Schotel moet van gevel wegens internet, is dat nieuws?

Voor het eerst heeft een huurder van een rechterlijk college te horen gekregen dat hij zijn schotelantenne moet verwijderen omdat er via internet voldoende alternatieven zijn, las ik in de Telegraaf. Ehm, nee. Dit is geen nieuws, het is niet voor het eerst en dit soort zaken zijn niet vernieuwend of moeilijk. Hooguit tentamenvragen voor eerstejaars studenten ICT-recht. Maar het is kennelijk wel nieuws want “Het vonnis zou wel eens bepalend kunnen zijn in vergelijkbare zaken”. Dat kan immers met elk vonnis.

Het probleem dat mensen schotelantennes ophangen aan hun appartement en de verhuurder (of de buren) dat niet mooi vinden, is volgens mij al zo oud als, eh, schotelantennes. Uitgangspunt is dat het ophangen van een schotelantenne valt onder de informatievrijheid, een grondrecht (EHRM 16 december 2008, NJ 2010, 149). Dit mag dus alleen worden verboden als daar zwaarwegende belangen voor zijn (én er een duidelijke grondslag voor is, bv. een clausule in het huurcontract). Enkel dat je eigenaar bent van het pand, maakt je niet bevoegd huurders te verbieden een schotel op te hangen.

Bij veel zaken zetten ze echter de boel op z’n kop: de vraag is dan “is de schotel wel nodig” maar de vraag moet zijn “is het inroepen van het verbód wel nodig”. Maar nou ja, uiteindelijk komt het altijd neer op een afweging van belangen. Hoe ernstig is de schotel nodig en hoe belangrijk is het mooie aanzicht van het pand en de belangen van de buren die ineens zo’n wit ding hebben in plaats van een uitzicht.

Al in 2010 blogde ik over een vergelijkbare zaak waarin “ga maar internetten” als argument werd gebruikt om een schotel eraf te laten halen:

Voorts geeft artikel 10 EVRM geen recht op gratis informatie. Huurder heeft niet gesteld of aangetoond dat de kosten van de alternatieven zodanig hoog zijn dat hij deze redelijkerwijze niet kan betalen, terwijl bovendien van hem verlangd kan worden de mogelijkheden van het internet te beproeven.

Desondanks stortte de wereld niet in en gingen verhuurers zich niet massaal op dit “bepalende” vonnis beroepen. Sterker nog, in een zaak uit 2011 oordeelde de rechtbank juist dat de “zuiver esthetische belangen” van een antenneloos pand en de boosheid van andere bewoners dat hun antenne er wél af, samen niet genoeg grond waren om de antenne van de eiser uit deze zaak weg te laten halen.

Maar toegegeven, in recente zaken zie je wel vaker het argument “u kunt dit toch allemaal via internet bekijken, waarom moet er dan zo’n overlastgevende schotel”? En dat snap ik ergens wel: als je dezelfde kwaliteit en kwantiteit informatie kunt krijgen via een niet-overlastgevend kanaal, dan is het wel reëel om te verlangen dat je dat eens probeert. Toch?

Ik begrijp de overweging dus van de rechter, maar om nou te zeggen dat dit een verrassend vonnis is, nee.

Arnoud

Amerikaans hotel krijgt boete voor blokkeren wifi-hotspots

wifi-hotel.pngHet Marriott Hotel in Nashville heeft een schikking van 600.000 dollar getroffen met de Amerikaanse telecomwaakhond FCC voor het verstoren van de persoonlijke wifi-hotspots van klanten, meldde Nu.nl onlangs. Met deze truc wilde men voorkomen dat huurders van conferentiezalen eigen tijdelijke netwerken zouden aanleggen tegen lagere prijzen dan het hotelnetwerk. Maar de verstoring trof ook privénetwerken zoals een hotspot op je telefoon. Wat voor mij de vraag oproept: waarom mág dat eigenlijk niet, stel dat het een Nederlands hotel was?

