Omgaan met online reputatieschade

google-review-recensie-overnemen.pngWie ontevreden is over een product of bedrijf, kan zich op een website, blog of mailinglijst daarover afreageren. Dat mag dankzij het recht op vrije meningsuiting, maar wanneer daarmee de reputatie van het product of bedrijf wordt aangetast, willen veel bedrijven in actie komen want dat is toch smaad of laster, en het kost gewoon omzet. Maar wat kun je doen?

De mogelijkheid om online publiek zichtbare uitingen te doen, wordt veel gebruikt door ontevreden klanten. Op online fora ontstaat vaak een negatieve sfeer bij het samen lezen van verschillende berichten over een bepaald bedrijf. Het is een oud gezegde dat een tevreden klant drie mensen spreekt over het bedrijf, en een ontevreden klant tien. Dankzij internetfora kun je van die tien ondertussen wel tienduizend maken misschien.

In principe is dit niet tegen te houden. Het is toegestaan recensies over bedrijven/ondernemers te verzamelen of te (laten) plaatsen, ongeacht het soort dienstverlening. Of het bedrijf nu een zzp’er is of een BV met 800 medewerkers, men mag over het bedrijf praten. Afdwingen dat men geheel wordt verwijderd van een recensiesite, is dus niet mogelijk.

Een bedrijf kan tevreden klanten proactief uitnodigen een positieve recensie te plaatsen. De meeste klanten zijn hier wel toe bereid, en dit biedt dan een tegenwicht aan eventuele negatieve berichten. Daarnaast kan een bedrijf reageren op recensies. Hoewel een reviewsite niet wettelijk verplicht is een weerwoord te plaatsen, staan eigenlijk alle sites dit wel toe.

Een negatieve review juridisch aanpakken is een grote stap, die niet altijd tot het gewenste resultaat zal leiden. De eerste overweging is hoe serieus andere lezers het bericht zullen nemen. Hoe oud is het bericht, worden er concrete feiten genoemd en zou iemand zich hierdoor laten afschrikken? Is er sprake van één negatief bericht of een hele serie? Als er één recensie compleet negatief is tussen 89 best positieve berichten, dan zal een beetje normaal denkende lezer wel snappen dat die ene recensie een boze klant is, en deze dus minder serieus nemen.

Wanneer de klant te herkennen is, kan hem worden gevraagd de review te verwijderen of aan te passen. Dit vereist wel enige tact: de klant is immers boos, en dan gaan eisen en dreigen zal hem alleen maar nóg bozer maken, en misschien wel nog meer berichten gaan plaatsen. Soms is het beter het eigen gelijk te slikken en de klant tegemoet te komen.

De stap naar de reviewsite is de volgende. Een reviewsite moet ingrijpen bij klachten, als vaststaat dat de recensie geen basis in de feiten heeft en/of nodeloos grievend is. Negatief zijn mag, zelfs stevige taal is toegestaan. Een duidelijke mening of overdrijving is ook niet snel aan te pakken (“ik raad dit mijn ergste vijand nog niet aan”) maar zodra men feitelijke zaken gaat noemen, moeten deze wel kloppen.

Een probleem hierbij is dat de reviewsite moet gaan beoordelen of de klacht juist is. Dit is erg moeilijk als het gaat om een recensie. Bij auteursrechtinbreuk kan men op een website kijken van een fotograaf, of bellen met de filmmaatschappij. Bij discriminatie kan de uiting zelf erbij gepakt worden. Bij recensies van bedrijven of producten kan dat niet. Als de klager zegt, “ik heb het bestelde nooit gehad”, en het bedrijf zegt dat het bestelde wél is afgeleverd, wie heeft er dan gelijk?

Overleggen van bewijs is mogelijk, maar vaak is de zaak niet zó eenvoudig dat één document het gelijk bewijst. Een factuur is zo vervalst, immers. Het bewijs moet dus zo veel mogelijk uit objectieve bronnen komen: denk aan een handtekening die via TrackTrace.nl van Post.nl in te zien is. En dan nog: wat als de klant zegt dat hij een verkeerd product kreeg, of een retour gevraagd had die (volgens hem) ten onrechte is geweigerd?

De stap naar de rechter is als laatste redmiddel mogelijk. Hier zit wel een groot risico aan: een bedrijf dat een klant aanklaagt, trekt publiciteit aan. Derden zijn snel geneigd de kant van de klant te kiezen, omdat deze al heel snel de rol van de underdog kan aannemen. Ook rechtszaken tegen reviewsites en andere dienstverleners trekken aandacht. Dit kan ertoe leiden dat andere mensen nog eens wat extra gaan spitten naar de reputatie van het bedrijf, of dat andere klanten nu óók een negatieve duit in het zakje gaan doen. Daarmee wordt uiteindelijk de reputatieschade groter dan zonder rechtszaak.

Arnoud

Seksfilmpje versturen via WhatsApp is geen smaad of belediging

webcamHet versturen van een seksfilmpje via WhatsApp naar één persoon maakt je niet schuldig aan smaad, ook niet als die persoon het vervolgens doorstuurt. Dat bepaalde de rechtbank Overijssel deze week. Van smaad kan pas sprake zijn als “het publiek” kennisneemt van die berichten, en daarvan is bij een WhatsApp bericht geen sprake. Daarbij is de bedoeling immers dat alleen de ontvanger het bericht leest. Hoe juridisch om te gaan met ongewenst naakt blijft dus een lastige.

