Moet een Whats-Appbuurtgroep rekening houden met de Wbp?

whatsappEen lezer vroeg me:

In steeds meer buurten worden zogenaamde WABP-groepen opgericht. Dit zijn Whatsapp groepen voor buurtbewoners zodat die elkaar via zo’n groep snel kunnen alarmeren als er iets verdachts in de buurt aan de hand is. Je deelt dan foto’s en beschrijvingen van verdachte personen, plus iedereen ziet natuurlijk elkaars telefoonnummer, en beheerders vragen vaak om nog meer gegevens (zoals namen en adressen). Valt zo’n groep ook onder de Wet bescherming persoonsgegevens?

De Wbp is van toepassing op iedere geautomatiseerde verwerking (en dat is ieder gebruik) van persoonsgegevens. Niet alleen als een bedrijf of stichting dat doet. Ook privépersonen hebben dus te maken met deze wet.

De enige echte uitzondering is die voor het strikt huishoudelijk gebruik, maar die uitzondering werd in 2014 ver uitgekleed, toen het Hof bepaalde dat zodra je “buiten de privésfeer geraakt van degene die door middel van dit systeem gegevens verwerkt” je die uitzondering niet meer mag inroepen. Oftewel, het moet écht iets privé zijn en het mag niet met de openbare ruimte te maken hebben.

Een WhatsApp-bericht sturen met daarin een beschrijving (of foto) van een verdacht iemand is dus een verwerking van persoonsgegeven, waar de plaatser voor verantwoordelijk is. De gegevens van groepsleden worden beheerd door de beheerder, en die is daar dus verantwoordelijk voor. En die 06-nummers die iedereen kan zien, daar is WhatsApp dan weer verantwoordelijk voor.

In de praktijk gaat dit allemaal per ongeluk goed, omdat niemand er echt een probleem van maakt. En meestal komt de belangenafweging binnen de Wbp ook wel goed uit: er is een dringend belang bij het elkaar wijzen op verdachte figuren in de buurt, iedereen snapt wat een WhatsApp-Buurtpreventie is, eigenlijk ontbreken alleen de verplichte contactgegevens van de verantwoordelijke. Maar in theorie heb je echt een privacyverklaring nodig, beveiligingsregels en onderlinge afspraken over gebruik van die gegevens.

Arnoud

Is whatsappen nu ook al een datalek?

whatsappDe datalekken vliegen je om de oren de laatste tijd. En om een of andere reden zit WhatsApp daar hoog in de buzz. Je communiceert dan immers over een kanaal beheerd door een derde, en niet zomaar een derde maar een perfide Amerikaanse imperialist met allerlei snode aftap- en profilingplannen. Dat moet toch haast wel een datalek zijn?

Voor een datalek dat moet worden gemeld gelden vier eisen (eisen 3 en 4 bepalen of gemeld moet worden):

  1. Er is sprake van een inbreuk op de beveiliging. Dat kan gaan om een inbreuk op techniek (een inbraak, een geraden wachtwoord) of een organisatorisch falen (zonder kaartje naar binnen kunnen, geen toezicht op een dossierkast) maar er moet iets van een beveiliging zijn en die moet geschonden worden.
  2. Het moet gaan om persoonsgegevens. Andere gegevens, hoe waardevol ook, kunnen geen datalek in de zin van de wet opleveren.
  3. Er moet een aanmerkelijke kans zijn dat de persoonsgegevens misbruikt worden. Is misbruik slechts een theoretisch risico, dan is het lek geen datalek.
  4. Betrokken personen moeten er nadeel van (kunnen) ondervinden. Die lat ligt niet hoog, maar hij is hoger dan nul. Nadeel kan zijn reputatieschade, oplichting en dergelijke maar ook dingen als moeten ruziën over dat je had betaald (de betalingsbewijzen waren gewist, ook een datalek).

Een conversatie voeren via WhatsApp zie ik op zich niet als een datalek. Als beide partijen ervoor kiezen hun eigen gegevens via dit kanaal te verstrekken, dan zie ik dat niet als een inbreuk op de beveiliging. Ze aanvaarden dan beiden de kans dat er iets mis kan gaan, en zien dat kennelijk als acceptabel.