In de VS hebben ze een specifiek artikel dat hierover gaat (Section 333 of the Communications Act):

No person shall willfully or maliciously interfere with or cause interference to any radio communications of any station licensed or authorized by or under this Act or operated by the United States Government.

Een dergelijk artikel specifiek over storingen in radio-uitzendingen verzorgen, ken ik niet. We zullen dus op zoek moeten naar een generieker artikel en zien hoe dat ‘past’ op deze vorm van verstoring.

Het ging hier niet om een wifi-jammer of ander radiostation dat gewoon de frequenties voor 802.11-radioverkeer blokkeert. Hoewel die frequentiebanden vrij gebruikt mogen worden, gelden voor apparatuur wel eisen zoals dat deze niet te hard of ongecontroleerd mogen zenden. En apparatuur die stoorverkeer genereert, zou dus tegen dit verbod aanlopen.

De apparatuur van het hotel gebruikte een specifiekere techniek, deauth geheten. Kort gezegd stuurt de apparatuur een commando dat randapparatuur meldt dat ze niet meer geauthenticeerd (deauthenticated) zijn en of ze zich opnieuw willen aanmelden bij het netwerk. En dat dan zo veel keer per seconde, zodat je effectief het netwerk niet meer op kunt. Dan wil je van ellende wel op het Marriott wifi uiteindelijk.

Een dergelijke aanval zou ik strafbaar vinden als denial-of-service aanval, art. 138b Strafrecht:

Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmert door daaraan gegevens aan te bieden of toe te zenden.

(Hee Arnoud, maar één jaar cel, dat was toch veel hoger? Nee, alleen bij zware aanvallen die infrastructuur van algemeen nut verstoren.)

Ik zit een klein beetje met dat “daaraan”, dat impliceert dat het alleen opgaat als je één specifiek apparaat op de korrel neemt. En deze aanval kan ook ongericht worden uitgevoerd, oftewel op alle apparaten op het netwerk tegelijk. Maar ik denk dat daaraan (haha) wel een mouw te passen is: iets broadcasten dat bij apparaat X aankomt en mede bedoeld is voor apparaat X, lijkt me wel “daaraan toezenden”.

Weet iemand eigenlijk hoe je detecteert dát men zo’n apparaat gebruikt, ter onderscheid van dat het gewoon een brak netwerk is (zoals in menig hotel)? En wat doe je ertegen?

Arnoud

Gastpost: Kostbare privacy op internet

privacy-statement.jpgOmdat ik met vakantie ben deze week een aantal bijdragen van vaste bezoekers. Vandaag advocate Nine Bennink over haar privacyzorgen en onze laksheid met dit grondrecht.

Een tijdje terug haalde ik mijn internetbestelling op in een winkel van een bekende modeketen. Het meisje achter de kassa vroeg naar mijn paspoort. Ik overhandigde het, waarop zij het documentnummer noteerde op een papiertje. Het papiertje verdween in een rode map. Verontwaardigd vroeg ik haar wat zij met die gegevens ging doen. “Geen idee”, kreeg ik als antwoord. Thuis heb ik direct de winkelketen gemaild. Ik wil weten waar die gegevens worden opgeslagen en waarom. Terecht. Privacy vind ik een belangrijk goed. Toch betrap ik mijzelf op inconsequent gedrag. Op internet ben ik namelijk niet zo oplettend waar mijn gegevens blijven. Bovendien accepteer ik klakkeloos de privacyvoorwaarden van verschillende social media waarmee ik mijn gegevens eenvoudig en zonder tegensputteren aan de desbetreffende dienst weggeef. Aan de hoeveelheid gebruikers van social media te zien ben ik niet de enige. Want ach, wie geeft er daadwerkelijk nog iets om privacy op internet?

