Jurofoon over vrijheid van meningsuiting op internet

In een nieuw artikel gaat Jurofoon in op de vrijheid van meningsuiting op Internet bij het geven van feedback en commentaar op websites. Het gaat dan dus met name om smaad, belediging en laster.

Natuurlijk komt daarbij ook de aansprakelijkheid van forumbeheerders aan de orde.

Interessant fenomeen daarbij is de hobby van sommige sites om dingen over te nemen wanneer de beheerder van het origineel veroordeeld wordt om deze weg te halen. Jurofoon schrijft terecht:

Als een rechter oordeelt dat bepaalde uitlatingen op internet verwijderd moeten worden, dan betekent dat nog niet dat andere websites die inmiddels de teksten hebben overgenomen, ook aan het rechterlijk oordeel gebonden zijn. Degene over wie de negatieve uitlatingen gaat, kan wel proberen tegen elk van de websites een procedure aan te spannen. Maar het is nog maar de vraag of de andere websites ook gedwongen kunnen worden tot verwijdering.
En bij Google hoef je het al helemaal niet te proberen.

Arnoud

Startpagina is geen merknaam

De site Startpagina.nl heeft geen merkbescherming voor haar domeinnaam, zo las ik in het Juridisch Dagblad. Deze naam is te beschrijvend en niet onderscheidend voor Startpagina ten opzichte van andere pagina’s waar je kunt beginnen met webbladeren.

Durk-Jan de Bruin is in de jaren negentig begonnen met een overzicht van links, en heeft dat Startpagina genoemd. Het concept sloeg aan (en kreeg navolging met o.a. Startkabel, Starthier en meer van die grappige variaties). De vraag is nu, associeert een Nederlandse webgebruiker de term “startpagina” met specifiek de Startpagina.nl pagina’s, of met elke pagina waarmee je zou kunnen beginnen met webbladeren?

Om voor merkbescherming in aanmerking te komen, moet de naam onderscheidend zijn. Zo zijn Google en Yahoo bijvoorbeeld merknamen voor zoekmachines, want met die namen onderscheiden de sites zich van elkaar en van andere zoekmachines. Maar een algemene omschrijving, bijvoorbeeld website.nl, kan geen merk zijn. De term “website” is immers de algemene term.

Hoe bepaal je nu of een woord onderscheidend is? Je kunt marktonderzoek doen, en kijken waar mensen het woord mee associeren. Is dat het algemene begrip, dan is het woord geen merk. Is dat specifiek het bedrijf, dan is het waarschijnlijk wel een merk. Je kunt ook, zoals de rechter in het vonnis deed, de Van Dale op naslaan:

4.6.1. Het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse Taal, 14e editie vermeldt onder het woord “startpagina” de navolgende betekenissen:<br/> 1. internetpagina, website die een verzameling koppelingen naar relevante websites over een bepaald onderwerp bevat.<br/> 2. internetpagina, website die ingesteld is als openingspagina bij het opstarten van de browser<br/> 3. openingpagina van een website.

Hieruit blijkt meteen dat het woord startpagina dus beschrijvend is voor wat Startpagina, Startkabel en collega’s doen: het bieden van een verzameling links (koppelingen). Daarmee kan dat woord dus geen merk zijn.

P7 meldt nog een pijnlijk foutje aan de zijde van Startpagina zelf:

Erger nog, Startpagina zelf had tot 23 maart jongstleden, dus tot vlak vóór de rechtszaak, nog haar slogan “Startpagina.nl, de startpagina van Nederland!”.
Als je zelf al het woord als algemene beschrijving van je activiteiten gebruikt, dan ga je gegarandeerd onderuit als je later roept dat het een unieke onderscheidende merknaam is.

Dit verklaart waarom merkhouders altijd zo heftig reageren als woordenboeken hun merknaam als algemene omschrijving opvoeren. Zo maakte Google een tijd geleden bezwaar tegen opname van googelen in Van Dale. De omschrijving was niet “met de zoekmachine Google zoeken” maar “zoeken op het internet, onderzoeken aan de hand van informatie via het internet”. En als die omschrijving geaccepteerd zou worden, dan had iedere zoekmachine het woord “googelen” mogen gebruiken. En dat is natuurlijk niet prettig voor het bedrijf Google.