Kiezen ze ervoor om andermans gegevens te verspreiden, zoals artsen wel deden, dan wordt het iets schemeriger. Die ander heeft niet gekozen voor het kanaal. Bovendien haal je je in die situatie nog een extra verplichting op de hals: je besteedt dan een stukje verwerking van andermans persoonsgegevens uit bij WhatsApp Inc, en de wet eist dat je dan een bewerkersovereenkomst sluit waarin je rechten en plichten vastlegt. Volgens mij kán dat niet eens met WhatsApp.

Toevallig kwam ik dit Linkedin-bericht tegen waarin Gjerryt Leuverink beschrijft hoe zorginstelling ’s Heeren Loo Zorggroep graag dichtbij en gastvrij wil zijn; ook digitaal. Daarom gebruikt men WhatsApp als communicatiemiddel. Dat leverde de nodige kritiek op, maar zoals Leuverink reageert:

Waar het om gaat is dat iemand die een appje stuurt aan een ander daarmee indirect toestemming geeft aan WhatsApp om ‘iets’ met dat berichtje en de twee betrokken 06-nummers te doen. Als je dat niet wilt, moet je niet WhatsAppen. Als je dat wel wilt, moet je bewust de app installeren, bewust je nummer koppelen en de voorwaarden accepteren, bewust een nummer toevoegen aan je contacten daar dan bewust een berichtje naartoe sturen.

Maar ik kan als jurist niet ontkennen dat er toch stevige juridische bezwaren te verzinnen zijn. Die bewerkersovereenkomst is nu eenmaal echt een ding, en zeker als je gegevens van anderen (zoals die artsen) gaat versturen dan zit je met een levensgroot toestemmingsprobleem. Alleen: is dat erg?

We komen dan weer terug bij de al vaker gevoerde discussie: mag de privacywet innovatie in de weg staan, of andersom mag innovatie zomaar over privacy heen denderen? Want als we de privacywet hard inzetten, dan moet je stoppen met WhatsApp. Dan kun je de Amerikaanse cloud gelijk uit en houden er ook een heleboel andere dingen op. Maar ga je mee in elke nieuwe hippe innovatie, dan kunnen we privacy wel afschrijven want wat dóen al die startups met persoonsgegevens en hoezo is het normaal dat een Amerikaans-wollig document dat “Privacy Policy” heet genoeg is om onze mooie wetgeving opzij te zetten? Ik ben er nog steeds niet uit wat nu de beste insteek is.

Arnoud

De legaliteit van WhatsApp voor je klantenservice

whatsapp-banVoor wie het nog niet wist: WhatsApp is de next big thing in klantcontact, las ik bij Klantcontact.nl. De chatapplicatie staat bij 90% van de Nederlanders op de telefoon, en het ligt dan ook voor de hand om met je klanten te gaan appen in plaats van ze te verplichten te bellen. Maar ik lees op diverse plekken (ook bij Klantcontact in de comments) dat dat niet zou mogen, omdat WhatsApp commercieel gebruik van haar dienst zou verbieden. Eh, nee.

De voorwaarden van WhatsApp verbieden commercieel gebruik van de dienst niet. Ze verbieden wel ‘commercial solicitation’ ofwel cold calling en acquisitie. De voorwaarden zijn daar duidelijk over:

You agree not to collect or harvest any personally identifiable information, including phone number, from the Service, nor to use the communication systems provided by the Service for any commercial solicitation or spam purposes. You agree not to spam, or solicit for commercial purposes, any users of the Service.

Met andere woorden, het is dus prima om met je klanten te appen, zelfs als dat voor een direct commercieel doel is, denk aan verlengen of upsells. Wat niet mag, is mensen ongevraagd appen en ze commerciële aanbiedingen doen. Zelfs niet als je hun 06-nummer legaal verkregen hebt. Maar dit mag sowieso al niet vanwege onze antispamwet. Voor de wet zijn ongevraagde chatberichten gelijk aan ongevraagde e-mails. Ongevraagde, koude acquisitie per e-mail is verboden.

Iets lastiger wordt het als je chatlogs in je CRM-systeem wil opslaan. WhatsApp verbiedt namelijk de ontwikkeling van spiders en tools om automatisch berichten over te brengen in een ander systeem. Diverse partijen die API’s bouwden om WhatsApp-data op te vragen, hebben ook al een advocaat op hun dak gehad. Heel strikt gezien moet je dus handmatig het log van elk gesprek exporteren en dan in je CRM-systeem plakken.

