Leerlinge mag niet terug naar school na raar getwitter

troll-twitterDe eerste keer dat het woord ’trollaccount’ in een Nederlands vonnis verscheen. De zaak is bepaald minder vrolijk: een leerlinge van het Adelbert College in Wassenaar die van school was gestuurd, mag niet terugkomen. Er was te veel onrust op de school, en een aantal seksueel zeer expliciete tweets zouden daaraan bijgedragen hebben. Hoewel niet vaststaat of de leerlinge die had verstuurd (of een troll), was alles bij elkaar plus het gegeven dat het schooljaar nog maar 4 weken zou duren er toch genoeg reden om haar te schorsen. Pff.

De leerlinge kwam van een andere school in de vijfde klas van de vwo-afdeling binnen. In december (2012) werd ze de toegang tot de school ontzegd, omdat de sfeer danig was verstoord. De school legde een zwaar deel van de verantwoordelijkheid bij haar: als voorwaarde voor de toelating gold dat door moest gaan met ondersteuning door professionele hulpverlening, en daar was ze mee gestopt omdat ze deze niet meer nodig zou hebben. En na de kerstvakantie had de politie bij de schoolleiding aangegeven dat zij, op grond van berichten op het internet niet konden instaan voor de leerlinges veiligheid op school.

Omdat het al zo’n tijd geleden is, is het moeilijk de feiten te reconstrueren uit objectieve bronnen. Als ik de naam van de leerlinge googel, vind ik een paar rare twitteraccounts maar die zou ik niet meteen aan een normaal persoon koppelen. Aan de andere kant, misschien zijn er dingen weggehaald en is het profiel aangepast. Dat maakt het een nóg intrigerender vraag: hoe kom je er in vredesnaam achter of een twitteraccount écht van iemand is en niet van een slimme trol? Update (18 juli) lees ook de reactie van de leerlinge zelf in de comments.

De rechtbank vindt dat niet vaststaat of de leerlinge zelf achter het account zat maar produceert dan deze kronkel die ik niet goed kan parsen:

Daar staat tegenover dat [eiseres] niet heeft weersproken dat zij tijdens de Frankrijkreis onderwerp van commotie is geweest, dat zij (grove) seksueel getinte uitlatingen heeft gedaan en dat zij (in ieder geval) destijds actief was op twitter en andere sociale media. Anders dan [eiseres] kennelijk meent, kan uit de vermelding van de naam‘[A]’ boven de geprinte twitterberichten niet worden afgeleid dat [eiseres] deze berichten niet heeft verzonden.

Wat staat hier nou? Je zit op Twitter dus kun je ook vanaf een nepaccount twitteren? Of, dat je naam er niet boven staat bewijst niet dat jij het niet was?

Afijn, de rechtbank oordeelt terecht dat niet kan worden vastgesteld welk aandeel [eiseres] in de commotie heeft gehad. Maar constateert vervolgens dat dat de commotie niet minder maakt, en dat de school toch íets moet om dat op te lossen. Elke keer dat zij op school verschijnt, ontstaat hernieuwd gedoe en dat komt de goede orde op de school niet ten goede.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechteris het onder die omstandigheden, en juist gelet op het feit dat het lopende schooljaar nog slechts vier lesweken telt, niet in het belang van de Stichting, de medeleerlingen van [eiseres] maar ook niet in dat van [eiseres] om haar weer toe te laten tot het onderwijs.

Omroep West meldt dat de leerlinge ‘ontzettend baalt’ en hoger beroep overweegt, hoewel dat vanwege het geld er waarschijnlijk niet in zal zitten. Volgens haar werd zij juist gepest door de rest van de school en is het dan de omgekeerde wereld dat zíj weg moet en niet de pesters. Een terechte als het klopt – maar hoe kóm je erachter of het klopt?

Arnoud

Kan twitteren over schoolzaken worden verboden?

Een lezer vroeg me:

Mag je zomaar alles tweeten of op Facebook over je school schijven, of mag de school daar regels over stellen? Op onze VWO-school worden leerlingen soms aangesproken als ze rare dingen online zetten.

