Tweeten dat Postal Gold zuigt, mag dat?

postalgold-goud-reclame-irritant.jpgJaja, het was weer eens goed raak op de twitters afgelopen vrijdag. Zoals Topsy na te lezen is, werd er uitgebreid getwittert met de hashtag #postalgoldzuigt. Eerst nog min of meer serieus om aan te geven dat hun reclames zo irritant zijn (waarschuwing: filmpje kan tot irritatie leiden), maar nadat vanaf het account @postalgold_nl met juridische stappen werd gedreigd, werd de sfeer al snel baldadig: “Ik mag geen #postalgoldzuigt tweeten”, “het zuigt dat men wil dat je geen #postalgoldzuigt mag tweeten” en ga zo maar door.

Het account @postalgold_nl werd al snel verwijderd door Twitter, vermoedelijk omdat het een nepaccount is. (De echte lijkt @PostalGold te zijn.) Maar de vraag blijft: mag je twitteren dat een bedrijf zuigt?

Mij lijkt van wel. De term ‘zuigt’ is natuurlijk negatief, maar deze is zo ingeburgerd als algemene term dat het evident is dat je alleen maar wat aan het zeuren bent. Ik kan daar geen strafbaar handelen in zien. Smaad is het zeker niet, want je beschuldigt niet iemand van bepaalde feiten (zoals oplichterij). Bovendien is er een gerede aanleiding: de werkelijk bijzonder irritante reclames van het bedrijf.

Het doet natuurlijk sterk denken aan de Carglass-hoax, waarbij een grapjas een account uit naam van het bedrijf aanmaakte en iedereen dreigde met juridische stappen, waarop de hele goegemeente dubbel zo hard #carglasszuigt begon te roepen. Kinderachtig maar onvermijdelijk.

Arnoud

Mag je reclame-acties retweeten?

Een lezer wees me op de recente Twitteractie van de Bijenkorf: een leuk idee of verboden spam?

twitter-tweet-bijenkorf-retweet-actie-spam.png

Is dit spam, of beter gezegd ongevraagde commerciële communicatie? Je zou zeggen van niet, want je kiest er zelf voor de Bijenkorf te volgen. Maar het gaat om de retweet-actie: als jij dergelijke tweets retweet, geef jij de reclame van de Bijenkorf door aan je eigen volgers. En hebben die toestemming gegeven voor dergelijke reclame van jou?

Dit lijkt sterk op de tell-a-friend systemen op veel websites, waarover OPTA en CBP eind 2008 een regeling maakten. Sites mogen diensten opzetten om je vrienden lastig te vallen met reclame, mits:

  1. De communicatie gebeurt volledig op eigen initiatief van de internetgebruiker (of afzender), de website stelt hier geen (kans op) beloning tegenover voor afzender of ontvanger.
  2. Voor de ontvanger moet het duidelijk zijn wie de initiatiefnemer van de e-mail is, zodat hij diegene kan aanspreken als hij niet gediend is van dergelijke mails.
  3. De afzender moet volledige inzage hebben in het bericht dat namens hem wordt verzonden, zodat hij de verantwoordelijkheid kan nemen voor de persoonlijke inhoud van het bericht.
  4. De website in kwestie mag de e-mailadressen en andere persoonsgegevens niet gebruiken of bewaren voor andere doeleinden dan het eenmalig verzenden van een bericht namens de afzender. Daarnaast dient de website het systeem te beveiligen tegen misbruik, zoals het geautomatiseerd verzenden van spam.

Lees voor “website” nu dus @debijenkorf, en volgens mij is het dan snel duidelijk dat men hier niet onder valt. Er wordt een beloning uitgeloofd voor het tell-a-friendmechanisme, en dat is tegen de regels.

De OPTA heeft al eerder aangegeven dat ze ongevraagde commerciele Hyveskrabbels onder het spamverbod vindt vallen. Er lijkt maar weinig verschil tussen een Hyveskrabbel en een Twitterbericht. Maar in de discussie destijds werd gewezen op de definitie van “communicatie” uit de Telecommunicatiewet:

informatie die wordt uitgewisseld of overgebracht tussen een eindig aantal partijen door middel van een openbare elektronische communicatiedienst

Een twitterbericht is in principe voor iedereen leesbaar (tenzij iemand zijn tweets afgeschermd heeft). Daarmee zou dan geen sprake zijn van “communicatie”, en dus ook niet van spam. Maar veel Hyveskrabbels zijn ook openbaar, en daarvan zei de OPTA:

De ontvanger kan de krabbel pas lezen door in te loggen op zijn profiel. De informatie die middels de krabbel wordt uitgewisseld is alleen te lezen door abonnees die zich op Hyves hebben geregistreerd. Dus door een eindig aantal partijen. Derhalve kan er worden gesproken van communicatie in de zin van artikel 11.7 Tw tussen [X] en de abonnees.

