Hoeveel mogen twee websites op elkaar lijken?

gallery-website-templates.pngWeinig websites zijn écht origineel. Volgens mij is het ook een wet binnen het grafisch design dat je altijd op elkaar voortbouwt. Maar juridisch gezien kun je wel degelijk problemen krijgen als je site te veel op die van een ander lijkt. Zeker als blijkt dat je je ook echt hebt laten inspireren – in de zin van ctrl-c/ctrl-v.

Op 22 mei diende er weer eens een geschil over dit onderwerp. Twee sites over hetzelfde onderwerp (bemiddeling in tijdelijke woonruimte) kregen ruzie over de vraag of er afgekeken zou zijn. In het vonnis (via Boek9.nl) oordeelt de rechtbank dat uiteindelijk geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of van slaafse nabootsing.

Hoofdregel is dat je alleen inbreuk kunt plegen door andermans uitwerking over te nemen (eventueel in gewijzigde vorm). Concepten en ideeën zijn niet beschermd. Je mag dus rustig een webwinkel bouwen met tabs voor categorieën producten. Dat is een concept en niet beschermd. Maar het plaatje van een winkelwagentje dat Bol.com gebruikt mag je niet overnemen, dat is auteursrechtelijk beschermd. In de hierboven aangehaalde zaak bleken bijvoorbeeld in eerste instantie stukken tekst uit de FAQ en de gebruiksvoorwaarden overgenomen te zijn. Dit is over het algemeen niet zo moeilijk te zien.

Een stuk lastiger wordt het als je niet letterlijk copypaste maar meer conceptueel de gelijkenis zoekt. Je komt dan in het grijze gebied van stijl versus uitwerking terecht. Op zich is het toegestaan om een website te bouwen in dezelfde stijl als een andere, en je mag zelfs elementen overnemen die zo’n andere site ook heeft. Heeft een site de loginknop op een handige plek, dan mag je dat idee overnemen. Zet men elke week een product in de schijnwerpers met een bepaald kader, dan mag jij dat ook doen. En als er technische redenen zijn (zoals dat je steentjes op LEGO moeten passen) dan is er ook geen auteursrechtelijk bezwaar.

Maar er zijn wel degelijk grenzen. Wanneer je nodeloos iets overneemt dat concreet van een andere site komt, dan pleeg je “slaafse nabootsing” en dat is onrechtmatig. Zie het voorbeeld van de Monkeytown-zaak, waarin elk overgenomen element afzonderlijk te rechtvaardigen was maar de combinatie toch onrechtmatig omdat het alles bij elkaar gewoon te veel werd.

Het is alleen heel moeilijk om harde regels voor die grenzen te geven. Het gaat om de totaalindruk, en dat iets iets dat eigenlijk alleen van geval tot geval bepaald kan worden. “I’ll know it when I see it” heet dat bij pornografie, en ook bij deze vorm van inbreuk.

Update (2 april 2013) in andere zaak bepaalt de Hoge Raad dat

het recht geen ruimte laat voor aanvullende bescherming van de maker van een werk op grond van art. 6:162 BW tegen zogenoemde slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken.

Arnoud

‘Waarom Creative Commons niet kan werken’

Via Boek9.nl vond ik een artikel van Kamiel Koelman, advocaat bij Van Diepen Van der Kroef (marquee alert). Zijn stelling: Creative Commons is bedoeld voor remixen en hergebruik van werken, maar dat gaat niet werken:

De reden daarvoor is dat CC-licenties de obstakels die aan hergebruik van een willekeurig ergens op internet gevonden werk in de weg staan, niet wegnemen. De risico’s die een hergebruiker loopt als hij een zomaar ergens op internet aangeboden werk gebruikt waaraan géén CC-licentie is verbonden, zijn even groot als wanneer hij ervoor kiest een werk te “remixen” dat wél onder een CC-licentie wordt aangeboden.

De achterliggende reden is dat je bij een werk op internet immers nooit zeker weet of het wel echt is van de persoon wiens naam erbij staat. En als het niet blijkt te kloppen, ben je net zo hard aansprakelijk voor inbreuk op auteursrecht als bij een publicatie zonder licentie.

