugvallen op de open norm van goed werknemerschap (artikel 7:611 BW), waaraan werknemers gebonden zijn. Maar dat is meer iets voor concrete situaties: jij, medewerker Wim, bent in dit geval niet bezig als goed werknemer. Een algemene regel “doe X niet want dat is geen goed werknemerschap” is lastig voorstelbaar. Een alternatief is in de arbeidsovereenkomst expliciete regels op te nemen, maar dat kan dan niet eenzijdig. Denk aan het LinkedIn-opschoonbeding.

Arnoud

Gaan we weer: de voorwaarden van Microsoft’s So.cl

socl.pngAls jullie er moe van worden moet je het maar zeggen, maar het blijft me fascineren waar de juristen van internetbedrijven elke keer weer mee komen als er nieuwe diensten worden gelanceerd. Want ja daar moeten voorwaarden bij en laten we het nog maar een keer opnieuw opschrijven, op een net wat andere manier en we streven naar helderheid maar ja het moet ook juridisch kloppen natuurlijk. En we horen het wel of er bezwaren zijn. Meest recente voorbeeld is So.cl van Microsoft, een sociaal netwerk waar zoeken, netwerken en delen van content gecombineerd worden.

Microsofts voorwaarden zijn netjes opgezet, met een duidelijk kopje en dan toch een poging tot leesbaar Engels. ??n een waarschuwing bovenaan:

This contract limits our liability and disclaims warranties for the service to the maximum extent permitted by law. Please read these sections of the contract carefully.

Het meeste is standaard: gedraag je, upload geen porno en schend geen auteursrechten. Let op je account. Oh, en je gaat akkoord met de Bing voorwaarden want wij plakken Bing-zoekresultaten op je pagina.

Opmerkelijk is dat men wél rekening lijkt te hebben gehouden met de brouhaha die andere diensten steeds over zich heenkrijgen als het gaat over auteursrechten van de gebruikers. Er staat standaard in zulke voorwaarden “je blijft eigenaar maar wij mogen alles”, maar Microsoft is er iets beperkter in: men houdt het bij “to the extent necessary to provide the service.” En dat is zoals het hoort.

Een paar dingen zijn op zich ook standaard maar doen wel de wenkbrauwen fronsen:

  • Microsoft may change this contract at any time without notice. If you do not stop using the service, your continued use of the service will be under the changed contract.
  • We may change the service or delete features at any time and for any reason . We may cancel or suspend your service at any time.
  • If you give us feedback, you give Microsoft, without charge, the right to use, share and commercialize your feedback in any way and for any purpose.

Daar is geen woord juridisch aan, zou ik zeggen. Enerzijds schrik je er wel van dat men zó eenzijdig die rechten voorbehoudt, anderzijds is het verfrissend dat men zó duidelijk daarover is. Nu alleen nog mensen zo ver krijgen dat ze niet denken “ach dat zal wel meevallen” maar gaan piepen. Oh sorry, ik was even optimistisch.

Arnoud

Heb je recht op geld terug als de krant niet te downloaden is?

fd.jpgOp Twitter zag ik een gevalletje slechte webcare van het Financieele Dagblad. Bas van de Haterd had een digitale weekendkrant gekocht maar kon die niet downloaden. Vervolgens wilde hij zijn geld terug, maar dat kon niet, want – en ik citeer ongelogen – “Via pc was de krant bijv. wel beschikbaar”. Ehm. Doet dat er toe?

Het artikel was gekocht via de iPad app van het FD, dus niet als abonnement. Of er voorwaarden zitten aan die app weet ik niet, maar ik verwed er een jaarabonnement onder dat die voorwaarden in zo’n scrolvenster komen en dus niet eenvoudig op te slaan zijn. Daarmee zijn ze dus níet rechtsgeldig en hoeven we niet te kijken wat daar in staat ook. (Los daarvan kan ik op de site geen voorwaarden vinden die gaan om aankopen-via-de-app.)

Een digitale download is als zodanig niet geregeld in de wet, behalve bij de Wet koop op afstand waarin staat dat je ‘m niet mag annuleren als hij na download niet bevalt. Maar precies vanwege dat stukje uit die wet oordeelde de Hoge Raad onlangs dat je (standaard-)software kunt kopen, en dat dus ook de regels over conformiteit en herstel daarop van toepassing zijn. Je zou dus – maar dit is een beetje een stretch – kunnen zeggen dat óók digitale standaardproducten zoals een digitale krant een “product” zijn dat je kunt kopen. En dus heb je recht op een digitale krant conform de verwachtingen.