De verdachte had een seksfilm met hem en zijn partner (gemaakt tijdens zijn relatie) verspreid naar een gezamenlijke vriendin, en daarbij aangegeven dat deze het niet verder mocht verspreiden. En dan, eh, “bevestigt [zij] dat en verklaart dat zij dat desondanks tóch heeft gedaan. Vanaf dat moment is het filmpje verder verspreid en naar verluidt ook op internet beland.”

(Waarom dat filmpje nu zo nodig moest worden verspreid, wordt niet echt duidelijk. De verdachte was ‘boos’ dat zijn ex-vriendin een ander had, maar hoe je die situatie verbetert door iemand anders een naaktfilm te whatsappen ontgaat me.)

De politie kwam vervolgens bij hem aan met de strafbare feiten smaadschrift en belediging. Beiden komen kort gezegd neer op iemands eer en goede naam aantasten, hoewel het bij smaad vooral gaat om een specifiek feit (“Henk is een oplichter”) en bij belediging meer om gewoon nare taal (“Henk is een eikel”). Beiden zijn prima met een afbeelding te plegen – juridisch gezien heet zo’n afbeelding een geschrift, ook als het elektronisch is, en dat maakt het bij smaad in ieder geval erger want op smaadschrift staat een zwaardere straf.

Wel is bij beiden vereist dat sprake is van een uiting in het “openbaar”, althans “waaraan ruchtbaarheid wordt gegeven” bij smaad dan. Anderen moeten het gehoord of gezien hebben. Logisch ook wel: je kunt iemands reputatie moeilijk aantasten als niemand merkt dat dat gebeurt. Als niemand deze blog kan lezen, heeft Henk nergens last van.

Dat je iemands reputatie of goede naam kunt aantasten door een naaktfoto of -filmpje te verspreiden, lijkt me vrij duidelijk. Al in 2008 werd een man veroordeeld voor het publiceren van dergelijke foto’s van zijn ex. Wel moet je intentie erop gericht zijn om die goede naam aan te tasten. In de Manon Thomas-zaak was er geen sprake van smaad of belediging, hoewel me nog steeds niet duidelijk is waarom. Is het een compliment als iemand je foto’s online zet?

Hoe dan ook, een ander vereiste is dus dat de foto’s wel openbaar moeten zijn. En daarvan was hier geen sprake:

kan het versturen van één ‘WhatsApp’ naar één persoon, met de opdracht dit niet verder te sturen, niet gelden als in het openbaar gedaan. Evenmin kan bewezen worden dat verdachte, zoals ook is tenlastegelegd, heeft beledigd door via de ‘social media’ het filmpje naar derden te sturen. Hij heeft het filmpje immers naar slechts één persoon, anders dan het slachtoffer, verstuurd.

Dat vervolgens die andere persoon het verspreidde, valt hem niet aan te rekenen. Dat voelt wel een beetje gek aan, maar dat zat hem erin dat de verdachte het duidelijk had gemaakt dat het niet mocht. Eigenlijk had die andere persoon dus vervolgd moeten worden, maar dat was niet gebeurd. Onbevredigend voelt het wel.

Arnoud

Maakt het voor smaad via Twitter uit hoe veel volgers je hebt?

twitter-scheld-dreig.pngMaakt het voor smaad via Twitter uit hoe veel volgers je hebt? In een Engelse rechtszaak koos de advocaat van de aangesproken persoon die insteek. Wie minder dan 500 volgers heeft, wordt gesommeerd excuses te maken en 25 pond te doneren aan een goed doel. Wie meer dan 500 volgers heeft, krijgt een proces aan de broek waarin 25 duizend pond wordt geëist. Dat las ik in de Volkskrant (€). Het is natuurlijk maar een eis, en geen rechter heeft ooit bepaald dat zo’n constructie juist is, maar toch. Er zit ergens wel wat in.

De Britse Lord McAlpine werd in het BBC-programma Newsnight ten onrechte beschuldigd van betrokkenheid bij kindermisbruik, en de omroep betaalde daar £185,000 voor aan schadevergoeding. McAlpine’s naam viel naar aanleiding van die uitzending ook vele malen op Twitter, en zijn advocaat wil nu ook dáár schadeclaims vorderen.

Je kunt je afvragen of je wel smaad pleegt als je iemands naam noemt als die in een gerespecteerd TV-programma zo gepresenteerd wordt. De meeste mensen zullen te goeder trouw aannemen dat de BBC de juiste persoon aanwees, lijkt me. Dat de BBC fout zit, is duidelijk – en daarom betaalden ze zelf ook een fors bedrag. Maar zitten daarmee de twitteraars ook fout? In dit geval denk ik het wel, omdat de BBC niet zelf de naam van McAlpine noemde. Maar wat nu als de BBC dat wél had gedaan? Dan ontbreekt volgens mij de bij smaad vereiste kwade opzet. Maar dat even terzijde.

In Nederland hebben we een paar rechtszaken gehad over de vraag hoe openbaar Hyves of MSN nu eigenlijk was. Smaad kan namelijk alleen in het openbaar gepleegd worden. Uit deze uitspraken kun je halen dat een LinkedIn-groep waar iedereen zomaar lid van kan worden, openbaar is maar een MSN-chatlijst waarbij een, eh, deurbeleid wordt gevoerd niet. Een Twitteraccount zonder slotje zou volgens deze criteria ook openbaar zijn.

