Maar ik klikte alleen per ongeluk op die hyperlink in de mail!

bevestigingslinkEen lezer vroeg me:

Onlangs diende ik een aanvraag in bij een bedrijf. Ik kreeg een mail en moest op een link klikken om de bestelling te bevestigen. Toen keek ik even niet uit en klikte ik per abuis op die link. En nu zegt het bedrijf dat ik (als consument) vast zit aan die bestelling omdat zij niet kunnen zien of mijn klik opzettelijk of per ongeluk was. Wat nu?

Een overeenkomst komt volgens de wet tot stand doordat je een aanbod aanvaardt. Daarbij gelden in het algemeen geen eisen zoals schriftelijkheid. Zolang de handeling maar duidelijk bedoeld is als een akkoord, is het een akkoord.

Natuurlijk kun je per ongeluk zo’n handeling verrichten. Of je zegt voor de grap ja en de wederpartij hoort de ondertoon niet. De wet kent daarom de regel van art. 3:35 BW: als de wederpartij er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat je het serieus bedoelde, mag hij je eraan houden ook als jij het eigenlijk niet wilde doen.

De vraag is dus: mag de wederpartij bij het klikken op zo’n link concluderen dat je dat serieus bedoelde?

Specifiek bij zulke hyperlinks is geen jurisprudentie bekend, voor zover ik weet. Mijn gevoel zegt me dat je hier pech hebt als je per ongeluk op die link klikt. Er is geen manier om na te gaan dat je dit niet bedoelde en de handeling op zich is iets dat normaliter zeer bewust gebeurt. Ik vind het dan ook redelijk dat je als wederpartij concludeert dat de link met opzet en doelbewust is aangeklikt.

Natuurlijk moet de link wel expliciet aangemerkt zijn als “Klik hier om te bevestigen dat u een contract wil” en niet “Meer informatie” of “Ok” of zoiets nietszegends.

Overigens, mogelijk dat je via de Wet koop op afstand de overeenkomst nog kunt ontbinden. Bij de meeste bestellingen (ook aanvragen voor diensten) kan dat tot 14 dagen na contractsluiting, en bij productleveringen tot 14 dagen na levering van het product.

Wat vinden jullie? Had je maar beter op moeten letten, of moet een bedrijf dat zo werkt er rekening mee houden dat mensen per ongeluk klikken?

Arnoud

Maakt de ‘1’ toets op je telefoon een overeenkomst schriftelijk?

radar-uitzending-televisie-pretiumIk had ‘m gemist maar een tijdje terug bleek telecombedrijf Pretium bij TROS Radar in de uitzending te zijn geweest. Pretium ligt onder vuur omdat ze via telefonische acquisitie contracten sluit, en daarbij de schriftelijkheidseis uit de wet voor dat soort contracten creatief invult: druk op de ‘1’ toets op je telefoon om te bevestigen dat je het contract wilt, zou hetzelfde zijn als een stuk papier opsturen naar aanleiding van het gesprek.

Onder normale omstandigheden heb je voor contractsluiting geen papier of handtekening nodig. Overeenkomsten sluit je vormvrij, zoals juristen dat noemen, en behalve in een paar speciale gevallen (zoals koop van een huis of een arbeidscontract met concurrentiebeding) heb je geen papier of handtekening nodig.

Specifiek bij het soort overeenkomsten dat Pretium sluit (internet/telefoniediensten na telefonische acquisitie) geldt er sinds afgelopen zomer een expliciete eis dat deze schriftelijk worden aangegaan. Art. 6:230v BW bepaalt namelijk in lid 6 onder meer:

Een overeenkomst op afstand tot het geregeld verrichten van diensten of tot het geregeld leveren van gas, elektriciteit, water of van stadsverwarming, die het gevolg is van dit gesprek, wordt schriftelijk aangegaan.

Telefonie is een vorm van ‘diensten’ en daarom moet ook Pretium aan dit artikel voldoen als zij telefonisch klanten werft – een vorm van overeenkomst op afstand.

Pretium meldt in een reactie dat zij wel degelijk voldoet:

Onder “schriftelijk” aangaan van een overeenkomst wordt verstaan op papier of elektronisch. (zie TK 2012-1013, 33520, nr. 3, p.52). Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat op diverse wijzen invulling gegeven kan worden aan een elektronische bevestiging. Voorbeelden zijn het geven van instemming per e-mail, door middel van het aanklikken van een hyperlink of door gebruik te maken van de toetsen op de telefoon.