Ook krijg je dan te maken met de Wet bescherming persoonsgegevens. Die zegt namelijk dat je klanten moet informeren wat er met hun logs gebeurt en voor welke doelen je die informatie gebruikt. Je zou dan bij de WhatsApp-chat als opening moeten zeggen: “Deze chat wordt gelogd voor kwaliteitsdoeleinden – zie onze privacy policy [link] voor details”. Erg vriendelijk komt dat niet over, maar een andere optie zie ik zo niet.

Alles bij elkaar lijkt me de juridische zorg om WhatsApp voor een bedrijf een storm in een glas water. Maar ja, dit is internetrecht en dan is automatisch alles juridisch een noviteit hè 😉

Arnoud

Moment, ik app even uw huiduitslag naar mijn collega

dokter-doctor-stetoscoop-gezondheidIn veel ziekenhuizen wisselen artsen informatie over patiënten uit via WhatsApp, meldde NRC Q op gezag van diverse medici uit verschillende ziekenhuizen. Ze gebruiken de app bijvoorbeeld voor het versturen van foto’s van aandoeningen, om aan collega’s op afstand om hulp te vragen bij een acute diagnose. Eh, wacht, wàt?

Foto’s van aandoeningen, en chatberichten met beschrijvingen van patiënten of problemen, zijn al heel snel persoonsgegevens. Zodra gegevens één persoon betreffen, is dat namelijk het geval. Ook als er geen naam of patiëntnummer bij staat. Waar het namelijk om gaat, is of identificatie redelijkerwijs mogelijk is. En met een foto van een specifieke huidaandoening of een ongelukje met een shampoofles wil dat nog wel lukken.

Dit soort gegevens zijn niet zomaar persoonsgegevens, ze zijn bijzonder. En daarvoor geldt een speciaal regime: die mag je niet gebruiken tenzij in de Wbp of andere wet expliciet staat van wel (art. 16 Wbp).

Voor medisch personeel is er een uitzondering: “voor zover dat met het oog op een goede behandeling of verzorging van de betrokkene, dan wel het beheer van de betreffende instelling of beroepspraktijk noodzakelijk is”. Wel moeten ze nog steeds een grondslag kunnen aanwijzen, zoals toestemming of de uitvoering van de behandelovereenkomst. Je zou dan als arts moeten zeggen, dit overleg met een collega is noodzakelijk want anders weet ik niet welke behandeling te starten. Dat kan.

Maar dan het kanaal WhatsApp, mag dat dan? Dan kom je bij de algemene eis dat persoonsgegevens veilig moeten worden behandeld. En je kunt je afvragen of dat wel goed zit bij WhatsApp. Niet dat ik gelijk NSA-niveau spionage bedoel: gewoon heel simpel, mensen kunnen je telefoon vinden en berichten lezen. Of je stuurt een bericht naar de verkeerde persoon, of diens partner leest het bericht toevallig. Of de ander vindt het een bijzondere foto en plaatst hem op Figure 1 (twijfelachtig SFW). En ja dat is dan jouw schuld want jij moest dat voorkomen.

Maar om nou te zeggen, WhatsApp bij deze verboden voor collega-overleg, dat gaat ook weer wat ver. NRC citeert een neurochirurg uit Utrecht:

“Het komt zeker veel voor dat artsen via WhatsApp overleggen en patiënteninformatie delen. Ik heb zelfs wel eens levens gered doordat we via een mobiel bericht veel sneller over een noodsituatie konden overleggen en beslissen dan via de oude systemen. Maar er zijn duidelijke privacy-bezwaren.”

En daar zit vandaag de dag precies het dilemma: het kanaal is erg handig, snel en bruikbaar, maar de privacy is bepaald niet ingeprogrammeerd en je moet maar hopen dat het goed gaat. (Goh, het lijkt internet als zodanig wel.) Terwijl de voor privacy ontworpen kanalen bepaald niet handig of snel te noemen zijn – een brief in dubbele envelop, vervoerd per koerier bijvoorbeeld – en daardoor in de praktijk dus niet werken. Wat moet je dan?

Arnoud

Hoe voorkom ik dat een ex-werknemer blijft whatsappen onder mijn bedrijfsnaam?

whatsappEen lezer vroeg me:

Ik wil mijn werknemers mobiele telefoons geven, maar eentje heeft een dual sim toestel en wil dus alleen een zakelijke sim van me. Prima, maar wat nu als hij gaat WhatsAppen op dat nummer? Als hij de SIM straks inlevert, dan kan hij dat blijven doen immers. En dan kan hij zich blijven uitgeven voor een werknemer. Hoe voorkom ik dat?