Dit is een hele moeilijke. Natuurlijk heb je ook als scholier vrijheid van meningsuiting, maar de school heeft óók een belang, en dat is zorgen dat het op school ordelijk en netjes verloopt. De school mag wettelijk gezien regels stellen over wat scholieren doen.

In principe moeten die regels beperkt zijn tot wat men op school doet, maar in sommige gevallen mag de school ook iets zeggen over de vrijetijdsbesteding van de leerlingen – als dat van grote negatieve invloed is op de school. Denk aan pesten of lastigvallen van klasgenoten buiten schooltijd. Een school is verplicht een pestprotocol te hebben, bijvoorbeeld. (Terzijde: die website heet Pestweb en dat klinkt best wel gek.)

De wet omschrijft het zo:

In het leerlingenstatuut worden in elk geval voorschriften opgenomen, strekkende tot handhaving van de goede gang van zaken binnen de instelling en, de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de bescherming van gegevens uit de persoonlijke levenssfeer.

Als er buiten de les gepest of afgezeken wordt, dan kan dat “de goede gang van zaken binnen de instelling” raken. Want dat pesten komt ook weer terug op school; plus de verbindende factor ís de school. Dus bij gepest op Facebook of het Youtuben van rare filmpjes kan er via het leerlingenstatuut zeker iets worden ondernomen.

Dat is echter niet hetzelfde als “je mag de naam van de school niet noemen” of “ieder negatief bericht over de school is verboden op straffe van schorsing”, want klagen over je school is niet hetzelfde als de goede gang van zaken op school verpesten.

Hoe ver dit kan en mag gaan, is nog nooit bij de rechter getest. Het gaat mij te ver als een school zou verbieden om überhaupt negatief te twitteren of facebooken, maar wanneer een school ingrijpt bij pesterij of concrete smaad door een leerling op Facebook dan zou ik dat prima kunnen billijken. Jullie?

Arnoud

Antiplagiaattool Ephorus bruikbaar als bewijs bij examenopstel

detectie-ephorusEen één voor plagiaat toekennen nadat met Ephorus een match van 93% was vastgesteld, mag. Dat bepaalde de Raad van State onlangs in een rechtszaak van een scholier die bij een examenopdracht met deze tool betrapt was. Natuurlijk ging het niet alléén om Ephorus, de rector had nader onderzoek uitgevoerd. Ik ben heel benieuwd of meelezende forensisch experts een geloofwaardig weerwoord kunnen produceren op de bevindingen daarvan.

De scholier had een opstel ingeleverd (“Vettaks onzin!”) dat door het antiplagiaatprogramma Ephorus was gescand met een score van 93% overeenstemming met een opstel dat op 23 februari 2012 door een andere eindexamenkandidaat was ingeleverd. Dat is een stevige aanwijzing voor plagiaat, maar je kunt niet een besluit (zoals uitsluiting of een cijfer) opleggen uitsluitend op basis van wat een computerprogramma zegt.

Verder onderzoek dus. Stap 1: wat staat er in de bestandseigenschappen van meneers opstel? De naam van de eerdere mevrouw. Eh, oeps. En inhoudelijk was het ook vrij snel klaar:

Vergelijking van de twee opstellen wijst uit dat het door [de scholier] ingeleverde opstel, afgezien van de titel, een beperkt aantal woorden en de laatste paar zinnen, identiek is aan het opstel van een eindexamenkandidate, die haar opstel twee weken eerder heeft ingeleverd. Zelfs een taalfout komt overeen.

De scholier had nog aangedragen dat hij echt de auteur was, omdat hij het al in februari 2012 op internet had gezet, dus een week voor het inleveren van die collega-scholiere. Daar was alleen geen bewijs van (en, vraag ik me dan af, waarom zóu je). Bovendien is het dan bepaald onlogisch dat de naam van een ander in de bestandseigenschappen terechtkomen, lijkt mij.

Goed, in theorie zou iemand anders na het inleveren die eigenschap hebben kunnen wijzigen, maar een dergelijke theorie klinkt nogal onwaarschijnlijk en vereist dus stevig bewijs. Het recht werkt niet met mathematische zekerheden maar met waarschijnlijkheden – en zaken die onwaarschijnlijk zijn op het niveau “kóm nou” mag je gewoon negeren.