Als jurist is het voor mij teleurstellend dat het begrip ‘privacy’ niet wordt gedefinieerd in de wet. Ik ben dan ook aangewezen op de algemene uitleg van het begrip. Privacy schijnt tenminste uit twee onderdelen te bestaan, namelijk: het recht om alleen te zijn en de bescherming van onze gegevens. Ik voel mij vrijwel altijd onbespied en alleen op internet. Ik weet echter niet precies wat er over mij bekend is en waar mijn gegevens zich allemaal bevinden. Ik scherm mijn gegevens slecht af op internet. Niet omdat ik niets te verbergen heb, in tegendeel! Het is een soort struisvogelpolitiek die ik ook niet kan verklaren. Het online beschermen van privacy voelt voor mij minder noodzakelijk dan offline bescherming. Het slachtoffer worden van cybercriminaliteit overkomt toch alleen naïevelingen?

Veel mensen zijn zich niet bewust van alle gevolgen die het delen van gegevens met zich meebrengt. Veel anderen zullen zich verschuilen achter het feit dat zij niet weten hoe de techniek werkt om bijvoorbeeld gegevens te kunnen versleutelen. Is de overheid de aangewezen instantie om ons te informeren en te beschermen tegen het ‘boze’ internet? De overheid heeft naar mijn idee alleen geen macht om daadwerkelijk de privacy op internet de beschermen zolang de burgers niet zelf zeer actief gegevens versleutelen. Internet is een ongrijpbaar en enorm medium waar de overheid (nog) niet op kan anticiperen. De gebruiksvriendelijke techniek is er. Ik ben er dan ook van overtuigd dat vrijwel iedereen kan leren hoe hij zijn gegevens moet versleutelen. We hebben er alleen geen zin in. Het zorgen voor een beveiligde opslag van gegevens, het doorlezen van privacyvoorwaarden die meer dan dertig pagina’s beslaan is te inspannend. Zonder WhatsApp en Facebook hebben we geen sociaal leven. We delen, linken en gebruiken diensten zonder na te denken. Volgens mij willen we niet echt weten wat er met onze gegevens gebeurt.

Bedrijven zullen ons zo min mogelijk wijzen op onze online privacy. Onze laksheid is hun marketinginstrument. Ondernemingen zijn dol op onze zoekgeschiedenis, cookies en aangeklikte links. Met deze informatie kunnen zij mij overhalen om toch dat ene paar schoenen aan te schaffen dat weer als gesponsorde advertentie verschijnt. Zolang bedrijven het hier bij houden, vind ik het acceptabel. Wanneer ‘mijn’ vrienden op Facebook (niets is immers van mij op Facebook) mij die schoenen aanprijzen, gaat het voor mij te ver. Zolang wij als burgers te laks zijn en de overheid ons niet écht informeert, kan deze situatieschets werkelijkheid worden.

We geven daadwerkelijk niets om onze online privacy. We zijn ook nog niet klaar voor een anoniem internet. Foto’s uploaden, delen, webwinkelen, klikken en zoeken op de manier zoals wij dat nu doen, is in ons dagelijks bestaan ingebakken. We accepteren dat we online net iets meer delen dat dat we dat in de kantine tijdens de lunchpauze zouden doen. Prima. Zolang we offline en online letten op de gevaren die er kunnen spelen, zie ik geen problemen. Toch koop ik mijn kleding bij die bewuste winkelketen nooit meer online. Ik winkel wel offline. Dat is tenminste lekker anoniem.

Mijn naam is Nine Bennink. Na mijn studie Recht en ICT bij de RUG ben ik sinds februari 2014 werkzaam als advocaat bij Damsté op de sectie handels- en ondernemingsrecht. Ik houd mij voornamelijk bezig met IE/IT recht. Na werktijd dans ik salsa en kook ik graag.

Incompatibel internet reden voor ontbinding koop smarttelevisie

samsung-smart-tv-televisieHoe een televisie incompatibel kan zijn met het Nederlandse internet ontgaat me, maar het was in dit vonnis reden om de aanschaf van die televisie te mogen ontbinden. Wel mooi om te zien dat het verwijzen naar de fabrikant ook hier eenvoudig naar de prullenbak verwezen wordt. De winkel die een televisie verkoopt, is verantwoordelijk voor een goede werking. Dat de fabrikant het beter kan onderzoeken, is leuk voor de fabrikant maar de winkel blijft aansprakelijk. Alleen: hoe is Duits internet anders dan Nederlands?