Op zich is zijn inzicht niet nieuw (ik blogde er al in oktober over), maar het blijft natuurlijk een lastig punt. In die discussie reageerde Luci Guibault namens CC-NL overigens nog als volgt:

Je hebt misschien een punt, maar we leven nu eenmaal niet in een perfecte wereld. Bovendien kan het ook zonder CC wel eens voorkomen dat auteurs hun naam aan werken verbinden zonder dat we kunnen nagaan of dat wel klopt. Ik deel daarom de mening van vele reacties hierboven, dat in de praktijk dit probleem niet onoverkomelijk zal zijn.

CC gaat uit van goed vertrouwen, en ik heb eerlijk gezegd nog nooit gehoord van mensen die moedwillig andermans werk als CC presenteren. Ik zie wel vaak foto’s op Flickr.com onder een Creative Commonslicentie waarvan ik vrij zeker weet dat ze geen CC zijn, maar dat kan ook met de uploadinstellingen van Flickr te maken hebben.

Het “bouwen van een robuuster publiek domein” zoals Koelman het doel van CC omschrijft is m.i. een mooi bijverschijnsel maar niet het hoofddoel. Dat publiek domein blijft kwakkelen zolang Disney er niet in zit, kort gezegd.

Het belangrijkste doel van CC is naar mijn mening het laten zien dat auteursrecht ook anders kan. Je kunt gaan voor gratis beschikbaar stellen en zelfs hergebruik toestaan en toch een leuke boterham verdienen. En door CC op je werk te zetten, laat je zien dat je daarin gelooft.

Arnoud

Europese illegale downloaders blijven ongestraft (gastpost)

europa-kaart-poppetjes.pngAuteursrechtenorganisaties zitten er maar mee in de maag: het internet. Het publiek kan dankzij dit medium heel gemakkelijk auteursrechtelijk beschermde werken met elkaar uitwisselen. Burgers zien geen enkel moreel bezwaar en dus wordt er op grote schaal gedownload.

Dit bemoeilijkt de handhaving omdat voor iedere overtreding apart naar de rechter gegaan moet worden. Frankrijk dacht daarvoor de oplossing te hebben gevonden. Het Franse plan bood een simpele oplossing voor de pijn van de entertainmentindustrie. En doorgaans werkt een simpel plan beter dan een ingewikkeld plan. De vraag is alleen wat het doel is?

Ze hebben simpelweg toegegeven aan de verleiding om aan de ene kant de procedures te versoepelen en aan de andere kant de straffen te verhogen. “Dan laten ze het wel uit hun hoofd” is de gedachte hierachter. Het doel is dus duidelijk om effectief op te komen voor de belangen van de gene die de auteursrechten bezitten. En effectief opkomen voor deze belangen doet het. Het bezwaar is dat met de belangen van alle partijen moet worden opgekomen.

Deze versoepeling gaat zo ver dat private auteursrechtenorganisaties de macht krijgen om eigenhandig internet provider te dwingen om hun klanten af te sluiten. Het moge duidelijk zijn dat dit plan op gespannen voet staat met het burgerrecht op een onafhankelijk oordeel van een rechter (art. 6 EVRM). En om dan ook nog eens zo ver te gaan dat mensen volledig van het internet afgesloten worden, maakt dat hier spraken is van een doodzonde.

auteur-author-tekst-schrijven-handschrift.pngPartijen die zelf een belang hebben in de zaak kunnen zelf niet effectief opkomen voor de belangen van de klant. De belangen van de klant zijn immers veelal tegenover gesteld aan de gezamenlijke belangen van de internet provider en de auteursrechtenorganisaties. De belangen van de auteursrechtenorganisaties worden niet geschonden op het moment dat klanten onterecht worden afgesloten. Maar de belangen van die klant worden wel geschonden door dit onderonsje tussen de internetprovider en deze auteursrechtenorganisaties.

Niet verwonderlijk dus dat de Europese ministers het Franse plan afwezen. Maar om de Franse regering niet helemaal in de kou te laten staan heeft de Europese Commissie nog eens goed naar het Franse plan gekeken. En zij zijn tot een compromis gekomen.