Ha, een bron. Laten we eens kijken wat er staat in dat Kamerstuk 33520 nr. 3 op pagina 52. De minister meldt hier dat men problemen bij telemarketing wil oplossen – mensen zitten na een gesprek ineens vast aan een contract, en daar zijn ze niet altijd blij mee. Vandaar de oplossing van de schriftelijkheidseis:

Dit betekent dat een per telefoon aangegane overeenkomst op zichzelf niet geldig is. Slechts wanneer de overeenkomst schriftelijk is gesloten, is deze geldig. In de praktijk zal aan deze norm zijn voldaan doordat de handelaar een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst in schriftelijke vorm opstelt en aan de consument toestuurt. De consument zal dit aanbod moeten aanvaarden om de uiteindelijke overeenkomst tot stand te brengen.

Als alternatief wordt e-mail genoemd, aangezien de wet (art. 6:227a BW) stelt dat aan een schriftelijkheidseis is voldaan met een elektronisch geschrift onder bepaalde voorwaarden.

De toetsen op de telefoon zie ik hier niet staan. Ook niet in de overige wetsgeschiedenis bij dit artikel maar ik kan wat missen. Ik zie wel “het aanklikken van een in een e-mail gezonden hyperlink” staan (double opt-in), wat denk ik de basis is voor Pretiums zinsnede die verwijst naar e-mail en aanklikken van hyperlinks.

Ik heb dus geen idee waar deze lezing van Pretium vandaan komt. Wellicht zit er een gedachte achter dat het indrukken van een telefoontoets analoog is aan het aanklikken van een hyperlink; beiden zijn een elektronische vorm van een specifieke communicatie die een bevestigingssignaal stuurt. Goed, bij hyperlinks zit er dan een unieke code (token) in de URL zodat je weet dat het klant X is, maar dat hoeft natuurlijk niet als je klant X aan de telefoon hebt. Dan is een token met 1 bit informatie genoeg.

Mijn bezwaar zit hem meer in het doel van de schriftelijkheidseis. Zoals de minister aangaf, heeft men voor ogen dat men na het telefoongesprek een brief opstuurt waar de consument op reageert (bv. door een ondertekend formulier terug te sturen). En het doel daarvan is dat de consument nog even na kan denken. En dát is wat er mist bij de Pretium-werkwijze: je moet in het telefoongesprek al de “schriftelijke” bevestiging geven. Dat gaat in tegen het doel van het wetsartikel en dáárom is dit geen geldige uitleg van de wet.

Update (17 november) de ACM zegt NOPE:

Aan het vereiste van schriftelijkheid wordt niet voldaan als de ondernemer in het telefoongesprek, waarin hij het aanbod doet, de consument bijvoorbeeld vraagt:<br/> • om op een bepaalde telefoontoets te drukken ter bevestiging van de overeenkomst; of<br/> • om een mondeling ja te geven dat op band wordt opgenomen.

Arnoud

Rechtbank: Bitcoin is geen geld maar slechts ruilmiddel

bitcoin-cc-by-sa-flickr-zach-copleyBitcoins zijn in Nederland geen geld. En als je bitcoins koopt maar niet geleverd krijgt, kun je de wisselkoerswaarde niet als schade claimen. Dat bepaalde de rechtbank Overijssel vorige week in bij mijn weten de eerste rechtszaak ooit over de cryptovaluta.

Uit het vonnis blijkt dat de partijen op 8 augustus 2012 hadden afgesproken dat er 2.750 bitcoins zouden worden verkocht tegen een prijs van € 8,05 per bitcoin. Totaal dus € 22.137,50. Maar nadat er was betaald, kreeg de koper slechts 990 bitcoins – waarom blijft enigszins onduidelijk uit het vonnis.

De bitcoinkoper eiste vervolgens schadevergoeding op grond van het feit dat hij door de koersstijging in bitcoins sindsdien een fors bedrag was misgelopen. Dat is op zich een valide claim: art. 6:125 BW bepaalt dat je recht hebt op schade als gevolg van wisselkoerswijzigingen bij een geldtransactie. In dit geval dus een forse schadeclaim omdat de bitcoins behoorlijk in koers gestegen waren sinds de transactiedatum.