Een consument had bij het bedrijf Qplaza een smarttv merk Samsung gekocht. Een smart-tv heeft internettoegang, maar het gekochte exemplaar bleek soms vast te lopen als deze werd aangesloten op internet. Niet echt conform de verwachtingen.

Wie precies Samsung heeft gebeld is me niet duidelijk, maar de monteurs van de fabrikant slaagden er niet in het probleem op te lossen. Zelfs waar het precies aan lag, is onduidelijk: de gebrekkige internetaansluiting van meneer of een gebrek in de televisie zelf?

De rechter ziet in het onderzoek van Samsung bewijs dat de internetaansluiting goed is: monteurs van een bedrijf als Samsung kijken daar natuurlijk als eerste naar.

Ook had Samsung in een rapport vermeld:

Betreft een compatibiliteitsprobleem waar geen technische oplossing voorhanden is. Bovendien is dit een buitenlands model wat niet in aanmerking kan komen voor ECF.

Wat ECF precies is, weet ik niet. Electronic Content nogwat? Of European Conformity iets? Hoe dan ook, om deze reden haakt de fabrikant af. Kennelijk iets met Duits internet dat anders is dan het onze?

Nee nee, dit is niet ons pakkie an, aldus het verweer van Qplaza. Men heeft twee jaar fabrieksgarantie van Samsung. Qplaza verleent zelf geen garantie aan de koper van een product.

Sorry jongens, maar dát verweer is al een jaar of vijftien niet meer juridisch relevant. Als een tv niet goed werkt, moet deze worden hersteld of vervangen en als dat niet gebeurt dan mag de consument de koop ontbinden: televisie terug en geld terug.

Oh ja er was wel aangeboden te vervangen maar alleen tegen bijbetaling van €750. Eh, nee.

De kantonrechter is er snel klaar mee: televisie terug en geld terug. Wel krijgt de consument nog €326 aan buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente als het geld niet snel genoeg is terugbetaald.

Mooi vonnis. Alleen: hoe krijgen we nu ándere winkels zo ver dat die hiervan schrikken en het wel netjes gaan doen?

Arnoud

Wanneer is een blogger journalist?

Bloggers zijn net zo hard beschermd als journalisten onder de wet, las ik bij BoingBoing. Een Amerikaanse hogerberoepsrechtbank bepaalde dat een onderscheid tussen massamedia (“institutional speakers”) en andere meningsuiters onwerkbaar is. Daarmee won de blogger een geschil over smaad. Ik blijf het gek vinden dat zoiets nieuws is. Journlistiek is immers geen beroep maar een handelwijze.

De wet kent geen speciale regels die alleen voor journalisten gelden. Ook een politieperskaart geeft geen speciale rechten – behalve dat je dan afgezette plaatsen mag betreden bij bv. calamiteiten. De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht, en dat grondrecht geldt voor alle burgers. De wet kent dan ook geen definitie van journalistiek, maar alleen van de vrijheid van meningsuiting in het algemeen.

De meest expliciete definitie is die van het Europese Hof in het Satamedia-arrest:

[Van journalistiek is sprake] bij de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebt, ongeacht het overdrachtsmedium. Deze activiteiten zijn niet voorbehouden aan mediaondernemingen en kunnen een winstoogmerk hebben.

Ook een burger of groep mensen met een website vallen onder deze definitie. Eerder had onze Hoge Raad in het arrest Van Gasteren/Hemelrijk geconstateerd dat:

Inmiddels kan echter (mede) door de opkomst van het internet niet nauwkeurig meer worden omschreven wat in de hier bedoelde zin is te verstaan onder “de pers” omdat daardoor ook voor particulieren de mogelijkheid is ontstaan zich buiten de tot dan toe bestaande media tot een breed publiek te richten.