Juridisch gezien zie ik dus geen belemmering om reclameretweets als spam aan te merken. Maar ik vind die conclusie net zo absurd als dat Hyveskrabbels onder het spamverbod vallen.

Arnoud

Mogen bedrijven gebruik van sociale media ‘beteugelen’?

‘Werknemers kunnen hun werkgever ernstige schade berokkenen door het gebruik van sociale media. LinkedIn, Facebook of Twitter leggen bedrijfsgevoelige informatie bloot, zoals cv’s, zakelijk netwerk of klantenbestand’, zo opende een column in het Financieele Dagblad vorige week (via GeenStijl). De strekking: verbied al die sociale shizzle of ga er in ieder geval keihard bovenop zitten met je arbeidsreglement, want anders kan je bedrijf er wel eens aan onderdoor gaan.

Bij Recruitment Matters wordt alvast hard gelachen om deze naïeve advocaat, maar laten we hier eens inhoudelijk kijken. Welke grenzen gelden er bij sociale media en het werk?

Er is nog geen rechtszaak over gevoerd, maar het actief benaderen van oude klanten kan op deze manier zomaar onrechtmatig zijn. Vallen socialemediavrienden ook onder de beperkingen van een relatiebeding, waarin staat dat je geen zakenrelaties mag benaderen na einde dienstverband?

In theorie kan dat ja. Het is toegestaan om werknemers te verbieden om na afloop van het dienstverband actief onder je eigen klanten (relaties) te gaan werven voor zijn nieuwe werk. Of hij dat nu via Linkedin, e-mail, brieven, telefoongeheugen of de KVK-netwerkborrel doet, maakt niet uit. Wel moet het relatiebeding schriftelijk afgesproken zijn (art. 7:653 BW).

Het is dus niet toegestaan om ineens iedereen via een IT-reglement te melden dat je niet met klanten mag krabbelen of relaties aan je Linkedin mag koppelen. Maar als het schriftelijk in je arbeidscontract staat, dan zit je daar aan vast.

Een doeltreffend socialemediabeleid moet ook het bedrijfskapitaal beschermen. Enkele suggesties. Blokkeer sites als Twitter, LinkedIn of Facebook. Dat zal de arbeidsproductiviteit zeker ten goede komen.

Op zich is het natuurlijk toegestaan om sites te blokkeren – sterker nog, het is niet verplicht voor werkgevers om mensen toegang te geven tot internet of e-mail. Maar of het doeltreffend is? Dat lijkt me niet; mensen zijn zó gewend aan die middelen dat je alleen maar frustratie veroorzaakt en dat is bepaald niet goed voor de arbeidsproductiviteit.

Een alternatief voor blokkeren is monitoren, zodat je ‘goed’ gebruik kunt toestaan maar kunt ingrijpen als er ‘slechte’ dingen gebeuren. Alleen, je mag als werkgever internetgebruik niet zomaar monitoren, zeker niet wanneer dat persoonsgericht gebeurt. Volgens de privacywet is daarvoor een gerede verdenking richting die persoon nodig.

Voor Twitter en Hyves geldt dit privacypunt minder. Wat je voor iedereen zichtbaar op dergelijke media plaatst, is ook voor je werkgever leesbaar. En staat daar iets dat hem duidelijk schaadt, dan heb je toch echt een probleem.

Als een werknemer toch zijn profiel op zo’n site wil achterlaten, laat hem dan slechts in algemene zin naar buiten treden over zijn of haar werkzaamheden: zijn of haar exacte functie en werkzaamheden zijn vertrouwelijk. Ook mag de werknemer op het profiel niet aangeven welke opleidingen hij op kosten van de werkgever gevolgd heeft. Dat maakt hem alleen maar aantrekkelijk voor headhunters, en schept verplichtingen naar andere personeelsleden.

Natuurlijk mag je geen bedrijfsgeheimen publiceren op een profielensite, maar functie-informatie als bedrijfsgeheim? Oeps, dan zou ik maar gauw “company confidential” op je visitekaartjes laten zetten.