Het vereist alleen wel dat bitcoins ‘geld’ zijn. Als je te laat geleverde bananen intussen in prijs zijn gedaald, dan kun je dat niet verhalen met dit wetsartikel. Dus: zijn bitcoins ‘geld’?

Bitcoin is geen wettig betaalmiddel in Nederland, maar de rechtbank prikt meteen even de juridische mythe door dat alleen “wettige betaalmiddelen” geld kunnen zijn zijn. De wet (art. 6:112 BW) spreekt van “gangbaar geld” en daaronder valt meer dan alleen door de Nederlandse Staat uitgegeven geldsoorten. Ook lokale munten die gedoogd worden door de staat, zoals de bekende LETS en noppes, kunnen hieronder vallen.

Ook elektronisch geld is het niet. Hoewel geld zeker elektronisch kan bestaan, is een bitcoinwallet niet hetzelfde als traditioneel elektronisch geld. Dat staat op een bankrekening bij een derde partij, terwijl je bij bitcoin zélf voor je wallet verantwoordelijk bent. En dat maakt juridisch een wereld van verschil.

In 2013 is enige discussie geweest over de status van bitcoin. De minister heeft daarbij de virtuele munt expliciet als niet-geld aangemerkt: het is een ruilhulpmiddel, meer niet. En die opvatting neemt de rechtbank over: bitcoin is geen geld, en bitcoins te laat leveren geeft dus geen wisselkoers-schade.

Gederfde winst dan misschien? Dat is óók een vorm van schade immers. Om die schade vergoed te krijgen, moet dan vast komen te staan dat deze veroorzaakt is door de te late levering. En daar kijk ik even gek op van de rechtbank: men kijkt alleen naar de schade tot het moment van ontbinding (juridisch voor “laat maar, we draaien de boel terug”). De gemiste winst na die datum is geen schade meer. Huh?

Wel moet de verkoper natuurlijk de € 14.168 terugbetalen die hij had gekregen voor de niet-geleverde bitcoins. Ook moet hij wettelijke rente betalen over die aankoopsom.

Een tikje onbevredigende uitkomst van dit geval, maar heel erg verbaasd ben ik niet dat de rechtbank bitcoins geen geld noemt. Jullie wel?

Arnoud

“Je mag ons niet meer aanklagen want je hebt ons geliket!”

facebook-dislike-like.pngOntbijtproducent General Mills claimt op haar website dat wie haar liket of een coupon downloadt, afziet van het recht haar te mogen aanklagen. Dat meldde de New York Times een paar dagen terug. Deze acties zouden volgens grijze-letter-op-witte-achtergrondtekst leiden tot aanvaarding van gebruiksvoorwaarden waarin een arbitrage-beding is opgenomen. Na een hoop herrie werd dat voorstel snel weer ingetrokken maar de reputatieschade zal nog wel even doorlopen. En dat roept de juridische vraag op: kan dat dan, iemand binden aan voorwaarden door het klikken van een like!-knopje?

Arbitrageregels zie je in steeds meer gebruiksvoorwaarden opduiken. In plaats van naar de rechter, moet je dan naar een panel van juristen dat een bindende uitspraak oplegt in jouw zaak. Dat is voor Amerikanen belangrijk, want via class action suits (massaclaims) kunnen gehaaide advocaten miljoenenclaims neerleggen die dan tegen forse bedragen worden geschikt. En de Supreme Court heeft in 2011 gezegd dat wie toestemt in arbitrage, zijn recht opgeeft later mee te doen aan een class action.

Naar Nederlands recht ligt dat anders: een verplichte arbitrage staat op de zwarte lijst van algemene voorwaarden die altijd verboden zijn. Men moet een consument te allen tijde een maand of meer geven om te beslissen alsnog naar de rechter te willen. En dan wel een maand nadat de ondernemer zegt, ik wil de arbitrage inroepen. Niet -zoals in de VS- een maand nadat de voorwaarden zijn geaccordeerd.