En het Gerechtshof Arnhem kwam in een zaak over Flitsservice.nl met de conclusie dat de term journalistiek ook geldt “voor degene die op een daarvoor ingerichte en aan het geinteresseerde publiek bekende internetsite berichten, opinies en foto’s plaatst met het doel dat publiek over het desbetreffende onderwerp te informeren”.

Het maakt dus niet uit of je je beroep maakt van journalistiek bezig zijn, of dat je dat voor de lol doet. En ook niet of je dat op gedrukt papier doet dan wel op een blog (of op Twitter). Journalist ben je niet, journalistiek doe je.

Journalistiek doen wil echter niet zeggen dat alles mag. Je moet ook dan rekening houden met de belangen van anderen. Zo kun je iemands privacy schenden of smaad plegen door over een persoon te schrijven. Je kunt strafbare feiten plegen bij je onderzoek (of bij de publicatie daarvan). Daarom vind ik het niet heel verrassend dat een blogger voor smaad aangeklaagd wordt. Het kan zijn dat hij wint of verliest – maar of hij van journalistiek zijn beroep heeft gemaakt, is daarbij irrelevant.

Waarom het dan toch nieuws is, zo’n zaak? Geen idee eigenlijk. Ik vermoed omdat het iets met internet is, waardoor het als nieuwig/verrassend feitje gebracht kan worden. De ondertoon bij zulke berichten is vaak “voor de eerste keer bepaalde de rechter dat”. Wat vaak onzin is. Maar ja.

Arnoud

Een bruidsfoto in je portfolio opnemen, mag dat?

Een lezer vroeg me:

Als beginnend fotograaf probeer ik een portfolio op te bouwen. Ik had via internet geadverteerd voor een bruidspaar dat gratis een trouwreportage wilde, met daarbij “Om mijn portfolio aan te vullen”. Ik heb de foto’s gemaakt en de mooiste online op mijn site gezet. Nu krijg ik echter een boze mail dat deze foto’s eraf moeten wegens het portretrecht. Maar hoe moet ik dan een portfolio opbouwen?

Met enige regelmaat krijg ik vragen van mensen die hun portretfoto’s op internet terugvinden, of van fotografen die dit willen doen en zich afvragen of dat mag. Als hoofdregel zegt de wet dat je geen portretten mag publiceren als je ingehuurd werd om die te maken. Een ‘portret in opdracht’ mag alleen gepubliceerd met toestemming.

Bij portretrecht denken de meeste mensen aan die regel vanhet “redelijk belang”, een afweging die je als fotograaf moet maken tussen het belang bij publicatie en het belang (zoals privacy) dat juist tegen publicatie pleit. Maar die afweging is niet aan de orde als de foto’s in opdracht van de geportretteerde gemaakt zijn. Dan is de wet simpel: toestemming.

In een situatie als deze met gratis foto’s en een verwijzing naar portfolio opbouwen zou ik zeggen dat het bruidspaar wel moet begrijpen dat deze foto’s gepubliceerd zouden worden. Daarmee zou de toestemming dan stilzwijgend deel zijn van de overeenkomst. De fotograaf zou de opdracht niet aangenomen hebben als hij de foto’s niet mocht publiceren in zijn online portfolio.

De enige discussie kan nog zijn hoe open en bloot je de foto’s mag publiceren. Namen erbij zou ik bijvoorbeeld niet zomaar acceptabel vinden. En het moeten ook geen ‘gekke’ foto’s zijn natuurlijk.

Wellicht is het raadzaam in de advertentie voortaan “portfolio (incl. internet)” te zetten. Dan kan niemand meer zeggen “ik dacht dat je het alleen in een mapje zou doen om aan opdrachtgevers te showen”. Misschien overdreven maar nou ja. Als mensen het verkeerd begrijpen dan moet je kennelijk iets.