Een stretch, en ik weet niet eens of het nodig is. Want als ik via een iPad app iets bestel, dan moet er wel een download naar mijn iPad starten. Dat is elementair contractenrecht: je moet doen wat je hebt toegezegd, anders wanprestatie.

Maar, zoals de webcare zegt, je kunt ‘m wel downloaden via je PC. Dus er is een download besteld en een download(mogelijkheid) geboden. Niks wanprestatie dus. Pak gewoon even je PC. Dat is hoogst discutabel: als ik op een iPad iets bestel dan verwacht ik iets op mijn iPad. Of mag ik niet meer verwachten dan “een” digitale download? Dus zolang er maar een platform is waarop het werkt, moet u daar maar gaan downloaden? Dat lijkt me niet redelijk. Wie een iPad heeft, verwacht dat het werkt op de iPad. Dat is dan deel van de overeenkomst.

Bas meldde in een followup dat het FD hem alsnog zijn geld gaat teruggeven. Gelukkig, want voor het bedrag van de download gaat niemand procederen. En dit soort dingen zijn buitengewoon ergerlijk. Koop je eens een keer wat legaal, gaat het op een vage manier mis en krijg je te horen dat je het over een paar dagen nog een keer mag proberen.

Arnoud

Algemene voorwaarden van cloudaanbieders

ik-accepteer.pngOh jee, algemene voorwaarden van cloudaanbieders. De afgelopen week werd ik overstélpt met mensen die wilden weten of Google Drive werkelijk alle rechten opeiste rond de bestanden die je daar kon parkeren. En dat was niet de eerste keer dat zo’n vraag aan de orde was. Bij zo ongeveer elke nieuwe dienst is tegenwoordig standaardvraag één “wat mogen ze van de voorwaarden met je content”, met als standaardantwoord “oh nou van alles want die voorwaarden zijn wel heel erg vaag” en standaardconclusie “nou ja die soep wordt uiteindelijk toch niet zo heet gegeten anders zou het wel verboden worden toch?”. Of zoiets. Zucht.

Nee, Google Drive eist niet meer rechten dan andere diensten. Net zoals iedereen willen ze gewoon alles kunnen doen met je content, mits dat redelijkerwijs binnen de context van hun dienst te kletsen is. Je videootjes gaan niet snel naar “Funniest Google Drive Movies” (hoewel dat bij Youtube ondertussen wél massaal gebeurt) en je geheime bedrijfsdocumenten worden niet bij opbod aan de concurrent verkocht. Maar ze scannen om relevante advertenties te tonen zou geen probleem moeten zijn.

Er wordt dan wel bij gezet dat je rustig maar eerlijk eigenaar blijft van je content, maar dat is een beetje een dode mus: auteursrechten kún je niet afstaan via algemene voorwaarden. Uiteindelijk gaat het dus om de gebruiksrechten die men opeist, en die zijn dus best wel breed.

Mag dat? Ja, dat mag, vooral bij gebrek aan regels die zeggen wanneer het niet meer mag. Dat is een persoonlijk stokpaardje van me: waarom hebben we wél drie kilometer regels voor consumentenbescherming bij koop in een winkel, en nul specifieke regels over webdienstgebruik?

Natuurlijk, er is een open norm die zegt dat je naar consumenten toe geen onredelijk bezwarende voorwaarden mag hanteren. Maar is het onredelijk bezwarend om te zeggen “Wij mogen alles doen met uw content dat redelijkerwijs past binnen de dienst, inclusief toekomstige versies daarvan”? Dat is toch logisch, dat ze dat moeten mogen? Zeker in combinatie met “en u mag natuurlijk altijd weg als het u niet bevalt” waarna de licentie eindigt.

Ik herhaal nog maar eens mijn voorstel uit 2011:

Websitevoorwaarden mogen nooit auteursrechten opeisen. Ze mogen alleen een beperkte licentie opeisen die niet verder mag gaan dan noodzakelijk is voor het leveren van de dienst zoals die bestaat op het moment dat de gebruiker zich inschrijft.

Wil een site meer doen met die inhoud, dan moet daar apart toestemming worden gevraagd. Deze toestemming mag niet op voorhand worden bedongen, en weigeren van deze toestemming mag niet leiden tot verwijdering of uitsluiting van de dienst als geheel.