Het Europees Parlement heeft echter voor dat compromis een stokje gestoken. Een meerderheid in het parlement vond het geen goed idee om de veroordeling van internetters over te laten aan een door de overheid ingestelde commissie. Het is een beetje te vergelijken met dat je een product hebt gekocht, een geschil met de winkelier krijgt en dan verplicht naar een geschillencommissie moet. Daar zitten winkeliers in die zelf een indirect belang hebben bij de zaak. Hier heeft de Franse overheid een belang in de zaak. Onder druk van de overheid kunnen dan onrechtmatige beslissingen genomen.

De hoop is nu dat Frankrijk haar plannen zal laten varen. Anders is de kans groot dat dat een slecht plan over een paar maanden weer effectief zal worden weggestemd.

Alex de Kruijff
Alex is een ingenieur die elektronica en informatica heeft gestudeerd en juridische interesse heeft. Op zijn website kun je artikels over het besturingssysteem FreeBSD vinden, die je helpen bij het configureren er van.

TomTom aangeklaagd voor patentinbreuk, Linux ook?

tomtom-linux.pngNee, die kratjes vrij bier moeten nog even wachten. Microsoft heeft gisteren TomTom voor de rechter en de International Trade Commission gedaagd, omdat TomTom’s routeplanners inbreuk op vijf patenten van de marktleider zou maken. TomTom gebruikt Linux in die apparaten, dus dit is “het begin van de patentoorlog” aldus Slashdot. De rechtszaak is nieuws, maar het Linux-aspect niet.

Microsoft heeft maar liefst acht octrooien uit de kast getrokken. Drie daarvan hebben betrekking op de VFATtechnologie waarmee je lange bestandsnamen kunt opslaan op een ouderwetse FAT-gebaseerde schijf. En laat dat nu precies iets zijn dat door het Linux besturingssysteem aangeleverd wordt. In de klacht bij de ITC zegt Microsoft dat ook expliciet, hoewel de onderbouwing vooralsnog ontbreekt.

Twee van de octrooien (6,175,789 en 7,054,745) gaan specifiek over kastjes die navigatiefunctionaliteit bieden. Drie andere (6,704,032, 7,117,286 en 6,202,008) zijn meer algemene octrooien over portable kastjes met software aan boord. Een ander octrooi (6,256,642) gaat over het herprogrammeren van flashgeheugens. Het zijn de laatste twee octrooien (5,579,517 en 5,758,352) die bekend staan als de “VFAT patents”. Eind 2003 lanceerde Microsoft een licentieprogramma voor deze technologie (die u misschien kent van de LANGEB~1.DOC bestandsnamen), dus echt nieuws dat de VFAT-technologie in Linux een probleem kon hebben is dit niet.

De VFAT-octrooien hebben al aardig onder vuur gelegen, onder andere door acties van de Public Patent Foundation . Tot nu toe zijn ze steeds overeind gebleven, omdat Microsoft er vroeg bij was met het octrooi. Wie was er voor 1995 al zo gek om een techniek te gebruiken waarbij je lange bestandsnamen in een tabel gaat stoppen waar ze niet in passen, om ze dan in de kopie-tabel op te slaan als BLABLA~1.TXT?

Maar goed, de hamvraag (biervraag) is natuurlijk: is dit nu echt een “aanval op Linux”? Wat mij betreft niet. Het gaat om de kastjes van TomTom, en die claims waren net zo goed gelegd als er een ander besturingssysteem in zat dat de VFAT technologie implementeerde. Microsoft zet de patenten in tegen de apparaten van TomTom, en het zal ze worst wezen of het nu door Linux of een proprietary OS komt. Of nou ja, dat het Linux is zal vast een leuke bonus zijn maar ze gaan echt niet TomTom aanklagen enkel en alleen om Linux onder vuur te kunnen nemen.

Update: zie ook het artikel in Computable van maandag 2 maart.

Arnoud<br/> Afbeelding: OpenTom wiki.