Als werkgever beslis je hoe het werk wordt uitgevoerd en welke ‘gereedschappen’ de werknemer daarvoor nodig heeft. Het is dus jouw keuze als werkgever of deze werknemer met een toestel van de zaak moet rondlopen of een bedrijfssim in een eigen toestel mag doen.

Kies je voor het laatste, dan kunnen er problemen als deze ontstaan. Technisch is er weinig aan te doen, hoewel er opties zijn om een WhatsApp account over te zetten naar een nieuw mobiel nummer. Dat zou je dan op de laatste werkdag samen moeten doen.

Doe je dat niet, dan wordt het lastig. Natuurlijk mág iemand zich niet voor werknemer uitgeven als hij dat niet is, en zeker als hij een relatiebeding heeft kun je hem verbieden contact te onderhouden met klanten en andere relaties. Maar op deze manier kan dat wel eens lastig zijn om op te sporen, tenzij die relaties vervolgens bij jou uitkomen met “maar Jan zei tegen me dat”.

Het is op zich geen nieuw probleem, dit kon ook al met een klapper met telefoonnummers of een kopie van een setje visitekaartjes. En dat geldt wel voor meer ICT-rechtelijke vraagstukken. Maar het wordt wel een heel stuk makkelijker op deze manier.

Arnoud

WhatsApp mag alles met je foto’s en teksten, is dat nieuws?

whatsappWat veel mensen niet weten: WhatsApp heeft de rechten op iedere foto die je via de app verstuurt, meldde Z24 vorige week. De bepaling is goed verstopt in de kleine lettertjes van de gebruiksovereenkomst, aldus de site, die vervolgens een Duitse jurist opvoert om te laten zeggen dat die kleine lettertjes érg ver gaan. Het zal wel aan mij liggen maar is dit werkelijk nieuws?

Al zo lang als er internetdiensten zijn, zitten daar gebruiksvoorwaarden bij. EULA, TOS, TOU, Service Agreement, hoe je ze maar wil noemen: dit zijn de regels en daar mag u het mee doen. Niet alleen zijn die regels vaak éllenlang, ze zijn ook altijd buitengewoon eenzijdig. Mijn theorie blijft dat dat komt omdat juristen getraind zijn te beginnen bij extremen en dan door onderhandeling in het midden te komen – alleen zijn er nu geen onderhandelingen. Ja, of iedereen copypaste elkaar maar na want je komt er toch mee weg, dat kan ook.

Waar het gaat over de auteursrechten van gebruikers zie je dat net zo hard terug.

Uit de WhatsApp::Legal tekst:

… by submitting the Status Submissions to WhatsApp, you hereby grant WhatsApp a worldwide, non-exclusive, royalty-free, sublicenseable and transferable license to use, reproduce, distribute, prepare derivative works of, display, and perform the Status Submissions in connection with the WhatsApp Service and WhatsApp’s (and its successor’s) business, including without limitation for promoting and redistributing part or all of the WhatsApp Service (and derivative works thereof) in any media formats and through any media channels.

Oftewel, oké je blijft eigenaar maar we mogen alles doen met je “Status Submissions” (teksten, foto’s, statusinformatie) dat we leuk vinden. Nou ja alles: bijna alles. Het moet binnen de WhatsApp dienst en bedrijfsvoering liggen, hoewel daaronder ook “promoting the WhatsApp Service” valt. Hoe dat nu hetzelfde is als Z24’s

Als WhatsApp jouw foto doorverkoopt aan een reclamebureau dat vervolgens de hele stad ermee volhangt, kun je in principe niets ertegen doen.

ontgaat me. Hooguit zou men een WhatsApp-conversatie kunnen publiceren in een reclame voor de dienst, zo van kijk eens hoe makkelijk het is en hoe leuk de discussies bij ons. En oh ja wij doen aan privacy. Oh wacht, never mind dat laatste. Maar serieus, zou WhatsApp dat óóit gaan doen? Is er überhaupt enige internetdienst die vrolijk content van gebruikers ging vercommercialiseren op reclameborden of t-shirts zonder dat vooraf te melden?

Afijn. Storm in een glas water wat mij betreft. Maar het verbaast me wel: volgens mij krijg ik elke drie maanden wel een keer een vraag van een journalist hierover, die heeft dan de TOS van een of andere dienst gelezen en daar staat ook zoiets in. Is dat nu écht zo verrassend elke keer?