Arnoud

Wacht even, afgesloten internetverbinding voor 18-jarige KPN-hacker?

kpn-afgeslotenDe 18-jarige jongen die vorig jaar KPN-servers heeft gehackt heeft een celstraf van 45 dagen en een taakstraf van 100 uur gekregen, meldde Webwereld. Omdat de jongen exact dat aantal dagen al in voorarrest had gezeten, hoeft hij niet meer de cel in. Het vonnis lijkt niet gepubliceerd, logisch omdat het om een minderjarige gaat (ten tijde van de inbraak). Maar ik werd geïntrigeerd door de opmerking dat zijn internetverbinding afgesloten was door KPN.

Ik las namelijk deze opmerking in het persbericht van het Openbaar Ministerie:

Vanwege ontoelaatbaar internetgedrag was de verdachte in 2010 al door KPN gewaarschuwd. Zijn internetaansluiting is toen enige tijd afgesloten. Dat heeft hem er niet van weerhouden om verder te gaan met het binnendringen in computersystemen tot letterlijk aan het moment van zijn aanhouding.

Dit is opmerkelijk, omdat dat (sinds netneutraliteit) helemaal niet meer mág, iemand afsluiten omdat hij “ontoelaatbaar internetgedrag” vertoont. Nu geldt die wet pas sinds 1 januari jongstleden, en de inbraak was vorig jaar dus echt relevant is dat niet. Maar ik weet dat het nog steeds gebeurt bij diverse providers.

De Telecommunicatiewet (art. 7.6a) is duidelijk: afsluiten van een consument mag alleen op grond van één van deze zes voorwaarden:

  1. op verzoek van de abonnee;
  2. bij een tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting door de abonnee of faillissement van de abonnee;
  3. bij bedrog in de zin van artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek door de abonnee;
  4. wanneer de looptijd van de overeenkomst van bepaalde duur tot levering van de internettoegangsdienst afloopt en de overeenkomst met instemming van de abonnee niet wordt verlengd of vernieuwd;
  5. ter uitvoering van een wettelijk voorschrift of rechterlijk bevel; en
  6. bij overmacht en onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek.

De eerste twee lijken me evident. Van ‘bedrog’ is sprake als de consument KPN misleid heeft, bv. door een valse naam op te geven omdat zijn echte op een zwarte lijst staat. Nummer vier is ook weer evident. Nummer zes gaat over situaties waarin de feiten zó zijn gewijzigd dat je onmogelijk nog kunt verlangen van KPN dat ze met je doorgaan.

Nummer vijf klinkt als een grond voor afsluiten wegens abuse, maar is dat niet: het gaat daar over afsluiten als in de wet staat dat dat mag, of als de rechter bepaalt dat het contract opgezegd moet worden. Dat iemand een strafbaar feit pleegt via de internetverbinding, is weliswaar een overtreding van een wetttelijk voorschrift (namelijk art. 138ab Strafrecht, computervredebreuk) maar KPN voert dat wetsartikel niet uit.

KPN mag wél tijdelijk de internetverbinding blokkeren wanneer sprake is van “een inbreuk op de integriteit of veiligheid van het netwerk of de [internettoegangs]dienst” (art. 7.4a Tw), maar de blokakde moet dan noodzakelijk zijn om die inbreuk te beëindigen. Je zou dan kunnen denken aan een computer afsluiten omdat deze een ddos-aanval uitvoert of een virus of worm verspreidt. Maar hoe een hack op een computer van een derde “de integriteit of veiligheid van het netwerk of de [internettoegangs]dienst” in gevaar brengt, ontgaat me. “Abuse on the Net is not the same as abuse of the Net”, was ooit een internetmotto, en volgens mij geldt dat in deze wet nog steeds.

Meer dan een verbinding verbreken omdat er via die verbinding iets illegaals gebeurt, kun je volgens mij niet doen op grond van netneutraliteit. Iemand afsluiten wegens abuse mag dus niet (meer).

Arnoud

Per ongeluk mobiel internetten = geen factuur

Als je als telecomboer telefoons of sims levert die zonder nadere handelingen van de consument gaan mobiel internetten, dan kun je daar geen factuur voor sturen. Dat maak ik op uit een recent Rotterdams vonnis tussen Telfort en een klant die bij Telfort een mobiele-telefonieabonnement had afgenomen en een rekening had gekregen voor 15 euro gebruikskosten mobiel internet, met daar later nog 232,15 euro bovenop wegens kosten blokkering en kosten contractbeëindiging.