Meneer mag nog wel door met zijn examens, de 1 telt voor 12% mee en het is dus mogelijk dat hij alsnog slaagt.

Arnoud

Mijn kind is een hacker, wat nu?

halt-strafEen lezer vroeg me:

Mijn zoon zit in groep 8 van de basisschool en is al een paar jaar heel intensief bezig met computers. Hij is er echt goed in, maar haalt daardoor ook dingen uit die hem in de problemen brengen. Hij hackt het wachtwoord van de docent en zet rare plaatjes in een presentatie, bijvoorbeeld. En nu zitten vriendjes hem te pushen om daarmee door te gaan, bv. door Facebook van klasgenootjes te hacken. Wanneer wordt dat strafbaar, en wat kan ik doen?

Raden of achterhalen van wachtwoorden is eigenlijk altijd strafbaar als computervredebreuk. Deze jongen komt dus echt in problemen terecht als hij hiermee doorgaat. Als hij nog geen twaalf is, dan is hij nu niet strafbaar. Vanaf twaalf jaar begint het strafrecht te lopen, en tot je achttiende val je dan onder het jeugdstrafrecht.

Meestal wordt er bij wetsovertredingen door minderjarigen geprobeerd deze bij bureau HALT een alternatieve straf te laten uitvoeren. Alleen, de regels rond HALT zijn niet geschreven voor computercriminaliteit. Naar HALT mag je (op basis van vrijwilligheid) bij wat ik maar even vandalisme en kleine criminaliteit (winkeldiefstal of oplichting tot € 150 euro) noem. Computervredebreuk staat niet in het Besluit aanwijzing Halt-feiten (ex art. 77e Strafrecht).

Er is een restartikel voor “feiten van geringe ernst” met weinig schade waarbij “een pedagogische benadering” passend is. Met toestemming van de officier van justitie mag dan alsnog een Halt-aanpak worden gekozen. Halt noemt zelf hacken bij digitaal pesten als voorbeeld uit die restcategorie.

Ik heb alleen geen idee wat de gepaste “pedagogische benadering” is bij een twaalfjarige zuivere hacker. Pesten via Hyveshacken is één ding, het smartboard van de school automatisch New Kids Turbo laten vertonen iets heel anders. (En inbreken in het cijfersysteem van je middelbare school nóg weer iets anders.) Wat zouden jullie aanraden? Doe hem op een hackersclub?

Arnoud

Mag een school zijn informatiesystemen wel uitbesteden?

Een lezer vroeg me:

De school van mijn dochter gaat gebruik maken van het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Dit is een SaaS-dienst, waarbij persoonsgegevens worden verzameld. Maar ik kan nergens vinden dat het bedrijf dit heeft aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens! Mag dit dan wel?

Hoofdregel bij de Wet bescherming persoonsgegevens is dat je je verwerking moet melden bij de toezichthouder. Ja, altijd. Maar omdat je dan inderdaad helemáál knettergek wordt van die wet, is er een serie vrijstellingen opgenomen. Zo hoef je een intranet niet (meer) te melden, mits je maar binnen de regels van de vrijstelling blijft.

Misverstand daarbij is trouwens dat “onder de vrijstelling vallen” betekent dat je legaal bent. Je hebt echter nog stééds adequate toestemming of een andere grondslag nodig.

Er is een vrijstelling voor leerlingen, deelnemers en studenten aan een onderwijsinstelling waar een school gebruik van kan maken. Ze mogen de gegevens dan bv. alleen gebruiken voor het onderwijs, beschikbaar stellen van leermiddelen, innen van lesgeld, het doen uitoefenen van accountantscontrole, het publiceren op de eigen website en zo nog een paar. Wil een school een Facebookpagina maken met leerlingfoto’s erop, dan vallen ze daarmee buiten de vrijstelling. Die pagina moet dan worden aangemeld.

Nu is het bedrijf achter ParnasSys geen school, dus zij mogen zich niet op de vrijstelling beroepen. Maar in deze situatie maakt men gebruik van de ‘bewerker’ constructie. Wanneer een school iemand inhuurt die in hun opdracht persoonsgegevens verwerkt, en de school bepaalt met welk doel, dan is het nog steeds de school die verantwoordelijk is. En dat is precies wat er bij SaaS-dienstverlening gebeurt. De school bepaalt dat ze een leerlingvolgsysteem wil en kiest welke functionaliteit ze daarvoor wil inzetten. ParnasSys doet zelf niets – als het goed is.