Handig dus om mensen akkoord te laten geven op je voorwaarden met arbitragebeding. Laat je mensen lid worden van je site, dan is dat makkelijk: geen hond die de registratievoorwaarden leest, en in de VS is dat dan pech voor die hond die op I-agree klikt. Maar veel sites hébben geen registratie. En dan is het dus iets lastiger om een vinkje bij “I agree” te laten zetten.

Maar juridisch gezien, hoeft dat niet, zo’n vinkje. Zowel hier als in de VS geldt, een overeenkomst komt tot stand doordat iemand een aanbod aanvaardt. Aanbod en aanvaarding mogen op alle mogelijke manieren worden gedaan. Wie hieronder in de reactiepanelen zegt “Ik wil graag dat boek Webwinkels van jullie, €19,95 plus verzendkosten is prima”, die heeft zich gebonden aan een bestelling. Goed, ik zal een probleem hebben als mensen hun adres er niet bij zetten en een valse naam/adres is snel getypt, maar in beginsel is dat gewoon een probleem bij de uitvoering. Geen reden waarom contracteren per reactiepaneel juridisch niet rechtsgeldig zou zijn.

Dit bedrijf gaat nog een stapje verder: ze zeggen dat ze het akkoord afleiden uit op zich gewone handelingen. En dat voelt wat dubieuzer: ik doe die handelingen immers voor een ander doel. Het is nog wel te billijken dat je zegt, “typ deze tekst en je bent akkoord met die bestelling”. Maar zeggen, “al wie reageert vandaag, koopt een boek”, gaat wel even wat verder. Wéét je dat, moet je daarop beducht zijn als reageerder? Ik denk dat dat er echt expliciet bij zou moeten staan. En zelfs dan: mensen lezen niet, hóeven ook niet te lezen als ze iets doodnormaals gaan doen. Het is onredelijk om aan zo’n handeling welk rechtsgevolg ook op te hangen als dat afwijkt van het gewone verwachtingspatroon.

Wat vinden jullie? Wanneer ga je akkoord met website-voorwaarden, afgezien van registratie en vinkje met “I agree”?

Arnoud

Kun je vanwege negatieve recensies alsnog van een contract af?

google-review-recensie-overnemen.pngVia Twitter kreeg ik een intrigerend vraag binnen:

Kan je van een online gesloten overeenkomst af, als je na sluiten van deze overeenkomst bijzonder slechte en negatieve recensies leest?

Het gebeurt wel vaker. Je vindt een webshop die precies heeft wat je zoekt, alles ziet er normaal uit en de prijs is goedkoop maar niet heel gek. Je bestelt, alles gaat goed, maar na een week of drie heb je nog neits ontvangen. En dan ga je mailen en bellen maar reageert de winkel niet meer. Dan googel je de bedrijfsnaam, en hola, TROS-forums, Klachtenkompas, OpgeletOplichters en wat al niet meer voor forums en plekken waar je je winkel niet wilt zien staan. Wat nu?

Juridisch gezien is dit een lastige. Natuurlijk, je hebt de Wet koop op afstand dus je mag die koop annuleren. Maar als je ondertussen al wel vooruit betaald had, dan gaat dat niet veel opleveren waarschijnlijk. (Als het bedrijf echt een oplichter is en niet toevallig een eenmanszaak die langdurig ziek is geworden.)

Het kan ook onschuldiger: je hebt een hostingcontract afgesloten en je ziet dat het bedrijf slecht bekend blijkt te staan. Dan wil je wellicht meteen weg om de problemen voor te zijn. Maar het bedrijf laat je niet gaan want er is een jaarcontract en die recensies noemt hij laster van boze ex-klanten of concurrenten . Juridisch gezien is “bij nader inzien” als argument alleen haalbaar als je daarmee kunt onderbouwen dat sprake is van dwaling (art. 6:228 BW). Van dwaling is sprake in drie situaties:

  1. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;
  2. indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
  3. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.

Situatie 1 zou je actieve misleiding kunnen noemen: de verkoper zegt iets dat gewoon niet klopt of misleidend is, en daardoor liet jij je overhalen. Dan is het logisch dat je de overeenkomst moet kunnen annuleren. (De melding moet wel relevant zijn; dat de koper in werkelijkheid ongetrouwd is, is bv. niet echt van belang voor een koopovereenkomst.)