De insteek van het aantal volgers om te bepalen hoe veel schade je doet, vind ik wel een creatieve. En er zit wel in: als jij 5 man een smadelijke mededeling doet of 5000, dan maakt dat nogal uit in impact. En als je concreet weet hoe veel mensen de mededeling hebben gehad, dan ligt het ergens wel voor de hand om de schadevergoeding te relateren aan dat aantal. Maar het zal al snel leiden tot de vraag: bij welk aantal volgers slaat het om en word je een ‘grote’ smaadpleger? Of moeten we zeggen, de boete voor smaad is 5 euro per volger?

Arnoud

Rechter verbiedt smaadpleger socialemediaprofielen te hebben

sociale-media-verbodEen man uit Noord Holland heeft vorige maand van de kortgedingrechter een socialemediaverbod van één jaar gekregen, meldde NRC gisteren. De man had een uitgebreide smaadcampagne op zijn Hyves- en Facebookprofielen begaan, en na een eerdere veroordeling weigerde hij te stoppen. Hij mag een jaar geen profielen aanmaken, op straffe van een dwangsom en lijfsdwang (gijzeling). En, juridisch nieuwtje, met het vonnis in de hand mag de besmade ex-partner zélf verwijdering van die profielen eisen bij de providers.

Uit het vonnis blijkt dat het hier om een langlopend relatieconflict gaat, altijd het naarste soort juridisch conflict dat je kunt krijgen. De man in deze relatie had zijn ex-partner al eerder van allerlei zaken beschuldigd, van prostitutie tot kindermisbruik en nazisme aan toe, plus nog het een en ander. Hij kreeg daarvoor in een eerder vonnis een straatverbod en een verplichting om onder dwangsom de teksten en afbeeldingen in kwestie te verwijderen van zijn Facebook- en Hyvesprofielen.

Dat hielp niet: de profielen bleven voorzien worden van kwade beschuldigingen (in all caps) in dezelfde trant, waarop de ex-partner weer naar de rechter stapte. Ditmaal met zwaarder geschut: hem moet verboden worden nog een socialemediaprofiel te hebben, want een verbod enkel op bepaalde inhoud werkt niet. Ook moet als dwangmiddel lijfsdwang (gijzeling) kunnen worden ingezet.

Het verweer van de man kwam niet verder dan dat zijn profielen privé zijn, maar omdat alle teksten te vinden zijn met Google (kennelijk zonder zelfs maar te hoeven inloggen op Hyves of Facebook) vindt de rechter dat -terecht- geen argument. En of de maatregel “buitenproportioneel” is (zijn andere argument), tsja, het ís nogal wat zo’n algeheel verbod maar hij had het er ook wel naar gemaakt met die uitspraken én het negeren van het eerdere vonnis.

Wat ik nog niet eerder gezien had is de bepaling dat het vonnis “in de plaats treedt” van wat er maar nodig is van de man om zijn profielen verwijderd te krijgen. Hyves had namelijk aangegeven dat ze alleen profielen verwijdert met een gerechtelijk bevel, en dit is de manier om zo’n bevel te geven. De ex-parter kan nu met dit vonnis bij Hyves elk profiel van de man laten verwijderen gedurende een jaar na betekenis. Een juridisch paardenmiddel, maar kennelijk nodig.

(Hm, taalkundige terzijde: het is toch socialemediaprofiel? Het vonnis heeft het over een “sociaal mediaprofiel”, en bij NRC idem dito met “sociaal mediaverbod”. Maar wat is er sociaal aan een mediaprofiel? Het is toch een profiel op sociale media?)

Update (31 januari) in de comments wordt gewezen op dit vonnis waarin teksten van internet moeten worden verwijderd, en de rechter het vonnis eveneens als machtiging opvoert (“machtigt eisers op grond van artikel 3:299 BW om deze handelingen zelf te verrichten”).

Arnoud

Waarschuwing voor acquisitiemisleiding afgestraft door rechtbank

Zelden zó veel jeuk gehad als bij het lezen van dit vonnis. Een zakenman die wilde waarschuwen voor de praktijken van acquisitiemisleiding, moet van de rechter op LinkedIn een rectificatie plaatsen, las ik bij Emerce. Hij had op LinkedIn een boze reactie geplaatst over een telefoontje over zijn vermelding in een bedrijvengids, en daarna een brief gekregen die een contractsduur van 12 maanden à 99 euro vermeldde. Dat klinkt als hét voorbeeld van acquisitiefraude, maar de rechter vond dat meneer zijn boze statusbericht toch wel even had moeten onderbouwen. Oh, en omdat hij geen factuur had gehad kan er geen sprake zijn van oplichting en dús mag je dat niet zeggen ook. Argh. Wát een naïeve reactie.

Standaardtruc nummer 1 bij acquisitiefraude is dat je een ondernemer belt en hem wijst op een vermelding in een bedrijvengids, die gecontroleerd, gecorrigeerd of aangepast moet worden. Of dat er iets verlengd moet worden bij de vermelding. Wie druk bezig is met écht werk of anderszins niet goed oplet, denkt dan “oh oké dat zal ik wel een keer afgenomen hebben” of “wat aardig dat ze dit even checken” en krijgt vervolgens een fax waarop de te controleren of corrigeren gegevens staan. En in de kleine lettertjes staat dan iets met de strekking “door retournering gaat u akkoord met 12 maanden vermelding à € heel veel.” Zie de lange, lange lijst van acquisitiebureaus bij het Steunpunt Acquisitiefraude.