Update (10 november 2008) het arrest van het Gerechtshof van maart 2008, nu pas gepubliceerd, bevestigt het vonnis.

Arnoud

Microsoft en Savvysoft schikken over merknaam Excel

Pijnlijk. Het grootste software-bedrijf ter wereld was vergeten de merknaam van de populairste spreadsheet-software te deponeren als merk. In 2004 betichtte Microsoft het bedrijfje Savvysoft van merkinbreuk over hun ‘TurboExcel’ spreadsheet-pakket. Dat liep fout toen de advocaten van Savvysoft er achter kwamen dat er helemaal geen geregistreerd merk was. En zonder registratie geen merk.

Nu is er dan een schikking getroffen. Beide partijen zijn tevreden maar doen geen mededelingen over de inhoud van de schikking. TurboExcel heet nu Calc4Web.

Arnoud

Google niet aansprakelijk voor zoekresultaten

Afgelopen donderdag besliste de rechtbank Amsterdam dat Google niet onrechtmatig handelt als er bij zoekresultaten ongewenste links verschijnen. De kern van het vonnis:

De zorgplicht van Google reikt niet zover dat zij aansprakelijk is voor de bereikbaarheid van die informatie van die ander, indien zij niet weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die informatie apert onrechtmatig is. In dit geval was het voor Google redelijkerwijs onmogelijk om tot de conclusie te komen dat de informatie niet correct was.

In dit geval ging het om links naar sekssites die verschenen wanneer mensen naar een tv-presentatrice zochten, zo meldt het Juridisch Dagblad. De sekssites hadden de naam van deze presentatrice in hun webpagina verstopt, zodat Google zou denken dat hun sites relevant waren wanneer mensen op haar naam zochten. En dat doet Google dan ook natuurlijk. Zij vond het uiteraard erg vervelend dat zij “ten onrechte in verbinding wordt gebracht met sekssites en dat ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat zij op de betreffende sites naakt staat vermeld, als playboy dient en fungeert als sexcamgirl.”

Een klacht bij Google leverde op:

Het spijt ons dat deze onverwachte resultaten werden weergegeven op Google. Uw e-mailbericht is doorgestuurd naar het betreffende team. We waarderen uw hulp bij het handhaven van de kwaliteit van onze zoekresultaten.
Later heeft Google wel de links op haar zwarte lijst gezet. Probleem was wel dat dit tijdelijk is, bij de volgende indexatie-slag kunnen de sites zo weer terug zijn. Vandaar dus een kort geding om Google permanent te verbieden deze sites te laten zien bij zoekopdrachten voor haar naam.

Op zich is het zo dat een provider aansprakelijk gesteld kan worden voor de inhoud van sites waar ze naar verwijzen, als de inhoud van de site waarnaar ze verwijzen, onrechtmatig is. Dit volgt uit de Indymedia/Deutsche Bahn uitspraak, waarin o.a. werd geoordeeld:

Aangezien Indymedia weet dat enkele op haar website geplaatste hyperlinks leiden tot [onrechtmatige publicaties], handelt zij … onrechtmatig jegens Deutsche Bahn door geen maatregelen te treffen om verspreiding van de onrechtmatige informatie te staken. Daaraan doet niet af dat Indymedia, als persmedium, de gewraakte informatie niet tot haar eigen informatie maakt. De vraag welke vorm van hyperlinken wordt gebruikt is in dit verband niet van belang. Doorslaggevend is dat Indymedia het technisch mogelijk maakt en laat de informatie te bereiken.
Google is volgens de wet net zo goed een provider van informatiediensten als een website-beheerder. Een verschil is wel dat dat Google met een volledig geautomatiseerd proces het Web doorzoekt en in haar index plaatst. In een eerdere zaak, over een MP3-zoekmachine, vond de rechter dan ook dat bij zoekmachines een andere regel moest gelden:
De handelwijze [van de zoekmachine] is niet zonder meer onrechtmatig jegens al diegenen aan wie het auteursrecht dan wel de naburige rechten op de mp3-muziekbestanden toekomt, ook al is zij bekend met het feit dat degenen die de bestanden openbaar maken inbreuk plegen op de auteursrechten dan wel naburige rechten van derden. Onderzocht moet derhalve worden of die handelwijze in de bijzondere omstandigheden van dit geval desalniettemin als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.
Pas als er iets bijzonders is, kan een zoekmachine dus aansprakelijk zijn (bij die MP3-zoekmachine was dat zo).