De wet schrijft voor dat je dan een bewerkersovereenkomst moet sluiten met de bewerker. Hierin leg je vast wat hij wel en niet mag doen, welke beveiligingsmaatregelen hij moet nemen, of je mag auditten en hoe je om wilt gaan met schadeclaims van benadeelde ouders of leerlingen. Dit gebeurt echter maar zelden bij SaaS-diensten.

Update (20:32) het bedrijf achter ParnasSys reageerde in de comments:

ParnasSys heeft een bewerkersovereenkomst met de gebruikers en die voldoet ook aan de richtlijnen van OC&W met betrekking tot de leerlingadministratie en het leerlingvolgsysteem.

Verder hebben wij een speciale demo-school met niet-bestaande voorbeeldleerlingen, maar wel met realistische data. Je ziet dus mooie grafieken en gewone namen, maar die namen zijn compleet gefingeerd. Niemand van onze medewerkers presenteert vanuit gegevens van een bestaande school, als we daar al bij zouden kunnen. Je koopt toch geen pakket waar bij de presentatie al privacy-grenzen overschreden worden?

Het echte probleem zit hem volgens mij meer in de mogelijkheden, waar veel scholen niet goed bij stilstaan. Er zijn systemen waarbij ouders de geboortedata van álle klasgenoten kunnen zien. Is dat erg, is dat wenselijk? Ik weet het niet, maar zelden is dit een actieve beslissing, dit “doet het systeem gewoon” en dan wordt er achteraf een reden verzonnen waarom het oké is (“dat weten ze toch allang van elkaar”). Of er komen online cijferlijstinzagedingen, waar we ooit een aardige discussie over hadden. Wil je wel dat ouders alles kunnen zien wat er op school gebeurt?

Arnoud

Een school in de wolken

cloud.jpgRegelmatig krijg ik vragen van scholen van allerlei pluimage die overwegen “iets met de cloud” te gaan doen. Dat varieert van het op Slideshare of Youtube zetten van lesmateriaal tot het delen van teksten via Google Docs tot het compleet migreren van de IT-infrastructuur naar Gmail of Microsoft. En dan komt natuurlijk meteen de vraag: mag dat allemaal wel?

De cloud is leuk, maar juridisch lastig. Allereerst zit je met een probleem van beschikbaarheid: wat als Gmail het een middag niet doet, annuleer je dan je lessen? Natuurlijk, dat kan met een eigen IT-infrastructuur ook maar dan kun je makkelijker iemand bellen om maatregelen te nemen. Of je kunt geld in een SLA steken om dat te voorkomen. Met cloudproviders is dat vaak een stuk moeilijker.

Een groter probleem speelt natuurlijk rond de persoonsgegevens van leerlingen (en hun ouders, en de leerkrachten) die je op die manier in de cloud parkeert. Zeker wanneer die cloud in de VS geparkeerd is (een wolk parkeren? ehm), heb je dan eigenlijk altijd een juridisch probleem. Je kunt niet zomaar als school gegevens naar de VS exporteren, aangezien daar geen goede privacybescherming bestaat. Nee, ook niet met Safe Harbor.

Eigenlijk is de enige optie om met ondubbelzinnige toestemming te werken. Mensen moeten dan vrijwillig en expliciet zeggen “Ja, het is goed dat mijn (kinds) persoonsgegevens op servers in de VS worden opgeslagen”. En de pijn zit hem in dat vrijwillig: je kunt niet halverwege een schooljaar ineens eisen dat men even dat formulier ondertekent. Zeker niet als je bedenkt dat in het basisonderwijs de overeenkomst begint in groep 1 en eindigt in groep 8 – en dus niet per schooljaar opnieuw.