De eiser in deze zaak had ook een bedrijvengids, en belde ondernemers of zij in de database opgenomen willen worden. Op zijn minst neem je als je zo handelt het risico dat mensen gaan denken dat je aan acquisitiefraude doet, zou ik zeggen. Zeker als die database niet heel actueel of uitgebreid lijkt – de bedrijvengids vermeldt ICTRecht als in Beverwijk gevestigd, wat toch al sinds 2009 niet meer ons adres is. En als -zo ontdekte Emerce- het gros van daarin opgenomen bedrijven in de gids staat zonder daarvan te weten.

Natuurlijk, dan heb je als legitieme bedrijvengidsuitgever een imagoprobleem. Maar dat betekent niet dat je dús iedereen maar mag aanklagen omdat ze je telefoontje frauduleus vinden. Net zoals e-mailmarketeers moeten leven met continue beschuldigingen vuile spammers te zijn en verkopers van onbewezen medische technieken zoals cellulaire geneeskunde moeten leven met de “geur van kwakzalverij” zoals de rechtbank dat ooit noemde.

De gids had uitgelegd dat de fax die vervolgens kwam, alleen maar werd verstuurd omdat de boze klager in dat telefoongesprek had gezegd geïnteresseerd te zijn in een vermelding. En de fax ziet er (JPG) volgens de rechter uit als een gewone offerte:

De in de fax gebruikte bewoordingen passen naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter eerder bij een offerte waarin een aanbod wordt gedaan tot vermelding van het bedrijf op de site, onder vermelding van de voorwaarden waaronder deze zal plaatsvinden.

In de fax worden “afspraken bevestigd” over een online vermelding in “hetbedrijvenblad.nl”, voor twaalf maanden à 99 euro. Met grote letters staat erbij “conform afspraak volgt geen automatische verlenging”. Maar dat is dus precies wat je ook bij acquisitiefraude ziet: het gesprek gaat over opzeggen en de brief vermeldt in de kleine letters dat je juist een contract áángaat. Toegegeven, die kleine letters zijn hier van gemiddelde grootte maar waarom staat die 12 maanden en dat tarief middenin een blok lopende tekst in plaats van duidelijk als aparte post in dat kader erboven?

Nee, ik zou na zo’n fax ook denken, dit is niet zoals ik me het gesprek herinner. En bij die verstopte 99 euro per maand, tijd voor de prullenbak en een boze blog.

De rechter legt de bewijslast bij meneer: bewijst u maar dat in het gesprek wat anders is gezegd dan “wilt u in onze bedrijvengids? ja graag”, want alleen dan mag u spreken van acquisitiefraude. En dat voelt dan toch als soort van de omgekeerde wereld, gezien die geur die aan dit soort acquisitie kleeft. Zeker omdat mensen zelden zulke gesprekken opnemen (wat je dus wél moet -en mag- doen vanaf nu). Zou het bedrijf niet moeten bewijzen dat in het gesprek open en duidelijk is aangegeven waar het over gaat?

Verder vindt de rechter het overlegde bewijs – twee websites waarvan “de herkomst en juridische status niet helder is” te mager. Maar met één Googleopdracht op “hetbedrijvenblad.nl” vind ik al meteen in de top 10 waarschuwingen van de NVVP, van Provoet (PDF) en anderen, en ook op de bekende consumentenforums (Vara’s Kassa en TROS Radar) wordt melding gemaakt van dergelijke telefoontjes. VOS/ABB waarschuwde ook maar haalde het weg na dit vonnis. Wie een positieve publicatie vindt over deze gids, ik houd me aanbevolen.

Dus argh. Jeuk. Het klópt juridisch wel, de klager moet bewijzen dat zijn beschuldiging voldoende grondslag in de feiten heeft. En omdat hij dat niet kon, moet hij nu rectificeren. Maar als ik het zo zie dan had dat verweer wel wat sterker kunnen zijn. En dat is jammer nu, want het bedrijf heeft met dit vonnis nu de mooie gelegenheid om tegen iedere criticus te roepen “de rechter zegt dat wij legitiem zijn en het verboden is ons oplichters te noemen”.

Arnoud

70.000 euro schadevergoeding voor internetstalking, naar Amerikaans recht

stalking-creepy-acceptable.pngDe 31-jarige Amsterdamse Efthimia D. is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 70.000 euro vanwege cyberstalken, meldde Nu.nl een paar weken terug. En nee, Nu.nl snapt het verschil niet tussen boetes en schadevergoeding. Het duurde even maar het vonnis is nu beschikbaar. En de zaak is complexer dan ik dacht: de Nederlandse rechter paste Californisch recht toe om de zaak te kunnen beslissen.

De zaak is een vervolg op een eerdere in Amerika gevoerde procedure. De vrouw plaatste allerlei berichten over de Amerikaanse filmmaker Christopher Johnson en actrice Mariana Tosca op Twitter, Facebook, weblogs en diverse websites. De rechtbank in Los Angeles legde een contactverbod (restraining order) op en bepaalde dat de berichten moesten worden verwijderd. Maar die uitspraak had niet het beoogde effect, omdat de plaatser van de berichten in Nederland verbleef. Update (3 juli 16:19) zie ook de reactie op de feiten door Efthimia in de comments.