Ondertussen ben ik wel een stuk(je) cynischer over het concept “toestemming vragen” aan de gemiddelde internetter. Want die klikt immers tóch wel ja, ongeacht wat er staat. Dan kun je natuurlijk zeggen “dat is dan maar dom en dan moeten we hem beter opvoeden”, wat op zich redelijk is. Alleen, de internetmarkt is ook wel weer zo dat hoe goed opgevoed je ook bent, je niet ontkomt aan bepaalde diensten. Je toestemming “gewoon” weigeren aan Google is vrijwel volledig onmogelijk. Maar “gewoon verbieden dus die flauwekul en één wettelijke licentie met duidelijke grenzen opnemen” levert een berg schuimbekkende internetondernemers op.

Het enige dat ik kan bedenken dat als soort tussenvorm zou kunnen werken is een soort van Creative Commons voor online diensten. Duidelijke icoontjes die specifieke activiteiten aangeven. “Uw content wordt alleen voor de dienstverlening gebruikt” of “Pas op, iedere wel/niet commerciële exploitatie van uw content mogelijk”. Alleen lijken de meeste dienstverleners niet echt te houden van klare taal – of komt er een disclaimer onder “Let op: indien de werkelijke voorwaarden afwijken dan gaan die boven deze labels” en dat schiet ook weer niet op.

Arnoud

Een digitale schoenendoos met bonnetjes voor de curator

Dit gaan we steeds vaker krijgen: faillissementsproblemen in de cloud. Waar een bedrijf vroeger hooguit voor stroom en elektriciteit afhankelijk was van derden voor het dagelijks functioneren, is nu (naast koffie) de internettoegang en de gehoste diensten absoluut cruciaal. Maar als een bedrijf failliet gaat, zal zo’n leverancier natuurlijk meteen de stekker eruit trekken want die ziet zijn facturen niet meer betaald. En dat is dan weer heel pijnlijk voor de curator, want daarmee gaan zijn mogelijkheden voor een doorstart verloren. In 2009 bepaalde een rechter al eens dat een SaaS-dienstverlener soms verplicht kan zijn door te gaan met leveren, ondanks openstaande facturen. En nu lag er de vraag bij de rechter, wat te doen als de dienst al gestaakt is?

Het failliete bedrijf had zijn administratie in de cloud gestopt bij Vict. Na het faillissement was op zeker moment die stekker eruit gehaald, waarna de (zo te lezen virtuele) server dus niet meer beschikbaar was. De data stond nog ergens op een backup, dat wel. En daar wilde de curator graag bij, want voor hem is die administratie zeer belangrijk.

Zó belangrijk zelfs dat de Faillissementswet apart regelt dat hij een vérgaande bevoegdheid heeft (artikelen 92 en 93a) om bij die administratie te kunnen. Ook als deze bij derden ligt. Hij zou dus bij de boekhouder de schoenendoos met bonnetjes mee kunnen nemen, om eens wat te noemen.

Maar kan hij van een clouddienstverlener verlangen dat die de serveromgeving terug gaat zetten én de data restaureert omdat hij er anders niet bij kan? Nee, dat niet:

De bevoegdheid van de curator gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet zover dat de curator aanspraak kan maken op meer dan de (leesbare) administratieve gegevens (de bekende schoenendoos met bonnetjes) van de gefailleerde. Het is in beginsel de taak van de curator om vervolgens zo nodig orde aan te brengen in die gegevens. Daarvoor kan hij derden inschakelen. Voor die diensten zal hij dan wel moeten betalen.

Bijgevolg moet de curator dus Vict gewoon betalen als hij wil dat Vict iets doet. Eventueel kan de curator per direct de harddisk met de backup krijgen (“enkele tienduizenden pagina’s!”, ja met uitroepteken) maar dan mag hij zelf het formaat daarvan uitpuzzelen en er chocola van maken. Maar wil hij de administratiesoftware zelf terug in de lucht (in de wolk?) dan kost dat gewoon geld.