Geen scrabbleclaim voor inbreukmakende blogger

Auteursrechtenclub Cozzmoss haalt bakzeil bij de rechter, berichtte Marketingfacts vrijdag. Artikelen integraal kopiëren mag (nog steeds) niet, maar een schadeclaim moet wel ergens op gebaseerd zijn en kan niet zomaar een paar duizend euro zijn. Cozzmoss, waar het nodige over te doen is, had blogger Joffrey Vermeulen aangeklaagd om het overnemen van een artikel. Overnemen mag niet, maar de geclaimde schade zwalkte nogal heen en weer: van 540 naar 365 naar 1400 naar 4585 euro! Ok, dat laatste was inclusief proceskosten, maar toch. De zaak wierp het nodige stof op vanwege de scrabbleclaim die Cozzmoss legde: drie maal het tarief dat ze bij BN/De Stem had bedongen voor publicatie. Maar daar maakt de rechter korte metten mee.

Joffrey Vermeulen publiceerde op Weerspiegeling.nl ongeveer een maand lang een artikel van Cozzmoss-auteur Irene van den Berg. Uit zijn statistieken bleek dat vrijwel niemand het overgenomen artikel ook werkelijk had gelezen. Welk bedrag aan schadevergoeding was hier gepast? Cozzmoss claimde een bedrag van 540 euro, gebaseerd op drie maal het tarief dat BN/De Stem had betaald (dat stond namelijk zo in de algemene voorwaarden van de auteur), maar dan door twee gedeeld bij wijze van schikkingsvoorstel. Vermeulen vond dat te hoog, en ook het aangepaste schikkingsvoorstel van 365 euro werd van de hand gewezen. Hij was bereid tot 150 euro te gaan, maar niet meer. Daarna dreigde Cozzmoss een schadeclaim van zo’n 1400 euro in te gaan dienen bij de kantonrechter, alsmede de volledige proceskosten te zullen verhalen (die een kleine 5000 euro bleken te bedragen).

Terecht veegt de kantonrechter het beroep op de algemene voorwaarden van de NVJ van tafel. Die waren niet van toepassing. Ook de stelling dat het vaste rechtspraak zou zijn dat die voorwaarden als richtbedrag worden gebruikt, ging niet op (Luc, lees je mee?). Uitgangspunt voor het bepalen van de schade dient het bedrag te zijn dat de auteur had kunnen vragen als er een licentie was afgesproken.

Moeilijk te volgen vond ik de overweging van de rechter dat

Het moet redelijk geacht worden in de onderhavige zaak een plaatsing in een blad als BN/De Stem voor wat betreft de hoogte van de vergoeding gelijk te stellen met plaatsing op een toch ietwat obscure website als die van gedaagde.

Mis ik iets? Het lijkt mij nu juist niet redelijk om het tarief voor een groot tijdschrift gelijk te stellen met het tarief van een “obscure website”. En waarom noemt de rechter de site obscuur als hij vindt dat deze vergelijkbaar is qua tariefstelling met BN/De Stem?

Vermeulen had 150 euro als tegenbod gedaan, maar dat kennelijk onvoldoende onderbouwd waardoor de rechter daar niet verder op ingaat. Wat weer de vraag oproept wat er gebeurd zou zijn als hij zijn berekening beter uitgewerkt had. Misschien wordt het tijd voor een setje richtprijzen voor publicatie op weblogs?

De kantonrechter merkt tussen neus en lippen nog op dat “als gedaagde op [het voorstel van 365 euro] was ingegaan, hadden partijen zich een hoop moeite kunnen besparen.” Misschien terecht vanuit zijn perspectief, maar toch denk ik dat dit een belangwekkend vonnis is voor bloggers en andere actieve internetters. Het vonnis laat zien dat een rechthebbende niet zomaar een willekeurig bedrag mag claimen. Een schadeclaim moet redelijk en onderbouwd zijn.

Wat vinden jullie van die 365 euro? Redelijk? Te hoog? Te laag?

Arnoud

Auteursrechtclaims meest succesvol bij oudere internetters

stichting-copyright-nieuwe-media.pngOudere internetters betalen eerder voor auteursrechtclaims dan jongeren. Dat was voor mij de meest verrassende uitkomst van het onderzoek dat on-line marktonderzoekbureau Multiscope voor onze stichting Copyright & Nieuwe Media heeft uitgevoerd. (Ik ben secretaris van die stichting, weet u nog.)

Bijna 40% van de 5000 ondervraagden van het Multiscope consumentenpanel geeft aan regelmatig online te publiceren op bijvoorbeeld weblog, forum, profielensite of vergelijkbaar medium. Ook hier is een duidelijk verband met leeftijd te zien: jongeren publiceren (goh) veel vaker online dan ouderen.