Arnoud

Mag Facebook de WhatsApp-gebruikers toevoegen aan haar database?

whatsappFacebook neemt Whatsapp over voor een bedrag van 19 miljard dollar (13,8 miljard euro), meldde Nu.nl gisteren. Uiteraard vooral om zo toegang te krijgen tot de contactgegevens van de 450 miljoen actieve gebruikers van de instantberichtendienst. Maar dat roept de vraag op: mag Facebook dat wel als ze straks eigenaar zijn van WhatsApp, Inc. als bedrijf?

Bij een bedrijfsovername in ICT-land zijn de klanten meestal de belangrijkste asset: je koopt een dienstverlener omdat je meer met zijn diensten en klanten denkt te kunnen bereiken. Maar afhankelijk van het soort bedrijfsovername kan het nog lastig zijn om die klanten naar je eigen diensten over te zetten. Een slimme dienstverlener regelt dus in zijn algemene voorwaarden alvast dat klanten mee verkocht mogen worden of mogen worden overgedragen naar de koper.

WhatsApp was slim, want in de voorwaarden zie ik een vrij duidelijke regel hierover:

These Terms of Service, and any rights and licenses granted hereunder, may not be transferred or assigned by you, but may be assigned by WhatsApp without restriction.

Oftewel, WhatsApp mag volgens de voorwaarden alle gebruikers overzetten naar Facebook Inc en vanuit daar de dienst gaan leveren. Iets dergelijks is in Californië rechtsgeldig, maar bij ons in Nederland eigenlijk niet. Art. 6:159 BW bepaalt dat contractsovername kan, maar alleen nadat beide partijen daarmee instemmen en dit in een akte (een schriftelijk stuk) is vastgelegd. De instemming kun je in algemene voorwaarden opeisen, maar die akte vereist echt een aparte handeling want een akte is handtekening op schrift of heel veel moeilijk gedoe met publiekesleuteltokens en door gecertificeerde partijen uitgegeven elektronische dingen. (Dit is iets anders dan de recent besproken cessie van een vordering.)

Maar of WhatsApp/Facebook zich veel gelegen zal laten liggen aan deze Nederlandse eis, is natuurlijk de grote vraag. Men zal er waarschijnlijk vanuit gaan dat iedereen de dienst zo handig vindt dat men toch wel meegaat, en voor de vorm kan WhatsFace dan straks nog even een hernieuwde set voorwaarden voor de neus schotelen waar je dan verplicht akkoord op moet geven.

En mocht er dan toch nog twijfel ontstaan over de geldigheid van dat overzetten, dan kan WhatsApp gewoon snel de voorwaarden aanpassen:

WhatsApp reserves the right to amend or modify these Terms of Service at any time, and it is your responsibility to review these Terms of Service for any changes. If you do not agree to the revised Terms, your only recourse is to discontinue the use of the WhatsApp Service.

En dat is in het algemeen ook de voor de gebruiker frustrerende situatie: als je het er niet mee eens bent, dan zeg je de dienst maar op. Klinkt leuk, maar feit is wel dat bij internetdiensten als deze je nauwelijks een vrije keuze hebt. Als al je vrienden op WhatsApp zitten, dan kun jij wel prettig privacyvriendelijk op Telegram gaan zitten maar dan heb je niemand om mee te telegrammen. Grmbl.

Arnoud

Israëlische wet verbiedt ‘wraakporno’, hoe zit dat bij ons?

porno.jpgIsraël heeft het uploaden van seksueel getinte foto’s en filmpjes zonder toestemming van de personen in beeld verboden, om ‘wraakporno’ tegen te gaan, las ik bij Tweakers. Wie seksueel expliciete afbeeldingen van een ander publiceert, is strafbaar als hij geen toestemming heeft. Daarmee wil men het fenomeen ‘revenge porn’ oftewel wraakporno aan banden leggen: het publiceren van expliciet privébeeld om zo de ex-partner terug te pakken. En hoe zit dat in Nederland?

In Nederland is geen aparte wetgeving tegen wraakporno. Er zijn twee sporen waarlangs een dergelijke publicatie kan worden aangepakt: smaad en portretrecht.

Van smaad is sprake als je opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt. Dat kan ook per foto: in 2008 werd een man veroordeeld voor het verspreiden van naaktfoto’s van zijn exvriendin via internet. Door deze foto’s te voorzien van haar naam, was het duidelijk dat zijn doel was haar reputatie te beschadigen.