Het stukje over opleidingen heeft ergens een kern van waarheid, maar het lijkt me dat het aan de werknemer is of hij een gesponsorde opleiding wil noemen naar zijn collega’s. En als je sommige werknemers wel en andere niet zo’n opleiding wilt toestaan, dan zul je toch echt beleid moeten maken met de criteria. Die ‘verplichtingen’ kun je daarmee pareren.

En over headhunters: ik mag hopen dat mijn werknemers aantrekkelijk zijn voor headhunters. Je hebt echt een probleem als geen enkele headhunter je personeel zou willen hebben, toch?

Verbied de werknemer om actief klanten te benaderen via sociale media. Als het dienstverband beëindigd wordt, moet de werkgever kunnen controleren met welke klanten de werknemer via sociale media een relatie is aangegaan. De werknemer mag tot twee jaar na het dienstverband geen zakelijke contacten onderhouden met deze klanten.

Hier komen we dus terug op het punt rond relatiebedingen dat ik hierboven ook al noemde. Op zich mag dit inderdaad.

Wel roept dit soort bedingen snel lastige vragen op: is een Linkedincontact een ‘actieve’ relatie? En als ik mijn status update en die relatie leest dat in zijn wekelijkse Linkedinspamupdatemail, ben ik dan actief met hem aan het praten?

Die periode van twee jaar is wel meteen het maximum dat je kunt eisen volgens de jurisprudentie.

Tot slot kan worden afgesproken dat uitlatingen die niet in het belang zijn van de werkgever zo veel mogelijk moeten worden afgeschermd. Sociale media bieden genoeg mogelijkheden om informatie alleen te openbaren aan een selecte groep. De meer vergaande beperkingen of voorwaarden aan het gebruik van sociale media kunnen het best direct met de werknemer worden overeengekomen.

Dit gaat me echt te ver. “Niet in het belang” van de werkgever is nog geen reden om zomaar alles te kunnen verbieden. Je bent als werknemer verplicht je als “goed werknemer” (art. 7:611 BW) te gedragen. Ook al staat iets dus niet expliciet in de wet, als een goed werknemer dat niet zo doen dan behoor jij dat ook niet te doen. Op zich zijn er dus dingen die je moet laten om dat je daarmee de belangen van je werkgever schendt.

Daar staat tegenover dat óók de werkgever zo’n plicht heeft: inderdaad, die moet goed werkgever zijn (zelfde artikel). Zó hard bovenop alle sociale media zitten, lijkt me niet in het belang van de werknemer – en daarmee indirect ook niet in het belang van de werkgever zelf.

Meelezende werkgevers vinden bij Frankwatching een veel betere analyse van de problemen en mogelijke oplossingen.

Arnoud

Een hashtag claimen, kan dat?

merk-weetje-van-de-dag.pngGisteren las ik op Marketingfacts over het claimen van een hashtag. Op Twitter wordt een #hashtag gebruikt om allerlei onderwerpen mee te #markeren, zodat je eenvoudiger kunt #zoeken op die termen. Twitteraar Petra de Boevere kreeg te horen dat ze de hashtag #weetjevandedag niet mocht gebruiken, omdat deze als merk gedeponeerd zou zijn en zij daar inbreuk op zou plegen.

Petra:

Omdat ik een zogenaamde “veeltwitteraar” ben deel ik van alles. Dingen die me opvallen, die ik tegenkom, die me intrigeren, die me boos maken of verwonderen. Met de hashtag #weetjevandedag heb ik wel eens getwitterd dat een USB-stick gewoon in de wasmachine kan en het dan nog steeds doet. Of dat inundatie een ander woord is voor het onder water zetten van een stuk land uit strategische overwegingen. Afgelopen vrijdag twitterde ik: “#weetjevandedag op 18 juni 1815 werd Napoleon Bonaparte definitief verslagen bij Waterloo http://bit.ly/bv0EEY” en gisterochtend: “#weetjevandedag op 20 juni 1877 zet Alexander Graham Bell de eerste commerciële telefoondienst op”.

Het merk in kwestie is een beeldmerk (zie plaatje voor het depot) waarin inderdaad de tekst “weetje van de dag” staat. Op beeldmerken kun je in principe alleen inbreuk maken als je het plaatje gebruikt of iets wat daar te veel op lijkt. Het is een oude en lastige discussie of je tekst úit dat plaatje als zodanig ook als merkinbreuk mag zien. Dat kan, als de tekst op zichzelf ook een geldig woordmerk zou kunnen zijn. Maar meestal deponeren mensen dit soort beeldmerken omdat de tekst geen merk kan zijn en ze dan toch nog maar iets gedeponeerd hebben.