Situatie 2 is tegen slimme verkopers die dan denken, oké dan zeg ik wel niets want dan misleid ik dus niemand. Wel dus: zwijgen terwijl je had behoren te praten is óók een grond voor dwaling.

Situatie 3 heet “wederzijdse dwaling” en die bepaling moet ik altijd drie keer lezen voor ik ‘m weer snap. Beide partijen gingen uit van dezelfde aanname, en die aanname bleek onjuist. Maar als de aanname wél juist zou zijn geweest, dan is de vraag of de verkoper had moeten weten wat voor invloed dat had moeten hebben op de koper. Het standaardvoorbeeld is als koper en verkoper beiden denken dat een oud uitziende vaas een goedkoop prul is, en achteraf blijkt dit een antieke vaas van onschatbare waarde. Hoewel in die situatie de Hoge Raad tóch geen dwaling wilde aannemen.

Nu gaat het hier niet om een mededeling of zwijgen van de verkoper, noch om een wederzijdse foute veronderstelling. Ja, tenzij je zegt, de verkoper had moeten zeggen dat hij slechte recensies had maar ik vind niet dat je dat behoort te doen.

Er is een uitzonderingsgrond bij dwaling. Als de oorzaak “op grond van in het verkeer geldende opvattingen, schending van onderzoeksplicht of zaken die uitsluitend op de toekomst betrekking hebben, voor rekening van de dwalende moet komen”, dan is een beroep op dwaling onmogelijk. Ik zou persoonlijk zeggen, je kunt ook vooraf een bedrijf even googelen, dat lijkt me voor internethandel een normaal deel van je onderzoeksplicht. Doe je dat pas achteraf, dan moet je niet piepene.

De twitterende vraagsteller kwam nog met de suggestie van 6:263 BW waarin staat dat als er “na het sluiten van de overeenkomst te harer kennis gekomen omstandigheden” zijn waardoor je mag vrezen dat er niet wordt nagekomen, je je verplichtingen mag opschorten. Concreet: je hoeft niet te betalen als je redelijkerwijs mag denken dat er niet geleverd gaat worden. Maar die eis haal je niet snel. Bovendien, bij de meeste webshops héb je al betaald dus er valt niet veel meer op te schorten.

Wat vinden jullie? Is reputatiegoogelen iets dat je normaal vooraf moet doen? Of behoor je te kunnen annuleren als je achteraf rare recensies ontdekt?

Arnoud

Trijntje Oosterhuis verslikt zich voor 2 ton in Facebookpopulariteit

trijntje-oosterhuis-like-facebookKiezen tussen Trijntje Oosterhuis en Britt Dekkers. Hmm. Zangeres Oosterhuis beloofde voor elke like op haar Facebookbericht 1 euro over te maken naar giro 555, maar toen het aantal likes richting de 200.000 ging, verdween de oproep. Dat meldde de NOS gisteren. En dan vraag je je als jurist natuurlijk af: is die twee ton opeisbaar?

Belofte maakt schuld, heet dat dan. Ook juridisch: een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, en daarna zitten beide partijen eraan vast. Dat kan via een getekend contract maar ook een mondelinge overeenkomst is rechtsgeldig. Dus waarom niet een Twitteraanbod?

Het aanbod is dan in juridische zin: als jullie X doen, betaal ik €1 aan Giro 555 voor elke keer dat dat gebeurt. Dat idee ken ik nog van de sponsorloop van vroeger: ik zou 10 km hardlopen (of zwemmen, dat weet ik niet meer) en dan kreeg ik zo veel cent per buurman per kilometer. Ja, dat was gewoon rechtsgeldig. En wat is nu principieel het verschil tussen “als jij 10km loopt” en “als jij mijn Facebook liket”?

Een eerste tegenargument zou zijn dat ze het niet serieus had bedoeld. Ik denk niet dat je dit snel als een grap kunt benoemen. De actie liep, ze deed mee – dan mogen mensen vermoeden dat je het serieus meent. En zo’n vermoeden wordt dan bindend, ook al had je het niet zo bedoeld.

De vraag is dan, had ze eerder in moeten grijpen? Je mag immers je aanbod intrekken, en likes na het intrekmoment zijn niet meer relevant. Maar had ze dat niet wat eerder kunnen doen dan na 200.000 likes?