Wel moet daarbij sprake zijn van een publiek aanbieden, zo leerden we afgelopen juli. Een filmpje met één persoon delen via WhatsApp is geen smaad; daarmee komt het filmpje niet “voor het publiek” beschikbaar en dat is een vereiste bij smaad.

Een ander discusiepunt is of de publicatie wel bedoeld is om iemands reputatie te beschadigen. Dat klinkt evident, maar in de Manon Thomas-zaak werd in hoger beroep bepaald dat daar geen sprake van was. Kennelijk is het voor een BN-er een compliment als je naakt over internet gaat?

Thomas kreeg wél gelijk op het punt van portretrecht. Wie herkenbaar in beeld is (wat ook zonder je gezicht mogelijk is, bv. omdat mensen je naam erbij zetten), kan zich verzetten tegen publicatie van dat beeld. Daarbij onderscheidt de wet twee situaties. Als de foto’s in opdracht van het model zijn gemaakt, dan is toestemming nodig. Zijn de foto’s zonder opdracht gemaakt (zoals bij straatkiekjes) dan is een belangenafweging nodig tussen nieuwswaarde en privacy (of ander portretrechtbelang).

Veel wraakporno is door het slachtoffer zelf gemaakt of door diens toenmalige partner, je mag dan veronderstellen dat dit in opdracht is gemaakt. De expartner mag dit dan niet publiceren zonder toestemming. Echter, als de partner de foto’s stiekem maakte dan zou je inderdaad spreken van een portret zonder opdracht, zodat het slachtoffer zou moeten aantonen dat de privacy zwaarder weegt dan de publicatiewaarde. Maar de nieuwswaarde van zulke foto’s lijkt me minimaal en de privacyschending maximaal, dus dat zou wel een héél uitzonderlijke situatie moeten zijn die publciatie rechtvaardigt.

Een aparte wet tegen dit fenomeen lijkt me dus niet echt nodig. Maar ja, het klinkt stoer.

Arnoud

Seksfilmpje versturen via WhatsApp is geen smaad of belediging

webcamHet versturen van een seksfilmpje via WhatsApp naar één persoon maakt je niet schuldig aan smaad, ook niet als die persoon het vervolgens doorstuurt. Dat bepaalde de rechtbank Overijssel deze week. Van smaad kan pas sprake zijn als “het publiek” kennisneemt van die berichten, en daarvan is bij een WhatsApp bericht geen sprake. Daarbij is de bedoeling immers dat alleen de ontvanger het bericht leest. Hoe juridisch om te gaan met ongewenst naakt blijft dus een lastige.

De verdachte had een seksfilm met hem en zijn partner (gemaakt tijdens zijn relatie) verspreid naar een gezamenlijke vriendin, en daarbij aangegeven dat deze het niet verder mocht verspreiden. En dan, eh, “bevestigt [zij] dat en verklaart dat zij dat desondanks tóch heeft gedaan. Vanaf dat moment is het filmpje verder verspreid en naar verluidt ook op internet beland.”

(Waarom dat filmpje nu zo nodig moest worden verspreid, wordt niet echt duidelijk. De verdachte was ‘boos’ dat zijn ex-vriendin een ander had, maar hoe je die situatie verbetert door iemand anders een naaktfilm te whatsappen ontgaat me.)

De politie kwam vervolgens bij hem aan met de strafbare feiten smaadschrift en belediging. Beiden komen kort gezegd neer op iemands eer en goede naam aantasten, hoewel het bij smaad vooral gaat om een specifiek feit (“Henk is een oplichter”) en bij belediging meer om gewoon nare taal (“Henk is een eikel”). Beiden zijn prima met een afbeelding te plegen – juridisch gezien heet zo’n afbeelding een geschrift, ook als het elektronisch is, en dat maakt het bij smaad in ieder geval erger want op smaadschrift staat een zwaardere straf.

Wel is bij beiden vereist dat sprake is van een uiting in het “openbaar”, althans “waaraan ruchtbaarheid wordt gegeven” bij smaad dan. Anderen moeten het gehoord of gezien hebben. Logisch ook wel: je kunt iemands reputatie moeilijk aantasten als niemand merkt dat dat gebeurt. Als niemand deze blog kan lezen, heeft Henk nergens last van.