Dat lijkt me ook hier het geval. Ik geloof geen seconde dat de term “weetje van de dag” onderscheidend is voor een dienst waarbij je elke dag een weetje meldt. Hoe lang je die dienst ook al verricht, het is en blijft de normale omschrijving voor wat je doet. En daarom kan die term niet als merk beschermd zijn. Het logo natuurlijk wel, maar er kan dan alleen sprake zijn van merkinbreuk als mensen het logo kapen.

Het bedrijf meldt op haar website dat ze een rechtszaak over merkinbreuk gewonnen heeft. Ik kan daarover op rechtspraak.nl of boek9.nl niets over terugvinden, dus dat is lastig te verifiëren. Maar afgaande op de beschrijving daar ging het niet alléén over het merk: ook de inhoud van de mailinglist zou zijn geherpubliceerd. Het lijkt me uitermate sterk dat ze een rechtszaak zouden winnen waarbij zelf bedachte weetjes onder die naam worden verspreid.

Als -en ik zeg áls- iemand een geldig woordmerk heeft, dan zou het merkinbreuk kunnen zijn als je je commerciële twitterberichten voorziet van dat woordmerk als hashtag. “Grolsch vandaag in de aanbieding #bavaria” zou denk ik niet door de beugel kunnen.

Arnoud

Jezelf uitgeven voor een ander, mag dat?

Een lezer Twitterde:

hoort van internet jurist @engelfriet dat je uitgeven voor iemand anders legaal is zolang je niemand oplicht. Hmmmm.
en het aantal followers van dat account schiet meteen naar 68. Ja, dat is mijn Twitteraccount en nee ik Twitter niet.

Maar het klopt, hoewel het erg kort door de bocht is geformuleerd. (Jaja, 140 tekens). Er is geen wetsartikel dat verbiedt om onder andermans naam te handelen. Je moet dus naar andere artikelen grijpen om hiertegen op te treden, en oplichting ligt het meest voor de hand bij “je voor iemand andres uitgeven”.

Van oplichting (art. 326 Strafrecht) is sprake als je met slinkse trucs iemand anders geld, producten of iets dergelijks probeert af te troggelen. Expliciet genoemd als slinkse truc is “valse naam”. Wie zich dus bij u aan de deur meldt als zijnde mij en een donatie voor deze blog vraagt, pleegt oplichting.

Specifiek voor auteursrechten is er nog de plagiaatvariant: een valse naam aanbrengen op een werk, of de echte naam vervalsen, om het zo te doen lijken alsof het van een ander afkomstig is. Dat kan dus je eigen naam zijn of die van een ander. Maar dan moet het wel gaan om een auteursrechtelijk beschermd werk, en dat is bij Twitter zelden het geval.

Wie commercieel handelt onder een naam die als merk is gedeponeerd, kan via het merkenrecht worden aangepakt, maar ik vind het moeilijk daar een voorbeeld van te verzinnen. Zeggen dat je Wesley Sneijder bent en voetbalschoenen verkoopt, misschien.

Als de valsenaamgebruiker echter geen enkel materieel doel heeft met zijn uitingen, dan is geen sprake van oplichting. Deze eikel bijvoorbeeld die onder mijn naam reacties plaatste op diverse blogs overtreedt dus geen wet. Nou ja, misschien smaad of laster als hij met die reacties geruchten op gang wil krijgen over mij of mijn reputatie aan wil tasten. Maar dat is niet echt uit die berichten te halen.

De vraag komt trouwens uit een discussie of je iets kunt doen aan fake Twitteraccounts. En dat kan wel. Niet op grond van wetboeken, maar op grond van de terms of service van Twitter. Die verbieden namelijk “[to] use the Services to send altered, deceptive or false source-identifying information” en daar valt Twitteren onder andermans naam onder.

Arnoud

Gedagvaard via Twitter, kan dat?

Creatief is ‘ie wel. Brein wil de in Zweden veroordeelde Pirate Bayers in Nederland voor de civiele rechter dagen, maar de deurwaarder aldaar kon ze niet vinden. Dus vandaar:

twitter-summons-dagvaarding.png

Kan dat zomaar? Goeie vraag. Een dagvaarding uitbrengen moet normaal via een deurwaarder, die dan langsgaat en de tekst in persoon overhandigt. Maar als iemand onvindbaar is, dan wordt dat lastig. Artikel 54(1) Rechtsvordering bepaalt dat je dan een openbare betekening doet door publicatie in een landelijk of regionaal dagblad. Gezien alle heisa over uitstervende dodebomenmedia vind ik het dan wel binnen de geest van de wet om met alle mogelijke elektronische media de dagvaarding onder de aandacht van de wederpartij te brengen.