Deze regel werd bevestigd in het Google-vonnis:

Het ‘crawlen’, indexeren en ‘ranken’ heeft een technisch, automatisch en passief karakter en Google kan in beginsel dan ook niet verantwoordelijkheid worden geacht voor de uitkomst van een zoekopdracht en de inhoud van de zoekresultaten.
Er waren geen bijzondere omstandigheden te vinden. Het was voor Google redelijkerwijs onmogelijk om tot de conclusie te komen dat de informatie niet correct was, zo oordeelde de rechter. Pas als het “onmiskenbaar onrechtmatige” informatie is, zou dat misschien anders zijn. Normaal kan Google niet weten of een pagina een trefwoord terecht vermeldt. Zelfs niet als de persoon wiens naam gebruikt wordt, daarover klaagt bij Google. En dan kan Google niet aansprakelijk gehouden worden voor zoekresultaten.

Arnoud

Auteursrecht buiten de territoriale wateren

The Pirate Bay overweegt de copyright-vrije ministaat Sealand te kopen, zo meldt Marco Raaphorst.

Het Prinsdom Sealand is een voormalig marineplatform op zes zeemijl (zo’n 10 kilometer) van de Engelse oostkust. Omdat niemand er naar omkeek, is ene Paddy Roy Bates er in 1967 heengevaren en heeft hij het tot onafhankelijke natie uitgeroepen. In die tijd lag de grens van de territoriale wateren op drie zeemijl. En als je naar Australië kunt varen en het als onderdeel van Groot-Brittannië kunt claimen, waarom dan niet zo’n platform? Maar helaas voor Bates is er geen enkel land dat Sealand officieel heeft erkend.

Een interessante ontwikkeling was in 2000, toen het bedrijf HavenCo zich er vestigde. Dit bedrijf boodt webhosting-diensten (colocation) waarop alleen de wetgeving van Sealand van toepassing was. Sealand kent geen auteurswet of andere regelingen over intellectuele eigendom, en het was geen lid van de Wereldhandelsorganisatie WTO, dus het was daartoe ook niet verplicht. Wie zin had om films of muziek te gaan verspreiden, kon dus via HavenCo zijn gang gaan. Heel veel animo leek er niet te zijn, en ondertussen werkt HavenCo alleen nog via resellers en verbiedt “infringement of copyright”, inclusief het linken naar elders gehost inbreukmakend materiaal in haar reglement.

Toen het eiland in januari ’te koop’ werd gezet, bedacht de Piratenpartij dat zij hier wellicht haar politiek doel – de auteursrecht wetgeving fundamenteel wijzigen– kan realiseren. Vandaar dus hun actie Buy Sealand.

Er is al 20.000 euro opgehaald, maar helaas lijkt Sealand niet meer zo geïnteresseerd:

We’re hereby officially telling you all that we have to go for plan B – buying our own island and trying to claim it as our own nation. The Sealand goverment has not been answering e-mails lately and we take that as a sign of not being willing to discuss our venture.

Terug naar de politiek in Nederland dus maar.

Arnoud

Google waardevolste merknaam

Planet meldde op maandag: Merk Google meer waard dan Microsoft’.

Google heeft Microsoft van de troon gestoten als de meest waardevolle merknaam ter wereld. De naam van de Amerikaanse internetonderneming heeft een waarde van 66,4 miljard dollar (48,9 miljard euro).

Op twee staat het industriële conglomeraat General Electric (GE) met 61,8 miljard dollar, gevolgd door Microsoft met 54,9 miljard dollar. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van de Amerikaanse marktonderzoeker Millward Brown naar de honderd meest waardevolle merknamen ter wereld.

Het persbericht van Millward Brown is als PDF beschikbaar.

Arnoud

Zoekt de OPTA werkgelegenheid?

De OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, wil “passende technische en organisatorische maatregelen” invoeren voor internetaanbieders, zo schreef ik vrijdag.