Telfort stelde dat ze recht had op deze kosten, omdat uit hun administratie bleek dat deze klant wel degelijk mobiel had geïnternet. Men had nota’s overlegd waaruit bleek op welke dagen dit gebruik had plaatsgevonden en hoeveel megabyte het gebruik op de verschillende dagen betrof. De klant stelde daar tegenover dat hij pas achteraf had ontdekt dat er via zijn SIM-kaart onbedoeld en ongewenst contact werd gemaakt met het mobiele-internetnetwerk van Telfort. Dit gebeurde als zijn telefoon verbonden was met zijn privé Wifi-netwerk en vervolgens buiten het Wifi-bereik kwam.

De vraag is dan, was er overeen gekomen dat de klant mobiel mocht internetten? Zo ja, dan was hij de gebruikskosten verschuldigd en dan was de afsluiting wegens wanbetaling (en de boetes/kosten) terecht. Zo nee, dan mocht Telfort hem niet afsluiten.

De rechtbank begint bij de papieren waarmee het contract is aangevraagd en concludeert dat mobiel internet niet is afgesproken:

Noch uit het door [gedaagde] verzonden formulier, noch uit de bevestigingsbrief van Telfort blijkt dat partijen afspraken hebben gemaakt over gebruik door[gedaagde] van het netwerk van Telfort voor mobiel internet of het in rekening brengen van kosten terzake. Een grondslag voor het in rekening brengen van kosten ter zake van mobiel internet kan hieruit dan ook niet worden afgeleid.

Het zou nog kunnen dat er later nog een mobielinternetabonnement is afgesloten. Het is immers gebruikelijk dat je later allerlei blokken of extra’s kunt afnemen binnen een abonnement. En dat hoeft niet per se met een schriftelijke contractswijziging. Als je bijvoorbeeld via het klantenportaal een vinkje bij “mobiel internetten” zet, of “INTERNET AAN” sms’t naar het aangewezen servicenummer dan telt dat ook als akkoord. En dan zit je natuurlijk ook aan de kosten vast.

Telfort gaf aan dat eigenlijk niet meer nodig was dan je telefoon op een bepaalde manier configureren, maar ontkende dat een telefoon automatisch van een lokaal wifi-netwerk zou overschakelen naar mobiel internet. Alleen kon Telfort niet laten zien wát je dan moest doen, en of daar eventuele informatie van Telfort bij nodig was.

Cruciaal voor de rechtbank was dat er geen sleutel, wachtwoord of inloginformatie van de provider nodig is om mobiel internet te kunnen gebruiken. Dan maak je het wel érg makkelijk om per abuis op het dure 3G-netwerk te zitten in plaats van thuis op je eigen wifi-netwerk. (Weet iemand hoe dat nu eigenlijk zit? Welke telefoon gaat zelfstandig 3G internet aanzetten als hij buiten bereik van een wifi netwerk komt/)

De rechtbank gelooft dan ook de klant die zegt dat zijn telefoon dat automatisch gedaan moet hebben. Als dit niet zo werkt, dan had Telfort maar moeten uitleggen hoe je wél op het 3G netwerk zou komen met je abonnement, en met name hoe daaruit dan blijkt dat je akkoord was daarmee (en met de prijs natuurlijk). De klant hoeft dus niets te betalen voor het mobiele internetten. Ook moet Telfort zijn BKR-registratie (altijd gezellig bij zulke conflicten) ongedaan maken.

Zijn twee ton schadevergoeding wordt echter afgewezen. Hij had namelijk alleen Telfort gewaarschuwd dat hij 500 euro wilde hebben per dag dat hij afgesloten was, maar niet onderbouwd waarom die 500 euro een reëel schadebedrag was. Logisch, maar wel ergerlijk want het levert nul prikkel op voor Telfort om het beter te gaan doen.