Maar wacht, we hadden toch ook nog de goede uitvoering van die overeenkomst als grond? Ja, dat klopt: zonder toestemming mag je iemands persoonsgegevens verwerken (ook in de VS) als dat noodzakelijk is voor het goed nakomen van een overeenkomst met die persoon. Maar is het noodzakelijk om iemands cijferlijst in Google Docs bij te houden, of de spreekbeurten via Slideshare of Prezi te laten lopen? Volstrekt niet.

Als je een Europese cloudprovider gebruikt, dan is dit allemaal een stuk minder problematisch. Het grootste aandachtspunt dat dan overblijft is de beveiliging natuurlijk. Maar probeer maar eens een Europese cloudprovider te vinden die kan wat Google of Microsoft kunnen.

Arnoud

Camerabewaking ingezet tegen spieken, mag dat?

cheat-note-spiekbriefje.jpgStudenten zijn woedend over plannen van de Erasmus Universiteit om met camerabewaking spieken tegen te gaan, meldde Nu.nl gisteren. De Rotterdamse universiteit zet het paardenmiddel in om vast te leggen wat er gebeurt in tentamenzalen. Bij een vermoeden van fraude kunnen de beelden worden opgevraagd. Na enkele dagen worden ze gewist.

Cameratoezicht in niet-openbare ruimtes is juridisch problematisch. Opzettelijk en wederrechtelijk iemand filmen in bijvoorbeeld een tentamenzaal is strafbaar (art. 139f Strafrecht) tenzij dit duidelijk is aangekondigd. En nee, een tentamenzaal is niet openbaar (in tegenstelling tot de meeste andere ruimtes op de universiteit). Maar zelfs als ie dat wel zou zijn: dan moet je voor een aangebrachte camera aan dezelfde eis voldoen (art. 441b Strafrecht).

Dat ‘wederrechtelijk’ heeft hier vooral te maken met de privacybelangen van de studenten, waar je als universiteit ‘overheen’ moet zien te gaan met je eigen belang. Ik moet zeggen dat mij het wel redelijk voorkomt, mits het echt werkt zoals beschreven: alléén bij een serieus vermoeden van fraude, en dan specifiek die beelden terugkijken (en de student weerwoord laten geven natuurlijk). En geen jaar gaan bewaren of “voor trainingsdoeleinden” elders inzetten. Of verkopen aan Wegmisbruikers.

De plaatsing van de camera’s zou voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens, meldde NU.nl nog op gezag van de universiteit. Camerabeelden zijn persoonsgegevens, en aangenomen dat men digitale opnames maakt dan geldt die wet inderdaad. Een puur analoge opname op videocassette zou er niet onder vallen.

De Wbp bepaalt dat je alleen met toestemming mag filmen, behalve in uitzonderingsgevallen. Eén zo’n uitzondering is de eigen dringende noodzaak, die zo zwaar weegt dat je de privacy opzij mag zetten. In dit geval is die noodzaak dus “kunnen bewijzen dat er fraude wordt gepleegd”, wat mij als een relatief zware reden voorkomt. En het privacybelang lijkt me in deze situatie niet heel groot: je wórdt immers al bekeken door die surveillanten en je wéét exact dat het gaat gebeuren.

Toegegeven, ik zou ook extra zenuwachtig worden als er niet iemand rondliep maar iemand continu achter me stond, maar ik weet niet of dat argument zwaar genoeg weegt.

Wel mis ik het formele puntje dat de Erasmus deze verwerking van persoonsgegevens niet heeft aangemeld (zoeken op “Erasmus”, ik kan niet dieplinken). Dat is namelijk verplicht bij alle vormen van cameratoezicht, tenzij je valt onder de vrijstelling voor cameratoezicht. Maar die geldt alleen “in het kader van de beveiliging, met behulp van duidelijk zichtbare videocamera’s, van personen, gebouwen, terreinen, zaken en productieprocessen”. Tentamentoezicht vind ik absoluut geen “beveiliging”.

Wat vinden jullie? Is dit gewoon een logisch inzetten van surveillancemiddelen, of is het “Big Brother-gevoel” van LSVb-voorzitter Kai Heijnema terecht?

En wat was jullie creatiefste spiektruc vroeger?

Arnoud

Wat mag een docent met telefoons van leerlingen?