Zo’n 22% van deze 40% gebruikt daarbij wel eens (delen van) werk van anderen. Soms integraal, maar meestal een gedeelte. Bijna 6% van deze hergebruikers heeft daarbij weleens een claim van een auteursrechthebbende of een vertegenwoordigende instantie gekregen. Die wordt door de meeste jongeren dus genegeerd maar door 100% van de 50+-ers gewoon betaald.

En al 30 % van de ondervraagden heeft al eens van onze stichting gehoord!

Wat ik me nu altijd afvraag: hoe vinden bureaus als Multiscope hun deelnemers? Ik ben waarschijnlijk niet gemiddeld genoeg om in die panels te mogen zitten, maar hoe weten ze wie wel?

Arnoud

“Providers moeten gaan optreden tegen inbreuk”

De tijd van graduated response tegen inbreuk op auteursrecht is gekomen, zo citeert Ars Technica de IFPI. Graduated response, in de VS ook wel bekend als three-strikes beleid, is een aanpak waarbij een provider bij gemelde inbreuk op rechten zelfstandig optreedt tegen de verantwoordelijke klant. Eerst met een waarschuwing, dan met een sommatie en dan met afsluiting van (een deel van) de internetdienstverlening. Zo’n systeem van waarschuwingen is in juli in Engeland ingevoerd.

Nu zie ik niet zo veel problemen met de klanten verplicht waarschuwen. Dat maakt de provider een doorgeefluik tussen klager en klant. In plaats van persoonsgegevens te moeten afgeven (met alle privacyimplicaties en -risico’s van dien) stuurt de provider langs de bekende weg de berichten door. De klant kan er dan zelf voor kiezen om direct te reageren. In de door Remy Chavannes voorgestelde Nomen Nescio-procedure zou de provider uiteindelijk ook de dagvaarding door moeten sturen, waarna de klant zelf gedaagd wordt.

Wat me wel zorgen baart, is het vervolg op “three strikes”, namelijk “you’re OUT”. Afsluiten van internet, of zelfs maar een deel daarvan, is een ingrijpende maatregel die alleen na een gerechtelijk vonnis opgelegd zou mogen worden. Recht op toegang is tenslotte een grondrecht, en daarin zijn inbreuken alleen toegelaten als die bij wet geregeld zijn. Ik zou zelfs zeggen in de strafwet, zodat je als internetter de hoogstemogelijke bescherming krijgt.

Arnoud

Welke schade lijdt een Creative Commonsgebruiker?

creative-commons.gifEen lezer wees me op dit interessante artikel van Dan Heller over schadevergoeding bij inbreuk op Creative Commonslicenties. Waar het artikel in het kort op neerkomt, is dat je in de VS nogal zwak staat bij inbreuk op Creative Commons foto’s. Je hebt namelijk geen schade omdat je de foto zelf al gratis op internet zet(!). En zonder schade geen schadevergoeding.

Is dat ook zo in Nederland, vroeg deze lezer zich af. Ja, ook in Nederland heb je dan een interessant probleem. Je kunt best schadevergoeding eisen, maar welke schade heb je als jouw CC-foto in een tijdschrift wordt gezet? Adam Curry kreeg bijvoorbeeld geen schadevergoeding van Weekend nadat ze zijn CC-BY-NC foto’s van Flickr hadden afgedrukt.

De commerciële waarde van de vier foto’s is echter gering te achten, nu zij reeds op internet voor eenieder toegankelijk zijn. Vooralsnog is niet aannemelijk geworden dat de materiële schade die [eiser1] door het publiceren van de foto’s heeft geleden nog niet voldoende is weggenomen door het plaatsen van de onder 1f geciteerde mededeling en door het aanbod een vergoeding van € 1.500,- te betalen. … De conclusie tot zover is dat het schenden van de Licentie door gedaagden geen schade (meer) oplevert.

Het punt is dat je als fotograaf moet bewijzen dat je schade hebt. En dat is lastig als je je foto zelf al gratis weggeeft. Welke royalty had je dan gevraagd aan die inbreukmaker? Welk bedrag ben je misgelopen, of hoe veel ben je er nu op achteruit gegaan? En dat is vrij lastig, zo niet onmogelijk aan te tonen als je je foto’s gratis weggeeft.