Dus ja, in principe zou iedereen die de vindikleukknop heeft gebruikt, nu dus kunnen verlangen dat de zangeres 1 euro gaat overmaken. Ja, één euro want iedereen heeft een eigen overeenkomst “ik betaal 1 euro als jij me liket” en je kunt andermans overeenkomst niet afdwingen. Nou ja, je zou een stichting “Trijntje moet betalen” gaan oprichten en dan met 200.000 man gezamenlijk opereren, maar dat voelt wat overdreven. (Net als zelf procederen over 1 euro trouwens.)

In principe, want in het recht zijn altijd wel uitzonderingen te vinden. En deze situatie voelt wel een tikje onredelijk voor de zangeres: hoe had zij nu kunnen weten dat ze zó veel likes zou gaan krijgen? En dan komt de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid om de hoek kijken. Je kunt iemand niet aan een overeenkomst houden als het volstrekt onredelijke uitkomsten zou opleveren. En iemand die denkt, dat kost me een paar tientjes, en dan ineens een factuur van 2 ton krijgt, die heeft een best onredelijke uitkomst. Of moet dat voor haar rekening komen? Je kunt die teller immers met enige regelmaat checken en voor jezelf een grens afspreken. Het ging vast niet in 5 minuten van de nul naar de 200.000.

Natuurlijk is het niet zo simpel als “och hemeltjelief” tweeten en de oproep weghalen. Want ook op deze uitzondering zitten weer uitzonderingen. (Leuk he, recht?) Je kunt niet eenzijdig besluiten dat de uitkomst onredelijk is. Daarvoor moeten alle omstandigheden van het geval worden meegenomen, wat ik een rotterm vind altijd want zo kun je nooit een fatsoenlijk algemeen antwoord geven.

Praktisch gezien gaat hier natuurlijk niets mee gebeuren, juridisch dan. Want niemand gaat procederen over dit bedrag. Misschien maakt ze nog een bedrag over vanuit haar persoonlijk gevoel.

Maar waar ik nog het meest mee zit, is dat deze actie een bevestiging is van al die kettingbriefflauwekul van de afgelopen 20 jaar: stuur deze mail door en Bill Gates doneert 1 dollar aan het kinderfonds in Afrika. Trijntje gaat de komende jaren in héél wat mutaties geld doneren als mensen maar foto’s tweeten, dingen pinnen, ergens inchecken of krabbelen of wat maar de hype du jour is op dat moment.

Arnoud

Kun je blindelings akkoord gaan met alle cookies via CookiesOK?

cookie-bril.jpgAutomatisch akkoord gaan met al die stomme cookievragen, het kan met de plugin CookiesOK. Omdat het web beter was vóór de cookiewet, roept de site enthousiast. Het komt erop neer dat deze plugin een database heeft van ‘alle’ sites in Nederland die een cookietoestemmingspopup hebben, en weet waar ie dan op moet klikken om die weg te krijgen. Hoera, weg met die stomme cookiewet, hoor ik overal. Maar wat gebeurt er juridisch als je dit installeert?

In principe mag je blindelings met alles akkoord gaan. Geen wet verplicht je om daadwerkelijk te lézen welke voorwaarden worden gesteld bij een offerte. Bij algemene voorwaarden staat dat zelfs éxpliciet in de wet (art. 6:232 BW). En of je nu akkoord gaat met een cookieverzoek of met een leveringscontract voor elektriciteit, maakt juridisch weinig uit. Rechtshandeling is rechtshandeling.

Het maakt daarbij geen verschil of je zélf akkoord geeft (je handtekening zetten met een stempel of zo, of gewoon niet lezen en op akkoord klikken) of dat het een stukje software is Juristen kunnen in dit verband helemaal los gaan over de juridische betekenis van gepretendeerde rechtshandelingen aangegaan door virtual agents, wat op zich prima is maar volgens mij komt het echt neer op “als jij een proces in gang zet dat tot ‘klik’ leidt, dan is die klik jouw verantwoordelijkheid”.