Deze maatregelen gaan bijvoorbeeld over het filteren of blokkeren van netwerkverkeer dat niet hoort voor te komen, of het helpen bij installeren van firewalls of virusscanners.

Simon Hania, technisch directeur van XS4All op het Opinieweblog vindt dit nergens voor nodig.

Ten eerste zitten de meeste problemen niet bij Nederlandse providers, omdat die zich over het algemeen al goed beveiligen. De meeste problemen zitten bij slecht beheerde servers in het buitenland.

Maar de belangrijkste reden:

Maar waarom ik vooral tegen deze regelzucht ben, is omdat de maatregelen zodanig standaard zijn, dat ze allang door elke welopererende ISP in Nederland genomen zijn. En met de huidige consolidatiegolf in de markt zijn er alleen nog maar weloperende ISPs. We gaan dus nu een reguleringcircus optuigen voor iets dat er al is. Da’s nodeloos ambtenaren aan het werk zetten.

Arnoud

Google koopt DoubleClick – privacy-probleem of niet?

Vorige week werd bekend dat Google het advertentiebedrijf DoubleClick koopt. Alhoewel Google heeft laten weten dat DoubleClick naar alle waarschijnlijkheid als zelfstandig bedrijf zal blijven opereren onder het nieuwe moederbedrijf, blijven een hoop mensen zich toch zorgen maken over de privacy-aspecten van deze aankoop. Zowel Google als Doubleclick houden gigantische hoeveelheden gegevens bij over de sites die je bezoekt.

Google weet precies wat je zoekt, en Doubleclick weet welke sites je bezoekt. De combinatie van die twee betekent dan dat Google alles weet wat je op het Web uitspookt. In een recente column (gevonden via Tech Law Prof Blog) geeft David Lazarus een paar mooie voorbeelden. In Nederland werd Remy Chavannes er ook al nerveus van. En Google heeft nu zelfs de Web History dienst die je laat zoeken in alles wat je gedaan hebt via Google, zo las ik op Ars Technica.

Maar is dit nu wel zo’n reden tot zorg? Beide bedrijven bestaan al lang, en houden al even lang al zelf genoeg gegevens bij over gebruikers. Daarmee kunnen ze passende advertenties tonen, en kennelijk zitten een hoop mensen daar op te wachten. Google sleepte tenslotte alleen vorig kwartaal al vier miljard dollar aan advertentie-inkomsten binnen.

Tekenend vind ik wel dat de grootste protesten komen van Microsoft en AT&T. Microsoft was immers eerder zelf van plan om Doubleclick te kopen. Als privacy vooral een zuur argument blijkt van de verliezende concurrent, dan zal het wel meevallen met die inbreuken die GoogleClick gaat plegen. Toch?

Arnoud

OPTA wil zorgplicht internetaanbieders aanscherpen

Providers moeten “passende technische en organisatorische maatregelen” treffen voor de bescherming van persoonsgegevens en privacy van gebruikers, en de beveiliging van hun netwerken. De OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, ziet toe op naleving van deze zorgplicht.

Wat zijn nu “passende” maatregelen? Dat wilde de OPTA ook graag weten, en ze hebben dan ook een onderzoek laten uitvoeren door het bedrijf Stratix over de bestaande en toekomstige dreigingen voor consumenten op Internet. Meer over het onderzoek bij ISPam.nl.

Op basis van dit onderzoek heeft de OPTA een “voorlopig standpunt” ingenomen. En nu is het de vraag aan iedereen die interesse heeft wat ze hier van vinden.

Uit het onderzoek komen de volgende dreigingen naar voren:

Er werden -gelukkig- ook een hoop oplossingen voorgesteld, die de OPTA indeelt in drie categorieen: basismaatregelen (die zijn duidelijk passend), best practices (daar moet over gepraat worden) en te hoog gegrepen maatregelen (die zijn, ehm, te hoog gegrepen en dus niet passend).

Bij de basismaatregelen moet je denken aan het filteren of blokkeren van netwerkverkeer dat niet hoort voor te komen, zoals data verstuurd vanaf een lokaal netwerk dat afkomstig lijkt te zijn uit een heel ander netwerk. Dat kan normaal niet voorkomen, dus dat moet wel een hackpoging zijn.