Op zich had de rechter ook anders kunnen oordelen. Artikel 37b Faillissementswet bepaalt dat een leverancier zijn contract niet mag opzeggen bij faillissement van de klant, als het gaat om afleveren van gas, water, elektriciteit of verwarming, benodigd voor de eerste levensbehoeften of voor het voortzetten van de door de gefailleerde gedreven onderneming. De diensten moeten wel “benodigd” zijn, oftewel zonder die diensten moet het bedrijf niet door kúnnen gaan. Bij gas en elektra is dat vrij evident, maar ik zie het wel gebeuren dat e-mail en de cloudgehoste administratie of Office-software er ook onder gaat vallen. Jullie ook? En wat nog meer?

Update (2 april 2013) in hoger beroep bevestigd. Het Gerechtshof zegt:

Gegeven het feit dat de curator de overeenkomst tussen Retera en Vict niet gestand heeft willen doen, kan Vict naar het voorlopig oordeel van het hof, gelet op het hiervoor overwogene, niet worden gehouden om de voor haar uit die overeenkomst voortvloeiende werkzaamheden toch voort te zetten.De artikelen 92 en/of 93a Fw noodzaken Vict daartoe in ieder geval niet. Niet valt in te zien dat Vict voor de door de curator verlangde werkzaamheden niet de – commerciële- vergoeding zou mogen verlangen die door Vict en Retera daarvoor was overeengekomen.

Arnoud

Kan een hoster een schadeclaim bij zijn klanten leggen voor overlast?

Een lezer vroeg me:

Naar aanleiding van je recente blog over omgaan met overlast door hostingklanten vroeg ik me af wat ik kan doen met de schade die mij als hoster het oplevert als ik klantoverlast moet gaan oplossen. Het kost me tijd immers om de rommel op te ruimen, bijvoorbeeld het legen van de mailqueue of het proberen afgemeld te worden bij de spamblacklists. En ik heb ook reputatieschade als het openbaar wordt dat een klant van mij dit deed. Kan ik deze verhalen?

Als een klant de regels van het contract schendt, dan kun je als hoster zeker je schade verhalen op die klant. Het probleem is alleen (zoals altijd): wat is je schade? Je kunt niet zomaar een getal uit je duim zuigen, je moet met bonnetjes onderbouwen wat het je gekost heeft. En dat zal niet meevallen bij hosting.

De tijd die je als hoster kwijt was om de rommel op te ruimen is wellicht een aanknopingspunt. Maar een gegeven dat dit altijd mag, is het niet. Het is namelijk ook gewoon je werk om te zorgen dat de systemen netjes werken, dus het zal niet meevallen de tijd specifiek voor deze rommel opruimen te scheiden van de tijd voor algemeen systeembeheer.

Een andere insteek is het “positief contractsbelang”, zeg maar het geld dat je had gekregen als men wél netjes de overeenkomst was nagekomen. Dat zijn dus de vaste maandelijkse kosten (maar natuurlijk niet de heffingen voor gigabytes boven de fair use limieten). Bij consumenten mag dit overigens niet zomaar, omdat het verboden is consumenten een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen bij ontbinding.

Praktisch gezien kun je als hoster veel discussie voorkomen door een boeteclausule op te nemen in je algemene voorwaarden. Hierin zet je dan specifieke bedragen op bepaalde overtredingen, en die bedragen dienen dan ter compensatie van je eigen overlast. Je mag dan niet meer én de boete én de schade vorderen. En als je zegt dat iemand iets moet doen op straffe van een boete, dan kun je niet de boete eisen en oók eisen dat hij alsnog dat iets gaat doen.

Het valt me op dat boetebedingen erg zeldzaam zijn in hostingvoorwaarden. Hier en daar zie ik wel “administratiekosten” bij zaken als afsluiten wegens overlast, maar echt expliciete clausules met “Indien klant X doet is hij een direct opeisbare boete van E verschuldigd” zie ik eigenlijk nooit. Je vraagt je af waarom. Omdat ze de constructie niet kennen? Omdat ze denken dat de klant dat te onvriendelijk vindt? Omdat in de VS zulke boetes zelden legaal zijn en iedereen bij de Amerikaanse collega’s inspiratie haalt? Omdat de KVK-modelvoorwaarden die clausule niet hebben?

Arnoud

Wat zegt de wet over versiebeheer bij algemene voorwaarden?

Een lezer vroeg me:

Ik heb een geschil met een webdienst-aanbieder en nu wil ik ze op grond van de algemene voorwaarden aanspreken. Maar die kan ik nergens meer vinden. Ik vind wel een tekst met voorwaarden, maar dat is volgens mij niet de versie die ik destijds had geaccordeerd. Is een website verplicht oude versies van hun algemene voorwaarden aan te bieden? Of anders gezegd, hoe kan ik bij een geschil de tekst achterhalen van de algemene voorwaarden?