Wel legde de rechter Weekend een verbod op om nog meer foto’s te publiceren, en koppelde daar een dwangsom van € 1.000,- per overtreding aan (met een maximum van € 20.000,-). En die dwangsom zijn dus een leuke variant op de ‘statutory damages’ uit de VS. Dat is namelijk het grote dreigmiddel daar: de wet bepaalt daar dat je vaste bedragen mag eisen, tot anderhalve dollarton aan toe, mits je je werk maar vooraf geregistreerd hebt (17 USC 412).

Je zou eventueel nog winstafdracht kunnen vorderen (art. 27a Auteurswet), maar dan moet je wel bewijzen welk deel van de winst van de publicatie door jouw foto komt. Ook niet triviaal.

Wie heeft er succes met aanpakken van schenders van zijn Creative Commonslicentie?

Arnoud

‘Europees wetsvoorstel maakt van isp’s politieagenten’

three-strikes.jpgHelp, de EU gaat een three-strikes beleid invoeren: wie drie keer een auteursrecht schendt op internet, raakt zijn of haar internettoegang kwijt. En dit terwijl dat beleid in april nog afgekeurd was. Die enigszins paniekerige boodschap was de aanleiding voor een uitgebreide PR-campagne (die me doet terugdenken aan het begin van het het software-patentendebat, maar dat terzijde).

Maar waar staat dat? In een voorstel tot hervorming van telecomwetgeving stond één ietwat bevoogdende maar verder relatief onschuldige bepaling:

De lidstaten zien erop toe dat wanneer contracten worden gesloten tussen abonnees en aanbieders van elektronische-communicatiediensten en/of -netwerken, bedoelde abonnees alvorens een contract wordt gesloten en op gezette tijden daarna duidelijk worden geïnformeerd over hun verplichting auteursrechten en verwante rechten in acht te nemen. Onverlet het bepaalde in Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel, omvat dit de verplichting om de abonnees te informeren over de meest gebruikelijke inbreuken en de juridische gevolgen daarvan.

In een voorgesteld amendement wordt dit artikel uitgebreid naar een verplichting voor ISP’s om “distribute public interest information to existing and new subscribers when appropriate”. Waarbij “infringement of copyright and related rights” een onderdeel is van “public interest information.” Ik haal daar nog steeds niet meer uit dan voorlichting, maar je zou het ook kunnen lezen als een verplichting om blafbrieven te sturen bij een gedetecteerde vermeende inbreuk door een klant.

Frankrijk is bezig met een wetsvoorstel voor een three strikes-beleid: bij gedetecteerde inbreuk eerst twee waarschuwingen van je ISP, en daarna afsluiting van je internettoegang gedurende een jaar. Het is niet duidelijk of ISP’s daarbij verplicht zullen worden om actief te monitoren (iets dat niet mag onder de huidige Europese wetgeving) of slechts brieven van instanties als BREIN door moeten geven aan klanten.

Inderdaad, dit voorstel kun je lezen als de eerste van die drie stappen. Maar als het de bedoeling zou zijn om iets dergelijks op Europees niveau te introduceren, zou het dan niet handig zijn als de andere twee stappen er ook in staan?

Update (8 juli): bij Nu.nl maakt Toine Manders zich boos over het mailbombardement door mensen die tegen dit voorstel waren. Manders legt uit:

De verzenders menen dat het parlement een voorstel aanneemt waarbij een provider hen afsluit als ze illegale muziek of een film downloaden. “Klopt niet”, zegt Manders. “Het rapport is er juist op gericht consumenten méér rechten en bescherming te geven, zoals het recht op meer informatie over tarieven en leveringsvoorwaarden.”

Via EDRI.

Arnoud

Vraag aan Europees Hof: wanneer zijn Adwords legaal?