Alleen: toestemming onder de cookiewet is niet een gewone toestemming. De definitie is iets strenger: er moet sprake zijn van een vrij gegeven, specifieke en geïnformeerde toestemming. Je kunt je afvragen of een automatische klik via CookiesOK wel telt als “geïnformeerd”, immers je hebt geen idéé waar je toestemming voor geeft. Maar heel sterk lijkt me dat niet. Die tekst is vooral bedoeld om de aanbieder te verplichten informatie te géven. Weigert de consument te lézen, dan mag dat geen beletsel zijn om toch van adequate toestemming te spreken.

Mijn plan om op 1 april toestemming te vragen voor afboeken van 100 euro van je rekening blijft staan; eens zien of iedereen het dan ook nog zo leuk vindt dat ze blindelings overal op klikken.

Arnoud

Wie klikt er op mijn knopjes?

ie-aagree-ezel“Dan moet je nu op ie aag-ree klikken”. Met die woorden legde het zoontje van een bevriende jurist ooit een vriendje uit hoe hij zich kon registreren bij een spelletje. Gelukkig was vader er nog net op tijd bij om deze rechtshandeling te verhinderen, maar de vraag “wat gebeurt er nu juridisch bij zo’n klik” bleef wel hangen. Wat te denken van een IT-er die onderhoud pleegt bij een klant en dan bij een gedownloade update op “ie aag-ree” moet klikken?

Met een druk op de knop “Ik ga akkoord” wordt een overeenkomst gesloten. Daarvoor is immers niet meer nodig dan dat iemand een aanbod doet (u mag dit, tegen deze voorwaarden) en een ander aangeeft daarmee akkoord te zijn. En klikken op een knop die zégt “Ik ga akkoord” lijkt mij een evidente manier om een akkoord aan te geven.

De vraag is dan, wíe heeft die overeenkomst gesloten. In principe is dat de persoon die klikt, maar afhankelijk van de situatie kan dat anders zijn. Een werknemer gaat bijvoorbeeld eigenlijk nooit in eigen naam akkoord met zulke licenties, als de software iets met het werk te maken heeft. Hij handelt dan namens de werkgever. Voor een ingehuurde IT-er geldt hetzelfde: als deel van de opdracht (redelijkerwijs) is dat hij die software moet installeren voor de klant, dan gaat hij dus namens de klant akkoord met die voorwaarden.

Natuurlijk kan een werkgever of opdrachtgever altijd achteraf zeggen dat hij dat niet gewild heeft, maar zo makkelijk komt hij er naar de leverancier niet onderuit. Als de ‘achterman’ (degene die nu ineens aan de licentie vastzit) de indruk heeft gewekt dat de werknemer/opdrachtnemer de licentie mócht sluiten in zijn naam, dan zit hij eraan vast. Ook als dat volgens de interne regels niet mocht. Verder is een werknemer eigenlijk nooit aansprakelijk voor wat hij doet, dus als werkgever gaan roepen dat je niet gebonden bent aan die licentie is onverstandig, want je erkent auteursrechten te schenden en je kunt de schadeclaim van de leverancier nergens op verhalen.

Freelance IT-ers die bang zijn toch claims te krijgen, kunnen iets als dit in hun algemene voorwaarden (je hébt toch algemene voorwaarden?) opnemen:

Leverancier is gerechtigd alle redelijkerwijs benodigde licenties af te sluiten uit naam van Opdrachtgever. Wanneer de voorwaarden gebruikelijk zijn en/of niet onderhandelbaar, zal Opdrachtgever hiertegen geen bezwaar maken.

Bij een kind ligt het iets lastiger, die installeert meestal niet namens zijn ouders die software maar wil dat zelf. Dat ligt juridisch lastig, want een kind kan niet zomaar zelfstandig rechtshandelingen (zoals akkoord gaan) verrichten. De ouders kunnen dat tegenhouden, tenzij het “gebruikelijk” is dat iemand van die leeftijd zulke rechtshandelingen verricht. Dus dan zou de vraag zijn, hoe normaal is het voor leeftijdsgenoten van dat zoontje om op “ie aag-ree” te klikken bij dat soort EULA’s?