Een minderjarige lezer vroeg me:

Bij ons op school is het een populaire straf om telefoons in te nemen om van alles en nog wat. Bij bellen in de klas okee, maar het gebeurt ook wel als we gewoon iets te lang op het plein rondhangen. Of niet hard genoeg werken in het huiswerklokaal. Kan dat zomaar? En hoe lang mogen ze de telefoon dan bij zich houden?

Een school is bevoegd om sancties op te leggen om de goede gang van zaken op de school te bewaren. Zij mag zelf bepalen wat die sancties zijn, zolang ze maar redelijk en proportioneel zijn. Een week je telefoon kwijt omdat je kauwgum kauwt, is niet proportioneel, maar de hele dag je telefoon kwijt omdat je zat te sms-en onder de les is dat wel.

De op te leggen sancties moeten in het leerlingenstatuut zijn vastgelegd. Dit is een wettelijk voorgeschreven document (artikel 24g Wet voortgezet onderwijs), waarin de rechten en plichten van leerlingen moeten staan. Ook moet zijn toegelicht hoe “uitvoering wordt gegeven aan de bescherming van gegevens uit de persoonlijke levenssfeer”, oftewel hoe de school bij dit alles de privacy van de leerlingen gaat bewaren.

Er is geen rechtspraak over mobieltjes, of zelfs maar in het algemeen over onterechte straffen door een school. Wel zijn er uitspraken van diverse klachtencommissies. Deze zijn ingesteld op grond van die wet, maar kunnen geen bindende uitspraken doen. Er zijn een paar uitspraken over telefooninbeslagname, maar het is moeilijk daar een duidelijke lijn in te zien.

Ik denk dat je in 2012 wel mag stellen dat de mobiele telefoon op het voortgezet onderwijs een primaire levensbehoefte van de leerling is. Al in 2008 vond de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs werd in 2008 dat telefoons alleen tijdens schooltijd ingenomen mogen worden:

De samenleving is van dien aard dat door de Commissie aan de telefonische bereikbaarheid van de vo-leerling bij het verlaten van de school na zijn laatste uur een doorslaggevend belang wordt toegekend.

Innemen tijdens schooltijd is dus mogelijk. (Wat in de praktijk neerkomt op: ‘innemen gedurende één schooldag’.) Maar dan moet dat wel in het reglement van de school staan, en moet er een (algemene) beroepsmogelijkheid zijn voor het geval de leerling het oneens is met het innemen van zijn telefoon.

Een ingenomen telefoon moet natuurlijk veilig bewaard worden, en dat is dus niet de binnenzak of bureaulade van de docent. En de docent mag niet fysiek geweld gebruiken (ik zeg het maar even) om de telefoon in beslag te nemen. Hij mag alleen eisen dat het toestel wordt afgegeven, en gebeurt dat niet dan kan dat leiden tot schorsing van de leerling. Maar fysiek dingen uit handen trekken kan écht niet.

Helaas veel voorkomend is dat leerlingen rare of vervelende filmpjes of foto’s maken van schoolsituaties, medeleerlingen of docenten. Dit kan op zich prima in het leerlingenstatuut worden verboden, en als iemand wordt betrapt dan kan men op die grond ingrijpen. De regels kunnen zelfs bepalen dat zulke foto’s of filmpjes moeten worden gewist.

De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs vond het niet meer dan normaal dat als een leerling een ‘verboden’ filmpje niet wil wissen, de docent dat even doet:

Dat verweerder vervolgens de gewraakte filmpjes wilde verwijderen toen klaagster daarmee in gebreke bleef, acht de Commissie niet meer dan redelijk en in het geheel niet strafbaar, zoals door klaagster is gesteld.

Ik vind dat best opmerkelijk, want de politie mag dat niet – je wist immers zo het bewijs en zet daarmee de betrokken leerling op forse achterstand bij een klacht. En de docent natuurlijk ook: als de leerling stellig volhoudt dat iets heel anders is gewist, wat ga je dan zeggen als docent?

Als je gaat zoeken op leerlingenstatuten over mobiele telefoons dan kom je best aparte dingen tegen trouwens. Scholen die mobieltjes compleet verbieden, die het maken van foto’s behandelen als strafbaar feit (wat het niet is) en scholen die een telefoon twee weken innemen als ie aan blijkt te staan vóór 15:40 op een schooldag (“Er vindt geen restitutie van abonnementskosten of sim-kaart plaats.”). Zouden ze die regels ook aan leraren opleggen?