Verkopen van “genuine replica” merkproducten is een populaire bezigheid. Je moet natuurlijk wel kunnen adverteren, en onlangs maakte Google het met haar nieuwe Adwords-policy bedrijven een stuk gemakkelijker. In de EU is het nu toegestaan om advertenties te kopen op andermans merknaam. Daar maken verkopers van “echte replicaproducten” handig gebruik van. In Frankrijk werd Louis Vuitton daar erg boos om. Zij stapte naar de rechter, en deze heeft nu vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over hoe het Europese merkenrecht moet worden geinterpreteerd als het gaat om gesponsorde koppelingen.

Het Hof stelt drie vragen, die ik niet letterlijk ga overnemen (lees ze bij Legalis in het Frans of probeer de Google Vertaling eens).

1. Is het verkopen van gesponsorde koppelingen naar imitatie- of replicasites een vorm van merkinbreuk?<br/> Dit is natuurlijk de hamvraag. Het verkopen van replica- of imitatiemerkproducten is meestal merkinbreuk, zelfs als je erbij zet “replica vuitton”. Maar Google verkoopt de producten niet zelf. Zij verwijzen alleen naar sites die dat wel doen. Die sites maken ook reclame met behulp van de merknaam, en dat is al snel merkinbreuk. Uit uitspraak C-228/03 van het Hof van Justitie (Gilette/ La Laboratories) blijkt dat dat bijvoorbeeld het geval is als het aangeboden product wordt voorgesteld als een imitatie of namaak van het merkproduct.

Alleen, wie publiceert nu eigenlijk de reclame? Google of de adverteerder?

2. Kan de houder van een beroemd merk optreden omdat door dit gebruik ongerechtvaardigd voordeel getrokken wordt van het merk?<br/> Louis Vuitton is een zogeheten “beroemd merk” (art. 6bis van het Unieverdrag van Parijs) en heeft daarom recht op extra bescherming van haar merk tegen allerlei vormen van misbruik. Niet alleen mag je zulke merken niet gebruiken voor dezelfde of vergelijkbare producten, maar je mag ze ook niet op andere manieren gebruiken als je daardoor zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het merk. Deze vraag komt dus neer op: zijn Google’s advertentieinkomsten uit advertenties naar sites met namaakproducten “ongerechtvaardigd voordeel” dat Google verkrijgt uit het merk?

In Nederland werd Google in 2007 nog vrijgesproken van merkinbreuk op het merkrecht van Farmdate. Daar speelde wel mee dat “Farm date” niet bepaald een sterk merk is voor daten met boeren.

3. Zou je Google als “provider” (dienstverlener) kunnen aanmerken zodat zij aansprakelijk wordt op het moment dat ze op de hoogte is gesteld door de eigenaar van het handelsmerk van het illegale gebruik?<br/> Google slaat advertentieteksten op haar servers op, en toont die wanneer mensen bepaalde zoekwoorden intypen. Daarmee is Google vergelijkbaar met een provider die webpagina’s opslaat en op verzoek opstuurt. Providers, in mooi juridisch “dienstverleners van de informatiemaatschappij” zijn pas aansprakelijk als ze op de hoogte zijn gesteld en dan niet ingrijpen. Deze constructie wordt bij auteursrecht veel gebruikt, maar je zou het bij merkinbreuk ook kunnen toepassen.

In 2006 speelde in Nederland iets dergelijks bij een zaak van merkhouder Stokke tegen Marktplaats. Deze probeerde te verhinderen dat mensen op Marktplaats namaakkinderstoelen verkochten met het merk “Tripp Trapp”. De rechtbank vond het echter niet nodig dat Marktplaats een preventief filter voor zulke advertenties zou moeten invoeren. Controle achteraf hoefde ook niet – Marktplaats had een notice and takedown systeem (“Melding van Inbreuk Programma”) waarmee merkhouders klachten konden indienen:

Met het ontwikkelen en in bedrijf houden van een programma met behulp waarvan inbreukmakende advertenties kunnen worden gemeld en verwijderd, voldoet Marktplaats aan hetgeen van haar op grond van de voor haar geldende zorgvuldigheidsplicht kan worden verlangd.

Google zou dus bij Adwords een vergelijkbare dienst kunnen invoeren. Merkhouders kunnen dan klagen over advertenties van namaakproducten op hun merknaam, en Google kan dan net als andere providers een notice en takedown procedure voeren.

Zou dat kunnen werken? Het lijkt me erg kwetsbaar voor misbruik en onderling gepest.

Arnoud