Dat je iemands reputatie of goede naam kunt aantasten door een naaktfoto of -filmpje te verspreiden, lijkt me vrij duidelijk. Al in 2008 werd een man veroordeeld voor het publiceren van dergelijke foto’s van zijn ex. Wel moet je intentie erop gericht zijn om die goede naam aan te tasten. In de Manon Thomas-zaak was er geen sprake van smaad of belediging, hoewel me nog steeds niet duidelijk is waarom. Is het een compliment als iemand je foto’s online zet?

Hoe dan ook, een ander vereiste is dus dat de foto’s wel openbaar moeten zijn. En daarvan was hier geen sprake:

kan het versturen van één ‘WhatsApp’ naar één persoon, met de opdracht dit niet verder te sturen, niet gelden als in het openbaar gedaan. Evenmin kan bewezen worden dat verdachte, zoals ook is tenlastegelegd, heeft beledigd door via de ‘social media’ het filmpje naar derden te sturen. Hij heeft het filmpje immers naar slechts één persoon, anders dan het slachtoffer, verstuurd.

Dat vervolgens die andere persoon het verspreidde, valt hem niet aan te rekenen. Dat voelt wel een beetje gek aan, maar dat zat hem erin dat de verdachte het duidelijk had gemaakt dat het niet mocht. Eigenlijk had die andere persoon dus vervolgd moeten worden, maar dat was niet gebeurd. Onbevredigend voelt het wel.

Arnoud

WhatsApp als bewijs van een gemoedstoestand

Dit vonnis gaat ongetwijfeld bekend worden als het WhatsApp-vonnis, want ja nieuwe technologie hè. Maar uiteraard gáát het niet om WhatsApp, net zo min als het ooit ging om de postduif als zodanig. Het gaat om ontslag: als een boze werknemer “Ik heb er geen zin meer in. Ik heb het hier gezien en ga weg.” zegt, mag je daar dan uit concluderen dat ze ontslag neemt? En WhatsApp speelt alleen de rol van ziekmeldingskanaal. Maar toch.

Werknemers die in een opwelling ontslag nemen zijn een belangrijk deel van het ontslagrecht. Heel kort door de bocht komt het erop neer dat je als werkgever in zo’n geval een onderzoeksplicht hebt of de werknemer het wel echt meende. Zeker als sprake is van wat heet een hevige gemoedstoestand. In zo’n geval zul je het even moeten laten bekoelen en navragen. Een dag later (zoals in dit vonnis) de bevestiging sturen is dus iets te enthousiast.

De werknemer had achteraf toegelicht dat zij op het moment van haar uitlatingen geïrriteerd was en zich geprovoceerd en geïntimideerd voelde door de vragen van de werkgever, die haar afleidde terwijl ze haar werk probeerde te doen. Het werd dus allemaal even te veel en in een opwelling flapte ze dat eruit. Niet verstandig, maar het gevoel “en krijg nú met z’n allen collectief jeuk op een gênante plaats” hebben we allemaal wel eens. Bovendien had ze zich de volgende ochtend ziek gemeld, en dat doe je niet als je écht weg wil.

Dat ziekmelden ging dus via WhatsApp. En de werkgever ontkende dan ook dit gehad te hebben. Maar WhatsApp geeft bij berichtjes keurig aan of ze zijn gelezen, en dat is dus prima bewijs van een en ander:

Uit het ter zake door [A] als productie 2 bij dagvaarding overgelegde productie blijkt immers dat er naast het bericht twee vinkjes zijn geplaatst. Op grond hiervan kan zonder meer worden aangenomen dat het bericht succesvol is afgeleverd op het apparaat van [B].

En dat klopt. Ze zijn er dus wel, rechters met ICT-clue (en twitteraccount). Hoewel ze bij Nu.nl in twijfel trekken of een bericht wel écht is aangekomen als WhatsApp zegt van wel. Bewijs dat het is gelézen krijg je er niet mee, maar dat hoeft ook niet. In het Nederlands recht is het genoeg dat je bewijst dat het aangekomen is, en vanaf dat moment is het (niet) lezen het risico van de andere partij.

Dat een brief wellicht netter was geweest, is voor de rechter irrelevant. En ik vind het wel wat hebben: je wilt zo snel mogelijk aangeven wat je werkelijke bedoeling was, dus waarom niet WhatsApp?

Arnoud<br/> Foto: Stichting Onjuist Spatiegebruik.