Omdat de Piratenbaaiers in Zweden wonen, is hierbij de EU-Betekeningsverordening (Verordening 1393/2007) van belang. Deze bepaalt namelijk dat de dagvaarding dan naar Zweeds recht moet worden uitgebracht. En ik weet niet wat Zweeds recht zegt dat er moet gebeuren als de deurwaarder de gedaagden niet kan vinden. Waarschijnlijk ongeveer hetzelfde als wij

Ik heb geen idee of Brein’s vordering haalbaar is, omdat hun site eruit ligt sinds ze die dagvaarding uit hebben gebracht. Naar eigen zeggen gaat het om een denial-of-service aanval, maar het kan natuurlijk zijn dat ze gewoon overladen zijn vanwege de aandacht.

Waar ik bang voor ben, is dat de TPB’ers de zaak negeren, BREIN derhalve wint bij verstek en vervolgens bij Nederlandse providers gaat zwaaien met het vonnis om te eisen dat die nu een filter gaan implementeren om TPB tegen te houden. Want “ze zijn veroordeeld door de Nederlandse rechter”. Maar goed eerst maar eens de dagvaarding lezen.

Arnoud

Twitteren, mag dat?

Een lezer vroeg zich af of hij zijn gebruik van de microblogdienst Twitter wel als “twitteren” mocht omschrijven. Want: Twitter is een merknaam, en merknamen gebruiken als werkwoord kan ertoe leiden dat dat merk een generiek woord wordt. Je moet dus bij werkwoordgebruik van een merk uitkijken dat je het gebruikt in referentie tot de dienst van de merkhouder. Je Twittert dus bij Twitter maar niet bij Jaiku, net zoals je googelt bij Google en niet bij Ilse.

Hola, daar ging ik al. Zag u het? Ik schreef “googelt” in plaats van “Googelt” en daarmee zet ik alweer een stapje dichter richting het algemeen gebruik van “googelen” voor “zoeken op internet” (aldus Van Dale). Ik hoop dus maar dat meelezende Googleadvocaten hier niet boos om worden.

De vraag of een merk een generiek woord is geworden, is altijd lastig te beantwoorden. Je moet dan kijken naar het normale spraakgebruik – bedoelen mensen nog steeds de specifieke producten van het bedrijf Luxaflex of gewoon elke verticale lamel als ze “luxaflex” zeggen? Daarbij mag je naar woordenboeken kijken (of zelfs naar Wikipedia), maar dat is niet zaligmakend. Het MSN-voorbeeld van een tijd geleden leidde ertoe dat Van Dale haar woordenboek aanpaste en aangaf dat “msn’en” toch specifiek sloeg op chatten via Microsoft’s chatdienst. En wat te doen trouwens met hyven? Veelgebruikt maar het staat niet in het woordenboek.

Overigens, welke merkadvocaat heeft de term “genericide” eigenlijk bedacht om dit proces van gewonenaamworden van een merk mee te omschrijven? Een merk kwijtraken lijkt me toch wat anders dan een hele bevolkingsgroep uitroeien. Maar tsja, overdrijving is altijd een sterk punt van IE-juristen.

Arnoud

Help, mijn baas Twittert ook

Een lezer mailde me:

Ik hoor van steeds meer mensen op Twitter dat hun ‘baas’ ook op Twitter komt en ze gaat volgen. Over het algemeen vinden ze dat niet zo fijn en zie ik dat ze voorzichtiger worden in wat ze zeggen. Dit roept volgens mij interessante juridische vragen op. Mag je bijvoorbeeld onder werktijd twitteren, maar dan wel je baas blokken? Of heeft die recht om te zien wat je uitspookt?

Voor twitteren onder werktijd gelden dezelfde regels als bij ander internetgebruik: dat mag, maar met mate en het mag je werk niet hinderen. Ook heb je rekening te houden met bedrijfsbelangen. Je mag dus geen beursgevoelige informatie via een tweet naar buiten brengen als je werkt bij een beursgenoteerd bedrijf. Uitvinders die hun grote ontdekking per Twitter naar buiten brengen, beperken daarmee de kans op octrooi.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft bepaald dat je ook onder werktijd, en zelfs met de apparatuur van de baas, privégesprekken mag voeren, mits dus met mate. Sterker nog, je werkgever mag niet zomaar monitoren en opnemen wat jij privé allemaal uitspookt. Pas bij concrete aanwijzingen dat je je werk verzaakt, mag deze jou gaan volgen en ingrijpen. Je hebt een redelijke privacyverwachting op het werk, aldus de jurisprudentie.