Daarop stapten de filmmaker en de actrice met behulp van advocaat Cees Nierop naar de Nederlandse rechter, want die kan wél een effectief vonnis opleggen. Bovendien kan die een dwangsom toevoegen aan een eventueel verbod, zodat je ook daadwerkelijk naleving van het vonnis kunt afdwingen.

Alleen: de publicaties waren in het Engels, bij een Amerikaanse hostingpartij ondergebracht en gericht tegen twee mensen die in Californië wonen. Is de Nederlandse rechter dan wel bevoegd? En naar wiens wetboek moet je dit beoordelen, het onze of het Californische?

Dit zijn twee verschillende vragen, en de Nederlandse rechter komt hier tot twee verschillende antwoorden. Hij is bevoegd want de gedaagde woont hier (kort gezegd) maar hij moet Californisch recht toepassen want het handelen van de gedaagde had daar zijn voornaamste uitwerking.

Inhoudelijk heeft de rechter weinig moeite met Amerikaans recht: ze hebben daar ook defamation, dat is Engels voor smaad, en wat ik hier lees kan gewoon écht niet, dus dat is defamation, als ik het even kort door de bocht mag samenvatten. Nou snap ik dat volledig gezien de uitingen, maar in de VS werkt defamation net even anders dan bij ons smaad: een waarheid is nooit smaad, ongeacht hoe erg deze je reputatie aantast en ongeacht hoe relevant de opmerking is voor het publieke debat vandaag de dag. Niet dat ik daarmee de uitingen legaal acht, want er zat veel meer tussen dan alleen roddels over oude feitjes (wat bij ons al genoeg kan zijn voor smaad overigens, een oude koe oprakelen kan smaad zijn). Maar het is wel een belangrijk verschil tussen ons en hun rechtssysteem.

Dat de rechtbank in LA de uitspraken ook verboden heeft, toont dan weer wel aan dat uiteindelijk de rechter hier wel goed zat. En hij pakt meteen door: het negeren van een TRO levert stalking op, en dat is een strafbaar feit in Californië. En gezien de aard van de feiten vindt de Nederlandse rechter het dan ook gepast om zelf ook een verbod op te gaan leggen.

Het contactverbod is breed, en omvat naast een echt contactverbod ook een publicatieverbod:

onder eigen naam, een andere naam, anoniem of via anderen berichten via tekst in het algemeen, foto’s, video’s, geluidsfragmenten, podcasten of op welke wijze dan ook op het internet te plaatsen over eisers, familie en vrienden van eisers, zakenpartners van eisers, bedrijven van eisers danwel bedrijven waar zij werkzaam zijn

In Nederland zou de rechter normaal erg terughoudend zijn met zo’n generiek verhaal, omdat het raakt aan de vrijheid van meningsuiting. Het liefst verbiedt de rechter alleen de specifieke uitingen (“of verhalen van gelijke strekking”) maar niet “ieder bericht over eiser”. Maar dit was zo’n extreem geval met een stroom aan smadelijke uitingen dat ik het totaalverbod ook naar Nederlands recht wel zou kunnen snappen. En in de VS kan dit ook, ondanks de zeer ruime free speech-wetgeving.

Opmerkelijk is nog dat de rechter “punitieve schade” toewijst, althans een voorschot daarop. Punitive damages zijn een typisch Amerikaans fenomeen. Het is een soort van civiele boete, we vinden wat je deed zó erg dat we naast de echte schade er nog wat bovenop doen, gewoon omdat het kan en in de hoop dat het pijn doet nu. Dat kennen wij niet. Alleen de werkelijke schade (met bonnetjes bewezen) komt in aanmerking voor vergoeding. Maar omdat hier Amerikaans recht wordt toegepast, is het wel mogelijk om punitieve schadevergoeding op te leggen.

Arnoud<br/> Afbeelding: endlessorigami.blogspot.com

Rectificeren op Twitter, hoe doe je dat?

twitter-vonnis-rectificatie.pngOpmerkelijk: de rechtbank vonnist tot rectificatie op Twitter. Alleen is de rectificatietekst zelf langer dan 140 tekens, zodat dit dus niet gaat passen. Wat nu?

De zaak zelf is niet zo heel ingewikkeld. Maar waarom de samenvatting het kopje “Internetterreur” moest bevatten, is mij niet helemaal duidelijk. Het ging om een mevrouw die boos was op Total Telecom (een aanbieder van 0900nummers en domeinregistraties), en op zijn blog en Twitter diverse uitlatingen deed van het soort:

“[eiser sub 2] licht mensen op met nep site mediumWillem”
“Total Telecom SA ([eiser sub 2] van o.a. sex en Astro TV/Koffieleutjes/Spirittv verliest WEER van [Y] EN mijn blog EN mij, contactverbod stalkers+dwangsom”
“@Paso2011doble en spirit tv is ook van sexlijn exploitant [eiser sub 2] die heeft een contactverbod “””.dwangsom ivm smaad van de [X]”

De blog werd in Amerika gehost (via WordPress.com) en Twitter is ook een Amerikaans medium, maar de rechter had er (terecht) geen enkele moeite mee om dit onder Nederlands recht aan te pakken. Het is immers evident dat deze mevrouw zich met blog en tweets op Nederland richt, en zo dus in Nederland schade aanricht.