Arnoud

Mag ik betaalde draadloze internet accesspoints hacken?

wifi-hotel.pngEen lezer vroeg me:

Ik begreep dat het niet illegaal is om een router te hacken en daarmee internet op te gaan. Nu vroeg ik me af, geldt dat ook bij betaalde diensten zoals internet in een hotel?

In maart heeft het gerechtshof Den Haag geoordeeld dat meesurfen met de buren geen computervredebreuk is. Het argument was dat een router/modem niet voldoet aan de definitie van ‘geautomatiseerd werk’ van de strafwet, zodat inbreken op zo’n apparaat niet strafbaar is. Bij het strafrecht worden definities streng toegepast, om te voorkomen dat je gestraft wordt voor iets dat niet duidelijk in de wet staat.

Velen vinden dit te streng (ik ook) en er is cassatie bij de Hoge Raad ingesteld. Ik zou dus niet heel hard op deze uitspraak durven vertrouwen.

Bij betaalde toegang tot internet is computervredebreuk niet het enige artikel dat je zou kunnen overtreden. Het kraken van een betáálinterface is echter apart strafbaar gesteld. Artikel 326c Strafrecht verbiedt het gebruik maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, als je dat doet met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen en wel door een technische ingreep of met behulp van valse signalen.

Dit artikel gaat primair over betaaltelevisie en dergelijke diensten, maar het lijkt me ook prima op te gaan voor betaalde internettoegang in hotels, restaurants etcetera. Ik zou dus niet aanraden een betaalde hotspotdienst te kraken, ook niet met deze uitspraak.

En dan nog een persoonlijke frustratie: wáárom is internet altijd zo kneiterduur in hotels? En dan met name in de duurdere hotels: ik heb kamers van 80 euro mét gratis internet gehad en kamers van 250 euro waar internet 7,95 per uur was.

Arnoud<br/> Foto: Jacek Becela, Flickr, CC-BY-SA.

UTwente verbiedt studenten porno te kijken

Ok ok die kop was flauw, want het is ongetwijfeld niet hun bedoeling maar het stáát er wel. De Universiteit Twente overweegt een Gedragscode ICT- en Internetgebruik in te voeren, en daarin staat een verbod (artikel 3.9) op het verzenden en opslaan van “pornografische berichten” of het bezoeken van sites die dat aanbieden. Een bekende frase in reglementen voor bedrijven en instellingen, maar dit geldt óók voor studenten die op de campus wonen en vanuit hun kamer porno willen kijken.

Speciaal voor “thuisgebruik” staat er wel een apart artikel in dat zegt

Het is de student-gebruiker toegestaan het ICT- en Internetgebruik in beperkte mate in te zetten voor privédoeleinden. Studenten die op de Campus van de UT wonen en voor de Internettoegang in hun woning gebruik maken van het UTnet en SURFnet worden geen beperkingen opgelegd voor privégebruik.

Die tweede zin zou het probleem moeten opheffen, maar één lid verderop staat dan weer

Verder zijn de overige bepalingen in deze Gedragscode onverkort voor studenten-gebruikers die op de campus woonachtig zijn van toepassing.

Het is mij niet duidelijk of dit lid probeert te zeggen “Afgezien van bij internetgebruik in de woning gelden de overige bepalingen onverkort” of dat men alleen probeert het “beperkte mate” op te heffen met de “geen beperkingen” en de “verder zijn de overige bepalingen” juist als waarschuwing neerzet: privégebruik mag maar alle andere verboden gelden nog steeds.

Ik hoop het eerste, dan is het een kwestie van onzorgvuldige redactie en dat kan vast snel worden opgeheven. Studenten hebben net als werknemers gewoon recht op privacy, ook bij het gebruik van internetfacilitieten van de instelling. Zeker als ze dat doen vanuit hun huis. Ik zie geen reden waarom een universiteit in die situatie verder zou mogen gaan dan een “gewone” provider.

Het reglement ziet er voor het overige keurig uit trouwens. Dat zouden meer instellingen moeten doen.

Arnoud