Arnoud

Mag mijn school Windows eisen?

windows-mac-linux.jpgEen lezer vroeg me:

De opleiding die ik momenteel volg maakt gebruik van een Flash applicatie voor de wiskundelessen. Ik gebruik Linux, en daar werkt die applicatie eigenlijk niet goed op. Ik heb verschillende distributies, van Gentoo tot Ubuntu, geprobeerd maar het probleem blijft. Mijn docent geeft echter aan dat ik dat maar te accepteren heb: “Moet je maar gewoon Windows gebruiken”. Dus nu vroeg ik me af, kan ik van de school eisen dat ze hun applicatie crossplatform maken, of kunnen ze mij verplichten een dure Windowslicentie aan te schaffen?

Ik ken geen regels die zeggen dat opleidingen OS-agnostisch moeten zijn. Heel misschien als je indirect benadeeld wordt in een handicap of zo (screenreader die het alleen doet onder MacOS, of braille-apparaat met Linux).

In het algemeen geldt voor zover ik weet dat een onderwijsinstelling zelf mag bepalen welke eisen zij willen stellen aan deelnemers, zolang het maar geen verboden discriminatie oplevert. Als zij eisen dat je een roze sweater draagt, dan zal dat moeten. Willen ze geen leren tassen, dan zul je een geweven rugzak moeten kopen.

Voor software geldt denk ik hetzelfde. Zij hebben bepaalde software, en als jij die vakken wilt volgen dan moet je hun software gebruiken. Dat is denk ik niet anders dan wanneer ze je boeken voorschrijven of een rekenmethode die jou misschien niet ligt (de moderne staartdeling, wtf?). Dat jij liever een ander boek hebt, of dat jouw boeken goedkoper zijn, is geen argument om af te mogen wijken van de verplichte literatuur. En daarom denk ik dat Windows ook voorgeschreven kan worden.

Arnoud

Mijn ouders krijgen een portaal, mag dat?

Een lezer vroeg me:

Onze school (voortgezet onderwijs) is van plan om in schooljaar 2010-’11 een internetportaal te introduceren voor ouders waarop zij onze cijfers, gemiste uren en te laat-briefjes kunnen vinden. Zo kunnen ouders dus precies zien wat wij doen (of beter gezegd niet doen). Nu snap ik dat ouders dat graag willen, maar zeker in de bovenbouw heb je als leerling toch ook een eigen verantwoordelijkheid en bovendien een zekere privacy op school. Kan dit zomaar?

Ja dat kan, ten minste als je nog geen zestien bent. De Wet Bescherming Persoonsgegevens zegt dat de ouders over alles beslissen op het gebied van privacy en persoonsgegevens totdat het kind zestien is (artikel 5 Wbp). Daarna beslist het kind zelf, hoewel het me niet zou verbazen als de school de toestemming simpelweg opeist in het inschrijfformulier.

Als de ouders beslissen, moeten ze wel rekening houden met het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind, dat bepaalt in artikel 3:

Het belang van het kind moet voorop staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan. De overheid moet het welzijn van alle kinderen bevorderen en houdt toezicht op alle voorzieningen voor de zorg en bescherming van kinderen.

De ouders moeten dus wel degelijk het privacybelang van het kind meewegen bij het besluit of dit wel zo wenselijk is. Ik moet zeggen dat ik aarzel bij de vraag of dit hier het geval is. Natuurlijk, als kind heb je een zekere vrijheid en moet je de ruimte hebben om een keer een baaldag te hebben. Maar als ouder moet je ook vroeg kunnen signaleren dat je kind te veel spijbelt of onvoldoendes haalt, zodat je kunt ingrijpen voordat het helemaal misgaat.

De beste kans lijkt me om dit via de leerlingenraad of (met hulp van ouders) de ouderraad aan te kaarten. Misschien zijn er ondergrenzen af te spreken – bijvoorbeeld dat pas bij 3 keer spijbelen in een maand het in het portaal verschijnt.

Arnoud