Er was geen enkel bewijs voor deze stellingen, en tsja dan ga je voor de bijl. Ook het argument “dat Total Telecom c.s. haar op ongeoorloofde wijze overal in betrekt en zij dagelijks honderden dreigementen ontvangt” gaat niet op. Dat is geen reden om zelf terug te gaan dreigen of roepen. Mevrouw moet dan ook gewoon rectificeren (en ” 1.391 proceskosten betalen).

Rectificeren is op een blog niet zo’n probleem, je zet gewoon een nieuwe blog neer en die maak je eventueel ‘sticky’ zodat ie blijft zitten bovenaan op pagina 1. Maar op Twitter? Oordeel zelf, hoe krijg je dit in een tweet?

Rectificatie: De voorzieningenrechter te Almelo heeft bij vonnis van 18 april 2012 geoordeeld dat ik, [gedaagde], wonende te [woonplaats], onrechtmatige en ongegronde uitlatingen heb getwitterd met betrekking tot Total Telecom en de heer [eiser sub 2].
De voorzieningenrechter te Almelo heeft mij bij dat vonnis tot rectificatie hiervan veroordeeld;

Uw uitdaging voor vandaag: herschrijf dit tot rectificatietweet mét bit.ly linkje in 140 tekens? Strekking moet hetzelfde zijn, overbodige informatie mag eruit, algemeen bekende afkortingen zijn toegestaan. Voor “eiser sub 2” mag u “directeur Jansen” of vergelijkbare term gebruiken als u dit binnen de strekking nodig vindt. Twitlonger en multitweets (1/3, 2/3, 3/3) zijn niet toegestaan, het moet en zal één gewone tweet zijn.

Update: (27 april) van advocaat Filip Van Eeckhoutte (van de eiser) kreeg ik de originele tekst van de gevraagde rectificatietweet:

Rectificatie: ik verklaar dat ik onrechtmatige en ongegronde uitlatingen heb getwitterd met betrekking tot Total Telecom en de heer [directeur].

Dat past net!

Arnoud

Wie vindt de Googlecache? 1183,81 euro beloning!

leugenaarp.pngEen beloning van ” 1183,81 voor wie de verliezer in een rechtszaak aanwijst welke pagina hij nu moet verwijderen. Toegegeven, die had ik nog niet eerder gezien. In een kort geding (via) kreeg de eigenaar van Rechtinnederland.nl te horen dat hij enkele publicaties moet opschonen (wat hijzelf “censureren” noemt, waar ik dan weer jeuk van krijg) en bovendien de Google Cache moet opschonen. Maar waar die te vinden is? Wie het weet, krijgt de proceskosten vergoed.

Als ik het goed begrijp, dan had de eigenaar van deze site ooit de opdracht gegeven aan een stichting die een website voor hem zou bouwen. De eiser in deze zaak was daar als freelancer bij betrokken. Dat liep fout, waarna de opdrachtgever de eiser in deze zaak aansprak op betaling van -denk ik- een schadeclaim. Bij de rechter kreeg hij ongelijk, omdat hij de stichting had moeten aanspreken. Die was formeel de opdrachtnemer, en niet deze freelancer.

Vervolgens startte hij de website Rechtinnederland.nl om zo zijn ongenoegen te uiten. Dat mag, maar zinnen als “pathologische leugenaar zonder verantwoordelijkheidsgevoel”, “Met [het voorschot] is hij op wintersportvakantie gegaan” of “had niet de technische kennis en vaardigheden die hij pretendeerde te hebben” of “bedreigt in ernstige mate als bewijzen over hem openbaar zijn” zijn dan niet handig. De freelancer stapte naar de rechter om deze teksten verwijderd te krijgen, omdat ze onjuist, onrechtmatig en privacyschendend zouden zijn.

De rechter is het met de freelancer eens dat de publicaties onrechtmatig zijn. Ze zijn niet slechts een zakelijke weergave van een geschil, maar nodeloos grievende persoonlijke uitingen die nergens onderbouwd worden. Daar komt bij dat de rechter in die eerdere zaak had uitgemaakt dat hij niet de freelancer maar de stichting had moeten aanspreken.

Wel staat de rechter toe dat de processtukken online mogen blijven staan. Ook het beroep op de privacywet wordt afgewezen, omdat dit niet voldoende onderbouwd is. “Het louter in algemene termen verwijzen naar de Wet Bescherming Persoonsgegevens is een onvoldoende onderbouwing van de vordering.” (In een andere recente zaak moest een kerk wél negatieve uitingen weghalen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens.)

De gewraakte passages (zie 5.1 van het vonnis) moeten worden verwijderd, en Google moet worden aangeschreven om ze uit de cache te halen. Dat laatste is wel wat erg kort geformuleerd: om welke pagina’s gaat het? De gedaagde heeft dan ook via zijn site een beloning uitgeloofd voor

De eerste persoon die aan RechtInNederland.nl de genoemde vonnis punt 2.1. genoemde Google cache kan vinden en door geeft via info@rechtinnederland.nl krijgt een beloning van ” 1183,81 zijnde het totaal[1] de van de in het vonnis genoemde proceskosten. Het vinden van de 2.1 genoemde Google cache is noodzakelijk om de in het vonnis genoemde punt 2.2. te kunnen uitvoeren.