Arnoud

Mag de webwinkel mijn bestelde Galaxy Tab annuleren vanwege die patentrechtszaak?

samsung-galaxy-tab.pngEen lezer vroeg me:

Een aantal maanden geleden had ik bij een webwinkel een pre-order geplaatst voor de Samsung Galaxy Tab 10.1. Toen werd als verwachte leverdatum juli 2011 gemeld, met later een aanpassing naar augustus. Echter, nu krijg ik een melding dat men door het juridische gesteggel tussen Apple en Samsung verwacht helemaal niet meer te kunnen leveren, of mogelijk vele maanden later nog. Kan de winkel mijn order zomaar annuleren vanwege die rechtszaak?

Hoofdregel bij koop op internet is dat de winkelier binnen 30 dagen moet leveren. Zo niet, dan mag de consument de koop annuleren (art. 7:46f BW). De winkel kan dat niet.

Een pre-order is ook gewoon een bestelling, alleen weet je daar vooraf dat de levering (veel) langer op zich zal laten wachten omdat het gaat om een nog niet leverbaar product. In dat geval begint de 30 dagen pas te lopen nadat het product leverbaar is in Nederland.

Blijkt nu dat het product volstrekt niet leverbaar is, dan kan de verkoper echter wel de overeenkomst annuleren. (Wat moet hij anders?) De consument heeft dan recht op kosteloze teruggave van de eventuele aanbetaling, en wel binnen 30 dagen nadat de winkel meldt dat levering niet gaat lukken.

In een geval als deze, waarbij de rechter de handel in het product verbiedt, heb je weinig keus dan dit te accepteren. Een schadeclaim naar de winkel zit er niet in, want een dergelijk verbod is hem niet toe te rekenen.

Ik ga overigens met opzet nog niet uitgebreid in op de rechtszaken tussen Apple en Samsung, omdat er zeer binnenkort vonnis te verwachten is. En bloggen over vonnissen vind ik leuker dan speculeren op basis van nieuwsberichten over dagvaardingen.

Arnoud

Moet een contract altijd worden ondertekend? (2)

In mijn blogpost van gisteren sloot ik af met:

Heb je een afspraak dat een contract getekend moet worden, of loopt je wederpartij weg voordat je alle punten hebt geregeld, dan is er dus geen rechtsgeldige overeenkomst.

Een contract sluiten is vormvrij, zoals dat juridisch heet. Je kunt dus prima afspreken dat het contract pas geldig is als beide partijen hun handtekening hebben gezet. Weigert een partij dat, dan is hij niet gebonden aan het contract. Dat kan een flinke strop zijn: je hebt maanden onderhandeld, flink geïnvesteerd misschien al, alles lijkt in kannen en kruiken en dan krijg je ineens geen handtekening.

Dit probleem staat juridisch bekend als het probleem van de afgebroken onderhandelingen of ook wel van de precontractuele verhoudingen. Mag je onderhandelingen afbreken, en zo ja welke consequenties staan daarop?

In haar CBB/JPO arrest van 19952005 oordeelde de Hoge Raad dat je in principe zomaar onderhandelingen mag afbreken,

tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd verlangen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.

Belangrijk daarbij is of je het vertrouwen hebt gewekt dat je door zou gaan. Een veel gezien gebruik bij grote bedrijven is dat bij elke onderhandelingsslag “Subject to management approval” bovenaan elk document gezet wordt. Je moet dan weten als wederpartij dat het management zomaar “nee” kan zeggen. Heel veel vertrouwen mag je dan niet hebben.

Omgekeerd, als je een intentieverklaring opstelt waarin je zegt “Wij gaan een overeenkomst sluiten” (of woorden van gelijke strekking), dan zit je vast aan de verplichting een contract te sluiten.

Dit arrest wijkt trouwens af van de oudere regel uit het Plas/Valburg-arrest, dat nog expliciet drie fases (fasen?) onderscheidde:

  1. Afbreken mag, zonder recht op schadevergoeding voor de wederpartij.
  2. Afbreken mag, maar de wederpartij heeft wel recht op schadevergoeding
  3. Afbreken mag niet meer, je moet terug naar de onderhandelingstafel en tot een contract komen (plus schadevergoeding)

Het lijkt erop dat de tweede regels niet meer bestaat, maar helemaal duidelijk is dat niet.

In ieder geval lijkt het mij van wezenlijk belang dat je vooraf duidelijk maakt hoe je de onderhandelingen ziet, onder welke voorwaarden je weg wilt kunnen lopen en wanneer jij je gebonden acht aan de overeenkomst.

Arnoud