Bij een webdienst moet men die als download aanbieden bij het sluiten van het contract. Men kan niet volstaan met verwijzen naar de website of de KVK – behalve als het apert onredelijk is dat iedereen een stuk papier meekrijgt. De Albert Heijn hoeft niet bij iedere aankoop papier te overhandigen, en de NS-automaat ook niet. Dat geeft zó veel overlast, dat willen we niet.

De wet zegt niets over versiebeheer, omdat dat eigenlijk niet aan de orde behoort te zijn. De voorwaarden die voor jou gelden, zijn namelijk de voorwaarden die ze jou overhandigd hebben bij contractsluiting.

Wat wél iedereen vergeet: bij online overeenkomsten is het verplicht om de wederpartij uit te leggen of de overeenkomst gearchiveerd wordt en hoe je als klant een kopie kunt opvragen (art. 6:227b BW). Op die manier kan de klant dus de toepasselijke voorwaarden te pakken krijgen.

Dat archiveren is bij betaalde diensten eigenlijk altijd verplicht op grond van de belastingwetgeving, want je moet als dienstverlener kunnen aantonen welke rechten en plichten je naar klanten toe hebt. Bij een gratis dienst is dit discutabel, maar ook dan zou ik altijd aanraden om op zijn minst mensen een bevestigingsmail te sturen met daarin de overeenkomst – én de algemene voorwaarden natuurlijk.

Of dit artikel te gebruiken is om achteraf een kopie van de voorwaarden te eisen, is onduidelijk. Ik zou dus bij elke dienst die ik afneem, de voorwaarden zélf kopiëren en bewaren. Dan kun je daarmee in het geweer komen.

Je kunt ook een iets agressievere manier hanteren: op het moment dat een dienstverlener zich op de voorwaarden beroept, meld je dat die nooit ter hand zijn gesteld en daarom ongeldig zijn. En dan mag hij bewijzen dat hij wél destijds jou de voorwaarden als downloadlink heeft aangeboden. Ik wens hem veel succes, want geen hond die screenshots heeft van hoe de site eruit zag toen klant X zich registreerde.

Arnoud

Mag dat wel, handelen in cadeaubonnen via internet?

Steeds meer cadeaubonnen worden op internet doorverkocht. Het afgelopen jaar kwamen er drie nieuwe online ruil- en verkooppunten voor ongebruikte cadeaubonnen bij, las ik in de papieren Metro. Handig, zou je zeggen, maar het doorverkopen van de bonnen blijkt bij bedrijven en instellingen die ze uitgeven irritatie op te roepen.

Zo meldt de VVV in het Metroartikel het “onwenselijk en onnodig” te vinden dat mensen cadeaubonnen doorverkopen. De reden? Het zou de overeenkomsten met verkooppunten verstoren en het doel – een consument die een leuk cadeau uitkiest – niet dienen. Over dat tweede doel kun je twisten (ik vind geld een hartstikke leuk cadeau) maar dat eerste is in ieder geval juridisch geen argument.

Het is legaal om dwars door andermans overeenkomsten heen te fietsen, omdat je daar geen partij bij bent. Zelfs wéten dat jouw acties een wanprestatie in die overeenkomst opleveren is niet genoeg. Er moeten “bijkomstige omstandigheden” zijn die verder gaan dan “boehoe dat is tegen mijn afspraak”. En ik zou bij cadeaubonnen niet kunnen bedenken wat dit zou kunnen zijn.

Ook zijn er sites die verlopen bonnen opkopen en dan zelf deze proberen te incasseren bij de uitgevende instantie. Die keuren dat af, want “we willen niet meewerken aan dit soort handel”, zo zegt bijvoorbeeld Ici Paris. Je hóórt het vieze gezicht van de woordvoerder als hij “dit soort handel” zegt. Jakkes, doorverkoop.

Sommige bonnen (zoals de hierboven afgebeelde VVV Cadeaubon, voorheen Irischeque, voorheen VVV-bon) zijn eeuwig geldig, maar andere maar beperkt. De geleerden zijn het nog niet eens over exact hoe lang dat minimaal moet zijn, maar een jaar lijkt normaal wel de grens. (Tentamenvraag: hoe lang zijn festivalmuntjes geldig? Maak in uw antwoord onderscheid tussen een éénmalig festival en een jaarlijks terugkerend festival.)