Maar bij Twitter heb je heel weinig privacyverwachting, want je maakt zelf die gegevens openbaar en dus mag je baas die ook lezen. Natuurlijk heb je het recht om hem te blokken, maar er zijn genoeg manieren waarop hij alsnog te weten kan komen wat je zegt.

Als je vanwege je baas voorzichtiger gaat worden in wat je twittert, dan is dat volgens mij wel een teken dat je zelf al weet dat je niet helemaal netjes bezig bent. Toch?

Arnoud

Twitterkaping (plus: moet ik Twitteren?)

Twittersquatting, het klinkt enigszins apart maar het kan wel eens een serieus probleem gaan worden. Nu Twitter langzaam maar zeker steeds populairder begint te worden, beginnen mensen te merken dat namen opraken. Of dat hun (bedrijfs)naam al gebruikt wordt door een ander. Met een beetje pech doet die ander zich ook nog eens voor als jou. Kun je daar wat aan doen?

Het idee dat iemand je bedrijfsnaam of merknaam als Twitter-gebruikersnaam registreert, doet natuurlijk sterk denken aan het fenomeen domeinkaping dat vooral eind jaren negentig en begin jaren nul populair was. In reactie op de steeds brutalere kapers kwam er toen een speciale arbitrageregeling, waarmee merkhouders snel en efficiënt elke domeinnaam konden opeisen die leek op hun merknaam.

Twitter heeft zelf een name squatting policy:

Name squatting and “user name for sale” accounts will be permanently suspended. Attempts to sell or extort other forms of payment in exchange for user names will result in account suspension. Accounts that are inactive for more than 6 months may be removed without further notice.

Voor accounts die merknamen of eigennamen bevatten, zijn aparte policies opgesteld. Men kijkt eigenlijk alleen naar misleiding: een merknaam registreren mag niet als men zich valselijk voordoet als onderdeel of affiliate van de merkhouder. Andermans naam registreren is op zichzelf geen probleem, tenzij het gebeurt met het doel om deze andere persoon te hinderen of lastig te vallen. Het is me niet helemaal duidelijk hoe Twitter verifieert dat iemand echt de merkhouder is, laat staan hoe men het conflict oplost waarbij twee Jan Jansens allebei janjansen als gebruikersnaam willen hebben.

Wie het formeel wil doen, kan altijd nog naar de (kanton)rechter wegens merkinbreuk. Omdat op Twitter niets verkocht wordt onder de gebruikersnaam in kwestie, zul je het in principe moeten gooien op afbreuk doen aan de reputatie of het onderscheidend vermogen van het merk. En daarvan is sprake als de gebruiker doet of hij de merkhouder is.

En een gerelateerde vraag waar ik al een tijd mee zit: moet ik gaan Twitteren?

Arnoud

Auteursrechtelijk beschermde Twitterberichten

Naar aanleiding van mijn blogpost over Twitter en privacy kreeg ik nog de vraag of je je op auteursrecht zou kunnen beroepen bij herpublicatie van de inhoud van je Twitterberichten (’tweets’).

Het is nog maar de vraag of een Twitterbericht auteursrechtelijk beschermd is. 140 tekens (de maximumlengte van zo’n bericht) is wel erg kort voor het auteursrecht. Je moet dan wel heel creatief zijn. Een simpele mededeling als “ben een blogpost aan het schrijven” of “luister naar een saaie presentatie” is te zakelijk om onder het auteursrecht te vallen.

Maar zelfs als een bericht voldoende creatief is om beschermd te zijn, dan zal vrijwel elke herpublicatie op grond van het citaatrecht toegestaan zijn. Bij zo’n kort bericht is het namelijk toegestaan het integraal te citeren als je wilt aankondigen, bespreken of bekritiseren wat er in het bericht staat. De enige eis is een bronvermelding.

Een mooi voorbeeld is Erwin Blom’s compilatie van een vervelende gebeurtenis van Meisje van de Slijterij. Dat mag gewoon. Zolang het dus maar om openbare tweets gaat en niet om hergepubliceerde privéberichten.

Arnoud