De pagina Standpunt:Rolnr 599966 hoor en wederhoor eiser en gedaagde bevat inderdaad niet meer de gewraakte uitingen, maar met wat spitten in de Wikigeschiedenis laat de betreffende passages inderdaad zien.

Google heeft alleen geen gecachete versies van deze pagina’s. Niet zo gek ook, omdat de site <meta name="robots" content="noindex,nofollow" /> op de hoofdpagina heeft staan en bovendien

Disallow: /Gebruiker
Disallow: /Standpunt
Disallow: /Categorie
in zijn <A HREF=””http://www.rechtinnederland.nl/robots.txt”>robots.txt zodat Google deze pagina’s überhaupt niet indexeert.

Uit de gepubliceerde stukken kan ik niet halen waar de eiser op baseert dat er een cache zou moeten zijn. Iets te snel gecopypaste misschien? Of heeft men heel snel een verzoekje bij Google ingediend tijdens de procedure?

Arnoud

“Blinde bejaarde keihard belazerd” – over rectificaties en sociale netwerken

Op 27 mei 2011 verscheen in De Telegraaf onder de kop “Blinde bejaarde keihard belazerd” een artikel over een bejaarde dame met een contract met Pretium. In iets gewijzigde vorm verscheen dit ook op www.telegraaf.nl. Via Twitter en Facebook werd de URL gepubliceerd, en anderen bleken het bericht geretweet en geliked te hebben. Ook op netwerken als Hyves dook het bericht op.

Over telecombedrijf Pretium is veel te doen. Hun wervingsmethodes zijn laten we zeggen controversieel. Maar Pretium vond dit bericht zo schadelijk dat er een dikke week later al gedagvaard werd. Kennelijk was de Telegraaf het met ze eens dat het artikel niet kon, want uit het vonnis (via) blijkt dat ze zich niet verzetten tegen de stelling dat het bericht onrechtmatig was. Maar de geëiste maatregelen om de publicatie ongedaan te maken, gingen wel héél ver:

  1. een rectificatie plaatsen op de website www.telegraaf.nl, welke rectificatie dient te worden voorzien van een aankondiging op de homepage;
  2. een rectificatie plaatsen op dezelfde plaats van de website(s) waarop de artikelen zijn gepubliceerd;
  3. alle links naar de artikelen automatisch doorleiden naar de rectificatie;
  4. de artikelen en links zelf (en alle reacties) te verwijderen van eigen sites en andere sites waar deze geherpubliceerd waren;
  5. een verbod op herpublicatie waar dan ook;
  6. de Telegraaf opdragen de derden die het artikel ook gepubliceerd hadden, dit uit de Google cache te laten halen;
  7. ervoor zorgen dat Telegraaf-dochter Hyves alle links naar de artikelen zou vervangen door links naar de rectificatie en dat alle reacties op de artikelen worden verwijderd;
  8. ervoor zorgen dat sociale media van derden (lees: Facebook en Twitter) alle reacties op de artikelen zullen verwijderen en alle links en verwijzingen naar de artikelen zullen vervangen door links naar de rectificatie.

Holy chips wat een waslijst. Je kunt je voorstellen dat ze daar bij de Telegraaf Media Groep ook zenuwachtig over werden.

De rechter wijst de eis tot rectificatie toe, wat volstrekt gebruikelijk is. Ook mag de Telegraaf deze niet opnieuw publiceren (duh). Bij de online rectificatie wordt vermeld dat deze maar een week online hoeft te staan, omdat

de aard van het internet en de ontwikkeling daarvan meebrengt dat het onrechtmatige artikel tot in lengte van dagen op onverwachte momenten nog tevoorschijn kan komen en dat TMN deze aspecten van publicatie op internet onvoldoende heeft laten meewegen bij haar beslissing het artikel te publiceren, dit kan niet betekenen dat TMN gehouden is de rectificatie tot in lengte van dagen op haar website te laten staan

Ik denk dat dit betrekking heeft op de rectificatie op de homepage. Voor de rectificatie bij het artikel zelf lijkt het me juist de bedoeling dat die er tot in lengte van dagen blijft staan.

Telegraaf moet ook rectificeren via haar Facebookpagina en Twitterkanaal. De rectificatietekst daar moet een link naar de rectificatie op telegraaf.nl bevatten. Ook nog logisch en begrijpelijk allemaal, net als het gebod om Google, Yahoo en Bing aan te schrijven om de kopieën aldaar te laten verwijderen.

Pretium had ook geëist dat alle links naar het oorspronkelijke digitale artikel de bezoeker automatisch zouden moeten doorleiden naar de digitale rectificatietekst. Daarmee moesten “alle sporen naar de onjuiste publicaties worden uitgewist”. Telegraaf maakte bezwaar, omdat niet duidelijk was wat “alle links” waren. De rechter geeft ze daarin gelijk, hoewel hij niet expliciet onderbouwt waarom. Ik denk dat dit wel juist is: er zijn ondertussen zó veel diensten die links onthouden en zo veel alternatieve links die ook het CMS binnenkomen, dat je volgens mij hooguit een blokkade of omleiding op de canonieke URL kunt eisen.