Verder zag ik nog dat bijvoorbeeld Kadobonnenplaza de bonnen opkoopt tegen een percentage van de waarde, en vervolgens zelf met korting doorverkoopt. Een vordering op een winkel(keten) is overdraagbaar in het algemeen. Maar dit kan bij overeenkomst worden uitgesloten (art. 3:83 lid 2 BW). Zo is de Nationale Vliegtuigbon niet overdraagbaar, zo blijkt uit de voorwaarden. Dat mag. Maar je zult dan wel bij de aankoop expliciet een naam en andere gegevens van de koper moeten vastleggen óp de bon.

Ik krijg uit het artikel het gevoel dat winkelketens en cadeaubonuitgevers vooral balen van deze handel omdat ze het eigenlijk wel prettig vinden dat een X-percentage van de bonnen nooit ingeleverd worden. Het is natuurlijk altijd leuk dat je geld krijgt en vervolgens niets hoeft te doen.

Arnoud

Wijziging algemene voorwaarden zonder te informeren

Vorige week blogde ik over de vraag of je een privacyverklaring kunt wijzigen met alleen een standaardzin “wij mogen dit van tijd tot tijd”. En dat roept natuurlijk de vraag op, hoe zit dat dan met algemene voorwaarden? Daar staat ook zeer regelmatig in dat ze eenzijdig mogen worden aangepast en dat de wederpartij daar dan aan gebonden is. Het is hier iets eenvoudiger voor de partij die de voorwaarden aanpast.

Bij persoonsgegevens en privacy zijn de regels streng, omdat privacy (en inbreuken daarop) zwaar weegt en dus niet zomaar ingeperkt kan worden. Maar algemene voorwaarden gaan in het algemeen (haha) over contractuele afspraken, niet over privacyzaken. En bij deze wat ‘lichtere’ vormen van afspraken is het in principe toegestaan om eenzijdig de voorwaarden te wijzigen. Natuurlijk moet dat wel als zodanig afgesproken zijn, er moet dus in de oude voorwaarden staan dat men de nieuwe mag invoeren.

Bij het sluiten van een contract waarbij algemene voorwaarden worden gebruikt, bepaalt de wet dat deze “ter hand” moeten worden gesteld. Oftewel, ze moeten op papier zijn bijgesloten of in elektronische situaties als direct aanklikbare PDF worden gehyperlinkt vanaf de bestelpagina. Verwijzen naar de KVK of Google (of zelfs maar de website) is echt niet genoeg.

Het is alleen niet duidelijk of deze eisen ook gelden voor wijzigingen van de voorwaarden. Dat staat niet letterlijk in de wet, maar het lijkt me wel zo logisch. De bedoeling van die regel is immers te zorgen dat mensen een kopie van de voorwaarden krijgen, een actieve informatieplicht dus. Als je een wijziging zou mogen doorvoeren zonder te informeren, schend je die informatieplicht.

Je zou dus op zijn minst een banner op je site moeten plaatsen waarin je mensen erop wijst dat je je voorwaarden hebt aangepast, met een linkje naar de wijzigingen. Een akkoord op de gewijzigde voorwaarden vragen hoeft dan weer niet, want het is wettelijk helemaal niet nodig expliciet akkoord te vragen op algemene voorwaarden. Het is genoeg te melden dát ze gelden, inclusief downloadlink dus. En datzelfde geldt ook bij de wijzigingen.

Moet je mensen dan de gelegenheid geven op te zeggen? Ja, in ieder geval naar consumenten toe. Want op de grijze lijst staat dat het verdacht is om een beding te hebben dat

de gebruiker de bevoegdheid verleent een prestatie te verschaffen die wezenlijk van de toegezegde prestatie afwijkt, tenzij de wederpartij bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden.

Door je algemene voorwaarden te wijzigen, kun je de prestatie wezenlijk anders maken. En dat is onredelijk bezwarend, tenzij je óf een hele goede reden hebt om het wel te moeten doen, óf de wederpartij een opzegrecht geeft. Bij kleine wijzigingen (die dus geen wezenlijke afwijking opleveren) zou je het opzegrecht mogen weigeren.

Wie is er wel eens actief geïnformeerd door een website/dienst dat de algemene voorwaarden waren gewijzigd?

Arnoud