Ook het aanbieden van virusscanners en het geven van voorlichting over dreigingen en tegenmaatregelen, zoals hoe je een firewall of virusscanner moet installeren, horen tot de basismaatregelen.

Spam filteren ligt iets lastiger, want niet alle klanten willen dat hun provider dat voor ze doet. Daarom krijgt dit de status van best practice en niet van basismaatregelen. Hetzelfde geldt voor het blokkeren van poorten waarlangs Trojaanse paarden een PC kunnen infecteren. Dat kan immers soms legitiem netwerkgebruik storen.

Maar waarom het benaderen van een klant wiens PC als zombie wordt ingezet geen basismaatregel is, begrijp ik niet.

Er waren nog veel meer suggesties gedaan, bijvoorbeeld ter beveiliging van DNS, maar daar was kennelijk nogal wat onenigheid over, want die worden weggezet onder het kopje “te hoog gegrepen”.

Wie na het lezen van het rapport suggesties heeft, kan ze vóór 16 mei mailen naar de OPTA (e-mail adres in het rapport).

Tip via Planet – Opta wil zorgplicht internetaanbieders aanscherpen.

Arnoud

Google vrijgesproken van claim inbreuk merkrecht Farmdate

Zoekmachine Google handelt niet onrechtmatig door het aanbieden van haar dienst Adwords waarmee mogelijkerwijs door derden inbreuk gemaakt wordt op de merk- en handelsnaamrechten van anderen, zo meldt Ribbert van der Kroft advocaten op haar weblog.

Het bedrijf Endless Webdesign biedt dating-diensten aan onder de handelsnaam Farmdate. Deze naam was ook als merk gedeponeerd voor datingdiensten. Adverteerders kochten gesponsorde koppelingen, onder andere voor pornosites, bij Google die moesten verschijnen als dit woord werd ingetypt. Farmdate maakte bezwaar omdat dit afbreuk doet aan de reputatie van het merk en de onderneming.

Nu was dit een kort geding, waarin niet uitgebreid op de zaak kan worden ingegaan. De rechter moest inschatten of het waarschijnlijk was dat Google zou winnen als de zaak volledig uitgevochten zou worden.

De eerste vraag is of er sprake zou zijn van merkinbreuk. Google stelde dat zij geen advertentie koppelde aan “farmdate” maar aan de woorden “farm” en/of “date”. Die beide woorden zijn beschrijvend, en merkinbreuk kan niet als het woord in kwestie beschrijvend is. De rechter concludeert dan ook:

Ten aanzien van het gebruik van `farm date’, `farm-date’ als adword geldt dat twijfel mogelijk is omtrent de vraag of het gebruik van deze adwords een inbreuk op de merkenrechten van Endless Webdesign oplevert. Dit brengt mee dat van Google in de gegeven omstandigheden niet kan worden verlangd, dat zij optreedt tegen dit gebruik, in het bijzonder valt niet in te zien dat het voor Endless Webdesign onmogelijk is zelf de desbetreffende adverteerders op de gestelde inbreuk aan te spreken.

Verder vond de rechter het niet redelijk om van Google te verlangen dat deze de woorden “farm” en “date” niet meer zou verkopen als Adwords. Zeker voor het woord “date” kan dat natuurlijk niet:

Onrechtmatig handelen levert het gebruik van dit systeem niet op. Het is alleszins gebruikelijk – bijvoorbeeld in advertentiepagina’s van dagbladen en van gidsen zoals `De Gouden Gids’ – om advertenties, die globaal dezelfde goederen of diensten aanbieden, in één rubriek onder te brengen. De lezer wordt – evenals de internetgebruiker – geacht daaruit zelf te kiezen wat hij al dan niet van belang acht. Van Google kan niet worden verlangd daarin een beperkende rol te spelen door – zoals Endless Webdesign voorstelt – een filter te plaatsen, zulks behoudens bijzondere omstandigheden, die zich hier niet voordoen.

Het vonnis staat op Rechtspraak.nl. De merkhouder kan nog in hoger beroep of een bodemprocedure aanspannen.

Arnoud