Nu wordt het leuk: de links moeten ook weg van Telegraafdochter Hyves en van social media van derden, zoals Facebook en Twitter. Die eis toewijzen zou kunnen betekenen dat Telegraaf moet gaan procederen tegen twitteraars die hun timeline niet willen opschonen of Facebookers die het artikel hebben gecopypaste. Plus iedereen die erop reageert. Ehm, nee, aldus de rechtbank:

een dergelijke vordering, die betrekking heeft op een niet afgebakende groep derden, [is] niet toewijsbaar omdat zij het gevaar van executiegeschillen in zich bergt en omdat TMN het niet in haar macht heeft om ervoor te zorgen dat derden bepaalde handelingen verrichten.

Het roept natuurlijk wel een leuke vraag op: zou er een constructie denkbaar zijn dat je wél die kopieën, retweets, likes etcetera van een verboden artikel kunt verwijderen? Oftewel wat had een slimmere advocaat van Pretium moeten eisen hier?

Update (13 oktober) in hoger beroep licht aangepast: de rectificatie moet een jaar blijven staan, de vermelding op de homepage een week, én TMG moet drie internetzoekmachines plus vier nieuwskopieersites aanschrijven om verwijdering te verzoeken.

Arnoud

Vrijspraak voor smaad op MSN

Het gerechtshof heeft een vrouw (39) in hoger beroep vrijgesproken voor smaad via MSN, meldde Cops in Cyberspace. Ze had aan haar vrienden op MSN bepaalde berichten gestuurd, maar het Uit het Hof vindt dat geen smaad omdat de groep beperkt was. Pas als de teksten kenbaar waren geworden voor een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden, kan dat smaad opleveren. We hebben er dus weer eentje in de discussie over openbaarheid van sociale media.

MSN is op zich een 1-op-1 communicatiemiddel (afgezien van groepsgesprekken), maar er is een manier om een bericht meteen aan je hele contactenlijst te sturen: voeg aan je MSN-naam of -status de tekst toe. Iedereen in de lijst krijgt dat dan meteen te zien. Dat had deze vrouw ook gedaan, met opmerkingen als

mensen pas op met klusjes door [slachtoffer] want hij licht iedereen op met materiaal halen en zegt een bedrag dat het niet is’ en/of – ‘[slachtoffer] moet wel oplichten met zo’n duur wijf die alles moet hebben, anders is ze chagarijnig als ze niks heeft’ en/of – ‘mensen pas op met [slachtoffer] hij licht mensen op voor duizenden Euro’s met klussen, trap er niet in’

Het Gerechtshof had er geen twijfel over dat deze uitingen op zich smadelijk kunnen zijn, maar twijfelt over één punt: voor smaad is vereist dat er “ruchtbaarheid” aan de uitingen wordt gegeven. Daarvoor moeten ze ter kennis komen van een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden. In principe, zo oordeelt het Hof, kan dat het geval zijn. Je kunt via MSN (of andere digitale netwerken zoals Facebook of Hyves) prima zo’n kring met mensen bereiken.

Alleen, er moet dan wel bewijs zijn dat in dit geval ook een brede groep mensen bereikt werd. En dat is waar de zaak hier op stukliep. De vrouw had gesteld dat haar contactenlijst slechts tien personen telde, allen afkomstig uit haar directe omgeving (familie). Ook had ze de berichten al snel weer van MSN gehaald, zodat “niemand de berichten gelezen kon hebben”. Het was in ieder geval niet haar bedoeling dat iedereen de berichten kon lezen. Het OM had daar niets tegenover gesteld:

In de onderhavige zaak is door de politie geen nader onderzoek verricht naar de omvang van de groep van personen (“vriendenkring”) die verdachte tot haar MSN-account had toegelaten en evenmin is er onderzoek verricht naar de samenstelling van deze groep. Ook ontbreekt verdere informatie omtrent de vraag hoe lang de teksten op MSN voor anderen zichtbaar zijn geweest.

Het Hof vindt de groep van tien familieleden te klein om van “kring van betrekkelijk willekeurige derden” te mogen spreken. Daarom volgt vrijspraak.

De discussie over de openbaarheid van sociale media loopt al langer. In een Bossche zaak ging het om slechts 10 à 12 personen (voornamelijk familieleden) die toegang hadden tot de gewraakte krabbels op Hyves. Dat was ook een te kleine kring om van smaad te spreken. In een Leeuwardse zaak werd een groep van 25 Hyvesvrienden wél groot genoeg geacht, omdat hier sprake was van

een in potentie ruimere kring van personen, die kennelijk naar eigen inzicht en zonder enige restrictie over de uitlatingen mocht beschikken, waarbij daarnaast een verdere verspreiding van de gewraakte tekst door de oorspronkelijk geadresseerden -gezien de aard van de beschuldiging- voor de verdachte niet alleen in theorie voorzienbaar was maar ook op voorhand feitelijk te verwachten viel.

Het gaat er echter niet alleen om hoe veel mensen er bereikt worden, maar ook welke relatie ze hebben tot de plaatser van het bericht en of er expliciet of impliciet een sfeer van vertrouwelijkheid bestaat. Je kúnt dus met 100 familieleden chatten zonder smaad te plegen, of juist aan 20 vreemden iets vertellen en dan wél een boete krijgen wegens smaad.

Arnoud